de helling van een heuvel daarachter, alle bijgebouwen
waren verwoest en een dertigtal inboorlingen en een
kind onder de puinhoopen omgekomen. Eene
afdeeling politie-agenten en arbeiders snelde toe,
spoedig gevolgd door de daar ter plaatse aanwezige
militairen onder kapiteiu Balderston. Plotseling
echter, tegen halftwee, werd de bevolking ver
schrikt door een donderend geluid, sterker dan
de losbranding eener batterij, waarop een dof
gerommel volgde en daarna eene doodsche stilte.
Yan het Yictoria-Hotel af tot aan het ge
bouw voor openbare bijeenkomsten en het meer
voelde men een schok als van eene aardbeving.
Hel water in het meer rees tot eene onge-
meene hoogte op en bruiste over de oevers. Op
hetzelfde oogenblik werd het Hotel, met de toege
schoten arbeiders en militairen, de tuinen, de win
kels, het genoemde gebouw en al de overige hui
zen in de nabijheid in den wegzinkenden grond
verzwolgen. - Andere berichten wijken van deze
mededeelingen eenigszins af; volgens deze waren
bijv. twintig inboorlingen en een kind onder de
ingestorte bijgebouwen bedolven en niet allen om
gekomen. Omtrent het eigenlijke onheil melden
zij dat eene rots bij het Hotel nederplofte en dit
met de kazerne, de bibliotheek, het hospitaal en
den tuin van het centrale station, benevens het
gebouw voor openbare bijeenkomsten verpletterde.
Yolgens een telegram in de „Times" dd. 23 dezer
waren het Yictoria-Hotel enz. in het meer ge
vaagd en verkeerde het overige van Naina Tal
nog in dreigend gevaar. Men schatte de kosten
van het opgraven der lijken op 100,000 ropijen.
B XT IX EIV Ta AN
EVankrlJk.
Volgens de „Temps" heeft de regeering een
onderzoek naar de tegen den commissaris van
politie Marcerou ingebrachte beschuldigingen be
volen. Men weet dat hierop sedert lang in bijeen
komsten van communards en in hunne organen
op de heftigste wijze was aangedrongen.
Het „Tribunal des conflits" is bijeenge
roepen tegen de eerste helft der volgende maand,
om uitspraak te doen in de door de Jezuïeten in
gestelde vervolging tegen de overheid, die hare
inrichtingen gesloten heeft.
Het „Journal officiel" behelst vijf besluiten
waarbij de heeren Martin Feuillée, Paillières, Wil
son, Turquet en Girerd hunne betrekking als
onder-secretaris van staat bij de departementen
van justitie, binnenlandsche zaken, financiën
fraaie kunsten en landbouw en koophandel behoude»
Oostonr.-Hong. Monarchie.
In het Volkshuis heeft de afgevaardigde Miklós
gevraagd, of de regeering kennis droeg van eene
antisemitische beweging en wat zij dienaangaande
dacht te doen.
TnrkJJe.
Uit Ragusa wordt gemeld dat admiraal Seymour
over Cattaro uit Cettinje teruggekomen is. De
onderhandelingen met Riza-pacha zijn afgebroken
en de operation van het eskader voor Dulcigno
zullen nu, naar men verwacht, beginnen. De Alba-
neesche Liga heeft gedreigd, de consuls in hechtenis
te zullen nemen, die in Albanië gevestigd zijn,
ingeval het eskader tot vijandelijkheden overgaat.
Khalif-pacha, de Turksche gezant te Cettinje,
is vervangen door Sermed-effendi, thans Turksch
gezant te Belgrado.
Hatzfeld heeft gisteren in een onderhoud
met den Sultan, dat vier uren duurde, tevergeefs
beproefd de vreedzame overgave van Dulcigno te
verkrijgen. De Sultan verklaarde dat hij de ge
beurtenissen haren loop zou laten volgen. De ver
antwoordelijkheid zou op Europa neerkomen.
Uit Scutari wordt van gisteren geseind: De
Oostenrijksche consul had een samenkomst ver
zocht met de hoofden te Dulcigno, om hen aan
te sporen de stad af te staan. De Dulcignoten
verlieten de bijeenkomst, hardnekkiger dan ooit
tot tegenstand besloten.
Telegrammen.
RAGUSA, 25 September. Khalif-pacha, de
Turksche gezant te Cettinje, is vervangen door
Sermed-effendi, thans Turksch gezant te Belgrado.
RAGUSA, 26 September. Lord Seymour heeft
aan het eskader bevel gegeven, gereed te zijn om
morgen te vertrekken.
