heuvels achter de Ingogo-rivicr vertoonde zich de
vijand in grooten getale; ik besteeg het plateau,
maar -werd onmiddellijk van alle zijden krachtig
aangevallen door de Boeren, die den ganschen dag
belangrijke versterkingen ontvingen. - De aanval werd
van 12.15 tot 6 uren 's namiddags volgehouden,
maar op alle puDten teruggeslagen. De Boeren
trokken tegen zonsondergang terug en Colley bracht
zijne troepen in veiligheid. Ook de verliezen der
Boeren moeten zeer zwaar zijn geweest.
Een te Fort Amiel verblijf houdende correspon
dent meldt nog ter aanvullingTe vier uren in den
middag werd het vuur door generaal Colley her
opend; hij zelf commandeerde, maar hij werd van
alle zijden omsingeld en kon noch voor- noch achter
waarts zich bewegen; van de zijde van Langnek
kwamen sterke troepen de Boeren te hulp. De vijand
ageerde zoo snel, dat de Britsche strijdmacht in een
oogwenk geheel was ingesloten. Toen 's middags
het gebulder van het heropend vuur Newcastle be
reikte, werd de opgewondenheid daar onbeschrijflijk
de eene na den anderen inboorling kwam vertellen
dat de Boeren in groote menigte van Langnek toe
stroomden en dat de Britsche troepen geheel om
singeld waren. Te drie uren meende men dat het
vuur gestaakt was, doch weldra nam het met ver
nieuwde kracht toe. Te gelijker tijd brak een don-
derstorm los en tusschen het ratelend geweld van
den donder waren de hevige geweervuren duidelijk
op een afstand van ongeveer 12 mjjlen te onder
scheiden. Door de berichten van de inboorlingen
werd de ongerustheid steeds grooter; zij verhaalden
nu dat de Britten zich voor- noch achteruit konden
bewegen en gedoemd waren om tot den laatsten
man te vallen. Te Fort Amiel ging de bevolking
naar de hoogten bniten de stad om zoo mogelijk
het gevecht uit de verte te volgenanderen stegen te
paard en reden den weg op. Te Newcastle waren
de Britsohe inwoners in angst, doch vast besloten
om, mocht de vijand naderen, tot het uiterste weer
stand te bieden. De overwinning van Colley bestaat
alleen hierin, dat zijn plan tot herstel der commu
nicatie mislukt is en hij met groot verlies zijn kamp
weer heeft kunnen opzoeken. Er wordt echter be
weerd dat daar slechts voor enkele dagen pro
viand was. De Boeren zijn aan alle zijden meester
van het terrein gebleven. Thans heeft men van
Britsche zijde al zijn hoop gevestigd op sir Evelyn
Wood, die Maandag uit de Kaapstad met de grootste
snelheid naar de grens vertrokken is en morgen,
Zondag, er kan aankomen.
Öe minister Childers deelde gisteravond in
het Lagerhuis op eene vraag van den heer Stanley
mede dat de regeering aan generaal Colley aan
zienlijke versterking van infanterie, cavalerie en
artillerie had aangeboden en nu zijn telegraphisch
antwoord afwachtte. Zijn laatste telegrammen waren
uit Newcastle van middernacht.
Rusland.
De „Agence Russe" zegt dat ééne der mogend
heden, die minder rechtstreeks bij de Oostersche
quaestie betrokken is, het initiatief zal nemen om
eene vreedzame oplossing van het Grieksch-Turksche
geschil voor te bereiden. Met die mogendheid zal
wel Duitsqhland bedoeld zijn.
Oasto&V.-IIoiig:. Monarchie.
De „Politische Corresponded" meldt uit Kon-
stantinopel dat de onderhandelingen der gezanten
over de Grieksche quaestie den 20sten Februari
zouden kunnen beginnen. Hatzfeld brengt instructies
uit Berlijn mede, die hem de steeds .begeerde taak
opdragen in zekeren zin het aanvoerderschap op
zich te nemen bij de onderhandelingen, die door elk
der gezanten afzonderlijk bij de Porte geopend
zullen worden. - Een Berlijnsche brief in hetzelfde
blad verklaart dat Goschen te Konstantinopel het
bericht gaat brengen dat de materieele beslissing
nog niet is voorbereid. Yoorloopig bevindt men zich
nog in het stadium der praealabele quaestie, in
welken vorm de samenwerking der mogendheden zich
moet vertoonen. Uit de langzame ontwikkeling dier
voorafgaande quaestie mag men niet tot de hopeloos
heid van den toestand besluiten. Oneenigheden
tusschen de Europeesche mogendheden zijn minder
dan ooit te vreezen. Het blijft daarbij dat de partij,
op welke in het Grieksch-Turksche vraagstuk do
verantwoordelijkheid komt voor een gewelddadige
uitkomst, zich aan groot gevaar blootstelt. Verder
zegt de brief dat de leiding, die Duitschland in het
Grieksche vraagstuk tot nog toe onder stilzwij
gende toestemming der Mogendheden op zich had
genomen, sedert Goschens verblijf te Berljjn be
vestigd is.
