N\ 6457. Saterdag S ESaart. A®. 1881. Nogmaals wordt dringend verzocht de quitantiën van het abonnement zooveel mogelijk op vertoon te voldoen. Klachten over de bezorging worden steeds schriftelijk ingewacht. DE UITGEVER. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- on Feestdagen, uitgegeven. LEIDSCS DAGBLAD. PRIJS DEZER C0URA3T: Taw LeAea per B maaodeo1.10. Franco per peeta 1.40. AfewrderDJVe Kommer».a 0.05. STADS-BERICHTEW. Benfe zitting vnn den Militieraad. BURGEMEESTER air WETHOUDERS vav LEIDEN doem te w«tea, dat do eertle sitting van den Militieraad, roor d«eo gnjueente, overeenkomstig urt. 8G der Wet van dea lö<Uo Augnstna 1881 [Slaalshlid n®. 72), wordt gehoaden: op Maandag den lddcn Maart 1881, dea voormiddag» te elf wso, vaar do lotelmgen die do nommora getrokken hebbe* van 1 tot 100, en dc8 namiddags te cén nar, voor hen die gotrok- kea hebben van n®. 101 tot n®. 180; qp Diaadog den 16den Maart 1S81, dea namiddags te één muf, voor hen die getrokken hebben ven n®. 151 tot n'. 200; op Woensdag den löden Maart 1881, dea Damiddaga Xe half een, voor li on die getrokken hebben van n®. 201 tot m°. 280; op Donderdag den 17den Maart 1881, des namiddags te half een, voor hen dio getrokken hebben van n®. 281 tot n®. 8fi8; en «niks in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gsmeqsto. Z\j herinneren voorts dat in gemelde zitting voor den Militie raad moeten verschenen: 1®. de vrijwilligers voor de Militie 2®. de iotelingen, die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte dat do Iotelingen, die voor dien Raad niet zijn verschenen. Schonden worden gecne redenen tot vrijstelling te hebben en voor en dienst n-orden aangewezen, terwijl het niet ontvangen van een eproepiogsbiljet niet ontheft van dc verplichting tot het ver schijnen voor den Militieraad of tot het indienen van do tot staving der redenen van vrijstelling gevorderde bewijsstukken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden,' DE KANTER, Burgemeester. 4 Aloart 1881. E. KIST, Secretaris. Het Gasrapport. Naar aanleiding van de in de raadszitting van 27 Januari jl. gevraagde inlichtingen aangaande ie uitvoering van het raadsbesluit van 20 Mei jl. betrekkelijk do lichtsterkte van het gas is thana door B. en Ws. aan den gemeenteraad overgelegd het rapport van commissarissen der gasfabriek met de daarop betrekking hebbende bijlagen. Uit die hoogst belangrijke stukken blijkt, ondanks al het duistere dat ze hier en daar bevatten, dat de aandrang, van verschillende zijden en niet het minst van do geduldig wachtende gasverbruikers uitgegaan om „meer licht", in stede van goedkooper licht, geen vergeefsche beweging is geweest, dank zij de onderzoekingen, welke sinds dien tijd hebben plaats gehad en in het vervolg meer geregeld, met maandelijksche opgaven, zullen worden voortgezet. Veel duisters inderdaad bevatten die stukken, in de allereerste plaats Staat 1 (bjjlage V), aangevende de lichtsterkte, verkregen over 1880 op 1100 meter afstand door den deskundige met den Letheby- photometer. Wanneer men toch aanneemt dat met het percentage gebezigde Cannel-kolen ook de licht sterkte van het gas toeneomt, dan kan men zich al heel moeilijk vorklaren, hoe b. v. op 6 Juli 1S80 bij een gebruik van 98 pCt. Cannel-kolen slechts 11.48 gemiddeld aantal kaarsen werd verkregen, terwijl op 26 Augustus d. a. v. die getallen, ros- pectievelijk, 1.9 en 13.91 waren, wat zooveel zou beteekonen alshoe minder Cannel-kolen men bezigt, hoe moer lichtsterkte men verkrijgt. W{j zullen echter