IV'. 6522. Maandag 23 Mei. A°. 1881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit Nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. Ben Nalezing op liet Gasdebat. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.1.10. Franco per post1*80. AfïOüderl\jke Hommers.0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Van 10 regels.1.08. Iedere regel meer0.17$. Groolere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. Hoogfrc Burgerschool voor Meisjes te Leiden. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN bren gen ter ulgumeene kennis dat de Hoegcre Burgerschool TOOI" Meisjes op den lsten Jnni a. s. wordt geopend in het gebouw van de voorbereidende school der tweede klasse op de Óade Ves' in dat belanghebbenden, die lccrlinscn wenschen te doen ieschniven, worden nitgenoodigd daarvan vóór of uiterlijk op 25 Mei a. s. opaave te doen aan de directrice der school, Mejnffranvr M. ENGELMANN, Morsehsingel 2c. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 17 Mei 1881. E. KIST, Secretaris. INSCHRIJVING SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN noo- digen hen, die verzuimd mochten hebben zich op de door het GemeenieWnnr bepaalde dagen ter Inschrijving voor den schutterlijken dienst aan te melden, uit zich daartoe als nog te vervoegen ten Kaadhuize, op Maandag den 2'isten Mei e. k., den voormiddags tnsschen 9 en 12 uren. Zij herinneren wijders den belanghebbenden, dat de registers van inschrijving op den 1 sten Juni aanstaande worden ge sloten en dar zij, die zich niet vóór dat tijdstip hebben doen in schrijven, bij ontdekking, ambtshalve ingeschreven en door den Schuttersraad tot eene geldboete verwezen zullen worden. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Leder, DE KANTER, Burgemeester. 19 Mei 1881. B. KIST, Secretaris. De BURGEMEESTER van LEIDEN brengt ter kenois van belanghebbenden dat dagelijks, Zon- en feestdagen uitgezon derd, des voormiddags van 9—12 uren, de Paspoorten voor de miliciens dezer gemeente, bekoorende tot de lichting van den jare 1876, en voor de Zeemiliciens der lichting van 1S77, ver krijgbaar ijn ter Gemeente-Secretarie, mits men zich in persoon en voorzien van zijn zakboekje daartoe aamnelde. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 21 Mei 1581. DE KAN TER. Men heeft er ons op gewezen, dat wij in ons laatste artikel over de gas-quaestie gewaagden van het voorstel van commissarissen der gasfabriek en niet van het voorstel-De Goeje dat toch aan de orde was. Volkomen waar, doch voegen wij er bij: niet zonder opzet begingen wij die slechts schijn baro vergissing. In onze oogon en in die van menig ander was het voorstel-De Goeje niets anders dan dat van heeren commissarissen. Het bewijs is gemakkelijk te leveren. In hun antwoord op de missive van B. en Vs., dat commissarissen besluiten met den wensch„Het blijve den interpellant overgelaten in dezen of genen zin een beslissing uit te lokken", zeggen zij iets hooger: „Commissarissen achten de beste oplossing dat de Raad hen machtige den Letheby-photometer aan de fabriek te plaatsen en voortaan de gasbe- reiding zoodanig in te richten, dat dit instrument steeds een lichtsterkte aangeve van 10ofl7Engel- sche standaardkaarsen." Na de driemaal herhaalde sommatie - men houde ons deze uitdrukking, want het is waarlijk onze schuld niet, dat men na de lezing van dat pikante gedeelte van het verslag der laatste gemeenteraads zitting den lust bij zich voelt opkomen dat woord neer te schrijven - na die drievoudige sommatie dan, door den heer Van Iterson tot den interpellant ge richt, verklaarde deze eindelijk: „Indien nu het onderzoek gesloten wordt, zal daarmede tevens de bepaling van de lichtsterkte als besluit van den Raad worden opgeheven." Een voorstel dus geheel in den zin, waarin commissarissen de oplossing der quaestie meenden te moeten zoeken - het indirecte Toorstel van