N°. 6475. Zaterdag f26 Maart. A°. 1881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. De Transvaalsclie vrede. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per posta 1.40. Afzonderlijke Nommers.a 0.05. PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. De vrede tusschen Engeland en de Transvaal is tot stand gekomen. Dat bericht klonk als een bljjmare alle Neder landers in de ooren, die de laatste gebeurtenissen in het land over de Vaal met de kloeke stamge- nooten onder het wakkere Driemanschap als mee leefden. Na de spanning, die allerwege onder de Boeren-vrienden heerschte, een spanning, nog ver hoogd door de lijdelijke houding, die men zijns ondanks genoopt was in acht te Demen, heeft de vredetijding een gevoel van verademing, van ont spanning teweeggebracht. Maar die ontspanning, hoe verklaarbaar ook, hoe prijzenswaardig zelfs, daar ook zij een blijk is van belangstelling, mag niet te ver gaan, mag niet ontaarden in verslapping, in onverschilligheid. Van den thans gesloten vrede toch, hoewel nog slechts in hoofdpunten vastgesteld, kan niet worden gezegd dat hij den Boeren alles schenkt, waarop hun moed gepaard met bezadigdheid, hun onwrikbare volhar ding, niet ontaardende in roekelooze halsstarrigheid, hun aanspraak zonden geven. Met het tot stand komen van den vrede is de taak van Boeren en Boeren-vrienden beiden dan ook nog geenszins geëindigd. De suzereiniteit der En- gelsclio koningin, gepaard met het opzicht over de buitenlandsche aangelegenheden, gerugsteund door de aanwezigheid van een Britsch resident in de toekomstige hoofdplaats van de Transvaal; niet minder de bepalingen tot bescherming van de be langen der inboorlingen, en de schikkingen betref fende de grensaangelegenheden, alles op te maken door een uit louter Engelschen samengestelde com missie - ziedaar zoovele spaken, die altoos bij ge legenheid in de wielen van den wagen der toe komstige Transvaalsche Republiek kunnen worden gestoken. Dat gevaar nu kan in de toekomst afgewend, althans tot zeer kleine proportiën teruggebracht worden door aanwending van hetzelfde middel, onder welks invloed thans de vrede is tot stand gekomen, door nl. de belangstelling in Nederland, in Europa en in Amerika voor de jeugdige republiek gaande te houden. Of wat was wel de reden dat de Engelschen vrede sloten ondanks de ondergane nederlagen P Zeker niet de twijfel of het hun wel mogelijk zou zijn met hun altijd aan te vullen overmacht een handvol, zjj het dan ook wakkere, zij het dan ook door hun stelling sterke Boeren te verslaan, maar het gevoel van schaamte om dat zoogenaamde heldenfeit te bedrijven als ten aanschouwen der geheele beschaafde wereld. Welnu, diezelfde voortdurende belangstelling is de eenige degelijke waarborg, dat niet zoo nu en dan een verkeerd gebruik zal worden gemaakt van de spaken, die wij boven opsomden. Men moge spreken van wederzijdsch belang van Hollanders en Engelschen in Zuid-Afrika beiden om samen te werken tot bevordering van den bloei en de welvaart van het land, de ondervinding heeft het nu eenmaal geleerd dat de aanwezigheid van twee of meer nationaliteiten binnen eenzelfde gebied tel kens opnieuw aanleiding geeft tot een strijd over de suprematie, een strijd, die daarom nog niet altijd met de wapenen behoeft te worden gevoerd. Tot de voorwaarden om in dien kamp te over winnen, behoort in de eerste plaats intellectueele, in de tweede plaats numerieke meerderheid. Wat de eerste betreft, staan ongetwijfeld de Transvalers bij de Engelschen achter, doch er kan in dat opzicht voor de thans meer zelfstandige republiek door onze landgenooten veel worden