bij die onverklaarbare afwijkin gen nigt stilstaan, evenmin als bij de soms zonder linge uitkomsten, verkregen bij het vergelijkend onderzoek met den Letheby- en den Evana- photo meter, maar liever er op w$zen dat de waarnemin gen, iu het laatst des vorigen jaars gedaan, meer regelmatige uitkomsten opleveren en dus oen juister maatstaf aangeven. En dan bljjkt het ontegenzeglijk dat wjj werkelijk vooruit zjjn gegaan en thans op den goeden weg zijn. Tevens kan daarbij worden gccouatateard dat hetgeen vjj indertijd als een veronderstelling uit spraken, dat nl. de photometer aan de gasfabriek veel hooger lichtsterkte aangaf dan ep 1100 meter afstand van de fabriek wordt waargenomen, vólkernen waar is gebleken; ja, het vergelijkend onderzoek heeft reeds belangrijker resultaat opge leverd. Immers, de deskundige kan thans aangeven dat aan da gasfabriek gemiddeld 2.83 kaarsen meer znllen moeten gevonden worden, wil men ep 1100 meter afstand het vereischte minimum van 16 kaarsen verkrijgen. Of dat verschil alloan in den afstand is gelegen, is een vraag, waarmede wjj ons hier niet hebben bezig te honden, al meenen .rij haar vrij gerust ontkennend te mogen beantwoorden en, ter ver klaring van dat verschil, ook wel iets te mogen brengen op rekening van het verschil in soort der beide photometers, dien van Letheby en dien van Evans. Wenschelijk ware het daarom ongetwijfeld dat ook aan de gasfabriek een Letheby-photometer werd gebezigd, doch een gebiedende noodzakelijk heid is dat niet, wanneer eenmaal geconstateerd is welk hooger aantal kaarsen men aan de fabriek moet hereiken om in het midden der stad een vol doend licht te verschaffen. Een ander gevolg van het zooken naar Tmeer lioht" is dit, dat men voorgoed gebroken heeft met het bezigen van harst bij de gasfabricatie om de toevluoht te nemen tot de trouwens schier overal elders, met name in Engeland, gebezigde Cannel- kolen. Deze veranderde wjjze van bereiding ver oorzaakt echter een verhooging der productiekosten met ongeveer 10,000 's jaars; ook ten gevolge van mindere ontvangsten van cokes, een bijproduct, dat mot hetbezigon van Cannel-kolen in aanzienlijke mate afneemt. Beter licht en minder cokes, daartegen zal wel geen enkel gasverbruiker bezwaar maken; immers de gasfabriek is er nu eenmaal niet om bijproduc ten, maar in de allereerste plaats om voldoend licht te levoren. Integendeel, men zal zich herinneren dat juist de gasverbruikers de eersten waren om de het vorige jaar Voorgestelde verlaging van den gas- prijs af te wijzen en daar tegenover te stcllon den alleszins billijken eisch van verbeterd gehalte van het lioht. Daarom schijnt het ons minder begrijpelijk toe, dat „commissarissen met het oog op die hoogere uitgaven zich niot gerechtigd achten tot een onver- wjjlde uitvoering van het raadsbesluit (van 20 Mei, bepalende een minimum van 16 standaardkaarsen op 1100 meter afstand), alvorens alles onderzocht was, wat dat bedrag zooveel mogelijk kon reduceeren. Doch er is nog een andere reden, waarom het in den eersten tijd wel niet tot een verlaging van den gasprijs zal komen. Aan het slot van hnn rapport deelen heeren commissarissen der gasfabriek mede dat de prodnetie in het afgeloopen jaar zelfs 16 pet. is gestegen boven de capaciteit, waarop do exploitatie is gebaseerd, weshalve commissarissen dan ook ten Yolle vertrouwen dat bij de voorstellen tot uitbrei ding, welke binnenkort het college van B. en "Ws. zullen bereiken, op hunne krachtige medewerking kan gerekend worden. Dat in dezen staat van