Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. tu a» IVS'O V it liwow. w LEIDSCH A FEUS DEZER COURAST: Voor Leiden per 8 maanden.1.10. 1.40. Franco per post Afzonderlijke Nommers..-...v. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES |Y%lü 1—6 r&gëls ^:e T.»Dfr. 'Iedere regel meer ''-•j» rmr»'jprr-* mrm^f nri-WM^l 4M? i -1 Grootere letters naar plaatsruimte. f, STADS-BESICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Herinueren bij deze den ingezetenen der gemeente aan de bepa ling van art. 201 der algemeene politie-verordening van den 6den November 1879 (Gemeenteblad n°. 4), houdende, dat ten minste tweemaal in het jaar, en wel eens in het voor- en eens in het najaar, op kennisgeving van Burgemeester en Wethouders, schoor- steenen cn stookplaatsen gereinigd moeten worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 23 October 1880. E. KIST, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 8, 1ste alinea, der Wet van 2 Juni 1875 Staatsblad n°. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken; Brengen bij deze ter algemeene kennis dat door hen op heden vergunning is verleend aan J. VAN ROSSEN en zijne rechtverkrijgenden tot het oprichten vaneen e vellendrogerij in het pand in de Looierstraat, No 23. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 4 November 1880. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 4 November. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika door middel van het stoomschip „Amsterdam", waarvan de laatste bnslichting aan het postkantoor te Rotterdam is bepaald op Zaterdag den 6den November a. s., des morgens te 11 uren. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. dus uiterlijk des morgens om 7.40 bezorgd zijn. In het vorige jaar werd aan Rajah Sourindro Mohuu Jagore te Calcutta door onzen Koning toegekend de zilveren medaille ingesteld bij besluit van 5 Mei 1877, als blijk van waardeerinj* en tevredenheid over zijne belangstelling in 's Rijks Verzamelingen van Wetenschap en Kunst, uit door hem gedane schenkingen gebleken. In de Staatscourant van heden komt thans een missive voor van de hand van onzen stadgenoot dr. C. Leemans, waarnemend directeur van 's Rijks Ethno- graphisch Museum alhier, aan den minister van binnenlandsche zaken, waarin van de rijke verza meling Hindoesche muziekinstrumenten en het aantal geschriften op de muziek der Hindoes be trekkelijk enz., door genoemden rajah geschonken, een beknopt overzicht gegeven wordt. Te betreuren is het dat op reis, voornamelijk door minder goede verpakking, vele voorwerpen ernstig geleden heb ben. - De heer Sourindro Mohun Jagore bezit den graad van doctor in de muziek, is stichter en directeur der Bengaalsche muziekschool te Cal cutta, en staat in de wetenschappelijke en vooral in de kunstwereld in hoog aanzien. Dr. C. J. Vaillant te Gouda, die als school opziener in het 6de district van Zuid-Holland aftrad om onder de nieuwe wet de functie van arrondissements-schoolopziener te vervullen, is door het onderwijzend personeel van dat district een afscheidsfeest aangeboden. De zaal „Musis Sacrum1', waar de feestelijkheid plaats vond, was smaakvol versierd. Vele belangstellenden waren tegenwoordig, o. a. de burgemeester van Schiedam, de inspecteur dr. A. E. Van Aken, de heer W. J. Van Gorkom, arrondissements-schoolopziener te Leiden, en eenige hoofdonderwijzers uit 's-Gravenhage, Rotterdam en Leiden. De heer Vaillant werd toegesproken door de heeren J. C. Sander, dr. Van Aken, Van Gorkom en J. Straub, hoofdonderwijzer te 's-Hage, die allen hulde brachten aan de toe wijding, waarmede de heer Vaillant de belangen van het ouderwijs in zijn district heeft voorgestaan. Als blijk vau erkentelijkheid en als aandenken werden hem twee geschenken vereerd, nl. een Kanlbach's Kunstgalerie in prachtband, aangeboden door de onderwijzers en onderwijzeressen en leera ren der normaallessen, en een gedreven koperen kan en schotel, waarop gegraveerde medaljons naar Benvenuto Cellini, aangeboden door de kweeke- lingen uit het district. De heer Vaillant dankte in hartelijke bewoordingen voor de verrassing, hem bereid. Het feest, door muziek opgeluisterd, heeft bij allen, die het bijwoonden, den aangenaamsten indruk achtergelaten. Aan het examen voor 2den luitenant-kwar tiermeester hebben ook voldaan de onderofficieren De Jong, De Bloeme, Van Kesteren en Van Hille. Het beroep naar de Christ.-Geref gemeente te Franeker is aangenomen door dr. H. Bavinck, cand. Aan het Gesticht van Liefdadigheid, gevestigd aan de Heerengracht te Amsterdam, is door wijlen mej. S. Duyvelshoff een legaat gemaakt van f 12,000. Aangezien bij de verschillende regimenten infanterie niet eenvormig gehandeld werd ten op zichte van de schietoefeningen van miliciens, die, na met onbepaald verlof afwezig te zijn geweest, weder onder de wapenen komen, heeft de inspecteur van dat wapen bepaald dat de in dat geval ver- keerende miliciens een herhalingscursus zullen moe ten doorloopen, zooals die voor de verschillende klassen in het reglement voor de wapenen en schietoefeningen is voorgeschreven, en die bij de onder de wapenen aanwezig zijnde militairen op den lsten April van elk jaar aanvangt. Bij Quentin te Parijs is door den heer Charles Blanc een werk uitgegeven, „Les oeuvres complètes de Rembrandt", waarin men heliogra- phische reproductiën vindt van Rembrandts prenten in de verschillende Europeesche musea. Er zijn slechts 500 exemplaren van het werk gedrukt. Door den minister van koloniën zijn de onderwijzeressen, mej. C. B. Van Heuckelum, M. A. C. Tijdeman, H. S. G. Buys, B. H. J. Scherer, C. C. De Rochemont en M. L. C. E. Reuling gesteld ter beschikking van den gouver neur-generaal van Nederl.