N°. 6376. ÜZaandag 22© November. A0. 1880.
Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN,
Eerste Blad.
Uit de begrootingsdiscussie.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCÏÏ <j£&| DAGBLAD.
PEIJS DEZEE COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
STADS-BEEICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN;
Gelet op de verordening van den 9den Januari
1868, houdende aanwijzing der plaatsen, dagen en
uren voor de verschillende markten binnen de
gemeente Leiden;
Brengen ter kennis van belanghebbenden dat de
ST.-NICOLAASMARKT, in plaats van op 5
December, dit jaar zal aanvangen op Maandag 6
December a. s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 20 November 1880.
De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden,
brengt bij deze ter algemeene kennis dat door hem aan den ont
vanger der directe belastingen alhier zijn ter hand gesteld twee op
26 November jl. invorderbaar verklaarde kohieren n®. 9 en 10
voor de belasting op het personeel, beide over het 2de kwartaal
van het dienstjaar 1880/81 on respectievelijk houdende aanslagen
over 12 en 9 maanden, zijnde een ieder verplicht zijnen aanslag
op den bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
27 November 1880. DB KANTER.
Bij het nalezen van de officiëele bladen, behel
zende de begrootingsdiscussie in den gemeenteraad,
bepaalde zich onze aandacht vooral bij die zin
sneden, waarin naar aanleiding van een kleine
voorgestelde verhooging van de bezoldiging der
agenten 3de klasse het gehalte der Leidsche politie
wordt besproken.
Vooral in deze dagen stelden wij in dat onder
werp bijzonder belang, nu een geding voor de
arrondissements-rechtbank te 's-Gravenhage, dat
ons in gedachten terugvoerde naar een „rumoeri-
gen" avond tijdens de landbouwfeesten hier ter
stede, opnieuw voor de zooveelste maal er aan
herinnerde dat de betrekking van politiebeambte,
juist in een academiestad als de onze, bijzonder
groote bezwaren oplevert.
Zonder dan ook den mageren inhoud der „fooien-
kas" in rekening te brengen, mag men gerust aan
nemen dat, wil men gaen gevaar loopen al te
dikwijls vreemde gezichten onder de jongere agenten
te zien, men hen vooral niet lager moet bezol
digen dan in naburige groote gemeenten geschiedt,
want, ook wanneer alle voordeelen gelijkstonden,
zouden zij zeker geen reden hebben om aan den
dienst in een academiestad met hare eigenaardige
moeilijkheden de voorkeur te geven, indien geen
familiebetrekkingen of andere redenen hen daartoe
noopten.
Het doet ons dan ook van harte genoegen dat
het voorstel, strekkende om het betrekkelijk arti
kel te verminderen met de som, voor de bedoelde
verhooging uitgetrokken, met groote meerderheid
werd verworpen, te meer daar de argumenten der
voorstanders van dat voorstel zeker wel eenige
reden tot bestrijding opleverden.
Zoo werd in den loop der discussie spijt uit
gedrukt dat in de memorie van antwoord te lezen
stonden de woorden: wat de klacht betreft, dat
de agenten van politie niet voldoende zouden be
kend zijn met de bepalingen, voor welker naleving
zij hebben te waken, zij opgemerkt dat, „zooveel
de beschikbare tijd zulks toelaat", voor een be
hoorlijke instructie wordt zorg gedragen.
Dat is, dunkt ons, al heel wel, en indien de
vrucht van die instructie is, dat al de agenten,
ook die der 8de klasse, flink bekend zijn met de
plaatselijke politie-verordeningen niet alleen, maar
die ook met stiptheid, bezadigdheid en zonder
onnoodige barschheid weten toe te passen, - dan is
dat naar onze bescheiden meening zelfs al het
uiterste, wat men vergen kan van beambten met een
weekgeld van 10 tot 12- gulden.
Doch er wordt van hen nog heelwat meer ge-
eischt. Het zou ons niet verwonderen, indien
eerstdaags in de eene of andere oproeping voor
de betrekking van politie-agent deze woorden
voorkomen„Ornithologen verdienen de voorkeur."
Immers ook de wet van 15 Mei dezes jaars ter
bescherming van voor landbouw en houtteelt nut
tige vogels moet worden nageleefd. Op het „cur
susje" zullen dus ook de 139 namen der in die
wet bedoelde vogels dienen te worden ingepompt
maar zelfs dat zal nog niet voldoende zijnmen zal
ook een soort van museum moeten aanleggen, waarin
ten minste één exemplaar van elk der 139 ge
vleugelde beschermelingen voorkomtwant de be
ambte, belast met het surveilleeren van vogelmarkt
en vogelkooplieden, zal heel weinig nut hebben
van de kennis der namen, indien hij niet tevens
de lieve diertjes weet te onderscheiden, waaraan
ze toekomen.
Intusschen staat het te vreezen dat heeren
agenten voorloopig het voorbeeld van hun ambtge
noot in de hofstad zullen volgen, die zich heel
beleefd van de netelige zaak afmaakte toen een
ingezetene, die zich met eigen oogen wilde over
tuigen in hoever de wet ter bescherming van
vogels wel werd uitgevoerd, hem een koopman
aanwees, die tot de bevoorrechte beschermelingen
behoorende „fluiters" te koop aanbood.
Geen wonder trouwens, dat de man zich niet
wilde inlaten met het lange lijstje, waarvan de
Tweede Kamer de samenstelling ook maar liefst
niet zelve op zich nam. Wij weten nu wel dat
de vogelwet niets te maken heeft met de plaatse
lijke politie-verordeningen, maar zij dient toch te
worden nageleefd, en zoolang daarvoor geen be
paalde deskundigen zijn aangewezen, rust die taak
toch waarschijnlijk wel op de politie, die trouwens
op dat gebied reeds bekeuringen deed.
