N". 6452.
Haaadag Februari.
A0. 1881
Dit nomraer bestaat uit DBIE BLADEN.
Eerste Blad
Den Courant wordt dagelijks, met uitzondering
ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Met 1 Maart begint een nieuw kwartaal
van het Leidsch Dagblad. Abonnementen
worden dagelijks aangenomen.
Maandag zal een aanvang worden ge
maakt met het ophalen der abonnements
gelden «ver het afgeloopen kwartaal. In
▼erband met het groot aantal abonné's zal
het den Uitgever aangenaam zijn, wanneer
de quitanties zooveel mogelijk op ver
toon worden voldaan.
Spijkers op laag water.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Var Leiioa per 3 monden1.10.
Fresco per poet....1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADYERTEHT1KN
Van 10 regel».
Iedere regel meer
Grootere lettere naar plaatsruimte.
.ƒ1.05.
0.17*.
„Eiken dag sta ik met den eenen voet op het
aan mijn zorg toevertrouwde terrein, met den ande
ren in de gevangenis." Zoo hoorden wij eens een
in den dienst vergrijsd stationschef verklaren. Was
het overdrijving? Zeer zeker niet. De verantwoor
delijkheid, die in het algemeen op spoorwegbeamb
ten in actieven dienst rust, is een zware verant
woordelijkheid. En toch: dwalen is mensskei jk.
Wie onzer zou dnrven verklaren dat hjj in zijn
betrekking nooit een misslag beging? Gelukkig, de
meeste vau die feilen zijn te herstellen, zonder dat
ze veelal werden opgemerkt. Het zjjn slechts zelden
achteloosheden als die van den drogist, die een
agner klanten vitriool toediende in stede van het
verlangde onschadolijke medicament. Noemde men
dien man ontzenuwd, suf en vergeetachtig, omdat hjj
•en enkele maal mistastte tegenover duizenden koe
ren dat hjj zich aan geen vergissing schuldig
maakte? In het minst niet, men zocht een veront
schuldigende verklaring in de uitwendige gesteldheid
der beide naast elkander geplaatste flesschen, die de
twee verschillende bestanddeelen inhielden.
Maar de vergissing, door een spoorwegbeambte
begaan, zie, dat wordt iets anders. Niet dat zijn
verzuim als zoodanig zwaarder is, maar het zijn de
onberekenbare gevolgen voor de talrijke reizigers,
waaraan men het afmeet. Of dat billijk is? Zeker
niet. Noodzakelijk? Misschien wel.
Gelukkig dat in ons land die noodzakeljkheid
zich slechts hoogst zelden voordoet. Het is waar,
•r valt nu en dan van een enkelvoudig spoorweg-
engelnk melding te maken, een zoodanig ongeval
waarbij een beambte, heel zelden een reiziger, ver
minkt of gedood wordt, meestal door eigen onvoor-
achtigheid. De rampen echter, waarbij door achte
loosheid van bedienend personeel een geheele trein
derailleert, bij een openstaande brug te water raakt,
of wel in botsing komt met een anderen trein be-
hooren hier te lande gelukkig tot de hooge zeld
zaamheden. Nederland levert in dat opzicht een
gunstig contrast op met naburige rjken, niat alleen
met Engeland, waar het spoorwegverkeer èn veel
drukker èn veel sneller is, maar ook met het na
burige België.
Inderdaad, wie geen vreemdeling is indebmiten-
landsche journalistiek, zal met ons met verbazing
hebben opgemerkt het groote aantal spoorwegon
heilen, waarvan de Belgische bladen letterlijk eiken
dag hebben te gewagen. De proeven, die men daar
te lande heeft genomen om een zoogenaamden trein
éelair te doe» loopen, vielen dan eek al dadelijk
zoo ongelukkig nit, dat men er voorloopig maar
van heeft afgezien.
Geen wonder, dat men bij onze Belgische broeders
naar de oorzaken van al die onheilen zocht, die
men meende te vinden in slechten toestand der
wege», in gebrek op vele lijnen aan dnbbel spoor
en eek in ongeschiktheid van sommige beambten
em de kleuren der signalen te onderscheiden, bj de
ljders nl. aan het zoogenaamde daltenismo of kleu
renblindheid. Men is er daar dan ook toe overge
gaan, in dat opzicht de beambten aan een onder
zoek te onderwerpen, wat, zoeals onzen lezers on
getwijfeld bekend ie, hier te lande reede voor lang
pitste had.
Deek wet men, ondanks de lange reeks van spoor
wegrampen, in België den beambten niet ten laste
legde, nl. dat zij ontzenuwd, suf en vergeetaehtig
zenden zjjn, dat wrjjft men hun in Nederland aan,
waar gelukkig spoorwegenheilen tot de hooge zeld
zaamheden behoeren. Immers het hoofdbestuur van
het Mnltapatiorsbond beeft zich, ter voldoening aan
een opdracht van de algemeene vergadering, tot alle
■peorwegdirectiën van Nederland gewend met het
dringend verzoek om aan hare beambten te verbie
den in dienst sterken drank te gebruiken. En daarbj
wordt dan door genoemd hoofdbestuur gewezen op
een circulaire van de Yereeniging voor spoorweg
artsen, waarin wordt aangedrongen op maatregelen
tegen het drankmisbruik bij spoorwegbeambten, en
op het verBlag der jaarvergadering van den genees
kundigen raad van Drente en Overjsel, waar be
sloten werd die circulaire te ondersteunen. „Het
zijn", zoo verklaarde die geneeskundige raad, „niet
zoozeer dronken personen, welke de schuld van
spoorwegongelukken dragen, dan wel de zoodanigen,
die, zender ooit in den eigenlijken zin dronken te
worden, door het gestadig gebruik van jenever ont
zenuwd, suf en vergeetachtig geworden zijn."
