N". 6404.
jlvIL «u*
A0- 1881.
o»
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Sint-Sylvester.
LBIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1-40.
Afzonderlijke Nommcrs0.05.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels..1-05.
Iedere regel meer0.17fc
Grootere letters naar plaatsruimte.
Uren, dagen, maanden, jaren
Ylieden als een schaduw heen.
Ach, wij vinden, waar wij staren,
Niets bestendigs hier beneen!
Neg weinige uren nadat wij deze regelen schrijven -
en dit schoone kerkgezang zal uit duizenden mon
den opwaarts stijgen en het einde van 1880 is ge
komen. Op dergelijke oogenblikkeo gevoelen wij de
waarheid van hetgeen het gezang aangeeft.
Neen! niets is bestendig hier op aarde; daar is
steeds wisseling, daar is een onophoudelijk opbou
wen en een onophoudelijk afbreken: „wat heden
is, was morgen". En ook wij zei ven zijn niet
slechts toeschouwers van die onophoudelijke ver
andering, wij zijn er ook aan enderworpenook wij
veranderen steeds lichamelijk en zedelijk, en ook
-voor ons zal eens de ure slaa®, waarop wij geheel
tot het verledene behooren.
Is het te verwonderen dat dergelijke beschou
wingen ons met een zeker gevoel van weemoed ver
vullen Men moge nog zoo pessimist zijn, men moge
met nog zooveel moeite en zorg te kampen hebben, -
ieder mensch gevoelt zich ernstig, weemoedig ge
stemd als hij bedenkt hoe kort toch zijn bestaan
is, vergeleken bij de oneindigheid, hoe nietig hij
inderdaad is, die zioh met vermeetlen trots de Heer
der Schepping durft noemen.
En de Oudejaarsavond is als vanzelf tot zulke
bespiegelingen aangewezen. Weer is een jaar voor-
frÜSe8aani dat met hoopvolle verwachting werd be
groet, en hoevele, hoe dierbare illusiën zagen wij
niet in 't niet verdwijnen; hoe menige teleurstelling
werd niet ons deel; hoe bitter weinig zijn wij niet
gevorderd tot h6t levensdoel, dat wij ons hebben
voorgesteld!
„Uren heeft men in het leven
„Op de wond're levensbaan,
„Die ons nopen tot terugzien
„En om even stil te ataan."
Zoo zong een jong dichter, en de Oudejaars
avond is een van die uren. - Doch wij zonden ver
keerd handelen zoo wij dan alleen het onaange
name, het ongelukkige, het treurige bedachten.
Willen wij billijk zijn, dan moet er in onze her
innering ook plaats wezen voor het vele, dat nog
schoon en liefelijk is op aarde. Geen kwaad zoo
groot of het heeft nog zijne goede zijde. Die goede
zijde op te merken en te herdenken is eene gave,
die te veel menschen missen.
Zij wijzen bij voorkeur op de slechtheid der tijden,
de al ge meen e ontaarding - zooals zij datgene noe
men, dat afwijkt van hetgeen zij van oudsher ge
woon waren. Zij tellen met eene zekere voorliefde
op al dat onaangename, dat hun te beurt viel,
om dan met een:
„Ik wensch geen stap terug te treden
„Op de afgelegde levensbaan,"
hun jaaroverzicht te besluiten.
Wij zullen hun voorbeeld niet volgeu. Zien wij
liever den gezelligen huiselijken haard, waaraan
op dezen avond iets later dan gewoonlijk de man
plaats inneemt. Hij is nog bezig geweest op zijn
kantoor of bureau om een voorloopig overzicht van
den staat zijner zaken op te maken, en met een
tevreden gezicht komt hij het gunstige resultaat zijn
vrouw mededeelen en onder een glas punch met
heete, gebraden kastanjes - want zonder deze geen
echte oudejaarsavond - herdenken zij thans te zamen
het voorgevallene.
Moge dit zonnig beeld bij al onze lezers ver
wezenlijkt worden! Doch wij weten, die wensch is
niet vatbaar voor vervulling. Betreurt niet menigeen
dezen avond een dierbare afgestorvene, die de
onverbiddelijke dood te vroeg van zijne zijde rukte
Is niet bij menigeen de balans slecht uitgevallen
en ziet hij met zorg en kommer het nieuwe jaar
te gemoet?
Voorzeker, doch ook zij kunnen in eene niet-droef-
geestige stemming verkeeren; zij moeten dit zelfs.
Hebben wij teleurstellingen ondervonden, welnu,
laat ons opnieuw er naar streven, wij hebben toch
behouden den moed om te strijden, en te eeniger
tijd zal de overwinning ons deel worden.
Worden wij miskend, - geen hoop dan verloren
maar slechts voorwaarts, opdat men ten slotte ge-'
dwongen zal zijn ons op onze juiste waarde te
schatten.
Trof ons ziekte, gaan wij er misschien nog onder
gebukt, de tijd kan genezing aanbrengen, de weten
schap dringt steeds meer en meer in de diepste
geheimenissen van het leven; laat ons vertrouwen
dat ook ons nog een schoonere toekomst wacht.
Herdenken wij een afgestorvene, laat ons dan vooral
niet treuren, maar laat ons met al onze krachten
werkzaam zijn tot vervulling van de vele plichten,
die hij in zijn leven vervulde en die hij ons als een
dierbare nalatenschap heeft achtergelaten. Laten
wij streven door nauwgezette plichtsbetrachting zjjne
nagedachtenis te eeren.
