N°. 640 4.
SSsktittdag 3 JaauatL
A°. 1881.
Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN,
Eerste. Blad. 1
Oud en Nieuw.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIBSCI
BAGBLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.ƒ11.10.
Franco per post.1-40.
Afzonderlijke Nommers„j 0.05.
Weinige nren nog, en weer zal een tijdlkring van
twaalf maanden met al zijn lief en leed Aijn afge
sloten om plaats te maken voor een nieu wen.
De verschillende gewaarwordingen, die zoo menig
een zullen bezielen bij het vernemen d er laatste
'twaalf klokslagen van 1880, gewaarwordingen van
vreugde of weemoed, al naar gelang de/ vervlogen
jaarkring blijde of droeve herinneringen! nalaat,
wij zullen ze niet trachten te peilen, zijj behooren
besloten te blijven binnen de stille huisk. uner, waar
dikwijls reeds een blik, een enkele h&n.ddruk van
hen, die zooveel lief en leed met elkaar deelden,
veel meer neggen dan woorden zouden ikunnen uit
drukken.
Aan het hoofd van een blad, een openbaar orgaan,
dat niet voor enkele stadgenooten, m;var voor tal
van lezers verschijnt, verwacht men b ij den over
gang van het „oude" tot het „nieuwe" dan ook
gewoonlijk een woord, gewijd aan de opjenbare zaak,
waarin allen zonder onderscheid belangstellen.
Dat woord heeft uit den aard der kaak betrek
king zoowel op het verledene als op heti toekomende.
Welke waren de licht- of schaduwzijden voor onze
gemeente m het afgeloopen jaar, en w/at hebben wij
met eenigen grond voor haar in 181(11 te hopen?
Ziedaar de beide vragen, die zich a ls vanzelf op
den voorgrond dringen en die wij, zij het dan ook
slechts in ruwe trekken, zullen trach ten te beant
woorden.
Allereerst zij dan een woord van hulde gebracht
aan de nagedachtenis der verdiensteli jke raadsleden
die in den loop des jaars aan onze gemeentelijke
vertegenwoordiging ontvielen, en voo ral aan die van
het achtbaar hoofd dezer gemeente, die, ofschoon
aan een slepende ziekte lijdende, tóch nog onver
wachts uit ons midden werd weggenomen. Gelijk
bij de vervulling van alle belangrijke betrekkingen
van staats- of stadsbestuur, zag mjen ook ditmaal
met verlangen uit naar het nomrner der Staats
courant, dat de benoeming van den nieuwen titu
laris zou bevatten. En geen wonderDe publieke
opinie had als zoodanig reeds aangewezen een ge
acht ingezetene, van wien men vertrouwde, dank
zij den geest waarin hij reeds gJeruimen tijd de
veelomvattende betrekking van wethouder had waar
genomen, dat het aan hem niet zoili liggen, zoo onze
gemeente in veel, waarin zij tot dijisverre achterlijk
was, geen gelijken tred zou honden met andere
groote gemeenten des lands. De benoeming kwam
en zij stelde de openbare meening niet te leur.
Ziedaar wel een feit, dat verband houdt met ver
leden en toekomst, met oud en nisuw beide. Want
al was de tijd van het nieuwe beheer nog te kort
om reeds nu een oordeel te vorm an, er waren toch
reeds genoeg verschijnselen waar te nemen, die ge
tuigen van eenigszins veranderde zienswijze en van
een vooruitstrevende richting, die dier gemeente zeker
ten goede zal komen.
En daar valt binnen onze aloude veste nog veel
te doen; op menige wondeplek v erd wel de vinger
gelegd, maar daarmede werd zij nog niet geheeld.
Of mag dat niet gelden van zc o menig onooglijk
of gevaarlijk punt, of doorgang n onze stad, welke
dringend voorziening vereischen En - om van een
tweede belangrijke aangelegenheid te gewagen - de
PRIJS DER ADVERTENTIES
Y<m 1—6 regels...-1.05.