„Nist zoozeer dronken personen"Wj willen het
gaarne gelooven, en het zou dan ook waarschjjnljk
nogal wat moeite kosten, op onze spoorwegljnen
fnngeerende beambten aan te wijzen, die in staat
van dronkenschap verkeerden.
Maar toch, de jenever, die kanker, knagende aan
ons volkswelzijn, die wortel van alle kwaad, ze
kan toch niet zoo geheel en al onschuldig zjn
aan de spoorwegrampen, die we in ons land ge
lukkig haast niet hebben te vermelden, en daarom
zjn de beambten al niet dronken, door het gestadig
gebruik van jenever worden zj ontzenuwd, suf en
vergeetachtig.
Ziezeo: „Le tour est fait!" Nu zjn we er. Arme
wisselwachter, ontzenuwde, vergeetachtige suffer,
die in een twintig- of meerjarigen diensttjd geen
enkele vergissing begingt, waardoor het leven van
de honderden, die u dagelijks voorbjsnellen, in
gevaar werd gebracht, hoe zult ge het toch wel
aanleggen om „buiten dienst" jenever te drinken,
terwjjl uw geheele dag,|van 's morgens tot 's avonds,
een doorloopende diensttjd is, soms nog met nacht
treinen op den koop toe? "Weinig benjdenswaardige
halte-chef, hoe menigmaal hebben wj u bewonderd
terwjl gj, hoe ontzenuwd, suf en vergeetachtig
ook, uw duizend-en-één functies van kaartjes uit
geven, goederen verzorgen, seinen wisselen, telegra-
pheeren, den trein afluiden, met de grootste kalmte,
maar ook met de grootste haast uitoefent. Waar
lijk, gj allen hadt meer waardeering verdiend dan
het verre van vleiend eordeel van hen, die n, bj
uitzondering, omdat gj na eenmaal tot die slaven
der moderne maatschappij behoort, die men spoor
wegbeambten noemt, onder een speciale jerever-
cnrateele willen stellen, omdat gj nooit in dienst
beschonken zjt, allen van den hoogste tot den
laagste, met de grootste stiptheid aw moeilijke
plichten vervult, maar toch weieens entzennwd, tfnf
en vergeetachtig zendt kunnen worden.
Toorzeker, Mnltapatiorsbond heeft beters to deen,
wil het gezonde teekenen van leven bijven geven.
Ten slotte twee eenvondige vragen: 1'. Hoe zullen
de spoorwegdirectiën het jenevergebrnik in dienst
controleeren? 2*. Hoe zullen zj bel aanleggen om
te zorgen dat de jenever, buiten dienst gebruikt,
niet ontzenuwt, niet suf en niet vergeetaehtig maakt
LEIDEN, SO Februari.
Naar wj vernemen, zal het feest, den hier
wonenden minvermogenden ond-strjders van 39 en
31 en tevens niet-leden der Yereeniging „Het Me
talen Kruis" aan te bieden van de zuivere opbrengst
der voorstelling in den Schouwburg door de onder-
ofSciors-vereenigingen „Door vriendschap veree-
nigd" en „Pngno pro Patria" gegeven, op aan
staanden Zaterdag in het gebouw der Loge plaats
hebben. Het getal, dat zich aangemeld heeft, meet
nog vrj aanziecljk zjn.
B j de hoogste klasse van het gymnasium al
kier is van de leerlingen van het gymnasium te
Dordrecht ingekomen de som van f 50 ton behoove
der Transvaal. Met groote dankbaarheid is deze gift
ontvangen en terstond opgestuurd aan jhr. nsr.
Beelaerts Van Blokland.
Donderdag 24 Maart en volgende dagon zal,
door de firma Brill alhier, de bslangrjke boekver
zameling, nagelaten door den Utrechtschen hoog-
leeraar Mr. G. W. Yreede, geveild worden. De cata
logus bevat 8695 nammers bestaande nit werken over
jurisprudentie, publiek recht, geschiedenis, as rdrjks-
knnde, theologie, wjsbegeerte, letterkunde, srhoone
kunsten, de exacte wetenschappen en n^tuurljko
historie. Bovendien zullen nog te voorschijn gebracht
worden een munten- en penningverzame'ing, instru
menten voor natuur-, schei- en heelkunde, terwjl
den 26sten Maart, 's avonds te 8 uren precies, twee
schilder jen, het eene van Titiaan, het andore van
Morales, onder den hamer zullen komen. Aanbe
veling van onze zjde aan de liefhebbers, om van
deze gelegenheid te profiteeren. zal wel overbodig
zijn. Wj mochten echter niet nalaten ben op deze
verzameling bjzonder attent te maken.
Bj den heer B. Blankenberg, firma Couvée
on Co., alhier, is thans van onzen stadgenoot den
heer H. M. J. Wattel, een werkje verschenen,
getiteld: „De beginselen van het Oud-Hollandsch
recht, het wetboek van Lodewjk Napoleon en den
Code Civil, in betrekking tot hnweljksgoed, testa
mentaire beschikking, erfopvolging en boedelschei
ding." Het doel dat de schrjver zich met die
uitgave voorgesteld heeft, is 1°. aan aanstaande
candidaat-notarissen een handleiding te verschaffen
tot de studie der bedoelde rechten, met het oog
op art. 11 van de wet op het notarisambt, en 2®.
zjn arbeid ook tot nut te doen strekken voor den
beoefenaar der rechtswetenschap in het algemeen.
Het succes dat aan het „Handboek der Wetgeving
op het Notarisambt" van denzelfden schrjver ten
deel viel, geeft alle reden om te verwachten dat
ook dit werkje met genoegen doer het rechtsgeleerd
publiek zal ontvangen worden.