•X'ele^raMa^ss.ois.
GENUA, 4 October. Garibaldi is hier aange
komen; bij heeft aan boord aanzienlijke aanhan
gers der democratische partij ontvangen en is aan
wal gegaan onder vele toejuichingen; er heerschte
volmaakte orde.
8T.-PETERSBURG, 4 October. De pogingen
tot het sluiten van een verbond met Oostenrijk
en Duitscbland stuiten af op den onwil van Oos
tennjk, dat in geene onderhandelingen met de
re^eering alhier wil treden en Ruslands medewer
king tot regeling der zaken op het Balkan-schier
eiland niet wenschelijk schijnt te achten.
De Chineesche gezant heeft van zijne regee
ring last gekregen de stad onmiddellijk te verlaten
LONDEN, 5 October. De „Times" zegt in
een artikel over de Oostersche quaestie dat, aan
gezien de sultan thans weigert zijne handteeke
ning onder het tractaat van Berlijn te erkennen,
omdat hij bedreigd wordt, Europa niet kan na
laten aan te dringen op het nakomen van de
internationale verplichtingen, hoe moeielijk het
ook zij het beste daartoe geschikte middel te vinden.
De „Daily News" verneemt dat de Porte
in hare nieuwe nota zich bereid verklaart Dul-
cigno af te staan, mits de mogendheden afzien
van de vlotendemonstratie en beloven geen ge
weid te gebruiken om de Porte tot inwilliging
van de eischen van Europa te dwingen. De En-
gelsche regeering kan, volgens genoemd blad, zich
niet terugtrekken zonder haar vertrouwen te ver
liezen, en het Engelsche volk is volstrekt niet
geneigd om kalm aan te zien de onderwerping van
Engeland aan de bevelen van een Turkschen
pacha. De „Daily News" geeft aan de regeering
den raad standvastig te blijven.
KONSTANTINOPEL, 5 October. In eene nota
der Porte, aan de gezanten der groote mogend
heden medegedeeld, wordt gezegd dat de Porte,
om aan den voortdurenden druk der mogendheden
toe te geven, besloten heeft alle aanhaugige vraag
stukken in behandeling te nemen. De Porte dringt,
als voorwaarde voor de hervormingen, op het staken
van de demonstratie met het Europeesch eskader aan.
Trekking van Dinsdag 5 October.
N°. 17508 f 25,000. N« 16264, 16288, 18590 1000.
N°. 12800 400. 2410, 14915 200. N». 1048,1842,
11872, 17841, 18215, 20085 f 100.
Pryzen van f 45.
55 1829 4556 6717 9469 11975 13743 16209 18507
80 1873 4558 6750 9530 11983 18759 16235 18568
101 1968 4582 6976 9588 11986 13766 16246 18615
139 2140 4620 6993 9601 12100 13771 16256 18668
150 2142 4707 7081 9757 12174 13811 16307 18729
162 2295 4759 7220 9844 12244 13874 16394 18767
193 2320 4833 7867 9866 12308 13921 16404 18768
228 2348 4847 7390 9924 12313 13966 16435 18769
321 2510 4864 7417 9973 12374 13972 16450 18801
360 2525 4871 7462 10003 12463 14085 16489 18883
435 2656 4873 7476 10016 12470 14107 16590 18885
453 2702 4874 7477 10071 12471 14231 16684 18955
459 2736 5032 7537 10124 12548 14263 16802 18958
467 2801 5038 7539 10211 12554 14264 16804 19114
586 2889 5072 7593 10311 12651 14291 16808 19144
621 2961 5141 7643 10322 12662 14417 16837 19166
626 3023 5177 7649 10345 12688 14428 16866 19184
628 8039 5208 7679 10348 12806 14460 16883 19286
636 3061 5243 7683 10418 12832 14488 16916 19330
657 3075 5249 7741 10490 12842 14537 16940 19423
664 3139 5286 7746 10503 12875 14581 17080 19448
708 3177 5311 7762 10523 12916 14620 17092 19468