Icdsro regel meero 0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte.
gaszaak, zeker ook daarin hebben wij een schrede
voorwaarts gedaan, een belangrijke schrede zelfs,
in zoover het thans in confesso is, waar de fout
schuilt, nl. aan de fabriek zelve. Waarlijk, 1880
mag voor de gasverbruikers wel het jaar des gedulds
worden genoemd; moge in 1881, moge spoedig in
1881 dat geduld, waarvan reeds al te veel werd ge
vergd, beloond worden door afdoende verbetering,
geconstateerd door proefnemingen, waarvan de uit
komsten minstens éénmaal per maand worden open
baargemaakt, en niet kwartaalsgewijze, zoodat de
belanghebbenden telkenmale voor even treurige, maar
even onherroepelijke faits accomplis worden gesteld.
Ook van een andere zaak hopen wij veel goeds
voor het volgend jaar, van den niet genoeg toe te
juichen stap, door den Gemeenteraad gedaan in
zake de nog altijd onze goede stad ontsierende Rnïne.
Of bebouwing door het Rijk met het doel, waarvoor
de vlakte in goed vertrouwen werd afgestaan, i>f
teruggave aan de gemeente - ziedaar de leuze, die
wij in 1881 steeds voor oogen hebben te bonden.
Niet minder wenschen wij der volijverige com
missie voor het monument van Leidens ontzet de zoo
welverdiende bekroning harer volhardende pogingen
toe door de zoolang verbeide onthulling van het
gedenkteeken, waarvoor de middelen met zoo taai
geduld werden bijeengegaard. Zoo ooit, dan geldt
het hier een Leidsch feest bij uitnemendheid, maar
tevens een nationaal feest. Moge het den 3den
October a. s even goed slagen als de festiviteiten,
die in het thans afgesloten jaar binnen onze veste
werden gevierd, de schitterende maskerade en de
belangwekkende landbouwfeesten.
Zoo eindigen wij dan onzen nieuwjaarsgroet met
blijde feesttonen uit het oude en het nieuwe jaar.
Mogen de klanken, die de wachter op den toren
ons straks zal tegemoetzenden, ons als een waar
feestlied in de ooren klinken, als een voorspel van
een jaar van voorspoed en vooruitgang voor ons allen!
LEIDEN, 31 December.
Het Broederpad is in feestdos getooid: de be
woners laten er van hunne woningen de vader-
landsche driekleur wapperen. Dat doen zij omdat
hun buurtgenoot de heer J. D. Speet heden het
25-jarig bestaan zijner zaak viert en omdat hij
mede zooveel heeft gedaan om het pad in een
goeden toestand te brengen. Bij onze stadgenooten
is hij evenmin een onbekende. Dit getuigen bij
herhaling de vele versieringen die aan hem wor
den opgedragen. Als bloemist heeft hij zich ook op
tuinbouwkundig gebied gedurende dit tijdperk ver
dienstelijk weten te maken, waarvan hem thans
insgelijks de erkenning werd geschonken.
In dit jaar werden ter veemarkt alhier aan
gevoerd 135,642 stnks, vertegenwoordigende eene
vermoedeljjke waarde van 7,777,724.05, tegen
131,361 stuks, met eene waarde van 7,745,383.15
in 1873. De vermeerdering van aanvoer had betrek
king op schapen (55,862 tegen 52,484); runderen
(26,547 tegen 25,462), en lammeren (36,579 tegen
35,324); bij varkens, biggen en vooral kalveren
(5539 tegen 6587) was achteruitgang merkbaar. Al
geeft de paardenmarkt weinig teekenen van leven,
zoo is toch de aanvoer van paarden bijna verdub
beld (120 tegen 70); tegenover dit gunstige teeken
staat echter de sterke vermindering in het aantal
aangevoerde veulens en wel van 174 op 64.
