Eene schitterende „Carrière" Saterdag 15 Januari, 64^ Premie LEIDSCH DAGBLAD. Deze Co want wordt dagelijks, met uitzondering ▼an Zon- en Feestdagen, uitgegeven. A O i 'I gp* O i LEIDSCH PRIJS DEZER COURAST Voor Leiden per 8 maende».1.1#. Franco per poet1-40- Afeonderiijke Nwamers.0-05. PRU8 DER ADVERTENTIES Van 1—# regel1.0B. Iedere regel meer0.17$. Grootere letten naar plaatsruimte. Hu de laatste hand door Br. JAM TEM BKIMK aan zijn nieuwen roman is gelegd, kannen wij onzen lezers mededeelen dat ook dit werk aan de geabonneerden op ons blad als P rem ie zal worden aangeboden. IGeue Schitterende „Carrière", op zich zelf een geheel, voltooit tevens Met Verleren Kind en Be Familie Muller-Belmonte. Zjj, die dus in het bezit zijn der beide vroeger als premie aangeboden romans, zullen er te moer prijs op stollen ook dezen derden roman van Br. JAM TEM BKIMK te ontvangen. Het werk zal in de 2de helft van Januari worden afgeleverd, tegen afgifte wan den bon, die daartoe te gelegener tijd in ons blad zal worden geplaatst, en betaling van 50 oents, voor buiten de stad franco toegezonden 70 cents. Nieuwe Abonné's hebben er mede recht op. LKIBKM, IA Januari. Curatoren van het Stolpiaansch Legaat aan de Rjjks-Universiteit te Leiden hebben uitspraak gedaan over twee verhandelingen in de Nederlandsche taal, hun toegezonden ter beantwoording van de prijsvraag: „Welk recht heeft de bowering, dat door de critiok van Kant op de bewijzen voor het bestaan van God de onmogelijkheid is gebleken om het bestaan van God voor het denken te reohtvaardigen De ééne, geteekond met de woorden: „Freilich ist die Vorstellung" u. s. w. (Kant), bleek geenerlei wetenschappelijke waarde te bezitten en, hoe wel gemeend ook, ter bekroning volstrekt niet in aan merking te komen. De auteur van de tweede verhandeling (motto: „Alle Vorstellung muss sich" u. s. w., Kant) had blijkbaar Kant's „Kritik" goed gelezen en over men- schelijk konvermogen veel nagedacht. Doch, vreem deling in Kant's overige geschriften en, volgens zijne eigene, verklaring in do geheele nieuwere wijsbe geerte, had hij de bedoeling der prijsvraag niet ge vat en haar dan ook niet werkelijk beantwoord. Uitweidingen over de methode enz., hoe belangrijk op zich zelve, konden natuurlijk het gemis van de hoofdzaak niet vergoeden. Bovendien was de vorm gebrekkig en de toon niet vrij van aanmatiging. Ook aan dezen schrijver kon dus de prijs niet worden toegewezen. De hoogleeraar J. J. Prins, voorzittend curator van het Legaat, is gemachtigd de handschriften aan de inzenders op hunne aanvrage terug te geven, indien zij bewijzen daarop recht te hebben. Door het hoofdbestuur der Hollandsche Maat schappij van Landbouw zijn vóór eenigen tijd, naar aanleiding van het besluit der algemeene vergadering te Leiden, benoemd tot leden van een commissie, ten einde een rapport op te maken van al datgene, dat tot aanvulling van het bestaande landbouw onderwijs noodzakelijk is, de heeren: mr, D. Yisser an Hazerswonde, voorzitter, mr. J. P. Amersfoort, prof. J. M. Yan Bemmelen, J. v. d. Breggen Az., Herman F. Bultman, S. De Clercq Wz., mr. H. Ph. De Kanter, W. Sluis, Th. J. "Waller en P. F. L. Waldeck, secretaris. Gisteravond hield de afdeeling Zoeterwoude- Leiderdorp en omstreken der Hollandsche Maat schappij van Landbouw eene vergadering in het koffiehuis „Ik leer nog" aan den Hoogen Rijndijk onder Zoeterwoude, waartoe een 44-tal leden waren opgekomen. Als leider der vergadering trad wederom op de heer L. Sillevis, die in een korte toespraak den leden het welkom toeriep op deze eerste vergadering na het oprichten der afdeeling, en den wensch uit drukte het ledental dat thans 90 bedraagt, een vol gend jaar nog verdubbeld te zien. Na het lezen en goedkeuren der notulen van de vorige vergadering werd overgegaan tot vaststelling van het huishoudelijk reglement. Tot leden van het bestuur werden gekozen do heeren Sillevis, Buys en Rijnsburger te Leiderdorp, Bakker, Boonekamp, Van der Poel te Zoeterwoude, en Van der Geest te Alkemade. De heer Sillevis werd met 37 stemmen tot voorzitter gekozen. De voorzitter, alsnu het woord tot de leden rich tende, stelde voor eene quaestie tegenover de afdee ling Leiden c. a. uit de wereld te helpen. Men had o. a. gesproken over het slecht financiëel beheer dier afdeeling (bij de kennisgeving aan het hoofd bestuur omtrent de oprichting dezer afdeeling was dit ook als reden geformuleerd) en bij hem was dit geenszins het geval; hij stelde daarom voor dat men aan Leiden zou kennisgeven dat die afscheiding geschied was omdat men vermeende dat dit gemak kelijker was voor de leden, meerdere zelfstandigheid gaf en om door bespreking in kleiner kring bet doel der Maatschappij meer te kunnen behartigen. Bij acclamatie werd dit voorstel aangenomen. De heer W. A. Van Rijn had alsnu twee voor stellen te doen, ten eerste om in de