commissarissen zelf. Dat juist in die bijzonderheid de reden moet wor den gezocht, waarom het den heer Van Iterson zooveel „moeite en tijd gekost heeft achter de be doeling van den voorsteller te komen" - ziedaar een ondeugende bewering, die wij niet willen neer schrijven. Veeleer constateoren wij, wat genoemd raadslid ten duidelijkste aantoonde, dat er geen enkel argument is bij te brengen, waarom wij weer zou den worden teruggebracht in dien chaos van ver warring, waarin men niet kon bewijzen of mon goed of slecht licht had, maar waarin alle belanghebbenden ontevreden waren. Wij kunnen ons dan ook volstrekt niet neerleg gen bij de zienswijze van den interpellant, dat „het iets geheel anders is een voortdurende controle op de lichtsterkte uit te oefenon. Die dit wenscht kan daartoe een voorstel doen, doch het tegenwoordige onderzoek moet eerst geëindigd zijn." Naar onze bescheiden meening heeft aan het be sluit van October 1879, aangevuld door dat van Mei 1880, de bedoeling van een voortdurende controle ten grondslag gelegen, en daarin en in niets anders is dan ook ongetwijfeld de reden te zoeken, waarom de uit kracht van het eerste be sluit benoemde controleur niet uitdrukkelijk is her benoemd of aangewezen als wetenschappelijk con troleur voor de uitvoering van het tweede. De een maal gedane benoeming werd door een ieder stil zwijgend beschouwd als een permanente, omdat men ook de eenmaal ingestelde controle als een voort durende maatregel aanmerkte en niemand ooit heeft gedacht aan de mogelijkheid van een voorstel als thans door commissarissen of, wil men liever, door den heer De Goeje werd gedaan. De burgerij toch verlangdo steeds en verlangt nog een controle buiten de gasfabriek, omdat zij, wij zullen niet zeggen geen vertrouwen stelt in de commissie voor de gasfabriek, maar in de van de gasfabriek uitgaande opgaven der lichtsterkte. En tegen het voortdurend voldoen aan dien in den laatsten tijd tot aller genoegen bevredigden wensch bestaat niet het minste bezwaar, - integendeel. Of zou hier ter stede onmogelijk zijn wat elders reeds jaren lang met het beste gevolg geschiedt? Ah, daar komt weer het voorbeeld van Haarlem met zijn ongelijksoortigen brander, hooren wij reeds een raadslid zeggen. Yerscbooning, antwoorden wij, ons voorbeeld is zelfs nog moer in de nabijheid te vinden. In de naburige residentie wordt door een zeor ervaren deskundige sinds jaar en dag dezelfde controle uit geoefend op een afstand van de gasfabriek nog heel wat grooter dan hier ter stede - wij meenen onge veer 3000 M.elke maand worden de uitkomsten van dat onderzoek aan B. en Ws. medegedeeld; van do zijde der gasfabriek is daartegen nooit be zwaar gemaakt en niemand zou er ook maar op do gedachte komeu dat onderzoek te willen zien eindigen. Wie een voortdurende controle verlangt, zeido de interpellant, kan daartoe een voorstel doen, doch het tegenwoordige onderzoek moet eerst geëindigd zijn. Dit laatste verklaren wij ronduit niet te be grijpen. Het zoogenaamde tegenwoordige onderzoek hebben wij nooit anders beschouwd dan als een voortdurend onderzoek, voorgoed ingesteld.Een permanente controle buiten de fabriek, ziedaar wat de burgerij verlangt te behouden, zonder in het minst te hechten aan de verzekering, al komt die ook van een raadslid, dat commissarissen de hnn thans bekende wenschen van den Raad wel niet uit het oog zullen verliezen. Integendeel, juist nog in de raadszitting heeft een van heeren commissarissen het rondweg gezegd, dat de exploitatie-kosten na staking der controle aanzienljjk lager zullen worden, natuurlijk - het kan niet anders - ten koste der qualiteit van het gas. De meening dat op afstand de lichtsterkte van het gas beduidend afneemt, is tegengesproken. Zeer waar, en reeds een jaar geleden schreven wij in ons blad op gezag van een ^eer bevoegd deskundige, dat dit verlies aan lichtsterkte op