Gisteravond omstreeks acht uren
heeft er in de Morschstraat een vechtpartij plaats
gehad tnsschen A. K., wonende te 's-Hage, en D. K.i
waarbij op dat oogenblik zich voegde de persoon
van P. "V., spoorlooper, die eerstgenoemde met een
scherp werktuig eene verwonding aan den pols en
in de borst toebracht, ten gevolge waarvan de
gewonde in het Academisch Ziekenhuis is opge
nomen en aldaar geneeskundig behandeld door
dr. S. - Volgens een hedenmorgen ingesteld onder
zoek, moeten de wonden van A. K. van geen ge
vaarlijken aard zijn.
De schuttersraad te Leiden heeft, in
naam des Konings, het volgende vonnis gewezen
in de zaak van Willem Frederik Van Wijk
lste luit. bij de eerste comp. der dd. schut
terij alhier:
Gezien de dagvaarding,
Gehoord de getuigen,
Gehoord den beklaagde,
Gehoord de conelusie van den heer auditeur
daartoe strekkende dat de beklaagde zal worden
verklaard schuldig aan plichtsverzuim en mitsdien
veroordeeld tot eene geldboete van ƒ15 en in de
kosten van dit geding
Overwegende dat het uit eene opgave van den
heer commandant der dd. schutterij te Leiden aan
den heer auditeur bij die schutterij in dato 21
Juli 1880, alsmede uit de verklaringen van twee
getuigen en uit de bekentenis van den beklaagde
zelveu behoorlijk is gebleken dat de beschuldigde
zonder verlof van zijne superieuren afwezig is
gebleven van de wapenoefening der 4de comp. op
13 Juli 1880, waaraan hij volgens nota dd.
11 Juni 11. tot nader order moest deeluemen en
dat hij zich te 6»/4 nur naar de Aloëlaan heeft
begeven om naar de oefening te kijken en ter
stond bij het eindigen derzelve op het terrein
is gekomen en aldaar met de getuigen heeft
gesproken
Óverwegende dat deze feiten als plichtsverzuim
moeten beschouwd en gestraft worden
Gezien de artt. 57 en 61 der Wet van 11
April 1827 (Staatsblad N°. 17), welke luiden ah
volgt: Art. 57. Die, tot eenigen dienst geroepen
zijnde, te laat komen, zich te vroeg verwijderen
of in het geheel niet verschijnen, alsmede de zoo-
danigen van welke het blijken mocht dat zij, na
tot eenigen dienst te zijn geroepen, zonder voor
kennis hunner superieuren, of ook slechts ter ont
duiking van den dienst de gemeente hebben ver
laten, zullen met geldboete worden gestraft. Art.
61. De geldboeten, waartoe ingevolge de wet zal
kunnen worden verwezen, zullen, voor zooverre
zulks bij dezelve niet in het bijzonder anders
mocht zijn bepaald, de som van 15 telkens niet
mogen te boven gaan enz.
Verklaart den beklaagde schuldig aan plichts
verzuim wegens afwezigheid van de wapenoefening
der 4de comp. op 13 Juli 1880, zonder voor
kennis zijner superieuren, hoewel daartoe behoor
lijk opgeroepen, en veroordeelt hem tot eene geld
boete van vijftien gulden en in de kosten van
dit geding, welke tot op de uitspraak dezes be
groot worden op eene som van vijfentachtig centen."
Van dit vonnis is door den heer Van Wijk bij
Gedeputeerde Staten appèl aaDgeteekend. Naar wij
nader vernemen, kwam zijne verdediging uitslui
tend hierop neder, dat hij als commandant van
de lste comp. niet kon staan onder de commando's
van een anderen compagnies-commandant en dat
hij herhaaldelijk met het oog daarop den majoor
om ontslag als comp.-commandant had verzocht.
Iemand zocht naar zijnpaardenhij
zat er op. - Iets dergelijks is onlangs in eene
gemeente niet ver van Nieuwveen gebeurd. Het
karnen was bij een boer afgeloopen, men spande
het paard uit en joeg het in 't landzoo meende
men althans. Dit was Zaterdags; des Maandags
daarop moest er weer gekarnd worden en men
ging daarom het karnpaard uit het land halen,
maar men zag het nergens. In het land liep het
niet, op stal stond het niet. Het vermoeden rees
□u dat het paard gestolen zou zijn en men maakte
al aanstalten om de zaak aan te geven, toon iemand
op de gelukkige gedachte kwam, om toch eens
even in den karnmolen te gaau kijkenmen kon
nooit weten. - En, jawel! daar stond het arme
dier nog altijd met het tuig om, het opzet aan en
de blindlappen voor, flauw van honger en dorst,
zooals men denken kan.