RAGUSA, 26 September. De Albaneezen be
geven zich in groot aantal naar Dulcigno. De
Montenegrijnen zijn nog niet uitgerukt. Zij wachten
totdat de Ottomanische troepen vertrokken zijn,
bewaken het district en hebben, naar het schijnt,
besloten geweld met geweld te keeren in geval
het grondgebied geschonden mocht worden. De
Montenegrijnen zijn bereid te vechten tegen de
Albaneezen, maar weigeren den strijd tegen de
geregelde troepen. Het vertrek van het eskader,
dat bepaald was op morgen, is uitgesteld, ten ge
volge van nieuwe diplomatieke onderhandelingen,
welke geopend zijn op verzoek van de Montene
grijnen.
GRAVOSA, 26 September. De bevelhebbers der
eskaders, die in den vorigen nacht vertrokken waren,
zijn hedenavond teruggekeerd.
PARIJS, 27 September. De heer Raynal, lid
der Kamer van afgevaardigden voor het departe
ment Gironde, heeft den post van secretaris van
staat bij het departement van openbare werken
aangenomen.
LONDEN, 27 September. Eene depeche uit
Caliwy meldt dat lord Mountmorris, Iersch grond
eigenaar, gisteren vermoord is. Hij lag met zijne
pachters overhoop.
LEIDEN, 37 September.
Bij gelegenheid van het groote harmonie-con
cert door de kapel der grenadiers en jagers onder
directie van den heer J. H. Yöllmar heerschte
er Zaterdag-avond op Zomerzorg een opgewekte
en prettige stemming, welke gelukkig door niet
het minste werd gestoord. Niettegenstaande het
ontzaglijk aantal aanwezigen - men schat het op
pl. m. 4500 - liep alles in de beste orde af.
De een genoot van de muziek en de ander had pret.
Het vuurwerk voldeed algemeen en slaagde,
dank zij het uitmuntende weer, uitstekend. Niet het
minst trokken de een vlinder vervolgende salamander
en het slotstuk„hulde aan den landbouw", de
aandacht. Voor het publiek, hetzij het zich al of
niet op Zomerzorg bevond, was een flink terrein
beschikbaar gesteld, en de toestellen waren zoo
danig geplaatst, dat ieder kon zien. De heer Ruysch
uit Utrecht en de commissie hebben er alle
eer van.
Van het invitatie-concert op Amicitia werd
gisteravond een druk gebruik gemaakt en de Ge
hoorzaal en Schouwburg waren mede goed bezet.
Nadat de tentoonstelling gistermiddag weder
druk bezocht was, werd ze om vier uren gesloten.
Om halftwee werden er op het terrein door de
Delftsche vereeniging „de Unie" een aantal post
duiven opgelaten. Blijkens een nog denzelfden mid
dag ontvangen telegram was de eereprijs behaald
door de duif die te Delftom 1.58 aankwam, de 1ste
prijs mede om 1.58, de 2de prijs om 2 uren, de 3de
om 2.1 en de 4de om 2.2.
De Tweede Kamer heeft heden de alge-
meene strekkiug van het ontwerp-adres in ant
woord op de Troonrede met 51 tegen 23 stemmen
aangenomen, na discussie, waarin de heeren Schim-
melpenninck Van der Oye en Heydenrijck de politiek
van het Kabinet bestreden. De eerste zag geen
beginselverschil tusschen dit Kabinet en het Kap-
peyne-ministerie. De laatste laakte de verschijning
van den minister Six bij de onthulling van het
Spinoza-standbeeld en de vertegenwoordiging van
Nederland bij de Brusselsche feesten. De minister
Van Lijnden beriep zich op het bijzonder stand
punt der regeering en de geschiedenis van haar
optreden. Zij is haar program niet ontrouw ge
worden. - Bij de paragrafen verdedigde de minis
ter Van Lijnden de vertegenwoordiging bij de
Brusselsche feesten en beriep zich op een precedent
van 23 jaar geleden. Morgen komt het amendement
betreffende het kiesrecht aan de orde.
Gisteravond is op den Overtoom te Amster
dam een vrouw overreden door een tramwagen de
wielen gingen over haar hals.
Het stoomschip „Prins van Oranje", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde gisteren Straat
Messina; de „Celebes", van Amsterdam naar
Batavia, arriveerde gisteren te Southampton.
E5e kindermoord te 's-Gravenliage.
Omtrent het treurig feit verneemt men nog de
volgende bijzonderhedenOp het adres van den
brief, waarin de ouders met het wegvoeren van
hun kind bekend werden gemaakt, stond met pot
lood het woord „spoed" geschreven, tweemaal her
haald. Het handschrift was verdraaid.
