N Dinsdag 7 December. G383. A°. 1880. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Zoolang de voorraad strekt, kunnen de beide Oleographieën nog door onze Abonné's tegen afgifte van den bon en be taling van 60 cents aan het Bureel: Doeza- straat N°. 1, worden afgehaald, w Den Abonné's buiten de Stad wor den ze, tegen inzending.van den bon en 70 Cents in blauwe postzegels of per post wissel, franco toegezonden. Sint-Nicolaas. To LBIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURAST: Voor Leiden per 8 maanden.-J 1.16. Franco per post1.40. Aüonderiijke Kommen0.05. PRIJS DER AB VERTEX TIEN: Van 1—8 regels Iedere regel meers. 1.05. B-0.17^ jG rooters letters naar plaatsroimta. STADS-BERICHTEN. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, <tp Dinsdag 7 December 18S0, des namiddags te vier uren. Punt ter behandeling: Adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal in zake de Ruïne. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet te weten dat aan den ontvanger der directe belas tingen alhier is ter hand gesteld een op den lsten December jl. invorderbaar verklaard kohier van het patentrecht over het dienstjaar 1880/81, 2de kwartaal, zijnde een ieder verplicht zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 4 December 1880. DE KANTER. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten dat, ingevolge art. 11 van het Koninkl. Besluit van 9 November 1851 (Staatsblad n°. 142), in verband met Zijner Majesteits besluit van 11 Augustas 1859 (Staatsblad n°. 80), de herstemming ter benoemÏDg van drie leden van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, zal plaats hebben op Zaterdag, den 18den December a. s. des middags van 12 tot 2 uren en dat de verkiezing van één lid dier Kamer, ter vervulling der vacature, ontstaan door het bedanken van den heer A. H. EIGB- MAN voor de op hem uitgebrachte benoeming, op hetzelfde tijdstip zal geschieden. Den kiesgerechtigden wordt medegedeeld dat voor eerstgemelde vacatures een wit en voor laatstgemelde vacatore een rood biljet moet worden ingevuld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 6 December 1880. E. KIST, Secretaris. „De schel op Sint Niklaas is als de tooverluit", zong de Génestet in zijne zoo geestige, terecht beroemde schets van een echten huiselijken Sint- Nicolaasavond. Wij, die onzen lezers gaarne een even gezellig interieur toewenschen, als in dat lied wordt gevondenal zij het dan ook, dat wij hopen dat de heeren niet „geschroefd zullen zijn in hunne préjugés, evenals in hunne boorden"wij gevoelen een zekeren schroom bij de uitgave van dit nummer. Waarde lezers! wij zijn er van overtuigd, dat op een gewonen avond geen aangenamer schel u in de ooren kan klinken, dan die van den krantenjongen; dat zoodra de courant is binnen gebracht, de heer des huizes van zijn recht ge bruik maakt om onze telegrammen en vooral het beursnieuws ijverig te bestudeeren; daarna met een tevreden gezicht - want de markt staat vrij goed - de courant aan zijne wederhelft overhandigt, die zich haast om in de advertentiën het voor haar belangrijke op te sporen, vervolgens gaat zij tot de eerste pagina over - is het niet waar, dames, dat een goed geaarde huismoeder de courant begint op de vierde bladzijde - en broksgewijze wordt nu aan haar man en de kinderen het nieuws meegedeeld, dat bijzonder haar aandacht trekt. Nu is het de beurt aan zoons en dochters om het hunne er uit te genieten en dan - wij zijn geeaszins ongevoelig voor de eer - wil zij dikwijls nog in de keuken de meiden verbaasd het hoofd doen schudden over de vreeselijke moorden en branden, die er weer in de wereld plaats gegrepen hebben. Dat is het lot op een gewonen avond; maar hoe geheel anders op dezen. Een gevoel van teleur stelling wordt niet verheeld als met een ,,'t Is maar de courant", de zoon des hnizes, die heden avond als portier dienst doet het blad binnen brengt. Er was gescheld, men had gerekend op een pakje, een surprise, een aardigheid, een niets maar 't is slechts de courant. Op zulke oogenblikken voelt de Koningin der aarde zich al bijzonder machteloos; wat kan zij geven; nu zelfs de hoogst interessante en altijd nieuwe Dnlcigno quaestie afgehandeld is, nu er van de Kamers geen Sint-Nicolaas-surprise is te wachten, nu de winkeliers de meeste reclame maken met hun licht en niets bijzonders adverteeren - 't is toch al te laat, denken zij, - nn wij om de stemming van dezen dag niet te storen onze meest bloedige moorden achterwege gelaten hebben tot morgen: nu is de courant al blijde als het hoofd der familie haar zijn gewone aandacht wijdt, en is zij voor de andere huisgenooten slechts pakpapier geworden om nog spoedig iets te verzenden. Het is een onaangenaam lot zoo'n onttroonde Koningin, al is het slechts voor één dag; en toch met liefde getroost zij het zich, want zij weet voor wien zij moet wijken. Sint-Nico- laas is niet iedereen; de waardige grijsaard met zijn driekanten myter, zijn kromstaf en zijn langen baard; met zijn zwarten knecht en zijn zak vol ver rassingen, is eene heilige, met wien zij niet alleen gaarne op goeden voet staat, maar die zij ook liefheeft. En waar men bemint, kan men veel, zeer veel verdragen. En wilt gij weten, waarom wij zooveel van Sint-Niklaas houden? 