zaken ran een verlaging PRIJS DU ADYBRTINTIKX: Van 1—6 regels..1.05. Iedere regel meer0.17J. Greotere letters naar plMtsrnimte. van den gasprjjs geen sprake kan zijn, is duidelijk. Belanghobbenden hadden dus maar al te zeor geljjk toen zij die prijsvermindering ondergesehikt maakten aan verbetering der liohtsterkte. Ui* het rapport van commissarissen der gasfabriek, in verband met de uitkomsten der onderzoekingen, doer den deskundige over de maanden December 1880 en Januari ltól verkregen, blijkt gelukkig dat aan dien billijken weusch thans vrij wel voldaan wordt, maar tevens met welke moeiten en bezwaren de daartoe aange wende pogingen, met name de vooral in den aanvang zoo hoogst omslachtige en minutieuze onderzoekin gen, gepaard gingen. Komt allen, die daartoe mee werkten, ean woord van dank toe, oek de gasver bruikers hebben ongetwijfeld aanspraak ep een woord van lof voor hun werkelijk bewonderenswaardig ge duld in de dagen dor Egyptische duisternis. LF.IDKH, 4 Meurt. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de Tweede Kamer eenige inlichtingen toegezonden ten aanzien van het adres van den gemeenteraad van Leiden aangaande 't stichten van een nieuw academie gebouw op de Ruïne. De regeering is overtuigd dat de behoefte aan betere gebouwen veor onder scheiden academische doeleinden zich nog steeds doet gevoelen en dat de Ruïne in de allereerste plaats in aanmerking komt als de bij uitstek ge schikte plaats tot bevrediging dier behoefte, m- tusicheu is hot der regeoring voorgekomen dat bij den tegenwoordigeu staat van 's lauds financiën en den wensch om alle nitgaven welke slechts eenigg- zins uitgesteld kunnen worden, voorloopig terug te houden, voor het oogenblik geen gelden op de staatsbegrooting mochten uitgetrokken worden om met den bouw der omvangrijke academische stich- tisgen een aanvang te maken. Dit uitstel, veroor zaakt door deze bijzondere omstandigheden, is uit deu aard der zaak tijdelijk. Vandaar dat niet kon worden toegegeven aan dea wensch, in Mei van het vorige jaar namens den gemeenteraad van Lei don kenbaar gemaakt, om teruggave van een vrij aanzienlijk gedeelte der Ruïne. Nu heeft de ge meenteraad in December jl. een adres aan de Kamer gericht, waarin gevraagd wordt dat, óf wel op de staatsbegrooting voor 1881 eene som uitgetrokken worde, bestemd om met den bouw van academische gebouwen aan te vangen, óf de Ruïne aan de go- meento Leiden worde afgestaan. Het komt den minister voor dat geen van deze eiacheH voor in williging vatbaar is. Het gaat niet wel aan het initiatief tot bedoelde stichting van de regeering over te brengen op den gemeenteraad van Leiden. Afstand Yan het plein zon eene niet verdedigbare belemmering scheppen voor het tet stand komen der inrichtingen welke do Kamer, de Regeering en de Gemeente gelijkeljjk wenschen, en waartoe de regee ring bedacht is de neodige voorstellen in te dienen, zoodra 's lands financiën dit zullen gedoogen. In de vergadering der Leidsche afdeeling van het Nederlandsch Protestantenbond werd gister avond een voordracht gehouden door den heer W. M. S. Junius alhier. Hij sprak over den eere- dionst der Hervormden in de 16de en 17de eenw. Allerlei wetenswaardige bijzonderheden deelde hij mede omtrent het godsdienstig en kerkeljjk leven der vaderen, vooral omtrent den strijd over de Zondagsviering. Met blijkbare belangstelling werd zijne voordracht aangehoord, aan het slot waarvan hem eene welverdiende toejuiching ten deel viel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1