de eersten zijn "waar brand te b.usschen en een
premie te verdienen valt, staan, er echter zooveel
nadeelen, in den vorm van tijdverlies voor den nij-
veren burger, gevaar voor kinderen enz. tegenover,
dat ook voor onze gemeente een goed ingericht
alarmstelsel bij brand nattig en zelfs noodig kan
geacht worden.
Met den pleiziertrein naar Arnhem ver
trokken hedenmorgen van hier, Alphen en Bode
graven 180 personen.
Op requisitie van den officier van
justitie te Haarlem is gisteren door de rechtbank
aldaar tegen vier personen rechtsingang ten crimi-
neele verleend, ter zake van deelneming aan de
ongeregeldheden, die in den nacht van 29 op 30
Augustus 11. te Hillegom plaats gehad hebbeD. Is
men wel ingelicht, dan is één der beklaagden een
anders rustig en ordentelijk burger, die, door drank
beneveld, te kwader ure gehoor gegeven heeft
aan opruiingen, uitgegaan van personeD, die wel
gezorgd hebben dat zij zeiven zich niet aan de
Btrafwet vergrepen.
De oogst is te Aalsmeer zoogoed als
geëindigd. Naar de omstandigheden gerekend, is de
bouw goed binnengekomen. Rogge en haver hebben
zeer weinig geleden; de tarwe iets meer, vooral de
Engolscho. De opbrengst der gewassen is zeer goed.
De aardappelen beloven veel, doch de ziekte begint
zich te openbaren. De opbrengst van boonen en
agurken, een hoofdmiddel van bestaan, is dit jaar
zeer zuinig geweest; bovendien waren de prijzen
gering. Er zijn dan ook weinig vaten ingelegd.
De pluk der aardbeziën duurde niet bjjzonder lang,
zoodat de tuinlieden geen besten zomer hadden. In
de weilanden is ruim gras.
Bjj den gemeenteraad van Utrecht is een
concessie-aanvrage ingekomen voor een stoomtram
van daar naar Westdijk. De ondernemer wil op
drukke dagen een paard met bellen voor de machine
laten loopen.
Het bericht uit Utrecht aan deN.R.Crt.
dat de heer H. v. d. B., commissionair in effecten
aldaar, die zijne betalingen gestaakt heeft, voort
vluchtig zou zijn, wordt in eene mededeeling, die
het blad van andere zijde uit die plaats ontvangt,
tegengesproken. De heer v. d. B. is geen oogenblik
afwezig geweest, en er zou voor hem, al moge hij
zjjne betalingen gestaakt hebben, ook geen enkele
reden geweest zijn om zich uit do voeten te maken.
In oen der bosschen achter Papendal,
«p de grens der gemeente Arnhem, is in vergevor
derden staat van ontbinding gevonden het lijk van
-een onbekend persoon, met afgeknaagd hoofd en
afgeknaagde linkerhand. Bij onderzoek is gebleken
dat het 't lijk was van een arbeider, die reeds sinds
zes weken werd vermist en daar ter plaatse met
«en scheermes een einde aan zijn leven heeft gemaakt.
De man te Rjjsel, die helsche machi-
nis rondzond, is een slotenmaker, "Wouters genaamd.
Bjj do verdrijving der Jezuïeten moest hij op last der
autoriteiten de deuren van het klooster openbreken;
sedert verloor hij zijn klanten en ten slotte werd hij
failliet verklaard. Een poos later brandde zijn huis
af, en over de oorzaak van den brand bleef steeds
«en sluier hangen. Wouters ging naar België en
zon daar op wraak op de schuldeischers. Men zegt
dat hij nu weer over de grens is en zich van kant
gemaakt heeft.
Een vreeselijke brand brak eergister
avond uit in een winkel van de rue Port-Mahon te
Parijs. In een oogenblik stond het geheela huis in
vlam. Een vrouw op de tweede verdieping wilde
zich uit het raam laten zakken langs eenige aan
elkander geknoopte lakens, maar zij viel op de
straat en bezweek een poos later aan de wondon.
Twee vrouwen op de vierde verdieping werden door
een spuitgast met behulp van een touw, dat hij om
haar heensloeg, op het balkon van het aangrenzende
huis gesleept en gered. Een der spuitgasten is in de
vlammen bijna gestikt.
Het blijkt dat 25 koelies zich te Kaap
stad aan boord van de „Teuton" inscheepten. Nadat
het schip de passagiers van Kaapstad aan wal had
gezet, bleven er nog 162 passagiers uit Engeland
overde bemanning tvas 85 man en hierbij voegend
de 25 koelies, waren er dus in het geheel 272 men-
/schen aan boord. Daarvan werden gered 36 per
sonen, waarvan 11 passagiers, zoodat er in het
geheel, voor zoover men weet, 236 personen zijn om
gekomen. Er waren zeven booten aan boord; deze
waren reeds uitgezot; maar het schip zonk sneller
dan men gedacht had; nog slechts ééne boot was
bemand; daarin waren een aantal vrouwen en kin-
geborgendeze boot is evenwel niet terecht
gekomen. De geredden hebben, na eerst met het
schip gezonken en weer bovengekomen te zijn, nog
twee booten bemachtigd.