een afstand van 1100 M. ternauwernood '/4 kaars kan bedragen. Vanwaar dan het aanhoudend verschil van l'/2 kaars tusschen de uitkomsten aan de fabriek en die op 1100 M. afstand verkregen? Toch schijnen de waar nemingen van den deskundige zoo nauwkeurig te zijn, dat hij op een dag van proefnemingen met nieuwe steenkolen ook maar 13 kaarsen kreeg. Dat feit bewijst 1*. dat men verstandig zal handelen met kolen van zoo niterst slechte qualiteit niet in te slaan; 2'. dat men wèl zal doen met dergelijke proefnemingen maar heel zelden in het werk te stel len; 3°. dat de gasverbruikers alle reden hebben om ingenomen te zijn met een controleur, onafhan kelijk genoeg om niet eerst bij den directeur of commissarissen der gasfabriek navraag te doen of hun deze of die dag geschikt voorkomt tot het be palen der lichtsterkte. Maar laten wij nu toch eens even, al was 'torn de aardigheid, de ongerijmde veronderstelling aan nemen dat er werkelijk sprake van was om de con trole buiten de fabriek, zooals die thans door prof. Rijke geschiedt, op te heffen. Dan blijkt echter dat de interpellant zijn voorstel daartoe op geen onge lukkiger of slechter tijdstip had kunnen doen. Ten bewijze daarvan hoeft men slechts den loop der verschillende lichtsterkten na te gaan. Gedurende den afgeloopen winter tot de maand Februari werd het licht al beter en beterin Maart was het echter minder goed, maar toch nog voldoende; in April daarentegen kwam hot reeds beneden het vastge stelde cijfer, en die vermindering bleef dermate toe nemen dat wij er niet aan twijfelen of de cijfers die door den deskundige over de loopende maand in zijn rapport bekend gemaakt zullen worden, zul len nog ongunstiger luiden dan die over de vorige. Een leek zelfs had zich daarvan kunnen overtuigen wanneer hij slechts het licht der straatlantaarns had nagegaan, welke op sommige dagen zeer slecht brandden. Met die lichten kan niet geknoeid worden. Opmerkelijk is 't dan ook dat 's winters het licht beter is dan in don zomer. Maar is dit noodig, is dit goed, is dit juist? Ook dit is een punt dat nog geconstateerd moet worden. In het aanhangige voor stel mag dus niet getreden worden. Door de aanne ming er van zou de Raad tegenover de burgerij een groote verantwoordelijkheid op zich laden. De gasverbruikers en in het algemeen de inge zetenen hebben echter redenen tot tevredenheid, zoolang zij zich in den Raad vertegenwoordigd weten door mannen, die mannentaal spreken en het openlijk verkondigen, dat, waar mannon samenko men om de hun toevertrouwde publieke zaak te behandelen, zij zich door beweegredenen van wel willendheid jegens geachte medeleden niet mogen laten weerhouden van de volle, klare waarheid uit te spreken. Zulke mannen zijn een sieraad zelfs van een gemeente, waarvan geen enkel burger een juiste aangifte voor den stedelijken fiscus doet(!) en zij zijn tevens een waarborg dat wij trots alle moge lijke geheime documenten onzegascontröle buiten de fabriek voortdurend zullen blijven behouden. LEIDEN, 31 Mei. Luidens de in dit nommer voorkomende aan kondiging der a. s. zomerconcerten op Zomerzorg zullen deze muziekuitvoeringen niet meer om half zeven, maar om zeven uren beginnen. Naar wij vernemen, is de heer Couvee tot dezen maatregel overgegaan op verzoek van de inteekenaren zeiven, die het nu vastgestelde Hur voor hen meer gerie felijk achten. In de afgeloopen week werden op „Rhynzigt" 35 zwembaden genomen. Door schrale en harde winden, vergezeld van regen, bereikte het water geen hoogere temperatuur dan 15° Celcius 59° Fahrenheit, zoodat het zwemmen aan minder-ge- oefenden moest worden geweigerd. Dinsdag 31 Mei a. s. zal in het genie-bureel bij de kazerne in den Doelen alhier worden aanbe steed het leveren van kazerne-meubels te Leiden, onder het beheer der genie te 's-Gravenhage. De raming is f 3000.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1