ItSaandag 1© Januari. N°. 6410. A0. 1881. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. Snoepwinkel en Kroeg. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer Grootere letters naar plaatsruimte. ST.A-D -A» -ilt.I <J Ai.'jC JilIV. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente LEI DEN krengen ter algemeeDe kennis dat ingevolge de wijziging van den geneeskundigen armendienat, de wijken zijn verdeeld als volgt: W\jk I en II: Geneesheer: Dr. W. P. WEEBERS; heel meester: de heer J. A. LONGEPEE. Wijk III en IV: Geneesheer: Dr. Jbs. BAERT; heelmeester: de heer G. AALBERTSBERG. Wijk V en IX: Geneesheer: Dr. J. C. KIST; heelmeester: de heer J. L. A DESERTINE. Wijk VI: Genees- en heelkundige: Dr. A. VAN IPEREN. Wijk VIIGenees- en heelkundige: Dr. H. BOURSSE WILS. Wjjk VIII: Genees- en heelkundige: Dr. W. RUTGERS VAN DER LOEFF. Burgemeester en Wethonders voornoemd. Leiden, DE KANTER, Burgemeester, 5 Januari 1881. E. KIST, Secretaris. KOSTELOOZË VACCINATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS des Gemeente LEIDEN herinneren bij deze den ingezetenen, dat de gelegenheid tot kostelooze vaccinatie en revaccinatic voor onver- mogenden, in het lokaal dtr Stadswaag, bij voortduring is open- gesteld, en wel op Maandag 10, Dinsdag 18, Woensdag 26 Jan., Donderdag 3, Zaterdag 12 Februari a. s., en zoo vervolgens met eene tusschenrnimte van acht of, als die dag op een Zondag of Vrijdag valt, vau negen dagen, telkens des namiddags te één uur. Burgemeester en Wethonders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 7 Januari 1881. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER kn WETHOUDERS tan LEIDEN bren gen ter algemcene kennis, dat ingevolge art. 2 der Verordening, regelende de invordering der plaatselijke belaslinu op de Houden, ieder houder van een of meer honden, die aan die belasting onder- hevig ziju, verplicht is, daarvan jaarlijks vóór of op den 31 sten Jannari a. s. by den Gemeente-Ontvanger aangifte te doen, door inleverixg van een behoorlijk ingevuld en door den aaogever onderteekend biljet en dat bedoelde inschrijvingsbiljetten voor het dienstjaar 1881 kosteloos ten kantore van den Ontvanger ver krijgbaar zijn. Bnrgemeester en Wethondera voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 7 Jannari 1881. E. KIST, Secretaris. 't Is erg jammer dat wetten ten ouzent een zoo verbazend lange wordingsperiode hebben. Zoo is het al ruim een half jaar geleden, dat we kennis maakten met het ontwerp tot beteugeling van het drankmisbruiken ofschoon het hier een zaak geldt, voor het stoffelijk en zedelijk welzijn van ons volk van het uiterst belang, zijn we nog altijd wach tende op het oogenblik dat de stem van den Voor zitter der Tweede Kamer het publiek debat van die voordracht voor geopend zal verklaren. Niette min, - wij kunnen daar niemand een verwijt van maken; over de werkzaamheid van Regeering en Volksvertegenwoordigers hebben we, althans in den laatsten tijd, niet te klagen. Ook gelooven wij niet dat het uitstel nog van langen duur zal zijn. Het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer heeft reeds plaats gehad, het voorloopig verslag werd reeds ter algemeene kennis gebracht, - alzoo zijn we de discussie al dicht genaderd. Bovendien, de openbare meening is voor deze zaak rijp, terwijl bij de behandeling van het Strafwetboek is geble ken dat onze wetgevers niet van plan zijn den kroeghouder zijn bedrijf langer zonder eenige belem mering te laten uitoefenen. In afwachting van de dingen die komen zullen, schijnt het wel of zjj die van het in stand houden der Bachustempels en kapelletjes een brood winning maken, hunne gelederen zoeken te versterken. Terwijl men gewoonlijk de ratten een zinkend schip ziet verlaten, gebeurt hier het tegendeel: hoewel het schip wrak wordt, komen bedoelde knaagdieren in menigte opzetten, als ware het hun streven om door hun zwemvermogen het vaartuig nog een poos drijvende te houden. Het is ten minste op vallend, hoe ontzaglijk veel heilige huisjes onze achterbuurten rijk zijn; als er werklui bezig zijn een woning op te knappen, en men beweert dan dat binnen enkele weken de woorden „tapperij" en „slijterij" voor de glazen zichtbaar zullen wor den, dan heeft men alle kans door de uitkomst niet te worden gelogenstraft. En niet alleen bij ons is dat hot geval; overal waar menschen wonen, die aanspraak maken op den eeretitel Nederlander, ziet men vermeerdering van de gelegenheden om den dorst te lesschen. Het bedrijf moet bepaald winst gevend zijn; althans, het gebeurt niet zelden dat jongelieden in het huwelijk treden met hetuitzieht om de ontoereikende mansvordiensten door het houden van een „herbergje" in overeenstemming te brengen met de behoeften. Dat alles zou natuurlijk niet kunnen plaats hebben, indien de wet ware afgekondigd welke het gemeente bestuur de bevoegdheid geeft het getal drankwin kels tot een maximum te beperken, - en, als van die bepaling inderdaad het gewenscht gebruik werd gemaakt. Nog minder, indien de vergunning afhan kelijk werd gesteld van het bezit van een 1 i c e n s e, onder nauwkeurig omschreven voorwaarden en tegen betaling van