PRIIKSOOJl MONACO.
Moste-Carlo, 7 Februari 1881.
Dezer dagen stond in het Handelsblad dat André
Theuriet in Holland conférences zou houden.In
de Revue des deux Mondes van 15 Januari jl.
is een artikel van dien schrijver „Paysages et
Impressions". Dat is schilderen met woorden;
ja, voor menschen, begaafd met verbeelding en toe
gerust met herinnering van door eigen oogen waar
genomen natuurschoon, is zulk weergeven van in
drukken meer waard dan een schilderijhet gemoed
wordt in alle richtingen er door bewogen. Zoo'n
kunstenaar zou ik wenschen dat de wandeling be
schreef, waarvan ik thuis kom; anderen zouden er
dan van mee genieten. Het beste is toch de wande
ling zelf te doen, en dan niet te wachten tot de
zon zich nog kraohtiger, dan reeds nu het geval is,
doet gevoelen. De weg naar la Turbie is eigenlijk
een trap van keien, die in korte windingen langs
de stijle flanken der rotsen den ondernemenden
wandelaar, ik zou haast zeggen, naar de pijn in
voeten en beenen te oordeelen, den strompelaar, in
anderhalf uur in verticale richting omtrent 1600
voeten van de glinsterende, blauwe zee verwijdert.
Ook horizontaal is de afstand tusschen de zee en
den wandelaar iets grooter geworden, want hij is te
la Turbie buiten het Prinsdom Monaco. Zooals
men weet, heeft dat hoogstens een breedte van 150
meter, maar voor het oog schijnt het, van beneden
naar boven of van boven naar beneden gezien, dat
la Turbie loodrecht boven Monte-Carlö ligt. Het
dorp, aan den wereldberoemden route de la
cor niche gelegen, biedt een onovertrefbaar schoon
uitzicht. De baaien en kapen, de heuvels en inham
men aan de Italiaansche kust, de golf van Villa-
franca, de lichttoren van Nice, het eiland Corsica,
de silhouetten van de Appenijnen voorbij Genua,
doen zich aan het oog van den wandelaar voor, alles
rijk overgoten met verwarmende zonnestralen en
gedragen op het grenzenlooze vlak van azuur der
majestueus stille Middellandscho Zee.
Het stijle dalen bij den terugtocht gaat niet
sneller en niet gemakkelijker dan het klimmen;
men is dan echter minder ongeduldig: het is een weer
zien, en men gunt zich den tijd om in détails te
treden. Bijna voortdurend is men van alle kanten
door oljjfboomen omgeven. Om ieder dier boomen
is een muur gebouwd ter vasthouding van de fraai
bruin-rood gekleurde aarde waarin de boom wor
telt. Nog nooit heeft de fraaiheid van een olijf bosch
mij zoo getroffen als hier; kan het zijn omdat men
de boomen niet ziet door het bosch
De weg of het pad is moeilijk. Van achter het
„Hotel de Londres" gaat men op langs een nauwe
gang tusschen kleine, onzindelijke woningen; het
pad is daar al even struikelig als hooger op. Het
duurt wel 15 a 20 minuten eer men buiten die hoogst
onfrissche laan geraakt. Niet alle bewoners zijn de
bezwaren van het pad te boven; eene vrouw die
daar met tal van kindertjes op de helling voor
haar huisdeur zat, zeide mij dat zij in geen zes
maanden beneden geweest was.
Alvorens den breeden rijweg te bereiken, strijkt
men langs den muur die de porseleinfabriek van
Madame Blanc omgeeft. Madame Blanc is de weduwe
van een directeur-pachter der speelbank; haar naam
verneemt men hier bij iederen voetstap, gelijk dien
van den Markies van Carabas in zeker welbekend
kinderverhaal, en hare dochter werd vóór eenige
weken de vrouw van prins Bonaparte, zoon van
den beruchten Pierre, die Lenoir straffeloos dood
schoot. Dit huis, die villa, dat terrein - het is alles
van Madame Blanc, die vermoedelijk niet veel hier
is. Fraaie tuinen en wandelingen, op haar kosten
aangelegd, zijn ten gebruike van het publiek; men
geniet er van zonder eenigen last van dankbaarheid
op zich te laden. Op welken voet die dame met
den vorst van Monaco staat, zou ik niet kunnen
zeggen, of zij „hoffahig" is, zooals men teWeenen
de aan den „Bürg" gepresenteerden noemt, is mij
onbekend. Dit is volstrekt nog niet bewezen, al
hebben de „Grimaldis" hunne finantiëele opkomst aan
dezelfde speelbank te danken die Madame Blanc hare
millioenen bezorgde.
