baandag Feüra&fci. 1881. ir Deu Courant wordt dugelyks, mèt uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven iDit Ncnnncr bestaat uit TWJblE BLADEN. Eerste Plod. Onze tram. 04'4Ö. O 4. Jk HIH )I mi'i ■IIH iH |->M 'ïT'f r 1 M— PRIJS DEZER COURAKT: fsar Leiden per 3 maanden.f AIO. Franco per past1AQ. Afzonderlijke Nommers0.05. PRUS DER ABYEKTESTIEH Tan 1—4 regels.,..1.06. Iedere regel meer0.17^ Grootere lettere naar plaatsruimte. Een jaar geleden waagde een spotvogel het voor te «tellen, dat de Leidsche tramweg tot opschrift zon nemen „Rjjdt alleen bij goed weder"; het was ons dus een waar genoegen, daar die spot toen niet geheel onvordiend was, bij het slechte weer van onlangs te kunnen bespeuren dat eene aanmerkelijke verbetering was ingetreden. Niettegenstaande de sneeuwmassa's op onzo straten kon de dienst geregeld doorgaan. Wjj zijn der directie lof schuldig voor haar ferm optreden tegen den wintervorst en daarom willen wij haar wjjzen op een veel ernstiger verschijnsel, dat zich voordoet, dan het niet-ryden bij sneeuwstorm, in het vaste vertrouwen dat ook hierin verbetering zal worden aangebracht. Dat verschijnsel is: het zeer geringe gebruik dat het publiek hier ter stede van dit vervoermiddel maakt. Terwjjl het voorjaar en de zomer van 1880 duidelijk hebben getoond, dat de Leidenaar uitzijn aard volstrekt geen vijand is van trams, zien wij thans geheel loege of zeer slecht bezette wagens rijden. De directie schijnt gemeend te hebben dat de te hooge prjjs wellicht afschrikte en heeft eene voor haar vrij omslachtige verdeeling in sectiën ingevoerd, doch met weinig baat. Dit heeft ons geenszins ver wonderd, want niet hierin ligt de fout, dat de tram te duur is. Zij, die van den tram gebruik maken in een stad, waar, zooals hier, de afstanden be trekkelijk gering zijn, zullen op den halven stuiver meer of minder niet letten; vooral niet nu de prijs voor het eenige in waarheid eenigszins aanzienlijke traject - naar het Station - ongewijzigd is gebleven. De fout is dan ook eene andere, en wel de dienst regeling. De tramweg heeft in een stad als Leiden zeer zeker zijn reden van bestaat^ maar dan moet hij niet alleen een vlug en goeSfoop middel van vervoer zijn, maar ook een steeds aanwezig. De af standen zijn hier toch alle van die lengte dat de overgroote meerderheid volkomen in staat is dien te voet af te leggen. Wat geschiedt nu? Iemand heeft bijv. van het «inde van de Hoogewoerd, een boodschap naar het midden der Breestraat te doen. Ziet hij den tram, dan zal allicht 's mensehen natuurlijke luiheid hem doen overhellen om zich liever te laten rijden, dan op voorvaderlijke wijze te voet zijn boodschap te verrichten. Ziet hij geen <tram dan, - ja dan meent de directie misschien, dat hij als een zoutpilaar aan deu grond genageld zal blijven staan tot tijd en wijle er een wagen gelieft te komen? De ondervin ding ea het gezond verstand leeren anders. De man zal kalm opwandelen en het aan den tram overlaten hem in te halen. -Geschiedt dit spoedig, dan zal hij er op springen, maar geen haar op zijn hoofd zal er aan denken dit te doen, zoo hij nog slechts een pas of twintig, dertig van de plaats zijner bestemming is. De kans op dit laatste is bij de tegenwoordige dienstregeling geenszins gering, ja als hij het wat treft en niet al te langzaam kuiert - wat iemand die niet voor pleizier wandelt, toch zeker niet zal doen - kan hij reeds op het midden der Breestraat zjjn, voordat een rijtuig van den tram hem achterop is gekomen. Wij zeiven hebben niet één-, maar meer malen ondervonden, dat, bjj het Steenschuur op de Breestraat komende, wij geen tram zagen, naar het station doorwandelden en vlak bij het station of halverwege den Stationsweg eerst door den tram werden ingehaald. Toch is dit zeer stellig een toestand, die geens zins beantwoordt aan het doel waarmede de tram is aangelegd. Nogmaals: een tram is geen spoor weg, zoodat hij ook met een minder goede dienst regeling nog het snelste middel van vervoer blijft; de meeste personen wonen niet in de straten welke de tram passeert en op straat te staan wachten is in dezen tjjd alles behalve aangenaam en ook des zomers zal men het niet doen, als men niet weet dat wachten weer in te halen door met rijden vlugger aan zijn doel te zijn. Het belang van hst publiek is hier volkomen in harmonie met het belang der directie. Een tram, die alle vijf minuten rijdt, moge in den aan vang iets meer kosten voor aanschaffing van meerdere paarden en wagon b, hij moge ook big vend grootere uitgaven voor onderhond en personeel vergen, dit alles zal ruimschoots worden opgewogen door de veel grootere baten, als gevolg Tan een veel druk ker gebruik. Wij vernamen dat verschillende personen reeds getracht hebben deze meening ingang te doen vin den, en vermoeden dat het alleen dédraan dat zij zieh niet tot dengene richten d:e in deze te beslissen heeft, te wijten is, dat aan hun wensch nog niet is voldaan. De zaak is zoo eenvoudig, zoo glashelder, dat het ons overbodig voorkomt er hier nog iets bij te Toegon, en daar dit stuk de bevoegde autoriteit in