De inbrekers zija te Amsterdam wee
aan den gang geweest. Eerst hebben zij Zaterdag
nacht een bezoek gebracht aan perceel 47 van de
Sarphatistraat, dat zij zijn binnengekomen door
den tuin en een slecht gesloten tnindeur. Boven
gekomen, hebben zij uit de voorkamer der suite
twaalf zilveren lepeltjes en uiteen damesbureau een
betrekkelijk groote som aan contanten ontvreemd
waarschijnlijk gestoord, hebben zij het bankpapier,
dat naast het geld lag, onaangeroerd gelaten. Zon
dag-nacht brachten zij op den meer en meer ge-
bruikelijken weg, dat is van de tuinzijde, een be
zoek aan nummer 43 in de Sarphatistraat. Hier
hadden zij maar een raam op te schuiven om binnen
te komen. Hoewel zij het gas hebben opgestoken
om goed te kunnen zien, hebben zij daar niets
van hun gading gevonden en zijn ze met leege
handen vertrokken. - In denzelfden nacht is voor
de tweede maal in vier weken poging tot iubraak
gepleezd aan het huis van den consul van België,
de heer Sieburgh, Frederiksplein hoek Sarphatistraat
te Amsterdam. De dief kwam in den tuin door
overklimming van een hek en een schutting, aan
den openbaren weg gelegen. Beide keeren werden
vensters verbrijzeld, maar werd het binnendringen
in huis door zware, goed gesloten luiken belet.
Aangaande den brief, waarin een ge
acht ingezetene van Dokkum met den dood be
dreigd wordt, verneemt men nog het volgende.
Zaterdag den SOsten October jl., des avonds
tegen tien uren, werd bij den heer H. D. Drukker,
lid van den gemeenteraad en president-wees voogd,
een brief onder de buitendeur naar binnen ge
schoven van den volgenden inhoud:
„Ik eisch van U geen geld zooals velen, maar
pas op uwen leven! groote deugniet die gij zijt
Wraak! Wraak! Wraak! zal u volgen, dus pas
op, op leven want gewroken zult gij worden. N. N."
De heer D., die bekend staat als een zeer ge
goed en geacht burger, sedert jaren lid van den
gemeenteraad, is 73 jaren oud en zal niemand iets
in den weg leggen. Hij heeft aanvankelijk de ont
vangst van den brief verzwegen, maar zich later
toch verplicht geacht, daarvan kenuis aan de politie
te geven, die thans de zaak onderzoekt. De brief
was ongesloten en geschreven op een half vel
letje postpapier. Het adres luidde: „Aan den grooten
deugniet H. Drukker."
Naar men zegt, is A. Van Beest, de
moordenaar te Sleeuwijk, die tot levenslange tucht
huisstraf was veroordeeld, in de gevangenis overleden.
Op de paardenmarkt te U trecht waren
gisteren 1232 paarden aan de lijn. Veulens golden
van 80 tot ƒ350, paarden van ƒ150 tot ƒ900. De
handel was vrij levendig, daar tal van buiten- en
binnenlandsche kooplieden naar Utrecht gekomen
waren.
Gisternamiddag is een verpleegde
uit het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen
te Dordrecht ontsnapt. Door de politie, die van
het feit kennis scheen te dragen, achtervolgd,
sprong de man aan de Aardappel markt in het
water, waaruit hij echter gered en later naar het
gesticht teruggevoerd werd.
Vr ij dag-avond werd de heer R. te
Maastricht, die iemand naar het station van deu
staatsspoorweg had begeleid, op den terugweg
door een onbekend persoon plotseling aangegrepen.
De heer R. wist door een zijsprong zich aan zijn
aanrander te onttrekken, doch werd daarna door
dezen opnieuw aangegrepen. Op hetzelfde oogen-
jlik naderde echter de postkar, waarop de vreem
deling ijlings de vlucht nam. Tot heden hebben
Dolitie en justitie den brutalen aanrander niet
cunnen ontdekken.
Te Gulpen heeft het dochtertje van
den landbouwer G. uit eene kan met kokende koffie
gedronken, en daardoor inwendig zich zóó zwaar ge-
Hand, dat het onder de smartelijkste pijnen overleed.
Te Stratum naby Eindhoven is eene
vrouw bij het putten van een emmer water voor
over in den put gevallen en bij gebrek aan hulp
verdronken.
Het lijk van den persoon uit Geer-
truidenberg, die acht dagen geleden met zijne zuster
te Breda verdronk, is gisteren opgehaald en naar
Geertruidenberg vervoerd.