Voor de vreemdelingen heeft Monte-Carlo eigenlijk
geen gezelschap, kringen, waarin bij elkander passende
personen omgang houden. Het Casino is hier alles,
en daar vereenigt zich ce monde interlope,
waarbij de individuen meestal slechts groepen van
twee vormen. Het Journal de Monaco heeft
dan ook geen vreemdenlijst zooals Nice en Mentone
die wel hebben, en om namen en geschiedenissen
van Monte-Carlisten te leeren kennen, moet men
heel nieuwsgierig zijn of wel door toevalligheid het
een of ander vernemen. Villa's en Pensions
zijn daarvoor gunstiger dan groote Hotels, maar
natuurlijk loopt men daar gevaren die in grooter
inrichtingen niet bestaan. Het aantal personen is er
te klein om aanrakingen te vermijden, die naarmate
van ieders naïveteit op onaardige verrassingen kannen
uitloopen. Om dit door een voorbeeld op te helderen
geef ik u hier eenige episoden uit het leven in zoo'n
villa waar wij de eerste week van ons verblijf
alhier in doorbrachten. Bescheidenheidshalve schrijf
ik de namen in anagrammen, want eenigen er van
zijn van Europeesche bekendheid danB la haute
pègre. Madame Falitte, gescheiden van haar echt
genoot, heeft zulke buitensporigheden begaan dat zij
met 1500 fr. per maand onder curateelo gesteld is.
Hare dochters Mesd. Faitgelle en Dercoir hebben
het voorbeeld van mama gevolgd; wat haar voor
een maand is toegestaan, is haar per dag niet toe
reikend. Mama is bij dat alles reeds op zekeren leeftijd
en de dochters zijn niet jong meer, een barer se
bonrre d'opium, zooals de eigenaar der villa
die haar geld niet te zien krijgt, zich uitlaat. Zjj
koopt alles wat zjj niet noodig heeft, b. v. van
karton nagemaakte antieke meubelen; zij betaalt
die natuurlijk niet, maar geeft ze terstond in pand
voor andere schulden. Dan is daar een portret
schilder uit Parijs, wiens Duitschen naam deFran-
schen uitspreken als Sténare, maar daar lijkont het
niets op. Voor 2000 fr. heeft hij het portret van
Madme Dercoir geschilderd. Haar naam en hare
relatiën en de hemel weet wat meer, hebben den
Duitscher er toe gebracht, ten haren behoeve zijn
naam onder wissels te schrijven, en op een morgen
is er tusschen den kunstenaar en zijn model een
scène losgebarsten, waarin van police correc-
tionnelle en dergelijken gewaagd werd. Het kan
toortje van den eigenaar der villa is een bric a
brac van allerlei, bij hem achtergelaten door logés
die hunne rekening niet konden doen sluiten. Die
eigenaar is eigenlijk maar huurder; hij heeft een
hooge paeht te betalen, maar metzijnpropriétaire
is hij niet op al te besten voet. De villa is het
eigendom eener dame, die meer villa's bezit. In
één daarvan woont haar wettige man, terwijl zij
met een gepensioneerd militair van hoogen rang
elders huishoudt, kan men niet zeggen, want
die twee zijn altijd overal, en dineeren aan een
table d'hóte van niet eersten rang. Al genoeg
- nietwaar? - om het hierbij te laten. Ongerechtigheid
is overal te vinden, hier natuurlijk wat meer dan
eldersmaar wie er geen lust aan heeft, behoeft er
niets van te bespeuren. Het bestaan van al die
onregelmatigheden op rekening van de Speelbank
te schrijven, gaat niet aan, want zij zijn niet hier
geborenmaar dat er zoo'n groote verzameling van
voorhanden is, kan wel een gevolg zijn van eene
inrichting als het Casino, waarbjj, zooals het Handels
blad ons in berichten uit Brussel laat lezen, Bel
gische politie-commissarissen van verdacht allooi
voordeelige posten krijgen.
Gisteren heeft een groote processie ter eere van
Ste Dévote plaats gehad. D. H.
Leiden, 12 Februari. Ter markt werd heden aangevoerd:
Tarwe 16 hectoliter. Wintertarwe f 10.a 10.50. Zomer-
tarwe f 9.a f 9.60. Rogge 17 H. L. Winterrogge
f 8.60 a f 9.Zoraerrogge f 7.60 a f 8.Gerst 13
H. L. Zomergerst 6.60 a f 6.Chevalier-gerst f 7.25
a f 7.76. Haver 12 H. L. Zware Haver ƒ5.— a ƒ5.60.
Lichte Haver f 4.26 a f 4.60. Duivenboonen 7 hectoL 8.25
a f 9.25. Paardenboonen 10 bectol. f 8.s f 8.50.
Grasboter 3640 kilogr., 1ste qnalit. 1/, vat 76.a/80.
Schei- 2de qnalit. V< v*t f 68.a f 72.Grasboter late
qnalit. per kilogr. f 1.90 a f 2.Schei- 2de qualit. per kilogr.
1.70 a f 1.80.
Lange Zwarte Tnrf 4,000 dubb. hectol. 0.221/j a f 0.25.