De prijzen over de beide jaren waren de vol
gende; paarden: hoogste, gemiddelde en laagste
prijzen over 1880 220, 145, 70 tegen 211,
188,50, 166 in 1879; - veulens: 114, 87,
60 tegen 128, 106, 103; - runderen: 307,
208.25, 109.50 tegen 296, 220, ƒ144; - kal
veren: 84, 63, 42 tegen 74, 52.80,
31.60; - schapen: 34.10, 24.05, ƒ14 tegen
31.80, 23.90, 16; - lammeren: 15, ƒ10.50,
6.00 tegen 15.40, 10.80, 6.20; - varkens
(magere): 39.50, 29.90, 20.30 tegen 30.90,
22.80, 14.70.
Als vermoedelijk verhandelde waarde van het
aangevoerde in 1880 tegen 1879 kan worden opge
geven: paarden: 17,40013,195; - venlens:
556818,444; - runderen: 5,509,680.25
5,601,640; - kalveren: 348,957—347,793.60; -
schapen: 1,343,481.101,254,567.60; lamme
ren: ƒ385,129.50ƒ380,499.20; - varkens (magere):
73,613.80 59,667.90;-biggen: 93,894.90—
69,576.15.
Behalve vermeerdering van aanvoer en grootere
omzet kan nog geconstateerd worden dat ook in het
afgeloopen jaar voor alle veesoorten hoogere prijzen
besteed werden, met uitzondering van een zeer ge
ringe daling bij de lammeren, en over het algemeen
dat onze markt meer en meer in bloei toeneemt en
tot de belangrijkste in ons land mag gerekend worden.
Bij den heer C. Kooyker alhier is thans ver
schenen het reeds vroeger aangekondigde werkje
van onzen geachten stadgenoot ds. J. E. Inckel:
„Enkele Bladzijden uit het levensboek van den
Evangeliedienaar, bij het nederleggen zijner ambts
bediening", waarvan de opbrengst het wees- en onde-
liedenhuis der Evang.-Luthersche gemeente alhier
ten goede komt. Is vroeger in dit blad de uitgave
aangeprezen om het goede doel, het doet ons ge
noegen dit thans ook om den inhoud te kunnen
doen. In den vorm van kleine novellen bevat het
boekje herinneringen uit het leven van den gemoe
delijken leeraar nit drie standplaatsen: Harlingen,
Kuilenburg en Leiden, die op aangename wijze
gesteld, een reinen, christelijken geest ademen.
Menigeen zal zich bij het lezen dier eenvoudige en
toch zoo treffende verhalen diep geroerd gevoelen,
en wij durven dan ook gerust beweren dat niemand
zich, ook geheel afgescheiden van het goede doel,
de geringe uitgave voor de aanschaffing van dit
werkje zal beklagen. Druk en uitvoering zijn mede
zeer netjes.
In de gisteren in het openbaar gehouden zitting
van den schuttersraad werd voorlezing gedaan van
een besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol
land, waarbij het vonnis tegen den lsten luitenant
Van Wijk, indertijd door ons medegedeeld en van
welk vonnis hij bij Ged. Staten in hooger beroep
gekomen was, vernietigd werd, en dezeopnieuw recht
doende hem van het hem ten laste gelegde vrij
spraken, de kosten te dragen door den schuttersraad.
Aan mr. L. Serrurier, conservator, waarnemend
directeur van het Rijks Ethnographisch Museum te
Leiden, werd onlangs opgedragen om, in verband
met eene wetenschappelijke rangschikking en be
schrijving dier verzameling, een onderzoek in te
stellen naar de rijke ethnographische collectiën te
Londen aanwezig. Hij heeft thans daaromtrent een
verslag aan den minister van binnenlandsche zaken
uitgebracht. Het komt voor in de Staatscourant
van heden.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 6082 volwassen
personen en van 13—16 kinderen.