-Indië, om te worden benoemd tot hulponderwijzeres voor den dienst daar te lande. De Belgische regeering heeft uit de gelden, te harer beschikking gesteld voor de aanmoediging der letterkunde, jaarlijks eene som toegestaan van 4000 fr. ten voordeele der uitgave van het Woor denboek der Nederlandsche Taal. De wijze van uitbetaling dezer som zal worden geregeld door den minister van binnenlandsche zaken en elke der gedeeltelijke toelagen zal, door een koninkl. besluit, ter beschikking gesteld worden van een bijzonderen commissaris, daartoe opzettelijk aan gesteld. Tot commissaris bij het comité van uit gave van het Woordenboek der Nederlandsche Taal is benoemd dr. J. F. J. Heremans, hoog leeraar te Gent. Hij zal rekening doen van de vergunde toelagen, en jaarlijks een verslag indienen over den toestand enden voortgang der onderneming. Z. M. heeft benoemd bij het wapen der inf., tot lsten luit. de 2de luits. C. D. De Roon en W. D. Hübner van het wapen, ged. bij het Ned.- Indische leger; bij den staf van het wapen, den 2den luit. P. A. Spaan, van dien staf, werkzaam bij de Kon. Milit. Academie; bij het 5de reg., den 2den luit. A. J. Ebeling, van het corps; bij het 7de reg., de 2de luits. F. H. De Vos, C. A. Zelvelder en O. Mees, allen van het 8ste, en den 2den luit. R. Willems, van het 6de reg.bij het 8ste reg., den 2den luit. J. A. A. Lodewijks, van het corps; - den heer J. E. Van Cleef, scheeps bouwkundig ingenieur, met ingang van 1 Dec. a. s., benoemd tot adspirant-ingenieur voor het vak van scheepsbouw iu Ned.-Indië; aan N. L- Marie, geboren te Meslay (Frankrijk), mu- hij overigens aan de daartoe bij de wet gevorderde vereischlen voldoe, vergunning verleend to het geven van middelbaar onderwijs hier te lande; benoemd tot gezworen voor den polder Die «rik, prov. Zuid-Holland, J. Den Baars. CS-emcaKtl Nlenw#. Een even gelukkige als zeldzame ge beurtenis heeft hier hedennacht plaats gehad. „Waar schijnlijk door den storm van verleden weekwerd eerst thans een gedeelte van het op alle mogelijke manieren opgelapte en gestutte hek om hm Pliysio- logisch Laboratorum enz. op de Kleine Ruïne omgeworpen. Zou dit soms een onvoorzien egin van een mogelijk einde zijn? De toestand er van toch is waarlijk al te lang onooglijk geweest, evenals die van de passage door de Schapen- en Paardestegen onhoudbaar en een schande voor Leiden is. Onwillekeurig zou men wel den weusch gaan koesteren dat nog eens zoo'n flinke storm ook daar zijn invloed deed gelden, ware het niet dat er menschenlevens op het spel stonden. Was dit echter niet het geval, dan zou de vernie ling aldaar der perceelen aan de zijde van het Galgewater zeker een uitkomst zijn! Hedenmorgen heeft men een aanvang gemaakt met het afbreken van het feestgebouw op de Ruïne alhier. Van het studentencorps is het thans in handen van een anderen eigenaar overgegaan, die het te Santpoort zal exploiteeren. Door de politie alhier is heden naar de gevangenis te 's-Hage overgebracht en ter be schikking van de justitie gesteld de persoon van M. P., die zich in deze gemeente heeft schuldig gemaakt aan ontvreemding van een paardetuig in een stal. De heer J. A. DeBerghschrijfthet volgende aan de Utr. Crt. over den Haagschen moordenaar: „Eenige dagen geleden had ik op twee achtereenvolgende avonden een langdurig onderhoud met de ongelukkige moeder van De Jongh en zijne edele zuster. Van verschillende kanten had ik van den bedrijver van den af schuwelijken moord op den lieven Marius zulke gunstige verhalen gehoord uit zijn vroeger leven, dat ik het niet langer kon weerstaan om meer naderbij een blik te werpen in het karakter van den jongen man, die, als een toonbeeld van inge togen levenswijze en liefdevol voor zijne moeder, zoo op eens de zwaarste misdrijven bedreef op een onschuldigen knaap, een eenigsten zoon. - Wat heb ik daar al niet vernomen! De Jongh heeft evenals zijn vader altijd te worstelen gehad met liet noodlot. Alles liep hem tegen, en juist enkele dagen voor den afschuwelijken 23sten Sep tember trof hem en zijne familie een nieuwe slag, die hem tot wanhoop dreef. Vroeger benam een ongeval in Indië hem èn gezondheid èn het voornitzicht om officier te wor den met eene hart- en borstkwaal moest bij naar zijne in benarde omstandigheden verkeerende moeder terug, om met haar schier gebrek te lijden, van het schamel pensioen, dat zij, aan voor name adellijke Haagsche familiën vermaagschapt, van den Staat geniet. Die toestand bracht hem er toe om misdadig te worden, door de ontvoering van den knaap en het schrijven van d.cn brief. De vrees voor ontdekking maakte hem tot moordenaar doch in hem lag niet de kiem om ten koste van een. menscbenleven zich te willen, verrijken, en ik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1