Blijmoedig voorwaarts gaan: dat moet de
grondtoon zijn bij onze Sint-Sylvester-beschouwing;
daarin en daarin alléén zullen wij de kracht vinden
om den strijd des levens verder te strijden. En al
zagen wij ook soms het onrecht triumfeeren over
het recht, de leugen zegepralen over de waarheid;
de ondeugd heerschen en de deugd vernederd, wij
kunnen toch tot dit blijmoedig voorwaarts gaan
komen, zoo wij blijven gelooven in den eindelijken
triumf van het Goede, zoo wij instemmen met de
zoo ware woorden van den grooten dichter:
„Was gliinzt ist fiir dem Augenblick geboren;
Das Aechte bleibt der Nachwelt unverloren."
Gemengd Nieu w
Door de politie alhier is heden naar
de gevangenis te 's-Gravenhage overgebracht W. G.
v. L., die zich aan diefstal van een hanglamp heeft
schuldig gemaakt.
De gedeeltelijke zonsverduistering is
kier bijna volkomen geweest. Een enkele maal lieten
do wolken iets waarnemen.
De heer J. Yan der Lelie heeft van den
directeur van het brandwezen een vleiend schrijven,
vergezeld van een stoffelijk blijk van waardeering,
ook ruit naam van den burgemeester, ontvangen voor
de goede diensten bewezen bij het begin van brand
op den (Wen Rijn in den nacht van 25 op 26
Dec. jl., welke brand door hem het eerst werd ontdekt.
Yoor de betrekking van opzichter over
de gemeenlereiniging te Haarlem hebben zich een
300-tal sollicitanten aangemeld.
Haast uf - In het N. v. d. D, van heden
maken twee gefortuneerde dames, van 17 en 18 jaar,
bekend dat zij in kennis wenschen te komen met
heeren, tusschen de 20 en 30 jaar, om na weder-
zijdsch goedvinden een huwelijk aan te gaan. Heeren
ingenieurs van den waterstaat en reizigers in para-
pluies genieten de voorkeur.
Bij Zwolle en te Deventer is het water
vallende. Toch dringt aldaar het water nog inval-
kelders; in sommige zijn voor aanzienlijke sommen
koopwaren geborgen, die men tracht te redden. Op
den Rijn is het water ook vallendete Renkum was
de weg naar het Yeerhuis en de loskade aan de
rivier geheel overstroomd en de overtocht nog ge
stremd. Onderscheidene booten hebben echter den
dienst hervat. Te Roermond is de gasfabriek weer
boven water, zoodat de gewone verlichting spoedig
hervat zal kunnen worden. Paarden werden nog
gered uit een overstroomde boerderij, tegenover de
stad gelegende arme dieren hadden dagen lang in
het water gestaan. Het rundvee lag verdronken in de
stallen. - De noodklok werd geluid te Hijmen, Hedik-
huizen en Nieuwkuykalles vlucht voor het water,
zooveel mogelijk het vee medenemende. Een oude
vrouw, die niet vervoerd kon worden, is jammerlijk
verdronken. - Te Heusden is alles in de weer om
de stad van kistingen te voorzien. Naar de plaats
des onheils zijn 8 kleine en 5 groote aken vertrok
ken met 16 schippers en 25 man infanterie, door
den commissaris des Konings gerequireerd tot hulp
en om toezicht te houden. - Men meldt ook uit Wou-
drichem dat het land tot daar onder is geloopen
alles vlucht met have en vee.
Ongeveer honderd stuks vee dreven gistermiddag
rond. - Onder Ylijmen moeten twee kinderen en de
dienstmeid van een landbouwer, benevens 35 stuks
vee verdronken zijn. Vele huizen staan tot aan den
nok in het water. De passage op alle wegen is in
het land van Heusden en Altena gestremd.
De Noordbrabanter schrijft omtrent de ramp het
volgende: De gevolgen van deze doorbraak zijn niet
te overzien; wanneer men nagaat dat de geheele
streek die nu geïnundeerd wordt, zeer laag is ge
legen, en dat voor den dijk meer dan 6 meter water
stond, dan zal men zich eenig denkbeeld kunnen
vormen van de verwoesting aan have en vee daar
aangericht en aan het groot gevaar voor het leven
der bewonerseen gedeelte der Langstraat met het
geheele land van Heusden en Altena wordt daardoor
diep geïnundeerd, daar het water zijn natuurlijken
weg naar den Amer zal zoeken. De doorbraak is
van 150 tot 200 M. breed; door den sterken stroom
zijn vijftien huisjes totaal weggespoeld en vele andere
zwaar beschadigd. Daar het voorland bij de door
braak nogal hoog is, zal de inundatie geene buiten
gewone hoogte bereiken. Er zijn onmiddellijk door
het waterschapsbestuur van den Hoogen Maasdijk
van Stad en Land van Heusden maatregelen genomen
tot beringing van de gevallen doorbraak, terwijl het
bestuur der Hulpgaten in de landen van Heusden
en Altena een aanvang maakt tot opening der hulp
gaten om het inundatiewater te loozen.
Onder Cuyk zijn eenige huizen ingestortde men
schen zijn gered. De toestand is aldaar voor men
schen en vee hachelijk. - Huiseling, onder Grave,
staat diep onder water. De boeren namen aldaar
eene dreigende houding aan, wegens de afschutting
van de doorlaat der Kolsche wetering in den spoor-
wegdijk. Deze dijk is over 740 meter bezweken. Te
Roermond heeft eene collecte voor de watersnood
lijders f 2300 opgebracht.
Uit Grave wordt gemeld dat de boeren te Hui
seling de afgeschutte doorlaat van de Kolksche
wetering verbroken hebben en dat de dijken zich
geed houden.