A0. 1881.
N". 6635.
Bins dag 4- October.
Desa Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Het premieboekwerk: „Leidens Nood en
Ontzet in 1574," met de photographie, is ge
heel uitverkocht.
Punten t-er tehnndeling
LEIDSCH
DAGBLAI),
PRIJS DEZER COURANT:
foor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per postL40.
Afzonderlijk» Notnmers.0.05.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incassec-
ren builen de stad wordt ƒ0.10 berekend.
1
BTAD8-BBBICHTEN.
Vergadering van den Gemeenteraad van Lelden
op Donderdag 6 Oetober 1881, des namiddags te twee «rei.
1°. Benoeming ran onderwijzend personeel aan de Kweekschool
Toor onderwijzers en onderwijzeressen. (188)
2®. Idem van 2 tweede onderwijzers aan de Jongenssohool dei
2de klasse. (194)
3®. Idem van een lid der plaatselijke Schoolcommissie. (193)
4°. Idem van een ambtenaar belast met het toezicht op da
holden. (197)
5*. Verzoek van Mej. A. M. Will, om ontslag als eerste onder
wijzeres aan de Meisjesschool der tweede klasse. (195)
6°. Voorstel tot wijziging van de verordeningen op de heffing
en invordering der plaatselijke directe belasting. (176
en 192)
7». Verzoek van J. P. Luyben c. s., betrekkelijk het wegnemen
van de pomp in de Dnizenddraadsteeg. (185)
8*. Idem van S. A. Klassen, betrekkelijk dan aanleg en de
exploitatie van een stoomtram langs de Haarlemmertrek-
vaart. (186 en 192)
9*. Voorstel betrekkelijk het verzoek van den heer Swaan in
zake de bebouwing van het buitengoed „Vreewijkenz. (189)
10*. Verzoek van J. H. Zitman, om continoatia van delevering
van schoolboeken enz. (189 en 192)
11*. Voorstel tot vaststelling van verordeningen op de heffiDg
en invordering van het vergnnningsrecht voor den verkoop
van sterken drank. (190 en 192)
12®. Suppletoire stnat van begrooting, dienst 1881. (191 en 192)
13®. Voorstel tot wijziging van de Verordening regelende het
getal der openbare scholen voor lager onderwijs enz. (196)
LEIBEN, 3 October.
De 307de gedenkdag van Leiden» ontzet vrerd
hier heden gevierd door het uitsteken van de vader-
landsehe driekleur van de openbare en vele parti
culiere gebouwen, zoodat de stad allerwege een
feestelijk aanzien had. Om twaalf uren werd het
carillon bespeeld, terwijl van tweeën tot vieren het
muziekcorps der dd. schutterij op de Korenbeurs
zijne opwekkende tonen deed hooren. Op Botermarkt,
Vischmarkt en Kieuwen Rijn was bij die gelegen
heid een talrijke menigte op de been. Terzelfder tijd
gaf de stafmuziek van het 4de reg. inf. in de binnen-
sooiëteit „Amicitia" een concert en werd een druk
bezoek gebracht aan het stedelijk museum van oud
heden in de Lakenhal. Ia verschillende kerkgebou
wen werd de dag godsdienstig herdacht.
Men is van plan hier een eenvoudige, geheel
plaatselijke tentoonstelling van weinige uren te
organiseeren. Het bestumr der Leidsche afdeeling
van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantenkunde nl., zooveel mogelijk de belangen
der kweekers van Leiden en omstreken wenschende
te bevorderen, is te rade gewerden dezen in de
'gelegenheid te stellen om te doen zien wat hier
ter stede of in de omstreken kan gegeven worden
op het gebied van tafelversiering met bloemen.
Velen die daaraan vooral 's winters behoefte
hebben, zijn niet goed bekend met wat hier te ver
krijgen is, en vervoegen zich dan elders; terwijl
anderen, met de matige prijzen onbekend, er vaak
niet aan denken by een huiselijk feest hnn tafel
met bloemen te versieren. Daardoor wordt, onver
diend, aan de Leidsche tuinbouw-industrie een in
den winter vooral niet onbelangrijke bron van in
komsten onttrokken, hetwelk zeker voor een goed
deel niet het geval zon zyn, indien men door aan
schouwing bekend was met wat hier op dit gebied
kan vervaardigd en geleverd worden.
