in staat de verschillende posten van uitgaaf en hunne meerdere of mindere noodzakelijkheid te beoordeelen. Nu verkeert men in onzekerheid om trent de posten die niet in de begrooting zijn opgenomen en de vermoedelijke inkomsten die daar tegenover zullen worden genoten. Daarop werd geantwoord dat vóór het opmaken der ontwerp-begrooting de aard der veranderingen, vooral wat betreft het lager onderwijs, door de invoering der Wet van den 17den Augustus 1878 (Staatsblad n°. 127), en hare gevolgen nog niet met juistheid bekend waren, zoodat zij niet in cijfers op de ontwerp-begrooting konden worden uitgedrukt; dat echter de mededeeling dier wijzi gingen van de Gedeputeerde Staten vóór weinige dagen waren ontvangen en de betrekkelijke ver ordeningen zoo spoedig mogelijk aan den Raad zullen worden overgelegd. De meerdere uitgaven voor de uitvoering van genoemde Wet zullen evenwel genoegzaam worden gedekt door de inkom sten bij diezelfde Wet gewaarborgd en derhalve geen overwegenden invloed op de uitkomst der begrooting kunnen hebben. Een ander lid merkte op dat door de verstrekte inlichting nog niet was duidelijk gemaakt waarom op de begrooting de benoodigde gelden voor den bouw van schoollokalen voor hooger en middelbaar onderwijs niet konden zijn uitgetrokken. Dit punt was toch reeds in het vorig jaar bij de behan deling der begrooting in de sectiën Ier sprake gebracht. Daarop werd geantwoord dat men ook die kos ten niet met juistheid kan ramen zoolang de plaats niet bepaald is waar die scholen zullen worden gesticht, hetgeen natuurlijk van beduidenden invloed is op de daaraan verbonden kosten. Het algemeen gevoelen van de leden dier sectie is dat in de begrooting voor 1881 de nieuwe toe standen toch reeds behoorden te zijn aangewezen, ook wat betreft de vergoeding door het Rijk van de 30 pet. in de kosten van het lager onderwijs, die wellicht nog in haar geheel zal worden ge noten. Mocht dat bedrag de meerdere uitgaven overtreden, dan zoude de hoofdelijke omslag met dat verschil kunnen worden verminderd. Ook in eene andere sectie werd door eenige leden de opmerking gemaakt dat de aangeboden begrooting den waren toestand der gemeente-finan- ciëu niet aangeeft. Uit die begrooting blijkt im mers niet welke de financiëele gevolgen van de invoering der nieuwe onderwijswet voor de ge meente zullen zijn. Tevergeefs hadden zij ook ge zocht naar het bedrag dat behoorde uitgetrokken te zijn voor de 30 pet. die het Rijk aan de ge meente vergoedt in de kosten van het lager onder wijs; in sommige andere steden had men zelfs reeds, over het bedrag dat voor het jaar 1880 zal worden uitgekeerd, beschikt. Zij meenden dat een bedrag van f 30,000, hetwelk deze gemeente over het jaar 1881 zal ten goede komen, wel op de begrooting behoorde uitgetrokken te worden. Verder hadden zij mede gaarne gezien dat de sommen, benoodigd voor het oprichten van eene hoogere burgerschool voor meisjes en een nieuw gymnasium, op de begrooting waren uitgetrokken. Een lid maakte nog de opmerking dat op som mige fabricagewerken niet genoeg toezicht wordt gehoudeno. a. bevindt zich de bergplaats van brandladders in de Waardkerkstraat in deernis- waardigen toestand, terwijl de gesteldheid van sommige bruggen in achterbuurten mede veel te wenschen overlaat. Daarop werd te kennen gegeven dat aan de medegedeelde bezwaren zooveel mogelijk zal worden te gemoet gekomenom evenwel een in allen deeie voldoend toezicht te hebben, zoude eene uitbrei ding van het getal opzichters der fabricagewerken dringend noodzakelijk zijn. Een ander lid meende nog onder de aandacht te moeten brengen dat in het algemeen het toe zicht op fabricagewerken, en ook op de openbare straat, in achterbuurten niet zoo nauwlettend wordt gehouden als dit in de hoofdstraten en wijken der gemeente het geval is. Kit-awau Onze vrees, na het voorgevallene reeds den eersten dag waarop de schutting om de Ruïne verdween, dat eindelijk ook het feestgebouw niet meer veilig zou zijn, is bewaarheid geworden. Door gewelddadige