7E3 8217 5372 7856 10581 12953 14696 17166 19504
758 3802 5438 7911 10709 12959 14743 17190 19562
772 3342 6448 7980 10737 12974 14785 17224 19635
820 8345 6453 8083 10805 18003 14799 17278 19722
830 3385 5480 8117 10827 13029 14814 17281 19730
850 3395 5517 8121 10891 13030 14927 17282 19745
900 8574 5549 8153 10926 13084 14965 17320 19751
968 3608 5624 8244 10929 13141 14983 17359 19820
980 3617 6656 8501 10962 13145 14998 17396 19822
1086 3627 5671 8506 10970 13153 15171 17437 19839
1140 8689 5831 8530 10974 13164 15206 17485 19852
1212 3674 5875 8572 10982 13187 15239 17517 19933
1292 8678 5886 8673 11113 13188 15280 17535 20066
1276 3702 5895 8618 11130 18262 15318 17625 20132
1280 3737 6926 8646 11161 13343 15342 17682 20135
1303 3757 5932 8693 11272 13407 15392 17701 20224
1334 8845 6004 8816 11290 13408 15440 17778 20234
1380 3868 6051 8832 11857 13409 15458 17861 20237
1385 3921 6092 8875 11424 13419 15562 17871 20260
1418 3970 6128 9034 11458 13425 15633 17936 20273
1429 4057 6211 9155 11460 13434 15673 17949 20385
1465 4074 6223 9169 11479 13488 15684 17988 20414
1552 4185 6332 9175 11588 13507 16759 18033 20436
1628 4270 6336 9184 11594 13512 15823 18057 20545
1053 4292 6388 9201 11648 13555 15936 18099 20558
1707 4309 6399 9225 11651 18556 15940 18229 20584
1710 4325 6448 9240 11678 13567 15951 18272 20659
1766 4339 6463 9242 11696 13605 15979 18412 20768
1769 4397 6549 9263 11721 13606 16038 1S444 20817
1786 4398 6605 9300 11759 13707 16068 18453 20836
1796 4410 6607 9401 11SS6 13720 16114 18455 20861
1817 4460 6647 9435 11S90 13742 16170 18474 20927
20944
Ë3c Mndermeord 4e 's-£!ravenïaagc.
De Jongh is den 8sten Pebruari 1856 in Den
Haag geboren. In 1871 trad hij in dienst bij
het instructie-bataillon te Kampen; in 1873 ging
hij over naar het regiment grenadiers, waarbij hij
tot sergeant opklom. In Maart 1879 is hij over
gegaan door verbintenis bij het werfdepot voor
6 jaren, doch moest Indië wegens ziekte verla
ten. In Juni jl. keerde hij terug. Hij werd onlangs
aangesteld als schrijver op het bureel van expe
ditie van het Departement van Koloniënop
den dag der begrafenis van het slachtoffer van
den moord trad hij in zijn nieuwen werkkring. Hij
woonde boven een behanger. De inspecteur van po
litie, die hem daar kwam aanhouden, kreeg eerst tot
antwoord van De J. „dat hij wel op het commissa
riaat zou komen", maar toen de inspecteur ver
klaarde, dat De J. terstond met hem mede moest
gaan, volgde de aangehoudene zonder eenig ver
zet. Bij het voorloopig verhoor ontkende hij eerst,
maar later, toen men hem duidelijk maakte dat
er bijna geen twijfel mogelijk was, bekende hij
den brief geschreven te hebben, ook den tweeden
brief. Gisternacht om halfvier is hij daarop zwaar
geboeid naar het huis van verzekering op de
Prinsegracht vervoerd, 's Morgens om tien uren
werd hij met den celwagen weder naar het hoofd
commissariaat van politie gebracht om het verder
verhoor te ondergaan. Daar aangekomen, weiger
de hij eerst den wagen te verlaten, wat nogal
tumult veroorzaakte onder de verzamelde menig'
te, die zich slechts met moeite kon bedwingen om
ongeroepen en ongewenschte hulp aan de politie
agenten te verleenen.
