N°. 6646.
Maandag 17 October.
A0. 1881.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN.
Eerste Blad.
Het rapport der gasdeskundigen.
LEIDSOH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
France per post1.40.
Afzonderlijke Nommers.0-05.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels 1.03. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bei ineassee-
rea buiten de stad wordt 0.10 berekend.
8TADS-BERICHTEN.
Vergadering van den raad der gemeente Leiden,
op Donderdag den 20sten October 1881.
Bij den Gemeenteraad is door B. en Ws. inge
diend een voorstel om een bedrag van 125,000
beschikbaar te willen stellen, boven de bij raads
besluit van 6 Augustus jl. voor de werken aan de
gasfabriek toegestane som van 97,500 nog noodig
geacht tot het uitvoeren van al die veranderingen,
waardoor de fabriek volgens het oordeel van de
daartoe bij raadshesluit van 22 Juli jl. benoemde
deskundigen „zal blijken te voldoen aan de tegen
woordige eischen van eene zeer goed ingerichte
fabriek."
Dientengevolge klimt het totaal bedrag der
benoodigde gelden tot 222,500, d. i. 27,500
meer dan in het oorspronkelijk voorstel was aange
vraagd. Aan het slot van dat voorstel wordt gezegd
„Die meerdere uitgaven laten zich gereedelijk ver
klaren door het uitstel, dat de behandeling der zaak
heeft moeten ondergaan, en als gevolg daarvan door
de opneming in het plan van het maken van zoo
genaamde telescopen, ten einde in een voldoende
gasberging te kunnen voorzien, ingevolge het raads
besluit van 6 Augustus jl."
Met andere woorden, de niet onaanzienlijke ver
hooging van ruim een vierde ton gouds ïb te wijten
aan hen, die door aan te dringen op een onderzoek
door deskundigen, tot dat uitstel aanleiding gaven.
Op die bewering nu valt naar onze bescheiden
meening wel wat af te dingen. Het volgens des
kundigen nog benoodigde totaal toch is niet 125,900,
maar slechts 118,000, en alleen ter wille eener
eventueele uitbreiding der kanalisatie in 1882 achten
deskundigen het wensehelijk die som tot ƒ125,000
af te ronden, een voorstel, dat dus zeker niet het
gevolg van het gewraakte uitstel is en evenmin
van het maken van zoogenaamde telescopen. Dat
geeft dus een verschil van 7000, waarbij men
billijkerwijze ook mag voegen de 1000, welke de
aanleg der generator-ovens meer zal kosten. Ziedaar
dus reeds een bedrag van 8000, die met het uitstel
niets te maken hebben.
Doch de rekening is nog veel eenvoudiger te
maken. Er zal slechts één gashouder worden ver
anderd, waarvan de kosten slechts 5000 zullen
bedragen; immers dezelfde som wordt afgetrokken
voor de thans uiet benoodigde verandering van den
tweóden gashouder. Alleen die 5000 kunnen dus
in het ongunstigste geval op rekening van het
uitstel worden geschreven, de overige 22,500
van het thans hooger aangevraagde totaal zijn te
beschouwen als een uitvloeisel van de ietwat rui
mere Behaal, waarop heeren deskundigen hun be-
rekeningen hebben gebaseerd. Vandaar de 7000,
voorgesteld voor eventueele kanalisatie-uitbreiding
in 1882, vandaar ook het advies om den nieuw
op te richten gashouder een capaciteit te geven van
7500 M.3, ofschoon een bergruimte van 7000 M.3
voldoende zou zijn, berekend naar een zeker ruim
genoeg genomen uitbreiding der fabriek tot een
vermogen van 4,900,000 M3. per jaar of 20,000 M3.
per etmaal.
Niemand zal die ruime begrooting van deskun
digen wraken. Waar eenmaal tot een zoo belang-
rjjke uitgaaf tot uitbreiding werd besloten, zou het
verkeerde zuinigheid mogen heeten door besparing
van enkele duizenden de bereiking van het be
oogde doel, het verkrijgen van een deugdelijke
fabriek van genoegzame capaefteit voor minstens
een tiental jaren, in de waagschaal te stellen. Maar
men schrijve dan die verhooging toch niet op reke
ning van het uitstel.
