Eene schitterende „Carrière" N°. 6405. A0. 1881. Premie LEIDSCH DAGBLAD. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. i* v DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.. v»1.10. Franco per post...1.40. Afzonderlijke Nommers. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van l-—6 r^cls. •-•• »t1.05» Iedere regel meer0.17fc Grootere letters naar plaatsruimte. Nu de laatste hand door ïïr. JAW TEW BRINK aan zijn nieuwen roman is gelegd, kunnen wij onzen lezers mededeelen dat ook dit werk aan de geabonneerden op ons blad als Premie zal worden aangeboden. Eene Schitterende „Carrière", op zich zelf een geheel, voltooit tevens Het Verloren Kind en De Familie Muller-Bclmonte. Zij, die dus in het bezit zijn der beide vroeger als premie aangeboden romans, zullen er te meer prijs op stellen ook dezen derden roman van Dr. JAW TEW BRINK te ontvangen. Het werk zal in de 2de helft van Januari worden afgeleverd, tegen afgifte Tan den bon, die daartoe te gelegener tijd in ons blad zal worden geplaatst, en betaling van AO cents, voor buiten de stad franco toegezonden ÏO cents. Nieuwe Abonné's hebben er mede recht op. 8TADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden, Herziep Kara honniogopjncr J -1. ting tot het doen van aangifte voor de Nationale Militie, in de maand Januari 1881, voor hen die op den lsten Januari van dit jaar hun 19de jaar zijn ingetreden, en alzoo de personen, geboren in het jaar 1862, alsmede voor hen die eerst na het intreden van hun 19de jaar, doch vóór het volbrengen van hun 20ste, ingezetenen zijn ge worden; Doen te weten: dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden op het Raadhuis, van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uren op Maandag den lOden Januari, voor de bewoners van de wijken I, II en III, op Dinsdag den llden Januari, voor de bewoners van de wijken IV en V, op Woensdag den 12den Januari, voor de bewoners van wijk VI, op Donderdag den 13der. Januari, voor de bewoners van wijk VII, op Vrijdag den 14den Januari, voor de bewoners van de wijken VIII en IX of de buitenwijk, en dat de geboorte-akten, die de belanghebbenden bij de inschrijving, onder opgave der woonplaats van den inge schrevene, behooren over te leggen, dagelijks, de Zondag uitgezonderd, zijn te verkrijgen ter Secretarie dezer ge meente (afdeeling Burgerlijke Stand), van des voormid dags 9 tot des namiddags 3 uren, wanneer tevens voor hen, die hier niet zjjn geboren, aanvrage ter verkrijging dier akten kan worden gedaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KANTER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 3 Januari 1881. Nieuwjaarsweasch vau Thomasvaer. THOMASVAER. Wel zoo, heb ik ooit van mijn leven! Wil jij me niet je aandacht geven? PIETERNEL. Dat is geen wonder ook waarachtig. Zie jij veel moois in dat jaar tachtig? THOMASVAER. Verwacht in elk geval met moed Dat 't volgend jaar het weer vergoedt. PIETERNEL. Jij bent ook altijd zoo tevreden En spreekt net als een jaar geleden. THOMASVAER. Kom, vrouwlief, dat 's niet goed gezegd. Wat ik vertel, meen ik oprecht, En 'kzeg je, zoo je 'tnog niet wist: Niets is zoo gek, als: pessimist! Schep liever schoone idealen, En laat ik je thans eens verhalen Hoe met hei oog der phantasie Ik gulden tijden komen zie! Ik zie - en spoedig zal het wezen - Den tijd, die alles zal genezen: Waarin de Turk hervormen gaat, Zich minzaam met den Griek verstaat, Waarna nooit meer die twee elkaar Bij voorkeur zitten in het haar. Den tijd, dat Eng'Iand vrede krijgt En op gepaste tjjden zwijgt; Niet overal zjjn neus in steekt En altijd 'thoogste woordje spreekt; Maar eerst aan eigen zaken denkt En Ierland recht en vrede schenkt; Zoodat men zonder eenig wapen Des nachts daar weer gerust kan slapen. Dat Frankrijk door bezadigdheid Verwint den binnenlandschen strijd; Dat in de Kamer niemand meer Als een -gamin" zich