maand Februari a. s. eene voordracht op landhuishoudkundig gebied te doen houden en ten tweede om in de vergade ringen een bus te plaatsen, waarin do leden vragen konden werpen, die ter beantwoording moeten wor den voorgelezen, die beide werden aangenomen. Na wederzijdsche dankbetuiging van den heer Buys aan den voorzitter en van dezen aan de leden voor hunne belangstelling, werd de vergadering ge sloten. Prinses Wilhelmina heeft hare tweede min. De eerste moest worden bedankt, omdat zij hare functie niet verder kon uitoefenen. De tegenwoor dige is eene flinke boerin nit Elspeet, gekleed in het Hoog-Veluwsch pak. Prinses Hendrik heeft gistermiddag een bezoek aan den koninklijken grafkelder te Delft gebracht. Het was juist twee jaar geleden dat prins Hendrik is overleden. Een tweetal bloemkransen werd door baar op de lijkkist nedergelegd; zij was vergezeld van twee hofdames. Naar het Vad. verneemt, zijn zestien perceelen bouwgrond, behoorende aan de domeinen en gelegen ten noorden van Scheveningen tusschen het kanaal en den watertoren, door de regeering aangewezen als het terrein waarop een cellulaire gevangenis zal gebouwd worden. In het Delftsche studentencorps heeft zich eene commissie gevormd, bestaande uit de heerenPlomp, pres.; Laboncbère, secr.; Van de Wall, Rahusen en Van de Sande, welke ten doel heeft het Delftsche publiek eene dilettanten-soirée te bereiden, waarvan de opbrengst aan de noodlijdenden in Noord-Brabant zal ten goede komen. Gedurende de pauze stellen eonige dames zich voor eene tombola te houden. De plechtige uitreiking, door den minister van waterstaat, der medailles, behaald op de jongste Engelsche zuiveltentoonstelling, zal geschieden op Vrijdag 11 Februari, in do grooto restanratiezaal van het kon. zool. genootschap te Amsterdam. Ook de hoogleeraar F. C. Donders is tot ridder van het legioen van eer benoemd. Blijkens eene tweede opgaaf van giften, bij de algemeene vereenigde commissie tot leniging van rampen door watersnood te Amsterdam, ingekomen tot Dinsdag jl., was bij baar ontvangen een totaal aan geld of geldswaarde van f 27,546.37,20 fr. en 9 coupons Oostenr. a 2.16 fl. Evenals door hunne ambtgenooten in Zuid- Holland is cok door Ged. Staten van Utrecht, af wijzend beschikt op eene reclame van een boekdrukker te dier stede, wegens zijn aanslag in het patentrecht voor het gebruik van stoompersen, die ook hier als molens beschouwd zijn. Het stoomschip „Gelderland", 27 November van Rotterdam vertrokken, arriveerde den 11 den dezer te Batavia. Een vrij talrijk dames- en heerenpnbliek, om de woorden van den spreker zeiven te bezigen, de élite van Leiden, wat ontwikkeling betreft, had zich gisteravond in de bovenzaal der Stadszaal vereenigd, om een voordracht aan te hooren van den strijder en lijder voor zijne beginselen: Multatuli. Het onderwerp was ditmaal het Darwinisme, of liever de wordingsleer toegepast op zoden, gewoon ten, godsdienst, in óón woord, op alle verschijnselen van het leven. Ieder die Multatuli eenmaal ge'ioord heeft, zal begrijpen dat het niet mogelijk is den machtigen denker in ons kort bestek voet voor voet te volgen bij zijn betoog van wat bij voor do ware beginselen van deugd en zedelijkheid houdt, en bij zijn strijd tegen huichelarij en onwaarheid, ook ditmaal schering en inslag zijner van vernuft tintolende rede. Wij zullen dan ook slechts eene poging wagen om door het neerschrijven van enkele punten een flauw denkbeeld te geven van den rjjk- dom van het gesprokene. Twee theses werden door den spreker voorop gezet: 1°. Men kan geen zaak beoordeelen zonder de wordingsgeschiedenis er van te kennen, en 2°. Te weten hoe een zaak geschiedt, is niet voldoende; het waarom is noodig; niet alleen de oorzaak, maar ook de reden moet gekend worden. De oorsprong van den Staat is het familieleven, en wel de onderworpenheid van het kind (la chose) aan vader en moeder; de uitbreiding daarvan is het patriarchaal gezag, over een gebeelen stam. Door het misbruik van gezag revolutie, en verdee ling van het gezag. De spreker verkoos een éénhoof dige regeering boven de republiek, omdat slechts het individu intelligentie en geweten kan bezitten en één dolksteek hem, zoo hij slocht regeert, onscha delijk kan maken. Kennis der taal is niet de zoogenaamde taalkunde, d. i. de kunst om de regelen van een bepaalde taal toe te passen, maar het opsporen der wortels dio alle talen met elkander gemeen hebben. De eerste oorsprong van de taal zjjn de klanken, waaronder de rollende r een groote rol speelt, en die als be hoorende tot de menschentaal aan alle talen gemeen zijn. Men denke slechts aan Arno, Arnemui- den, Rhónehet Maleischo „kapalla" en het Grieksche xecpahj- koning en cone. (Het woord Jehova gaf hier weder aanleiding tot een scherpe critiek van het hserschende godsbegrip).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1