Omtrent het gisteren vermelde spoor
wegongeluk bij Charenton - de bij Parijs gelegen
plaats van dien naam, - wordt nader bericht dat
de voorste wagens van den uit Lyon komenden trein,
evenals de locomotief, geheel verbrijzeld werdon.
De opgaven omtrent het getal dooden verschillen;
de eene spreekt van 20, de andere van 13. Onder
de lichtgekwetste reizigers bevonden zich de bekende
photograaf Nadar en zijne vrouw. De broeder des
koniags van Siam, wiens komst dezer dagen werd
aangekondigd, bevond zich mede in den trein, doch
bleef ongedeerd. De Fransche minister-resident te
Tunis, de heer Roustan, had ook met denzelfden
trein willen reizen, maar was te Marseille gebleven.
Dr. D. Lubach vestigt in het Album der
Natuur de aandacht op het onderzoek vanzuigfles-
schen, dat onlangs door H. Faubel is ondernomen
in eenige kinderbewaarplaatsen te Parijs. Daarbjj
is gebleken dat bij de meeste dezer flesschen in het
mondstuk, in de buis of in de flesch bacteriën aan
wezig waron, alsmede talrijke sporen van planten
groei. In eenige zuigflesschen werden ook etter en
bloedlichaampjes gevonden, die zich natuurlijk met
de molk kunnen vereenigen en een allergevaarlijk-
sten invloed op de ingewanden der kinderen moe
ten hebben. Aan moeders, die hare kinderen op
kunstmatige wijze voeden, werdt dus groote voor
zichtigheid dringend aanbevolen.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Roustan, die van consul tot minister-resident in
Tunis werd verhoven, zal nu 50,000 fr. in plaats
van 33,000 fr. jaarlijks krijgen.
De heer Dilke is, op zijne terugreis van Bour-
boule, door Parijs gekomen en heeft bij de heeren
Tirard en Barthélémy Saint-Hilaire een bezoek af
gelegd. - De Agenco Havas" zegt, onder herinne
ring aan de verklaringen van lord Chamberlain en
aan de troonrede van koningin Victoria, dat dit
bezoek van den heer Dilke hoop geeft op de her
vatting der onderhandelingen over het handels-
tractaat.
Bij de inwijding van het dok te Honflenr,
voerde de minister van koophandel het woord. Hij
sprak do hoop uit dat de aangeknoopte onderhan
delingen tot het sluiten van handelsverdragen tot
eon goeden uitslag mogen leidon. Frankrijk, zeide
hij, moet aan geen enkel vreemd land schatplich
tig zijn.
Duitschland.
De keizerin is zoover hersteld, dat zij Zondag jl.
in de slotkapel te Coblenz de godsdienstoefening kon
bijwonen en daarna een korten rit in gesloten rijtuig
doen. Omtrent het vertrek van H. M. naar Karlsruhe,
bij de huwelijksfeesten harer kleindochter, Is nog niets
bepaald.
Volgens eene depeche uit Berlijn in de „Daily
News" heeft de bijeenkomst tusschen de keizers van
Rusland en van Duitschland op de grenzen plaats
op verzoek van den keizer van Rusland. De weg,
dien de czaar op zijne reis zal volgen, wordt geheim
gehouden.
De omtrent deze samenkomst bekend geworden
onthullingen schijnen de regeeringskringen te Berlijn
onaangenaam getroffen te hebben. Er wordt gemeld
dat in hot belang van de persoonljjke zekerheid van
den czaar een wijziging van het politieke programma
wellicht aanstaande is. Gisteren werd nog verzekerd
dat behalve de kroonprins ook Bismarck, de koning
van Rumenië, do groothertog van Baden, de hertog
van Mecklenburg en do koning van Denemarken
aan de entrevue zullen deelnemen. Te Weenen toont
zich de openbare meening eenigszins wantrouwend.
Van Berljjn gingen speciale koeriers met eigenhan
dige handschriften des keizers, welke aan den Oosten-
rijkschen keizer waren gericht, naar Weenen. Te
Rome verscheen in de „Nuova Antologia", het voor
naamste tijdschrift van Italië, een artikel, dat ken
nelijk uit de pen van een diplomaat is gevloeid en
volgens welk kort na den val van Beaconsfield een
Oostenrijksch-Italiaansche oorlog slechts door een
wonder is achterwege gebleven. De politiek van
Gladstone zou dat onheil hebben verhoed. Deze staats
man liet echter Italië in Tunis ten gunste van Frank
rijk in den steek. Thans, beweert de schrijver, eischt
Bismarck dat Oostenrijk van alle aanspraken op Triëst
en Triënt afstand doe en yrije hand late aan Frankrijk
in Afrika. Deze zouden de voorwaarden zijn voor
tot stand komen eenei' Oosteurijksch-Duitsche
alliantie. Het artikel verwekt in diplomatieke kringen
groot opzien.
