Hüffitl Door den prins en de prinses Yon "Wied is ook aan de „Kon. Nationale Zangschool voor Handwerks lieden" vergund hare hulde te mogen brengen aan de nagedachtenis van den Prins door het aanbieden van een krans van witte rozen met mirtebladeren die op de lijkkist nedergelegd zal worden. De strik aal zijn van zwarte en witte zijde met zilveren franje en geborduurde inscriptiën. Ter begrafenis van prins Frederik zal de sultan van Turkije worden vertegenwoordigd door zijn zaak gelastigde bij ons Hof, P. C. 'Dt Loghadès Effendi, Door do hofcommissie zijn benoemd tot hunne functie van bedienaar de»* begrafenissen van den prinsH. J. Buckman, W. J. Innemee en P. J. Smits. De heer J. P. Nonhpbel, pred. te Middelburg, heeft het beroep naar Dordrecht aangenemen. Sedert 1862 was hij te Middelburg werkzaam. Tot leeraar in de wis-, natuur- en werktuig kunde aan de Hoogere Burgerschool te Goes is benoemd de heer C. J. De Visser doctorandus te Utrecht. Tegen 15 November a. s. bestaat gelegenheid tot plaatsing van een ongohuwden hulponderwijzer aan de Pupillenschool te Nieuwersluis. De heer J. F. Van Oosterhout, serg. bij de dd. schutterij te Rotterdam, dezelfde die te Antwerpen bij den internationalen schietwedstrijd op de per- soneele baan den eersten prijs behaalde, heeft thans ook op den internationalen schietwedstrijd te Brussel op de vaste baan, den eersten prijs geschoten. De gewone audiëntie van den minister van finantiën zal a. s. Donderdag, en die van den minister van marine a. s. Vrijdag niet plaats hebben. Het stoomschip „Utrecht", 7 Augustus van Hellevoetsluis naar Ned.-Indië vertrokken, arriveerde 17 dezer te Batavia; de „Pollux", van Nieuw-York naar Amsterdam, is gistermorgen Dunganess ge passeerd. Z. M. heeft benoemd tot adjudanten des Ko- nings in buitengowonen dienst de kolonels L. R. J. A. Roosmale Nepveu en J. D. A. Barre, van den grooten staf van het leger, laatstelijk adju danten van wijlen prins Frederik der Nederlanden. Gemengd Nieuws. Van de rouw-étalages alhier mag die in het modemagazijn van den heer H. J. Van der Horn op do Haarlemmerstraat ook niet onvermeld bljjven. Twee ververs, zwagers, die te Rotter dam bezig waren met witten in het sociëteitsgebouw in de Diergaarde aldaar, zijn door het achteruitwijken der stelling, waarop zij met een ladder stonden te werken, naar beneden gestort en ernstig verwond. HetPanorama te Amsterdam zal voort aan des Dinsdags en Donderdags voor 50 et. toe gankelijk zijn, terwijl voor kinderen benoden de 15 jaar op die dagen slechts 25 ct. betaald behoeft te worden. Men hoopt dat dit goede voorbeeld door do besturen van andere panorama's gevolgd zal worden. Drie personen, werkzaam aan de kaar senfabriek te Gouda, gebruikten, na de noodige spiritualiën ingenomen te hebben, hun schafttijd om in den IJsel wat te gaan zwemmen. Twee van hen moesten het met den dood bekoopen, de derde werd gelukkig nog gered. Te Nordhorn heeft een gendarme een persoon, die hem in 't donker tegen het lichaam liep, uit drift op de plaats doodgeschoten. Hij is echter spoedig door zjjn collega's achter slot gebracht. Terwijl Zaterdag-avond de vroaw van A. St. N., te 's-Gravendeel, in hare woning bezig was eten te koken op een petroleum-kooktoestel, viel dit om, waardoor de petroleum in brand ge raakte en over den houten vloer vloeide, waardoor ook deze vlam vatte. De vrouw van St. N. wilde de vlam blusschen door er een kleed over te wer pen, doch de man was inmiddels aangerukt met water. Dit had natuurlijk een verkeerde uitwerking. De vlammen verspreidden zich nog meer en de ▼rouw die nogmaals door middel van een zak het vuur trachtte te dooven, struikelde, waarbij zij zelve zulke deerlijke brandwonden aan de armen en vooral in het aangezicht bekwam, dat men voor haar leven vreest. Den 12den Sept. 11. werd het gedenk- teeken van Albertus Magnus in zijne geboorteplaats Lauingen feestelijk onthuld. Albertus Magnus (Al- brecht graaf v. Bollstedt) werd in 1205 (volgens anderen in 1193) geboren en stierf den löden Nov. 1280 in het klooster der Dominicanen te Keulen. Zijne in 1621 in 21 folianten te Leiden uitgegeven werken bevatten een groot aantal alchimistische schrifturen. Door het hof van assises van de Seine