Men ziet dus wat er alzoo van politiebeambten
wordt of liever kan worden gevergd. Het zou vrij
illusoir zijn, te wanen dat zij aan al die eischen
zouden kunnen beantwoorden. En wat de Leidsche
politie in het bijzonder betreft, hare eigenaardig
moeilijke taak in aanmerking genomen, gelooven
wij niet dat zij juist tot de slechtste behoort. Aan
de „detective" richting in het Leidsche politie
wezen, waarvan men het, wij zouden haast zeggen,
een verwijt maakte in den Gemeenteraad, hebben
wij het waarschijnlijk te danken dat inbraken en
diefstallen, die in hoofd- en hofstad en elders al
tamelijk aan de orde van den dag of liever van
den nacht zijn, hier ter stede nagenoeg niet voor
komen. Zulk een gelukkig verschijnsel pleit naar
onze bescheiden meening meer voor de degelijkheid
der politie, dan een groot aantal bekeuringen, dat
daarvoor wel eens als bewijs wordt aangehaald. Ja,
wij zonden bijna geneigd zijn de stelling om te
keeren en te zeggen: de deugdelijkste politie is
zij, die voor de naleving der gemaakte verorde
ningen zorgt en daarbij zoo min mogelijk bekeurt.
Doch daartoe behooren tact en onderscheidiDgsgave.
PEIJS DEE ADYEETENTIEN:
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer..„,. 0.17J.
firpAterg letters .naar plaatsruimte.
LEIDEK, 37 November.
Heden is aan de hoogeschool alhier de heer
L. H. J. Lamberts Hurrelbrinck, geb. te Passaroean
(Java), bevorderd tot doctor in de rechtsweten
schap met academisch proefschrift, get.„Iets
over schending van geheimen", en mede tot doctor
in de rechtswetenschap, de heer M. Colthoff, geb.
te Gorkum, met academisch proefschrift, get.
„Bijstand en machtiging der getrouwde vrouw".
In het voerjaar van 1881 zal het studen
ten-muziekgezelschap „Sempre Crescendo" alhier
zijn 50-jarig bestaan viereD, en zijn dientenge
volge de eereleden of oud commissarissen, bij eene
circulaire, onderteekend door de heeren H. Van
der Hoeven, hoogleeraar, en L. H. Browne, jur.
cand. te Leiden, tot eene bijeenkomst uitgenoo-
digd tegen 11 December a. s. op de studenten
sociëteit „Minerva", ten einde met medewerking
van dezen te overleggen op welke wijze dit feest
luisterrijk gevierd zal kunnen worden.
In de maand October stierven er boven de 65
jaren te Amsterdam 90, te 's-Hage 31, te Haarlem
20, te Leiden 24, te Rotterdam 47, te Utrecht
20, te Dordrecht 11 en te Arnhem 7 personen;
aan lichaamszwakte, keel- en longtering, acute en
chronische ziekten der ademhalingsorganen be
zweken te Amsterdam 234, te Arnhem 20, te
Groningen 22, te Dordrecht 13, te 's-Graven
hage 74, te Haarlem 24, ie Leeuwarden 18,
te Leiden 26, te Rotterdam 113 en te Utrecht
35 personen; aan mazelen te Amsterdam 3 en
Leeuwarden 6 personenaan roodvonk te Amster
dam, Arnhem en Rotterdam 1 persoondoor
gewelddadigen dood en verdrinken te 's-Hage 4,
Amsterdam 15, Leiden 1, Dordrecht 3, 's-Boscn
2, Rotterdam 8 en Utrecht 1 persoon. De ver
houding der overledenen tot 1000 inwoners per
jaar was te Amsterdam 25.6, Arnhem 19.7,
Dordrecht 17.7, 's-Gravenhage 21.5, Groningen
19.2, Haarlem 29.4, 's-Hertogenbosch 20.1, Leeu
warden 24.6, Leiden 27.7, Maastricht 29, Rotter
dam 24.5 en te Utrecht 23. De verhouding was
dus te Haarlem het ongunstigt, hier ter stede
iets minder en te Dordrecht het gunstigst. Van
één der alhier overledenen was de leeftijd niet bekend.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 5769 volwas
sen personen en van 711 kinderen.
Door de heeren J. Paling Hz. en A. J. T.
Hofman te Woerden worden pogingen aangewend
tot het in exploitatie brengen van een stoomtram
voor personen- en goederenvervoer tusschen Woer
den en Utrecht, op of langs de rijks groote wegen
tusschen die beide gemeenten. De daarvoor noodige
concessie is reeds bij de hooge regeering aange
vraagd en in overweging genomen. In verband
der voor vele tusschengemeenten ongunstige dienst
regeling van de Ned. Rijnspoorwegmaatschappij,
alsook met het oog op de aansluiting der te
verwachten tramlijnen Haarlem—Leiden en Lei
denWoerden, wordt aan deze verbinding Woer
den-Utrecht groote levensvatbaarheid toegeschreven.
De Algemeene Synodale Commissie heeft
aan onderscheiden hulpbehoevende gemeenten, ter
aanschaffing van leermiddelen bij het godsdienst
onderwijs, uit de daarvoor gecollecteerde gelden
een kleine som toegestaan. Benoemd zijn tot leden
der commissie voor spoedvereischende zaken de
heeren G. Brum, J. v. d. Vegt; met het toezicht
op het beheer van den quaestor-generaal werden
belast de heeren H. Steenberg en mr. M. Crom-
melin, tot wier secundi werden aangewezen de
heeren J. AÜDgh Prins en mr. J. G. Bergsma.