Donderdag-avond is de persoon, die het kind
ontvoerd heeft, van halfvijf tot halfzes met zijn
slachtoffer op de Laan van Meerdervoort gezien;
het jongetje was toen nog opgeruimd en vroolijk,
volgens de verklaringen van twee aldaar woon
achtige personen: Mooiman, bij wien later is inge
broken, en Borsboom. Later werd hij met het
kind spelende in de duinen gezien, in de buurt
van „Houtrust". In den laten avond is hij alleen
opgemerkt aan den kant vau den Loosduinschen
weg, komende van de Beeklaan, waar hij, naar
men beweert, in een boerenwoning een glas melk
gevraagd heeft, waarvoor hij 1 betaalde.
In verband met de misdaad verdient het feit ver
melding, dat de veldwachter van Loosduinen in den
laten avond nabij de Kerkhoflaan twee rijtuigen
heeft zien staan, die 's nachts door het dorp zijn
gereden. De burgemeester van Loosduinen is dan
ook reeds gehoord en heeft instructies ontvangen
om te onderzoeken, waarheen deze rijtuigen gere
den zijn en met welk doel de gebruikers zich ter
aangeduide plaatse bevonden.
Ongeveer op denzelfden tijd, als waarop Donder
dag-avond de brief bezorgd werd, ontving de heer
Bogaardt Vrijdag-avond per post weer een brief,
met dezelfde verdraaide hand geschreven. De brief
was kort en hield de mededeeling in dat de
schrijver verder geen pogingen zou in het werk
stellen en thans voldaan was.
Opmerking verdient nog het feit, dat een der
vrouwelijke dienstboden van den heer Bogaardt
Vrij dag-ochtend op de Hoefkade door een haar
onbekend persoon werd aangesproken met de vraag
„Zijt gij een dienstbode van den heer Bogaardt?"
De meid begreep niets van die vraag en verwijderde
zich zonder antwoord te geven. Later herinnerde
zij zich echter het voorval en deelde het toen mede.
De lijkschouwing van het arme slachtoffer heeft
in het gasthuis plaats gehad door dr. Coert en
chir. Becht. Daarbij is gebleken dat het knaapje
niet is verworgd, dat de moord - naar de genees
kundige verklaringen te oordeelen - te ééa uur
in den nacht moet zijn gepleegd, dat goed aan
gebrachte mes- of degenstooten den dood veroor
zaakten en dat het kind zich moet hebben ver
weerd. Getuigen bij het gerechtelijk onderzoek
verklaren in het duin gezien te hebben, dat het
werd voortgesleurd, maar aan strafoefening hebben
gedacht.
De officier van justitie en de hoofdcommissaris
van politie zijn den ganschen dag en gedurende
een groot deel van den nacht steeds werkzaam
aan het commissariaat, om de talrijke personen
te hooren, die aanwijzingen doen, en de menigte
telegrammen te ontvangen, die van alle zijden
toestroomen. Het dienstpersoneel van den heer
Bogaardt en van den heer Bouscholte is voort
durend aan het politie-bureel, om zoo noodig de
personen te herkennen, die als vermoedelijke daders
of medeplichtigen zijn of worden aangebracht.
Er bestaan vermoedens dat een voormalige huis
knecht van den heer Bogaardt niet vreemd is aan
den gruwelijken moord op den ongelukkigen knaap.
De naam van dien vroegeren huisknecht is Henri
Poulviquet;, zijn tegenwoordig verblijf was onbe
kend, doch door de justitie werd onmiddellijk
daarna onderzoek gedaan. Thans verneemt men
dat, blijkens een bericht van de politie t# Am
sterdam, Henri Poulviquet aldaar is opgespoord en
in hechtenis genomen, om ter zake van den moord
door de justitie gehoord te worden.
Nog verneemt men dat een barbier in Den
Haag zich bij de politie heeft aangemeld met de
verklaring dat hij Woensdag-avond een mansper
soon, wiens kleediug gelijkenis aanbiedt met die
van den gesignaleerden vermoedelijken dader, den
baard heeft geschoren. Hij verklaart verder dat
deze persoon in zeer opgewonden toestand verkeerde,
en, zonder zich het aangezicht te wasschen, haas
tig vertrok, zich niet bekommerende over de hevige
stortbui, die op dat oogenblik neerviel.
Opmerkelijk is 't ook, dat, naar men meldt, de
persoon, die het kind van de school kwam afhalen,
eerst vroeg om den knaap te spreken, waarop deze
door de meid geroepen werd en eenige oogenblik-
ken met den vreemdeling in de gang sprak. De
knaap ging daarop weder naar binnen om zijn