Opmerkelijk is het dat De Jongh - naar men aan
het Vaderland mededeelt - des daags na den moord
in het duin is gezien door den hoofdcommissaris
van politie, die hem liet arresteeren, „tot niet
geringe verwondering van De Jongh, die zeide
nog niets van den moord gehoord te hebben,
maar eenvoudig een wandeling door de duinen te
willen maken."
Na die aanhouding, door de dienstbode van den
heer Bouscholte niet herkend als de man, die Ma-
rius Bogaardt had ontvoerd, werd hij weder los
gelaten. De justitie hield hem echter steeds in
het oog. De Jongh heeft zich na den moord steeds
onder het publiek begeven; zoo was hij meerma
len in het koffiehuis „het Gouden Hoofd" op
de Groenmarkt, vlak bij het politiebureel, op den
uitkijk gaan zitten om de menigte, die zich voor
iet commissariaat verzamelde, gade te slaanhij
rad dan het hoogste woord over de afgrijselijke
misdaad, die het onderwerp van het gesprek der
aanwezigen uitmaakte.
Hetzelfde blad verneemt nog de volgende bij
zonderheden: Eenige dagen voor den moord heeft
De Jongh een degenstok in de Vlamingstraat aan
een zijner kennissen getoond. Hij ontkent ook
niet, dat de stok in zijn bezit is geweest. De
jehanger M., bij wien hij inwoonde, had koord
in voorraad als dat, waarmede de ongelukkige
cnaap was gebonden, zoodat het vermoeden voor
de hand ligt, dat De Jongh een stuk van dat
coord uit den voorraad heeft weggenomen.
De eigenaardigheden in het handschrift van
)e J. blijken duidelijk in den brief «iet geheel
vermeden te zijn. De draaiende krullen aan som
mige letters, maar vooral ook het liggend streepje
tot verbinding van de 's met Gravenhage, behoor
den tot de opmerkelijke punten van overeenkomst
tusschen den bedreigenden brief en de andere hand
schriften van De Jongh.
Het Vad. kan bij het bovenstaande nog voegen,
dat de persoon van De J. bij de* heer Bogaardt
en diens familie volkomen onbekend was, zoodat
alle vermoedens en geruchten van wraak thans
geheel op den achtergrond treden. De schijn van
chantage blijkt al meer en meer de treurige wer
kelijkheid te zijn.
Onder de onjuiste berichten, die in verschil-
ende dagbladen voorkwamen, behoort dat van den
man, die op de Hoefkade een muur beklommen
en van uit een dakvenster een tijd lang de kade
ïeeft overzien. De zaak komt hierop neer: De
Jongh, de schrijver van den brief, is volgens zijn
bekentenis den dag na den moord op de Hoef
kade geweest om te trachten het verlangde pakket
in handen te krijgen. Toen hij echter bemerkte
dat de zending van het pakket een hinderlaag
was, gaf hij zijn plan op.
Van andere zijde wordt óók gemeld dat de
bewuste brief geschreven moet zijn in het koffie
huis „St.-Hubert" in de Hoogstraat te 's-Hage
en wel op papier dat de schrijver aan een der
kellners heeft gevraagd. Het papier is herkend
door den koffiehuishouder.
Door het Rott. Nieuwsblad worden nog de vol
gende bijzonderheden medegedeeld:
Nader werd de gelijkheid van het handschrift
vastgesteld uit een request door den schrijver bij
het departement van financiën ingediend en meer
nog uit een re?u dat hij Zaterdag onderteekende
en dat betrekking had op het antwoord op dat
request.