gedaan, indien slechts de krachten niet worden versnipperd door het oprichten van nieuwe vereenigingen naast of liever in mede dinging met het bestaande hoofdcomité voor de Trans vaal, dat zich reeds zoo uitstekend verdienstelijk maakte door de openbare meening in binnen- en buitenland ten gunste van de rechtvaardige zaak der stamgenooten te stemmen. Aan dat comité zende men alle bijdragen in, die men wil afzonderen, aan vankelijk om de rampen en naweeën van den strijd te lenigen, later om de ontwikkeling der herboren republiek te helpen bevorderen. Ook wat de numerieke meerderheid aangaat, valt er voor de Transvaal nog wel iets te verrichten. Of zou het een onmogelijkheid zjjn om den stroom van landverhuizers, die zich nog telken jare uit ons vaderland naar de Nieuwe Wereld richt, voor een gedeelte althans, naar Zuid-Afrika te leiden Land bouwers, ambachtslieden en vooral, zoo zij daartoe te vinden waren, onderwijzers zouden daarvoor in aanmerking komen en een begeerlijke aanwinst zijn voor de nog zoo schaars bevolkte Transvaal, waar het zeker aan grond niet ontbreekt en waar het klimaat zoo uitstekend geschikt is voor uit Neder land afkomstige immigranten, in tegenstelling b. v. met onze Oost-Indische l^loniën, waar het klimaat de vestiging van een kern van Europeesche land bouwers ten eenenmale onmogelijk maakt. Niet anders handelen de Engelschen, die emigratie comités hebben opgericht, wier agenten, naar ons van nabij bekend is, zelfs bij onze Nederlandsche werklieden aankloppen tot het sluiten van werkover- eenkomsten voor een bepaalden tijd. Hoe het zij, het hoofdcomité voor de Transvaal heeft bewezen zjjn taak zoo goed op te vatten, dat men verzekerd mag zijn, dat de Jsijdragen, aan die corporatie toevertrouwd, ten meesten nutte zullen worden aangewend, terwijl daarentegen giften aan het „Roode Kruis", dat toch reeds zoo bitter weinig voor de Boeren heeft kunnen verrichten, thans natuur lijk alle raison d'etre hebben verloren. Mogen die bijdragen vele zjjn! Men vergete het niet, dat, hebben de Transvalers alle reden om ons, Nederlanders, erkentelijk te zijn voor den zedelijken steun, hun geschonken bij hun moedige pogingen om hunne onafhankelijkheid te herwinnen, wij op onze beurt hun dank schuldig zijn voor het ons en gansch Europa geboden schouwspel van eene kleine, maar dappere schare, tegen een overmach- tigen vijand op eene den oud-Hollandschen naam waardige wijze pal staande ter verdediging van vaderland en vrijheid. LEIBEN, 25 Maart. In de buitengewone vergadering met dames van het Nederlandsch Protestantenbond, afdeeling Leiden, trad gisteravond als spreker op de heer Lohr, predi kant te Rotterdam. Op den voorgrond plaatste hij het woord van Augustinus, „dat ons hart onrustig is en blijft, totdat het rust heeft gevonden in God"- Als een droevig teeken des tijds werd door hem ge wezen op veler onverschilligheid, ook bij de meer vrijzinnigen, waar het aankwam op de bevordering van godsdienstig leven in en buiten de Kerk. Der moderne richting was het niet te doen om een groot aantal volgelingen, als wel, om mannen van karakter, met vroom gemoed. Drie geestesrichtingen bewegen den stroom des tijdsdie, welke uitgaat van Thomas d' Aquino, aanbevolen door den Paus; die van Calvijn, voor gestaan door dr. A. Kuyper, en die van Spinoza, nog onlangs door dr. Yan Yloten verdedigd. Maar de kinderen der negentiende eeuw konden zich niet aansluiten bij den geest en de beginselen van den eerbiedwaardigen Thomas d' Aquino, ook niet bij Calvijn, als in strijd met de eischen van rede en geweten. Was het dan raadzaam Spinoza te volgen? Neen, niet in alle opzichten, wel