't Is misschien erg be krompen vaderlandslievendmaar het is, omdat de goede Sint zoo'n echte Hollander geworden is. Ons Sint-Niklaasfeest is niet gelijk te stellen met het Eransche Nieuwjaar of den Kerstboom der Duitschers. Het Nieuwjaar is een dag vol bur gerlijke herinneringende Kerstavond een tijdstip aan kerkelijke zaken in de eerste plaats gewijd; de cadeautjes spelen er niet de hoofdrol, zij zijn slechts ondergeschiktmaar onze SintNicolaas is noch burgerlijk, noch kerkelijk van beteekenis; hij ontleent zijn belang slechts aan een van de gunstigste uitingen van de menschelijke natuur: aan de mildheid. Men geeft, niet om terug te krijgen, noch minder om er zich een wit voetje mee te maken - tenzij in sommige omstandigheden een ongetrouwd heer aan een dito dame, maar dan is de zaak geheel anders - neen, men geeft bedektelijk, verstopt, alleen uit lust tot geven, gedreven door den zin om onzen dierbaren aangenaam te zijn, om den trek van verrassing, van blijdschap te zien, als zij na Jang zoeken tusschen een hoop prullen vinden ilatgene, wat zij reeds lang in stilte wenschten te bezitten. Dien wensch hebben zij nooit geopen baard, maar gij, zender van het pak, dat met een fanlaasiemerk uit eene fantaisieplaats van afzending zoo deftig besteld werd, hebt het geraden; en gij ziet, gij hebt u niet vergist. 't Is eerst eene wreede ontgoocheling, als wij op school van een dieper denker dan wij moeten hooren, dat Sint-Nicolaas niet bestaat, dat vader en moeder of een ander de oorzaak zijn, dat wij onzen neergeTetten schoen zoo welgevuld 's morgens terug zagenLuaar het onaangename van het ver lies dier illnsie -.ral spoedig verdwijnen. Het kinder lijk geloof komt wel niet terug, maar het wordt ver vangen door de dankbaarheid voor de vele bewijzen van liefde, die men op zoo'n dag mag ontvangen. En later, als wij ouder worden, komt een nog aan genamer gevoel, als wij niet slechts begiftigde,' maar ook gever zijn, en vooral dan als beide rollen vereenigd zijn. Niet om het cadeau is het te doen, maar de bedoeling. Het jonge meisje, dat haar eerste paar geborduurde pantoffels dien dag in een uitgeholde turf Papa in handen speelt, be zorgt hem een vreugde grooter dan zij zelve wel denkt. De jonkman, die, naar hij meent, zeer geheimzinnig, „een lief kind van achttien jaren" een keurige surprise met nog keuriger inbond schenkt, vermoedt niet hoe spoedig de gever ge raden is en hoe goed zijn beleefdheid haar doel treft.' Doch wij zouden veel te uitgebreid worden,' wilden wij schetsen al het goede, het lieflijke dat een Sint-Nicolaasavond aanbrengt, 't Is een waar feest der vriendschap en liefde, één groot koor van harmonische tonen, waarin geen enkele wanklank gehoord wordt. Geen enkele - ja, gelukkig dat kannen wij zeggen. De Génestet had er nog één en wel een zeer schrillenDe arme was vergeten. Doch thans zien wij bijna overal milde handen den minder bedeelden kinderen op dezen dag eene verrassing bereiden, zoodat zij niet zoo erg gevoelen, hoeveel zij bij de meer gefortuneerden achterstaan. Moge nog lang dit oud - niet verouderd - gebruik in stand blijvenmogen onze kinderen en kindskin deren tot in verre nageslachten zich nog verheugen op dezen dag, waarop het Nederlandsch familie leven zich van zijne schoonste zijde doet kennen. Dat is onze wensch en wij meenen dien zoo zeer,1 dat wij het Hiemand zullen kwalijk nemen, zoo hij, in plaats van dit artikel te lezen, den avond van heden besteed om te doen wat er te doen is,' pakjes maken, geestigheden bedenken en de winkels rond te loopen, waar hij verzekerd kan zijn „de mannen van de pers" ook te ontmoeten, die dan meer belangstellen in banket- en chocoladeletters dan in het schoonst typographisch product, dat ooit eene drukkerij verliet. LEIDEN, 6 December. Naar aanleiding van onze mededeeling in ons vorig nummer omtrent het aantal studenten, wen- schen wij nog een vergelijkend staatje te geven over de verschillende jaren, waarin de wet op het hooger onderwijs heeft gegolden, steunende op de almanakken en de jaarboeken Getal der studenten: 1877 1878 1879 1880 Juridische faculteit 487 486 459 448 Medische faculteit 184 189 191 187 Literarische faculteit 58 65 57 54 Philosophische faculteit 53 58 44 45 Theologische faculteit 41 40 38 35 Totaal 823~ 838~ 789" 769" Hiervan waren niet-corps leden: 43 57 103 123 Ledental van het L. S.-C. 780 781 686 646 Ingeschreven bij den rector magnificus waren 627 531 485 Waarschijnlijk getal der studenten 833 868 849 Hierbij nog eenige woorden tot toelichting. Het getal der studenten is opgemaakt door de alma nakredactie, die wel weet hoeveel corpsleden er precies zijn, maar niet het juiste getal der niet- corpsleden. Van dezen worden alleen de ingeschre-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1