werd Donderdag een van die zaken berecht, zooals er tegenwoordig bijna altijd op de rol van bijna ieder gerechtshof in Frankrijk te vinden zijn, „l'a- mour au vitriol", zooals men het te Parijs tegen woordig noemt. Rosalie Velay was door haren min naar Chapuis op niet zeer edelmoedige wijze verla ten, waarc oo: de eens zoo vurige liefde der jeug dige schoone in gloeienden haat verkeerd was. Een flesch vitriool werd aangekocht en toen Chapuis den 12den Juni, 's avonds omstreeks tien uren, zijn koffiehuis verliet, wierp Rosalie, die geduldig op straat dat oogenblik afgewacht had, hem den inhoud in het eens zoo beminde gelaat, dat daar door voorgoed geschonden werd. Bovendien wer den hals en schouders door het bijtend vocht deer lijk verbrand, en verspeelde de trouwelooze Chapuis, die eenige maanden in het gasthuis moest doorbren gen, bijna geheel het gehoor. Rosalie Velay werd door de jury vrijgesproken en Chapuis bij het verlaten der rechtzaal door de volksmenigte uitge jouwd en achtervolgd, zoodat hij genoodzaakt was in allerijl een goed heenkomen te zoeken. Op de spoo rweglijn tusschen Bourg en Lyon is een poging gedaan om een passagierstrein te doen derailleeren, waardoor hij in een meer zou gestoYt zijn. Men had daarvoor een wagen midden op de baan geplaatst. Het misdadig plan werd ech ter verijdeld, daar de locomotief het voertuig over een afstand van 9 kilometers tot aan het station St.-Andréz de-Corzy voor zich uitdreef. In Hyde-park te Londen vond men een man dood zittend op een stoel. Hij had zich een kogel door het hart gejaagd en in zijn zak vond men een brief, waarin stond dat hij een Franschman was, die opzettelijk naar Engeland was gekomen om zelfmoord te plegen. In de gemeenten Rommerskirchen, Rei- tesheim-Britzheim en Frixheim-Anstel is in de laatste weken een kolossale muizenjacht gehouden. Men berekent dat in drie weken 132,000 dezer vernielende beesten op het veld zijn gedood. Van Wraza in Bulgarije zijn 250 huizen dopr brand vernield. Te Roquenègre (Haute-Garonno) heeft een man zijne vrouw, zijne schoonmoeder en een man, die tusschen hem en zijne vrouw vrede wilde maken, vermoord. Hij liet ze eerst knielen en, na ze driemalen vergiffenis te hebben doen vragen, heeft hij hun do hersenen ingeslagen. De drie minderjarige kinderen van den moordenaar waren bij dit afschuwe lijk tooneel tegenwoordig en smeekten hun vader om hunne moeder te sparen, doch tevergeefs. Toen de avond inviel, is de moordenaar huiswaarts gekeerd, heeft het avondmaal gebruikt en zich vervolgens met zijne kinderen te ruste begeven. In den nacht is hij opgestaan om te zien of de drie slachtoffers nog leefden. Hij vond zijne vrouw stervende, de schoonmoeder was overleden, terwijl de grijsaard den volgenden dag stierf. De moordenaar, die zich zonder moeite liet arresteeren, toonde niet het minste berouw. Hij verdacht zijne vrouw van ontrouw, hoezeer daar niet de minste grond toe bestond. BUITENLAND. Frankrijk. In de gisteren gehouden vergadering der commissie voor het Fransch-Engelsche handelstractaat drukte do minister Tirard de hoop uit dat de onderhande lingen woldra tot een goed einde zullen voeren en door wederzijdsch toegeven gemakkelijk gemaakt zullen worden. De Engelsche vice-minister Dilke vernieuwde de verzekering, dat de Engelsche regee ring levendig verlangde naar het sluiten van een handelstractaat onder voor beide landen voordeelige voorwaarden. Vereenigtle Staten. Omtrent den toestand van president Garfield meldde een telegram van gistermorgen te 10 uren dat de jongste, vrij hevige koortsachtige rilling 20 minuten duurde en dr. Bliss verklaarde dat de pre sident, indien deze rillingen nog 48 uren zich tel kens herhaalden, het niet zou kunnen overleven. De pols bereikte eene hoogte van 143 slagen. Twee der geneesheeren beschouwden den toestand reeds als hoogst ernstig. In den loop van den dag kwam aan Garfields lijden een einde. Hedenmorgen ontvingen we per telegraaf het bericht van zjjn dood. De moordenaar Guiteau heeft zijn doel, al was 't dan ook niet dadelijk, bereikt. James Abraham Garfield, door de republikeinsche partij tot president der Vereenigde Staten gekozen, werd op 19 Nov. 1831 in het kleine dorp Oranje in het