Verleden Donderdag hebben reeds
op het zoogenaamde Krikkemeer bij Steggerda,
prov. Friesland, eenige personen schaatsen gereden.
De koopman S. K. uit Steenwijke
wold, die op de verleden Dinsdag te Steenwijk gehon
den paardenmarkt tegen het voorhoofd een slag va
een paard heeft gekregen, is gisteren aan de ge
volgen daarvan overleden.
Twee jeugdige werklieden, die Vrij.
dag aan het station te Gerpinne (België) bezi
waren geweest met het opladen van beetwortels
in een waggon, zijn, toen zij zich des avonds
naar huis wilden begeven, door een passagierstrein
overreden. Zij moesten namelijk een eindweegs
den spoorweg volgen en begaven zich, om voor
een goederentrein nit te wijken, op de andere
baan, en bemerkten door het gestamp en gedreun
van dien trein niet dat de passagierstrein hen
juist achteropkwam. De een werd door midden
gesneden, de ander, wien de voet werd afgereden,
leeft nog, maar verkeert in hopeloozen toestand.
Uit Philippopel wordt gemeld dat
het gerechtshof aldaar het vonnis heeft uitgesproken
tegen de personen, in den moord op mevrouw
Skobeleff betrokken. Twee Montenegrijnen zijn
ter dood, een Macedoniër is tot twaalf jaren
dwangarbeid en de broeder van den moordenaar
van mevrouw Skobeleff, de luitenant Uzatis,
medeplichtige en heler, tot zestien jaren gevange
nisstraf veroordeeld.
De Dnitsche keizer heeft aan de elf
werklieden, die bij het invoegen van den laatsten
steen in de kruisbloem van den Keulschen Dom
toren den 15den October jl. werkzaam waren,
ieder een zilveren horloge doen toekomen, waarop
de voltooide Dom gegraveerd is met een toepas
selijke inscriptie.
Volgens bericht van het Solomon-
eilaud is de stoomboot „Ripple" door de inboor
lingen aangevallen en de kapitein en drie man
der equipage vermoord, terwijl de overigen ernstig
gewond werden. Met groote moeite zijn de aan
vallers afgeslagen, nadat een 50-tal daarbij om
kwamen.
Een zeer zonderling schouwspel ver
toonde zich in het laatst der vorige week voor
de oogen der morgenwandelaars in het „bois de
Boulogne" te Parijs. De heer Bouda de Vero,
bekend als een uitstekend rijder, werd eensklaps
door zijn paard afgeworpen. Het dier scheen het
echter niet over zich te kunnen verkrijgen zijn
meester daar te laten liggen, maar vatte hem stevig
met de tanden vast, waarna het in galop sloeg en
tot aan den „Are de Triomphe" doorholde. Hier
gelukte het aan eenige moedige voorbijgangers den
heer De Vero uit zijne alles behalve aangename
positie te verlossen, die zoo onthutst en bedwelmd
was dat men hem in een rijtuig moest dragen.
Zijne kleederen hadden intusschen meer geleden
dan zijn lichaam.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De belastingen en indirecte inkomsten van
Frankrijk brachten in October 15,838,000 fr. en
in de periode Jan.Nov. 127,129,000 fr. meer
op dan de raming.
Met 35 van de 36 stemmen heeft de Parijsche
gemeenteraad het ontwerp van Sigismond Lacroix,
betreffende de gemeente-organisatie aangenomen.
14 leden bleven buiten stemming en een 25-tal
was niet bij de stemming aanwezig, of niet in de
zitting verschenen.
De prefect van politie te Parijs heeft uit
naam van den minister van binnenlandsche zaken
zijn onderhebbend personeel gelukgewenscht wegens
de doortastendheid, waarmede het decreet van 29
Maart op de congregatiën te Parijs is toegepast.
Naar men zegt, heeft pater Didon, die naar
Corsica was verbannen, verlof bekomen naar Parijs
terug te keeren.
De „Petit Parisien" wijst in een brief aan
Gróvy op de feiten, die De Cissey ten laste kunnen
worden gelegd. „1°. De barones De Kaulla, van
Duitsche afkomst, werd uit Rusland verdreven als
spion der Dnitsche regeering; 2°. sedert verschei
dene jaren verkeert zij met De Cissey op zeerintimen
voet3°. toen De Cissey minister van oorlog was, had
de barones vrijen toegang tot het ministerie
4°. den 4den November 1872 teekende De Cissey
een besluit, waarbij tot verkoop van wapens werd
overgegaan; de nooaige formaliteiten werden ver
zuimd en de Remmington-geweren tegen een lageren