handen is gisternamiddag tus- schen drieën en vieren de eerste plank er van gevallen, waardoor tevens een opening ontstond, welke genoeg gelegenheid aanbood om ook binnen het gebouw een bezoek af te leggen. Onder een algemeen hoezee werd dan ook van die gelegenheid gebruik gemaakt. Dat de ruiten niet vergeten wer den, behoeft zeker niet vermeld. Zou het niet meer dan noodig zijn het toezicht wat te verscherpen? Hedennamiddag omstreeks kwart voor drieën.is zekere N. K., oud 30 jaar, werk zaam aan het dempen der Binnenvestgracht, van zijn schuit in het water aan het Levendaal ge vallen. Het mocht zekeren G. v. d. W. gelukken den man, die reeds in zinkenden toestand ver keerde, behouden aan wal te brengen. Door de politie alhier is ter zake van bedelarij aangehouden en naar het huis van arrest te 's-Gravenhage overgebracht de persoon van J. E. S. Hier ter stede loopt sedert een paar dagen het gerucht als zou er te Boskoop een moord zijn gepleegd. De omstandigheden waaronder het feit moet hebben plaats gehad, worden zelfs hoe langer hoe verschrikkelijker ingekleed. Uit heden door ons per telegraaf ingewonnen informaties blijkt echter dat van het geheele verhaal niets aan is Een passagier van de stoomboot „Noordwijk N°. 2", die gisteravond van Noord- wijk naar Leiden voer, had, toen de boot juist te Voorhout stil lag, het ongeluk, terwijl hij zich met eenige kinderen amuseerde, achterover in het water te vallen. De machinist mocht er in slagen den drenkeling te redden, die nu, druipnat, in de machinekamer de reis naar hier voortzette. Hedenmorgen te elf uren is in de ge meente Leiderdorp brand ontstaan in de vernis- stokerij van de heeren Herfst en Helder, veroor zaakt door het overkoken van een ketel. Daar het gebouw grootendeels van steen en ijzer is samengesteld, en geheel op zich zelf staat, be stond daarbij geen verder gevaar. De brandweer was dadelijk ter plaatse tegenwoordig, doch behoefde geene diensten te doen. Naar wij vernemen, was het gebouw niet tegen brandschade verzekerd. In de afgeloopen week zijn te Kat wijk weder 17 schuiten met mooie vangst geweest, te zamen met 2180 kantjes pekel- en 022,000 stuks ton- en steurharing. Er werd besteed voor volle steur- haring f 16 a f 10 per 1000, ijl e f 7 a ƒ5 per 1000, en voor volle pekelharing f 13.50 a f 12 per ton. De visschers ondervonden buiig stormweer, noordoosten wind met hooge zee. Gisternacht ontstond door broeiing brand in een hooi- en korenberg in de kom van het dorp Woubrugge, die zich door den stevigen oostenwind ernstig liet aanzien, doch door de hulp der spuiten 1 en 2 in betrekkelijk korten tijd werd gebluscht, zoodat de woning en schuren ge spaard bleven, terwijl slechts het kleinste 4de deel van het hooi en de haver in den berg aanwezig verbrand of beschadigd is. De woning en schuren waren wel, doch het verbrande en de inboedel niet verzekerd. De degenstok van De Jonghisnog niet gevonden. Het plan bestaat de sloot door hem aangeduid, te doen droogmalen. Men deelt verder mede dat men in de woning van De Jongh ook nog een tweesnijdenden, zeer scherpen Indischen dolk heeft gevonden. De Jongh blijft kalm. Hij zit steeds voorovergebogen stil voor zich heen te staren en zucht diep. Hij antwoordt op alle vra gen, die men hem stelt, kort en zakelijk. Ook in de instructie moet alleen de koetsier van mevrouw v. d. B. dea beklaagde met zekerheid hebben her kend als den ontvoerder. Mevr. v. d. B. zelve vindt in hem wel de sprekende gelijkenis terug met den persoon, dien zij bij Bouscholte zag, doch deze had toen een knevel. De koetsier Looyenstein en de dienstbode van den heer Bouscholte herkennen De Jongh niet zeker. Het meisje dat bij den onderwijzer Ubbens informeerde naar den kleine» Marius en ondanks alle uasporingen en het beloven eener belooniug van vijfhonderd gulden nog niet gevonden werd, is thans, naar men meent,ontdekt. Men heeft althans vermoeden op een jonge vrouw, die in de Piet-Hein- straat diende bij eenige vrouwen van verdachte zeden. Deze laatsten zijn bij het