Zooals wij reeds zeiden, wanneer de Gemeente
raad de gevraagde 125,000 voteert, zullen wij
volgens de verzekering van deskundigen eene fabriek
verkrijgen, die aan de tegenwoordige eischen van eene
zeer goed ingerichte fabriek zal blijken te voldoen.
Nu, dat mag dan ook wel voor zulk een sommetje
van bjjna 2 */4 ton, dat al een aardigen grondslag
zou hebben gevormd voor het kapitaal, benoodigd
voor het oprichten van eene geheel nieuwe fabriek,
een quaestie, welke, gelijk wij vroeger aantoonden,
wel eens rijpelijk had mogen worden onderzocht,
voordat men tot het verstrekken van de eerst toe
gestane gelden besloot, doch waarop thans niet
meer is terug te komen.
Het is nu maar de vraag wat men onder die
„tegenwoordige eischen" verstaat. De gasverbrui-
kers in onze goede gemeente begrjjpen daaronder
zeker iets anders dan heeren deskundigen, waar
dezen in hun rapport adviseeren: „Ook komt het
minimum voor liehtkracht, dat hier aangenomen
is, nl. 16 kaarsen, ons te hoog voor. Groote fabrie
ken mogen dit cijfer kunnen geven, voor kleine
fabrieken zal dit niet altijd doenljjk zijn. Bovendien
worden in enkele groote fabrieken de kolen direct
verwerkt, hier meet men ze tot heden in de bui
tenlucht opstapelen, en dit benadeelt aanzienlijk de
liehtkracht. Een minimum van 14 a 15 kaarsen
komt ons veel beter voor. Een ruim verbruik van
Cannel maakt, dat de exploitatiekosten hooger
worden, te meer omdat de cokes van minder
waarde zijn."
Neen, maar dat is onbegrijpelijk! Wij konden
het nauweljjks gelooven, toen wij het lazen. Bekla
genswaardige belastingschuldigen, nog beklagens
waardiger gasverbruikersOm onze gasfabriek tot
een goed ingerichte te maken, moet de gemeente
222,500 uitgeven - als men er het bedrag der
door deskundigen ingediende rekeningen ad ƒ2120
bijvoegt, ontbreekt er precies 380 aan om de 2,/1
ton vol te maken - en daarvoor zouden we dan
een fabriek hebben, die gas leverde van een mini
mum-lichtsterkte niet van 16 kaarsen, gelijk
onder den ouden toestand eenmaal bij gemeente
raadsbesluit werd vastgesteld, maar slechts van 14
of 15 kaarsen! Want de in de buitenlucht opge
stapelde kolen gaan in hoedanigheid achteruit. -
Het kan niet ernstig gemeend zijn en - heeren
deskundigen duiden het ons niet ten kwade - het
is niet logisch bovendien. Immers, uit het rapport
blijkt, dat, wat de berging der kolen betreft, weldra
voorstellen, waarvan thans de directeur en deskundi
gen alleen het geheim bezitten en die een zeer ge
lukkig middel aan de hand geven, waardoor deze
quaestie voor altijd zal zijn geregeld, den Gemeen
teraad zullen bereiken. Maar hoe kunnen dan des
kundigen de slechte .berging der kolen voor de tee-
komst in rekening brengen als een factor tot ver
mindering van het eenmaal vastgestelde minimum
van 16 kaarsen, tenzij een ruim verbruik van Can-
nel-kolen, waardoor de «okes in waarde verminde
ren, de exploitatie-kosten opdrijve?
En daarvoor zouden wij dan 2y4 ton minus 380
uitgeven om met onze aan de tegenwoordige eischen
van eene zeer goed ingerichte fabriek voldoende in
richting nog niet eens te kunnen praesteeren wat
men bereikt niet aan een reusachtige Engelsche
fabriek, maan* b. v. aan de gasfabriek in de naburige
hofstad, waar volgens rapport van den deskundige
aldaar in de afgeloopen maand September een ge
middelde lichtsterkte van 16.25 kaarsen werd ver
kregen.