De sergeant Musquetier die De Jongh heeft
aangebracht las Zondag een afdruk van den brief
hardop voor in een cafó, in gezelschap van den
verdachte. Deze verbleekte. Musquetier moet ook
een meisje ondervraagd hebben met wie De Jongh
leefde. Eerst zweeg zij uit vrees voor De Jongh,
die gedreigd had haar te zullen vermoorden.
Later echter heeft zij toch geklapt.
Een bode bij het Ministerie van Financiën,
die met den briefschrijver gediend heeftverklaart
dat De Jongh onmogelijk de „moordenaar" kan zijn,
daar hij vroeger een goedhartige „lummel" was.
Vermoedelijk is de man dus slechts een bloot
dom werktuig geweest, dat wel „klappen" zal.
Het gerucht loopt in Den Haag dat gisternacht
nog een andere arrestatie heeft plaats gehad en
wel van een persoon die in de onmiddellijke nabij
heid van den heer Bogaardt woont.
Men zegt dat de baron A., omtrent wiens ver
denking reeds geruchten hebben geloopen, geschei
den van zijne vrouw bij De Jongh inwoont.
De belangstelling die Z. M. de Koning in deze
zaak getoond heeft, doet het gerucht verspreiden
dat Musquetier, een kundig onderofficier, tot offi
cier zou bevorderd worden.
Nu de briefschrijver eenmaal bekend is, vloeien
tal van inlichtingen en aanwijzingen der justitie
toe. Aan iemand, die schertsend tot De Jongh
gwegd had, dat zijn signalement met dat van
den vermoedelijken dader overeenkwam, had hij
geantwoord: „dat is flauw, laten wij daarover
niet spreken."
De heer J. A. De Bergh doet nog de vol
gende mededeeling: De sergeant Musquetier, Van
de grenadiers en jagers, deelt mij mede dat hij
Zaterdag-avond, van verlof terugkomende, de moord
geschiedenis vernam. Toen hij Zondag het facsimile
van den brief zag, ontstelde hij hevig, omdat hij
duidelijk de hand herkende van De Jongh, een
bekende van hem. Musquetier begaf zich daarop
om halféén naar De Jongh, die thuis was. Toen
Musquetier over den moord begon te spreken,
zeide de diep beklagenswaardige moeder van De
Jongh: „Laten we daarover niet spreken. „Mus
quetier keek De Jongh aan, die eerst bleek werd
en daarna vuurrood-
De Jongh wilde niet met Musquetier uit
gaan. Deze begaf zich, na thuis brieven, die hij
van De Jongh uit Indië ontving, geconfronteerd
te hebben, om halfzeven naar de politie. Deskun
digen stemden toe, overeenstemming in het schrift
te zien.
De Jongh zei op het politie-bureel boosaardig
tot Musquetier: „G.verd.dat is ook een
mooi grapje."
Ook het Haagsche Dbl. meldt dat De Jongh reeds
eenmaal, wegens zijne gelijkenis met het opgegeven
signalement, in handen der justitie is geweest,
doch weder op vrije voeten werd gelaten. - Yolgens
verklaring van hen, die De Jongh meer van nabij
kenden, is hij van een zeer stil karakter, meestal
in zich zelf gekeerd. Hij ging weinig uit en vooral
des avonds was hij meestal bij zijn moeder. Donder
dag, den 23sten, toen de moord gepleegd is, was
het de verjaardag van De Jongh's moederen, wat
opvallend is, dien dag is De J. niet aan den maal
tijd geweest; hij kwam des avonds omstreeks 8
uren te huis. Dien avond na zijn tehuiskomst
tracht bij ook zijn zuster naar huis. Toen den
volgenden dag de moord aan zijn moeder bekend
werd en deze, die met mevrouw Bogaardt op
dezelfde kostschool was geweest en haar familie
dus kende, verpletterd door de tijding, in zwijm
viel, heeft hij den geheelen nacht aan het bed
zijner moeder gewaakt. Een paar dagen na
den moord kwam hij, hetgeen bijna dage
lijks het geval was, in den winkel van zijn buur-