wat betreft zijn edelmoedigheid en verdraagzaamheid. Was Spinoza vol van God, zijn God toch was van eigen maaksel. Aan geen God van verre, uitgedacht door een wijsgeerig stelsel, maar aan een God van nabij heeft elk mensch behoefte. Daarom wees spreker ten slotte op reinheid des harten als eenige voor waarde, om God te zien. Dit was de laatste lezing in dit winterseizoen, die met aandacht en belangstelling door een talrijk opgekomen publiek werd aangehoord. In een vorig nummer hebben we melding gemaakt van de ontvangst van eenige vreemde muntspeciën ten behoeve van de Transvaalsche Boeren. Mochten er nog meer stadgenooten zijn die deze voor gelijk doel willen afzonderen, dan verklaren we ons gaarne tot de ontvangst bereid. We zullen ze alsdan in wisselen. Nog ontvangen van E. d. Y. f O.IS'/j. Op Dinsdag den 5den April a. s., 's morgens te elf uren, zal in het genie-bureel bij de kazerne in den Doelen alhier worden aanbesteed het eenjarig onderhoud van de kazernegebouwen enz. en eene binnenverving van de kazerne in den Doelen, beide te Leiden, onder het beheer der genie te 's-Gravenhage. Bij koninklijk besluit is aan L. Batenburg, gewezen meesterknecht in de militaire strafgevan genis nabij Leiden, verleend een pensioen ten laste van den Staat van f 283 'sjaars. De therm. Fahr. teekende gisteravond om 5 u. 44°, 8 u. 42°, 10 u. 40°hedenmorgen om 5 u. 38°, 8 u. 38°, 12 u. 40° en 's nam. 4 u. 40°. WindN.-W. In de Nuts vergadering te Voorschoten, gisteren gehouden, bracht het departement zijne keuze uit op mr. A. Kerdijk voor algemeenen secretaris. De collecte voor den watersnood in de ge meente Wassenaar heeft f 1250 opgebracht. De Tweede Kamer heeft in hare zitting van hoden de discussie over art. 1 der Rentewet voort gezet, nadat de minister de vrijstelling van het bedrijfskapitaal der kooplieden overgebracht had naar art. 6. De minister bestreed sterk het amen dement van den heer Van Houten, als onaan nemelijk en berustende op fictieven grondslag en een tegenovergesteld stelsel als de wet inhoudende. Na discussie is het amendement-Yan Houten ver worpen met 44 tegen 37 stemmen. Artikel 1 is hierop aangenomen met 52 tegen 30 stemmen. - Maandag voortzetting. Tot eersten geneesheer aan het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Utrecht is benoemd dr. P. Wellenbergh. Volgens de „Ned. Financier" zou slechts vow f 10,000 op de prioriteits-leening der Rotterdam- sche Handelsvereniging, groot 7 millioen, zijn ingeschreven. Ze is thans ingetrokken. Het stoomschip „Amsterdam" is Woensdag van Nieuw-York naar Rotterdam vertrokken; de „Prins van Oranje", van Batavia naar Amsterdam, passeerde gisternamiddag Dungeness; de „Utrecht", van Rotterdam naar Batavia, vertrok gisternamiddag van Southampton. Gemengd Nieuws. De Leidsche studentenscherm- en gym- nastiekvereeniging Arena Studiosorum" houdt heden avond in het lokaal op de Pieterskerkgracht een buitengewoon onderling concours. Naar wij vernemen, zal men na afloop daarvan in optocht met muziek en fakkellicht naar de sociëteit „Minerva" trekken. De Hooge Raad heeft heden arrest ge wezen in de bekende zaak van den heer A. W. Sijthoff tegen den ontvanger der belastingen te Leiden, betrekking hebbende op het verzet van den heer S. wegens het tegen hem uitgevaardigd dwang bevel ter zake van zijn aanslag in het patentrecht voor zijne door stoomkracht in beweging gebraoht wordende drukpersen. De Raad heeft beslist dat door de rechtbank te 's-Gravenhage in deze met juistheid eene nietontvankelijkheid was uitgesproken en mitsdien het beroep in cassatie verworpen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1