deze onder de oogen zal komen, vertrouwen wij dat binnen zeer korten tijd eene betere, drukkere dienstregeling de tegenwoordige zal hebben ver vangen, opdat niet de Leidsche tram, die waarlijk in eene behoefte voorziet, in plaats van het hier boven opgegeven opschrift, dit zal moeten hebben: „Rijdt niet meer!" L.KÏ»EA% 19 Februari. Aan den 64sten verjaardag van den Koning werd heden alhier gedacht door het uitsteken der vlag van openbare cn particuliere gebouwen, door het houden van een korte parade op de Papengracht en door het van twaalven tot éénen bespelen van het carillon. - Ook werd deze dag op de Kweekschool voor Zeevaart op plechtige wijze gevierd. Kanonneer boot, sloepen en gebouwen waren door tal van vlaggen in feestdos getooid. Te tien uren werd eene groote parade gehouden om zoowel het personeel als de jongens te herinneren aan dezen grooten feestdag en allen daarbij nog eens als eersten plicht voor te houden„trouw aan Koning en Vaderland". Nadat van deze gelegenheid nog was gebruik gemaakt om op plechtige wijze aan den marinier 1ste kl. P. Olivier de herinneringsmedaille uit te reiken van de door hem bijgewoonde expeditie tegen Samalangan, werd de plechtigheid besloten door een krachtig en wel gemeend „hoezee, leve onze beminde Koning!" In gepaste vroolijkheid, niet weinig opgeluisterd door eenige muzikanten, werd verder deze feestdag voortgezet. Heden is aan de universiteit alhier de heer A. Ferf, geb. te Bergum, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap met academisch proefschrift, get.: „Iets over den pandverkoop van art. 1223S, B.W." Voor de Transvaal ontvingen we in de bus nog 25 cents en van den burgemeester van Wou- brugge „van een vriendenkring" aldaar ƒ7.16. Zes jonge dames zullen er bovendien de volgende week een collecte houden. Het bedrag hebben we bij het Leidsche comité van het „Roode Kruis" gestort. De Leidsche afdeeliug van het Nederlandsch Protestantenbond hield gisteravond in het Nut eene buitengewone vergadering met dames, waar als spre ker optrad professor Kern alhier, die tot onderwerp had gekozen: „Het Buddhisme." Öp bevattelijke wijze werd het onderwerp deor den hoogl. be handeld. Hij wees op het ontstaan, den aard en het wezen van dien godsdienst, verhaalde de levensge schiedenis van Buddha en gaf ten slotte het een en ander uit de Bnddhistische zedeleer ten beste. Met onverdeelde aandacht werd de rede door vele be langstellenden aangeboord. De Kweekschool voor Zeevaart alhier ontving dezer dagen weder een zeer aangenaam blijk ran belangstelling, daar haar door den heer Sehokking, instrumentmaker te Amsterdam, uit naam van iemand die onbekend wenscht te blijven, een fraai telbord, volgens het nieuwste systeem, werd ten gesohenhe aangeboden. - Wie de gever is, valt zelfs niet te gissen, doch meer dan waarschijnlijk is hij dezelfde persoon die eenigen tijd geledon eene prachtige aard globe schonk en herhaaldelijk tal van boekwerken voor de bibliotheek en geëncadreerde platen voor de versiering van het gebouw ten geschenke zond. Onzo stadgenooten worden opmerkzaam ge maakt op de in deze courant voorkomende adver tentie, waarhij wordt aangekondigd dat de adressen van het Nederlandsch Werkliedenverbond „Patri monium" (Vaderlijk Erfdeel) in zake de Transvaal hier ter stede ter teekening liggen bij do boekhan delaren B. Blankenberg, R. Fuik, C. Kooyker, J. Dn Pon, J. Du Pon Jr. en A. A. Rensink. Men deelt ons ineie dat do Commissie voor Volksbijeenkomsten voornemens is dit jaar weer eene tentoonstelling van bloemen te regelen door den hand- werkstand gekweekt. Wij behoeven, vooral met het oog op de vroeger steeds welgeslaagde onderne mingen van dien aard, niet het nut te hetoogen uit het kweeken en verzorgen van bloemen voortvloei ende. Wij hopen alleen dat de Commissie weer ruime deelneming zal vinden, en dat het haar aan den materiëelen steun harer stadgenooten niet zal ontbreken, als zij bij de vele aanvragen om bij stand ook een penningske vraagt voor weldoen in eigen kring. De alhier gevestigde tooneelvereeniging „Jacob Cats" zal de volgende week Zaterdag hare tweede openbare vergadering met dames in dit seizoen honden. Ieder - en de opkomst was toen zeer groot - die de eerste bijwoonde zal zich ongetwij feld nog herinneren hoe uitstekend geslaagd ze is, ook wat het bal betreft, waarmede, naar wij ver nemen, de aanstaande uitvoering weder besloten zal worden. De goedgeslaagde uitvoering van de koninklijke Engelsche klokkenspelers, onder directie van dea heer Duncan S. Miller, gisteravond in de Stadszaal alhier gegeven, gedeeltelijk ten voordeele van de Werkinrichting voor hulpbehoevende blinden en de Inrichting voor havelooze kinderen, beiden te Rot terdam, en het Huis van barmhartigheid te 's-Hage, heeft een netto bedrag van f 266.07 opgeleverd. De gezamenlijke onkosten bedroegen f 104.69. Eindelijk zal men dan hier weer eens het Duitsche opera-gezelschap zien optreden. Donderdag a. s. namelijk zal worden opgevoerd „Lohengrin", een ppera welke voor de directie zeer veel bezwarp»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1