zeker jaarlijksch bedrag ten behoeve der gemeentekas, onder toezicht van den staat te verkrijgen, - welk stelsel, naar wij meenen, door eenige leden der Tweede Kamer biijkens het voor loopig verslag is aanbevolen. De tijd zal, hopen we. spoedig leeren hoe de wetgevende macht dit onderwerp geregeld wil zien, en dan, vertrouwen we, zullen weinige gemeenten van ons vaderland zich onbetuigd laten. Het geval heeft zich reeds voorgedaan dat enkele besturen op de beperkingen der toekomst wilden anticipeeren,- hetwelk natuurlijk, hoe loffelijk de bedoeling ook was, moest worden verboden. Inmiddels moet ook het publiek, dat geen wetten helpt maken, het zijne doen om in haar geest werk zaam te zijn. Het genot der kroeg moet reeds bij de jeugd worden bestreden, niet bijv. door het laten zien van afbeeldingen van een steldronkenmans- magen, zooals een paar jaar geleden werd beproefd,- ook niet door ijzingwekkende verhalen van dronkenlui die heel slecht terechtkwamen, - ofschoon, als de couranten feiten van dien aard vermelden, het moge lijk aanbeveling verdient er de kinderen die niet zoo heel jong meer zijn, mee hekend te maken; maar hoofdzakelijk door haar de deugd van zelfbeheer- sehing te leeren kennen en waardeeren. De groote verleider der volwassenen is de kroeg. Die der kinderen is de snoepwinkel. Welnu, als men de kinderen leert, zich zelf zoozeer onder bedwang te houden, dat zij aan de lokstem des laatsten weerstand kunnen bieden, ook dan wan neer zij in het bezit zijn van de middelen die hun een bezoek aan bedoelde inrichting veroorloven, - dan zullen zij, volwassen geworden, ook minder moeite hebben zich vrij te houden van de walgelijke gewoonte van zoovelen die, eiken levensdag die hun gegeven is, voor de toonbank der kroeg hun lafenis gaan zoeken en op straat nog met de hand over de lippen strijken omdat het zoo lekker is geweest. En wanneer we het met elkander éésis mochten zijn dat het zijn nut kan hebben een tegenwicht tegen beide inrichtingen in het leven te roepen,- dan is het zeer gemakkelijk ze te noemen. Tegenover den snoepwinkel stellen we de school- spaarhank. Tegenover de kroeg de stuivers-spaarkas. Zijn onze inlichtingen juist, dan bestaat er kans op dat de eerste binnen onze gemeente zal tot stand komen. Wat de laatste aangaat, - daarover zullen we nog weieens een woordje wisselen. LEI1EI, 8 Januari. De lijsten voor het alhier te geven concert ten voordeele der watersnoodlijdenden circuleeren. Onder nemer is de heer Duyser, pachter der Stadszaal. Naar men ons mededeelt, hebben de concert-gevers zeiven reeds f 100 voor het liefdadige doel afge zonderd. Heden is het 45 jaren dat Pieter Kriek, van de oprichting af, als meesterknecht is werkzaam geweest in de koffiesiroopfabriek der firma W. Pot- tum Co. on de kleurselfabriek van de firma Wijnstroom Backer alhier. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 4781 volwassen personen en van 10—15 kinderen. Door den raad der gemeente Bodegraven zjjn benoemd: tot ambtenaar van den burgerlijken stand mr. H. A. Yan de Yelde, burgemeester dier gemeente; tot hoofdonderwijzer aan de school voor m. u. 1. o. de heer H. J. Bos te Tiel, en tot hulponderwijzeres aan de bijschool (Meye) mej. A. M. A. J. Van Buuren te Made. Op Nieuwjaarsdag had te Rijnsaterwoude weder de gewone uitdeeling plaats ter vervanging van het zoogenoemde nienwjaarwenschen (eigenlijk bedelen). Aan 86 huisgezinnen, waarvan 7 te Wonbrugge (Woudschendijk), zijn uitgedeeld geworden 145 broo- den, 291 liters erwten, 725/4 kilo rijst en 723/4 kilo spek. De daarvoor benoodigde gelden werden door middel van eene inschrijvingslijst van ingezetenen der gemeente en van den Woudschendijk ontvangen. Het ieder jaar terugkeeren dezer uitdeeling levert het bewijs dat ze de symphatie der ingezetenen mag verwerven, evenals de verdeeling, die zoolang deze uitdeeling aldaar heeft plaats gehad, volgens dienzelfden maatstaf is geschied. Men wil te 's-Hage dat eene zeer groote uit breiding is te wachten van het corps koninklijke marechaussee, terwijl in verband daarmede de thans bestaande rijksveldwacht zou worden opgeheven. De geheele divisie zal onder bevel staan van een kolonel te 's-Hage. Er zullen twee hoofdstandplaatsen zijn, te 's-Hage en te Arnhem, alwaar ieder een majoor zal geplaatst worden. Deze hoofdofficieren zullen hunne diensten verrichten rechtstreeks en alleen onder de bevelen van den minister van justitie. Het totaal der militieplichtigen voor de lichting van het jaar 1880 bedroeg 33,195 manschappen, waarvan de provincie Zuid-Holland het grootste contingent leverde, nl. 6383, welke cijfers echter, na aftrek der vrijgestelden, nitgeslotenen en over ledenen, teruggebracht worden op 15,046 voor het rijk en 2711 voor de provincie. In werkelijkheid afgeleverd werden door het rijk 10,868 manschappen, waarvan door Zuid-Holland 2040, dus bijna een vijfde gedeelte. Redenen tot vrijstelling hadden in het geheele rijk 18,093, in Zuid-Holland 3661 per sonen; uitgesloten waren 37 in het rijk, 8 in de provincie, na de loting overleden in het rijk 19 en. in de provincie 8 personen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1