Het is om die reden dat ieder, al is hy geem
lid der afdeeling, beleefd, maar dringend, in het
belang van Leidens tuinbouw, wordt uitgenoodigd,
zooveel in zijn vermogen is aan de inzending, hetzij
van tafelmillienx of tafelbouqnetten, enz. deel te
willen nemen.
Het ingezondens zal door een commissie van hiertoe
ok te noodigen dames als zijnde met de eischen
dezer versieringen het beste bekend - beoordeeld,
en door deze jury zullen de inzenders, naar ver
dienste, met een certificaat 1ste of 2de klasse der
afdeeling bekroond kunnen worden. Door uitnoodi-
gingen tot kosteloos bezoek, die in ruime mate
zullen verzonden worden, kan men verzekerd zyn
dat het ingezondene ter kennis van het be3te ge
deelte van het Leidsche publiek zal komen.
Daar de bloementijd tea einde loopt, is het nood-
zakeiyk hieraan spoedig gevolg te geven, zoodat
deze tentoonstelling is bepaald op 11 Oetober a. s.,
in de zaal der Loge, Scheenschuur alhier. Het doel
dat er mede wordt beoogd, is de plaatseljjke industrie
te bevorderen. Hiertoe kunnen ook medewerken zij,
die geen handelskweekera van beroep zijn, b. v.
tnïabazen van buitenplaatoen. Haar ook een beroep
op de dames wordt gedaan. Dezer fijne smaak kan
allicht iets geven, wat anderen tot navolging kan
dienen. Het bestaar hoopt dat deze tentoonstelling
het bewijs levere dat men hier iets kan, omdat
men hier iets wil en omdat men hier weet
wat men wil, - ter logenstraffing van hetgeen
mess wel eens heeft gezegd dat Leiden op het ge
bied van tuinboaw zoo weinig beteekeni
Door Gedeputeerde Staten is aan B. en Ws.
verzocht bij den Raad te bevorderen dat onder de
wijzigingen der verordening, bepalende het getal der
scholen voor openbaar lager onderwijs enz., eene
bepaling worde opgenomen, waaruit blijkt dat het
onderwijs in de beginselen der Hoogduitsche en die
der Engelsche taal ook toegankelijk is voor de kin
deren der on- en minvermogenden. De opneming
eener belofte in eene memorie van toelichting dat
dit onderwy'8 zal geopend worden zoodra de leer
lingen voldoen aan zekere eischen, kan, naar het
oordeel dier Staten, niet in de plaats treden van
eene in de verordening zelve vereischte bepaling.
Ha overleg met de plaatselijke schoolcommissie geven
B. en Ws. nu in overweging aan het verlangen van
Gedeputeerde Staten te voldoen en stellen mitsdien
voor, overeenkomstig het advies der schoolcommissie,
de noodige veranderingen in de gewijzigde artikelen
te brengen, volgens welke o. a. aan de vakonder-
wyzers of onderwyzereasen, die met dat onderwijs
op de scholen van de derde en vierde klasse worden
belast, eene jaarlyksohe toelage van f 150 of van
f 200 wordt toegekend, naarmate hun het onderwijs
in een of twee dezer vakken wordt opgedragen. Aan
hem, die het hoofd der school vervangt, wordt
bovendien eene jaarlijksche toelage van f 50 toe-
gekand.
De heer W. A. Brunings, sedert 18 Maart
1879 majoor bij het 4de regiment infanterie, alhier
in garnizoen, is heden te 's-Hage overleden.
Per Hollandsche spoor arriveerde gisteren aan
het station alhier prinses Hendrik met gevolg, om
zich vervolgens per rijtuig naar het huis „De Pauw"
te Wassenaar te begeven.
Door den minister van binnenlandscbe zaken
is aan den hoogleeraar dr. J. A. C. Oudemans te
Utrecht opgedragen om als mede-gedelegeerde der
Nederlandsche regeering, met dr. Yan de Sande
Bakhayzen, hoogleeraar te Leiden, deel te nemen
aan de commissie, die te Parijs de maatregelen zal
bespreken, noodig tot het waarnemen van den over
gang van Venns voorby de zon. De eerste zitting
dier commissie zal plaats hebben op 5 Oetober a. s.
Het doel dier bijeenkomst is de bespreking van het
vergelijkend onderzoek der observatieposten van de
Fransche en bnitenlandsche zendingen.