stelt te weer, jün aau iii mo vorgouuiuig Men spreekt als in een vriendenkring. In België de liberaal, Vereenigd met den clericaal, Zoo ook de Vlaming met den Waal, Al spreekt men niet dezelfde taal, Slechts zorgen voor het heil van 't rijk En van waardeering geven blijk. Dat Duitschland Frankrijk teer bemint; En de eenheid nog meer veld er wint. Een Duitsch geleerde niet verveelt, En men niet steeds soldaatje speelt, Omdat men toch ook tusschenbeiden Zich in den vrede mag verblijden. Dat Ruslands Czaar, ook zelfs bij nacht, Kan wand'len op een stille gracht, Terwijl geen garde hem bewaakt, Waardoor hij weer eens vreugde smaakt, En ook een Nihilist ontmoet, Bie hem bijzonder vriend'lijk groet. Dat Duitscher, Czech en de Hongaar In liefde leven met elkaar, Zoodat in Oostrijk-Hongarijen Men geen begrip heeft van partijen. Dat op een kermis te Madrid, Terwijl 't publiek te lachen zit, Tentoongesteld wordt tdt zijn spijt Don Carlos, als een rariteit. Dat ook dit land, rijk als weleer, Zijn schuld betaalt, herstelt zijn eer. Dat in da kleine Donaulanden Ter reg'ling niets meer is voorhanden. Dat men des Yankee's woord vertrouwt. Dat men in Utah één keer trouwt. Dat Chili, Peru, moe van 't strijden, Zich voortaan meer aan welvaart wijden, En al de landen in die buurt Voortdurend worden goed bestuurd. Dat ook Egypte zich weer ziet Vereerd met onbeperkt krediet; En men in 't gansche Afrika Den slavenhandel late na Al is een neger zwart als roet, Die handel is toch nimmer goed. Dat Shepstone kalm in de Transvaal Bij Krüger neemt het middagmaal, En dan in 't Hollandsch „dankje" zegt En nooit met de Transvaal meer vecht. Dat Neerlands bloei verzekerd blijft, Dat niemand meer een brandbrief schrijft, Belasting niet meer wordt verzwaard; Een goede geest er blijft bewaard. Dat zelfs in politieke zaken Men op de eerlijkheid blijft waken. Dat in de Kamer nooit een lid Te praten of te lachen zit. Men afschaft onzen Atjeh-strjjd, En ieder dankt voor 't goed beleid; En niet daarover kibb'len gaat, Als zijnde dat nu toch te laat. Dat nijverheid en handel bloeien, Dat onze baten altijd groeien En Nêerland door onzijdigheid Steeds handhaaft zijn zelfstandigheid. Dat elk gedeelte van ons land Bestuurd wordt met een wijze hand; Een Academie geeft aan Leiden PIETERNEL. Ik stem je toe, dat wie zóó ziet, Die man verliest zijn moed nog niet. Hij, die zijn hand steekt uit de mouwen, Kan veilig op de toekomst bouwen. 'k Erken, 'k heb mij zoo pas vergist En neem ontslag als pessimist! THOMASVAER. Geachte Dames en Mijnheeren! Wilt thans van Pieternel dit leeren Dat men tevreden wezen moet, Vol blijde hoop en vol van moed; En zijt gij 't allen eens met haar: Dan komt een zegenrijk Nieuwjaar! LEIBEN, 3 Januari. Ter aanvulltog van het bericht in ons vorig nommer omtrent het besluit van Ged. Staten in zake den lsteH luitenant Van Wijk contra den Schuttersraad, vermelden wij nog dat Ged. Staten bij hun besluit 1' het vonnis van den Schuttersraad, vernietigen, daarbij overwegende dat de proces stukken het feit onbewezen laten dat de oproeping van den lsten luitenant Van Wijk, waarnemend commandant bij de eerste compagnie, tot de wapen oefening van de vierde compagnie op 13 Juli 1880 heeft plaats gehad en voorts dat art. 52 van het koninklijk beBluit van 25 Mei 1829 ^Staatsblad N°. 38) bepaalt dat Ged. Staten eeniglijk recht doen o p d stukken en 2°. opnieuw rechtdoende den appellant ontslaan van rechtsvervolging. - In het besluit van Ged. Staten is geen sprake van vrijspraak, noch van het dragen der kosten door den Schuttersraad. Behalve de gouden medaille en f 50, Vrijdag 11. alhier voor het frent der troepen aan den huzaar Weenig uitgereikt, werden hem nog door de wach- meesters een zilveren remontoir met inscriptie, door de brigadiers en manschappen een gouden ketting

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1881 | | pagina 1