GJ-root-Britaimië.
Patrick Egan, de penningmeester der Iersche Land-
liga, heeft verklaard dat hij geen candidatuur voor
het Lagerhuis wil aannemen.
Aan Joseph Cowen zal door de Ieren een geschenk
en een feestmaal te Dublin worden aangeboden, als-
bewijs van erkentelijkheid voor zjjn steun in da.
Iersche landquaestie.
Vereenigde Staten.
Omtrent de slachting, door de Indianen van Nieuw-
Mexico aangericht, meldt een officiëel telegram uit
San-Francisco aan het ministerie van koloniën, dat,
volgens verklaring van Indiaansche renboden, gene
raal Carr met 6 officieren en 64 man waren omge
bracht en dat het Apachen-opperhoofd Pedro met al
zijne krijgslieden ten oorlog is uitgetrokken. - Het
eergisteren vermelde bericht gewaagde van 7 officieren,
en 110 man. Naar het schijnt, is generaal Carr met;
de zijnen den 25sten Augustus 11. door de Apachen
overrompeld. Omtrent hetgeen hen daartoe gedreven
heeft, loopen de berichten, zooals bjj dergelijke voor
vallen trouwens altijd, nog zeer uiteen. Volgen»
ééne lezing had een dor luitenants een Indiaan ge
vangengenomen, wiens broeder hem deswege ver
moordde, waarop de gevangene door de manschappen
werd omgebracht. De Indiaansche verspieders, door
generaal Carr in dienst genomen, wreekten dezen
tweeden moord door op de officieren en troepen met
good gevolg te vuren en toen werd het bloedbad
algemeen. Andere lezingen spreken van den aanleg
van een spoorweg, weder andere vaa aanrandingen
van kolonisten als oorzaken van het voorgevallene-
INGEZONDEN.
Rijnlandsche Stoomtram.
Mijnheer de Redacteur,
In de repliek van den directeur der Rijnlandsche
Stoomtrammaatschappij straalt wel eenige gevoe
ligheid door, die geen zeer gunstigen indruk maakt
immers de Franschen zeggen: „Qui se fache a tort.""
De verdediging tegen het ontbreken der tele-
graphischo verbinding is zeer juist, maar al was
die er geweest, dan had die in dit geval toch niets
geholpen, want op het Langepad droeg de machi
nist reeds konnis van de oorzaak der vertraging,
zoodat het dool van zijne verkenning was bereikt,,
en hij dus volstrekt niet behoefde door te rijden.
Datzelfde had hij ook gedaan als er een telegraphi-
sche verbinding was geweest. Hij was immers door
een werkman der Maatschappij (dus officiëel) ge
waarschuwd
Dat neemt echter niet weg dat het machtig vreemd
voorkomt, als bij een flinke directie en een dito
controle dergelijke afwijkingen plaats hebben, als
in casu het geval is geweest. Men mag er van
zeggen wat men wil, maar als de directie zoo weinig
op haar personeel vermag, dan levert zij al bitter
weinig waarborgen op voor de veiligheid van de
reizigers; of men zou die waarborgen moeten zoe
ken in de groote snorren of knevels van het tram
personeel. Maar dat gaat ook al niet op, want
evenmin als een groote knevel een dapper soldaat
maakt, even zoomin maakt de groote snor den man
aan wien men zijne veiligheid en wellicht zijn leven
moet toevertrouwen.
De directie zegt verder: „Wat den verderen in
houd van het stuk betreft, zoo lust het mij niet met
een leek daarover in woordenwisseling te treden."
Nu mag ieder dienaangaande zijn gevoelen heb
ben, maar het gaat toch niet aan zich er op die
manier van af te maken; het ingezonden stuk is
aan het oordeel en in het belang van het publiek
ton beste gegeven, en daarom heeft het publiek
ook het volste recht er alles van te weten wat
met de veiligheid van het reizend personeel in ver
band staat. Men moet de zaken niet met elkander
verwarren; het publiek is er niet ten behoeve van
den tram, maar de tram wel degelijk ten be
hoeve van het publiek.
Gelukkig krijgt de directie nu te doen met iemand
tegen wien zij niet zal kunnen zeggen: „Het lust
mij niet met een leek daarover in woordenwisseling
te treden", want in uw Dagblad van heden komt
een ingezonden stuk voor van een hoofd-ingenieur,
chef van het stoomwezen in Ned.-Indië, waarin wordt
gewezen op de weinige waarborgen, die de bediening
der Rijnlandsche Stoomtrammaatschappjj, zooals zjj
nu wordt geëxploiteerd, voor de veiligheid der
reizigers aanbiedt.
Wat zal de directie nu wel zeggen?
Leiden, 6 Sept. 1881. Een Nieuwsgierige.