Met leedwezen vernemen we het overlijden
van een te Batavia deor zijne vele goede hoedanig
heden algemeen geacht inwoner, met name van den
heer G. F. De Bruyn Kops. Allen die persoonlijk
in eenige aanraking met den overledene zijn ge
weest - en dit zullen er voorzeker zeer velen zyn,
daar behalve ook de zoo veelomvattende betrek'
king van directeur van het Bataviaasch prauwenveer,
ook die van penningmeester der Bataviasche spaar
bank, lid van het college van curatoren van het
gymnasium Willem HI, lid van het bestuur over
de Protest, kerken, directeur der Kon. natuurkun
dige vereeniging, lid van het bestuur van het Indisch
landbouwgenootschap, c. a., gedurende vele jaren
door hem worden bekleed - zullen zich voorzeker
de aangename en voorkomende wijze herinneren,
waarop een ieder door hem te woord gestaan en
geholpen werd. (D. C.)
Omtrent de nalatenschap van wijlen prins
Frederik en het al of niet bestaan van een testa
ment heeft het Yad. „van goederhand" de navol
gende bijzonderheden vernomen:
„Een notarieel testament heeft de prins niet nage
laten; wel bestaat er een eigenhandig door hem
geschreven uiterste wilsbeschikking, die doer de
vorstelyke erfgenamen is aangenomen en das de be-
teekenis van een gewoon testament heeft gekregen.
Dit document is door den hofmaarschalk van prins
Frederik, graaf M. Van Limburg Stirum, ge
vonden ter plaatse, hem weinige uren voor het
afsterven door Z. K. H. aangewezen. Het is de be
paalde wensch der hooge erven, dat aan elke be
paling dezer beschikking overeenkomstig de bedoe
ling van den overledene gevolg worde gegeven.
Graaf Yan Limburg Stirum, wien de prins by het
aanwyzen van de plaats, waar de beschikking ge
borgen was, tevens de zelfstandige regeling van zyne
nalatenschap opdroeg, is door de erfgenamen als
executeur-testamentair erkend.
Yan een man, zoo edeldenkend als prins Frederik,
mocht het verwacht worden dat hy hen, die jaren
lang in vertronwelyke betrekking tot hem stonden -
sommigen genoten dit voorrecht meer dan een halve
eenw - of die hem dienden, hetzy in hooge waardig
heid of in lageren rang, niet onbeloond of onver
zorgd zou achterlaten.
De beschikking bevat dan ook bepalingen, welke
een nieuw getuigenis geven van de genegenheid van
den vorstelyken meester jegens allen, die by hem
in betrekking waren. Niet enkel de hofflignitarissen,
ook zy, die behoorden tot het gewone dienst- of
stalpersoneel, behouden hnn bezoldiging als levens
lang pensioen. Diegenen onder het lager dienstper
soneel, wier dienstjaren nog te gering waren om voor
pensioen in aanmerking te komen, ontvingen van
de hooge erfgenamen een rnime geldelijke nitkeering.
Verschillende liefdadige en andere instellingen,
welke de ondersteuning of begunstiging van den vorst
genoten, zyn mede mildelyk bedacht; in de eerste
plaats de „Lonisa-stichting" te 's-Hage, een instel
ling, door den prins in het leven geroepen, waaraan
hy den naam schonk zyner onvergetelyke gemalin
en voor welker onderhoud hy met onbekrompen
hand zorgde.
Dat by deze wilsbeschikking aan Z. M. den Koning
en aan Z. K. H. Alexander der Nederlanden, prins
van Oranje, aanzienlyke legaten vermaakt zyn - gelijk
een der bladen heeft gemeld is onjuist.
Al wat door enkelen is geschreven over de hoegroot
heid der nalatenschap berust op onderstellingen. De
waarde der aanzienlyke en zeer verspreide bezittingen
van den overledene is nog onmogelyk te bepalen.
Voor het verkrygen eener globale taxatie worden
maanden gevorderd en met het opmaken van den
volledigen inventaris zal minstens een jaar ge
moeid zijn.
Behalve het paleis in bet Voorhout, het landgoed:
„De Pauw", met de daaraan grenzende en daartoe*
behoorende bnitenverblyven onder "Wassenaar, en befc
paleis te Berlyn, bezat prins Frederik nog goederen
in Silezië, Polen en Neuland. Over de bezittingen
in Neuland voerde prins Yon Wied reeds by het
levon van zyn schoonvader het beheer."
De heer L, Yan Doorn en eohtgenooto te