Maar we zijn er nog niet. Om dat schoone doel
te bereiken, moet volgens het rapport het gasonder-
zoek anders ingericht worden. „Wij bedoelen", zeg
gen heeren deskundigen, „nl. dit, dat van de ver
schillende afwijkingen dadelijk kennis gegeven worde
aan den directeur der gasfabriek. Deze is dan ver
plicht om onmiddellijk de fouten in de fabricatie op
te sporen, en daar hij deze in de meeste gevallen
wel spoedig zal gevonden hebben (het is waarlijk
te hopenkan het uiet anders of men zal tot een
goed resultaat geraken. Beide partjjen (sic!), nl.de
directeur (eerste partij) en de scheikundige (tweede
party) dienen met elkaar samen te'werken, en de
laatstgenoemde zal den directeur moeten voorlichten
in chemische aangelegenheden en hem ter zijde staan
daar, waar hij dit mocht verlangen."
Niet onaardig, inderdaad. De gasverbruikers zullen
zich tevreden moeten stellen met een minimum van
desnoods 14 kaarsen en als de directeur ook in dat
minimum met zijne „zeer goed ingerichte" fabriek
nog dreigt te kort te schieten, moet de scheikundige
hem waarschuwen, dat het zoo niet gaat, en, zoo
de directeur dat verlangt, hem ter zijde staan.
Dank zij de op dit punt niet gevraagde voorlich
ting der deskundigen, weten wij nu meteen wat
zoo al de taak van den scheikundige dient te zijn;
hem is zoo en passant een instructie uitgereikt,
waaraan hij zich zal hebben te houden.
Naar onze bescheiden msening hebben heeren
deskundigen de hun opgedragen taak op menig punt
uit het oog verloren en hunne bevoegdheid overschre
den. Die taak was de beantwoording der drie hun ge
stelde vragen, maar allerminst het opstellen van een
instructie voor den controleerenden scheikundige»
veel minder nog het uitbrengen van een advies aan
den Gemeenteraad om terug te komen op het be
sluit, waarbij de minimum-lichtsterkte op 16 kaarsen
werd bepaald.
Aan die 16 kaarsen blijven de gasverbruikers
vasthouden. De scheikundige is de onafhankelijke
controleur, wiens maandelijksch rapport voor de be
langhebbenden de hoedanigheid van het gas consta
teert. De directeur daarentegen is de technische
beheerder der gasfabriek, die voor deugdelijke fabric
catie heeft te zorgen. Wil hij tot eigen tijdige con
trole nu en dan een beroep doen op de welwillende
voorlichting van den scheikundige, ze zal hem zeker
niet worden geweigerd en kan ongetwijfeld strekken
tot bevordering eener degelijke exploitatie. Dat is
de verhouding door belanghebbende ingezetenen be
geerd en door hunne Vertegenwoordiging in het leven
geroepen. Het door de deskundigen aanvaarde mandaat
gaf dezen dan ook volstrekt niet de bevoegdheid
den Raad te adviseeren tot de door hen aangeraden
veranderingen in dien toestand, èn wat de lichtsterkte
èn wat de verhouding van scheikundig controleur
en directeur betreft. Veeleer hadden wij in het rapport
der deskundigen een uitvoerige beantwoording der
drie gestelde vragen verwacht, wat de tweede, de
meest doelmatige en minst kostbare wijze van uit
breiding der gasfabriek betreft, door duidelijke becij
feringen toegelicht, Wij kunnen ons dan ook niet
ontveinzen dat het rapport een minder gunstigen
indruk op ons heeft gemaakt.
LEIDEN, 1ft October.
Mej. H. M. Boucher alhier heeft met gunstigen
uitslag examen afgelegd voor akte B der Engelsche
taal, middelbaar onderwijs.
Uit Hammerfest wordt gemeld dat onze Noord-
poolvaarders door toevallige omstandigheden in de
gelegenheid waren een volledig Samojeden-vrouwan-
pak aan te koopen voor het Ethnographisch Museum,
te Leiden. Op de lengte van Kaap Mauritius, de
Noordoostelijke punt van Nova Zembla, vonden zij
Btroomen ijs en drijfijs met een zeer kouden, harden
noordehwind, dfie veel ijs deed vermoeden en ook
het ijs tegen de kust dreef. Toer. de wind in den
namiddag wat bedaarde, stuurder, zij naar de Oranje
eilanden, tegen de Noordkust gelegen, om daar een
gedenksteen ter eere van defc kloeken Barendss tö