graafschap Cuyahoga geboren. Zijne oudere waren van Duitsche afkomst (uit Hessen-Darmstadt) en daar zjjn vader vroegtjjdig overleed, kon zijne moeder, die in bekrompen omstandigheden achter bleef, hem slechts eene uiterst beperkte opvoeding geven. Nadat hij eenigen tjjd als daglooner moeiljjk aan den kost was gekomen, werd hij koetsier en later bootsman op het Pennsylvania- en Ohio-kanaal. In het jaar 1849 trad hjj in eene inrichting van openbaar onderwijs en legde zich met zooveel vljjt en goed gevolg op de studie toe, dat hij in 1850 als onderwijzer aan eene districtsschool werd toe gelaten. Van 1854 tot 1856 bezocht hjj het "Williams College. In 1857 werd hjj leeraar in de vreemde talen aan het instituut te Hiram (Ohio) en in 1858 president dier inrichting; tevens vestigde hij zich als rechtsgeleerde en werd tot lid van den senaat van Ohio gekozen. Bij het begin van den burger oorlog in 1861 liet hjj zich, als vurig aanhanger der Unie, bij het 42ste regiment der vrijwilligers van Ohio inljjven, werd tot overste van dit corps benoemd en streed met goed geluk in Oost-Kentucky. Den dag der overwinning van Prestonburgh, 11 Jan. 1862, werd hij tot brigade-generaal en nu den slag bjj Shiloh (16 April), waarbij hjj over de 20ste- brigade bevel voerde, tot chef van den staf van gene raal Rosecrans bevorderd. Wegens dapperheid en ge wichtige diensten in den slag van Chickamanga (19 Sopt. 1863) verkreeg hjj den titel en rang van gen.- majoor. In October 1862 werd hij in het 19de dis trict van Ohio tot lid van het Congres benoemd.. „Hier behoorde hjj", zegt een zjjner levensbeschrij vers „tot de uitstekendste leden der republikein sche partij, werd in 1877 tot haren leider benoemd, hield zich echter als vele andere partjjgenooten niet volkomen vrij van twjjfelachtigo financiële onder nomingen en was met name in 1870 lid van het be stuur van het „Crédit Mobilier" en betrokken bjj de door Oakes Ames beproefde omkooping van invloedrijke congresleden. Daarover had een onder zoek plaats, waarbjj de meerderheid van het con gres Garfield echter van alle schuld vrjjsprak." In 1880 stond hij aan het hoofd der delegatie van Ohio en vertegenwoordigde op het congres van Chicago in Juni de candidatuur van zjjn landgenoot, den minister van financiën Sherman. Toen ondanks tal- rjjke stemmingen noch Grant noch een andere can- didaat de meerderheid konden verkrjjgen, werd Gar field als „dark horse" gesteld, en daar al de stemmen, tot dusver tegen Grant uitgebracht, hem bjj de 36ste stemming ten deel vielen, werd hjj op 8 Juni eenparig tot republikeinsch candidaat voor de op handen zjjnde presidentskeuze uitgeroepen. Van korter duur was de democratische nationale conventie te Cincinnati, nameljjk van 22 tot 25 Juni. Daar Tilden en Horatio Seymour verklaard hadden geene verkiezing te kunnen aannemen, ston- en hier slechts generaal Hancock en do senator Bayard tegenover elkander; eerstgenoemde verkreeg op den derden dag 705 van de 738 stemmen en werd tot democratisch candidaat voor het presi dentschap der Unie benoemd. Bij de staatsverkiezingen in het najaar van 1880, welke als voorbode der presidentskeuze bijzonder gewicht hebben, leden de republikeinen in Maine door de samenwerking der democraten en „green backier" eene onverwachte nederlaag, doch behaalden de overwinning in de belangrijke staten Ohio en Indiania. Bjj de verkiezing van 3 Nov. verklaarden 19 sta ten met 213 stemmen zich voor de republikeinsche en 19 met 156 stemmen voor de democratische partij, zoodat de meerderheid aan Garfield ver zekerd was. De zitting van het congres werd daarop 6 Dec. 1880 door president Garfield met de gebruikelijke jaarljjksche boodschap geopend. Generaal Chester Arthur, thans vice-presiden- der Unie, wordt nu na den dood van Garfield van rechtswege president. Telegrammen. PARIJS, 19 September. Op den Ooster-spoorweg is heden, nabij Guitres, oen trein ontspoord, ten gevolge waarvan eenige passagiers letsel hebben bekomen. NIEUW-YORK, 19 September. De politie, onder richt dat eenige boosdoeners van Nieuw-York zich bezig hielden met het namaken van biljetten der Bank van Frankrijk, heeft deze lieden in hechtenis

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 2