bekend worden der verdenking spoorloos verdwenen. Over het geheel ligt echter nog een geheimzinnig waas, waarachter zeker nog veel verborgen is. Naar men verneemt, zou Musquetier, op hoog bevel, ten paleize zijn verschenen. Ook zegt men dat de Koning omtrent den staat van dienst van Musquetier reeds de vorige week inlichtingen heeft doen vragen. De werkzaamheden voor het vinden van den degenstok zijn heden voortgezet. Tot dusver blijft de politie den maatregel van afvisschen volgen. Het voorwerp was hedenochtend nog niet gevonden. Volgens telegram uit Nieuw-Tork kan tusschen 11 en 13 October stormachtig weder uit het zuiden tot noordwesten vergezeld van regen, op de Britsche, Noordsche en Eransche kust ver wacht worden. In de Golf van Biscaye zal het weder verscheidene dagen na 10 October zeer on bestendig zijn. In eene steenkolenmijn nabij Katto- witz heeft eene doorbraak plaats gehad, waarbij 14 werklieden zijn verdronken. Voor de 14 overige die nog in de mijn waren, bestond er weinig voor uitzicht dat ze konden worden gered. BUITENLAND. Frankrij k. De Lord Mayor van Londen had den geheelen Pnrijschen gemeenteraad (80 leden) genoodigd op het feestmaal dat hij den 19den October geeft bij zijn aftreden. De raad heeft besloten dat de voor zitter, een der secretarissen en een syndic die uit- noodiging zullen aannemen. De ministerraad heeft Zaterdag met eenpa rige stemmen de definitieve maatregelen ten op zichte van de congregatiën vastgesteld, waarvan de uitvoering deze week zal beginnen. De bijzon derheden omtrent de uitvoering worden geheim gehouden. Gedurende de maand September II. hebben de belastingen in het geheel 6,446,000 fr. meer opgebracht dan de raming. De indirecte belastingen bleven intusschen 991,000 fr. beneden de raming. Over de eerste negen maanden des jaars is de geheele opbrengst 411,291,000 fr. boven de raming geweest. Het Internationale Postcongres te Parijs is Zaterdag geopend. De voorzitter, de heer Coetery, zeide in zijne openingsrede dat Erankrijk een voorstander van den vrede is en altijd met blijd schap voorstellen ontvangen zal van vergaderingen als deze, die de voltooiing van een vreedzaam, voor geheel Europa belangrijk werk ten doel hebben. De „Siècle", de „Voltaire" en de „Vérité" melden dat Zaterdag in den Eranschen minister raad een belangrijk besluit is genomen ten opzichte van de deelneming van Erankrijk aan de Oostersche quaestie. Men zou namelijk besloten hebben tot terugroeping der Eransche schepen, die deel uit maken van het vereenigd eskader der groote Europeesche mogendheden. Dit besluit zou open baar worden gemaakt na goedkeuring van den president der Republiek, in een ministerraad, welke heden op het Elysée zou gehouden worden. O root-Bri taisnië. De „Pall Mall Gazette" zegt: Wij meenen te weten dat de Engelsche regeering thans van alle mogendheden antwoord ontvangen heeft omtrent de dwangmaatregelen, die voorgesteld zijn ten einde de uitvoering der bepalingen van het Ber- lijnsche tractaat door Turkije te verkrijgen. De operatiên der vloot in de Aegeïsche Zee, waardoor men afdoende pressie op den sultan hoopt uit te oefenen, zijn door alle mogendheden goedge keurd en zullen ter uitvoering worden toever trouwd aan de schepen van minstens drie mogend heden, die als lasthebbers van Europa zullen handelen. - Het vertrek van het transportschip „Assis tance" is tot gisteren verdaagd, ten einde nog aan boord te kunnen nemen 50 ton ammupitie en 54 Gatling-mitrailleuses, bestemd voor het eskader der Middellandsche Zee. De admiraliteit zal voor stellen om ook nog naar de Middellandsche Zee te zenden het eskader, dat onder den naam van „detached squadron" bekend is en thans reisvaardig wordt gemaakt. Uit Badsic wordt gemeld dat admiraal Sey mour instructiën van zijne regeering heeft ontvan gen en de bevelhebbers der verschillende eskaders ieder afzonderlijk bij zich beeft laten komen. Men houdt het er voor dat hij hun bijzondere orders gegeven heeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2