Dinsdag 7 September. A0. 1880. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon-, en Feestdagen, uitgegeven. 'tls maar een meisje! N°. 6303. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van V— 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grooterejétlers^naar plaatsruimte. „Als 't kindje binnenkomt, dan juicht heel 'thaisgezin" „En haalt het met lachjea en zoete woordjes in." Zoo vertaalde onze Beets het schoone gedicht van Victor Hugo en stellig moeten die regels van toepassing zijn als een kindje verschijnt dat lang en met spanning verwacht werd. Dit is het geval geweest met de jongste spruit uit. het Huis van Oranje en toch was het gejubel niet luid dat de prinses bij hare geboorte be groette. 't Is maar een meisjeDat was de reden, waarom vele vlaggen, tot uitsteken bestemd, werden opgeborgen, waarom schoone gelegenheidsdichten, reeds vooruit gemaakt, in den snippermand ver dwenen; waarom ook hartelijke, ongeveinsde be langstelling een gevoel van teleurstelling niet kon verbergen. Is dat dan zulk een misdaad Kan het onschul dige schepseltje, dat op het koninklijk paleis te VGravenhage het eerste levenslicht zag, het dan helpen dat het niet werd geboren als man? Voorzeker neen! Niemand zal zulks beweren en toch is de teleurstelling niet geheel ongegrond. Toen ruim een jaar geleden de prins van Oranje stierf, begon zich het Nederlandsche volk beangst Ie maken dat zijn vorstenhuis zou uitsterven en de blijde verwachting van Hare Majesteit, dat zij een kind zou krijgen, werd door het volk opge vat als eene blijde verwachting op een nieuwen stamhouder. Deze toch is niet bevredigd en dat dus in het eerste oogenblik men minder opgewekt was, is licht te begrijpen. Evenwel zal bij verder nadenken men bespeuren dat dit verkeerd is geweest en wij wenschen hier even te wijzen op den tegenwoordigen staat van ons stamhuis. Zooals thans het Huis van Oranje in leden is, en volgens de bepalingen onzer Grond wet zou de kroon vau Nederland na den tegen woordigen koning overgaan op den prins van Oranje. Mocht deze komen te overlijden zonder kindereu te hebben nagelaten - en door zijn voortdurend blijven in ongehuwden staat is de vrees daarvoor niet ongewettigd - dan zijn twee gevallen mogelijk. Het eene, dat evenwel niet waarschijnlijk is, is dat prius Erederik dau nog in leven is. Mocht het dien grijsaard beschoren zijn, zijn geheel stamhuis vóór hem te zien sterven, dan werd hij als eenige mannelijke Oranje koning van Neder land en droeg de kroon over in het Deensche vorstenhuis doordien de dochter zijner oudste dochter (de overleden koningin van Zweden) gehuwd is met deu Deenschen kroonprins. Mocht dat evenwel niet geschieden, en het tweede huwelijk van onzen koning niet nog later met een zoon gezegend worden, dan vervalt de kroon aan het pasgeboren prinsesje. 't Is deze vrees voor een vrouwenregeering, die de Nederlanders bezorgd maakt. Wij hebben er geen goede souvenirs van. Het oude Holland her innert zich wel niet meer, maar het heeft toch geleerd dat zijne gravinnen net geen heil aan- hrachten. Het bestuur van Ada van Holland, Margaretha van Henegouwen, Jacoba van Beieren en Johanna van Oosteurijk was telkens een periode van onrust en bloedige, verwoestende oorlogen. Doch men vergete hierbij niet dat dit voorviel in een geheel andere maatschappij en hoe dichter wij bij onzen tegenwoordigen tijd komen hoe minder bewijzen wij vinden van het nadeel, dat eene vrouw de kroon draagt. te Wij wenschen niet eens tot Queen Bessy op klimmen, want iu de vorige eeuw vinden wij genoeg vorstinnen, die haar land op een schitterende wijze hebben geregeerd. Katharina II van Rus land en vooral Maria Theresia staan in de annalen der geschiedenis ten minste niet slechter gehoekt dan de Louis' of de Georges die in haar tijd Frankrijk en Engeland beheerschten. Ook bij de geboorte van de laatste dier vorstinnen rees een algemeene teleurstelling in haar vaderland en hoe weinig vermoedde men toen dat zij de Oostenrijksche waardigheid beter zou ophouden dan haar vader of grootvader hadden gedaan. Niet altijd is de vrouw de ongeschiktste regent. Zij weet misschien minder goed een leger te bevelen, heeft minder keunis, maar hoe dikwijls vergoedt niet fijn gevoel en tact in ruime mate die gebreken. Vooral voor het constitutioneel stelsel, waar de vorst minder actief behoeft op te treden, maar het juist op den tact aankomt, is eene koningin volstrekt niet minder gewenscht dan een koning en schitterend is dit bewezen en wordt het nog door de lang durige regeering van Victoria. Het groote bezwaar is veel meer gelegen in de opvolging na den dood der Koningin. Een vreem deling beklimt dan den troon, onbekend met onze behoeften. Dit is waarlijk niet te verachten. Maar is er wel altijd reden voor? Was de zoon van Maria Theresia geen Oostenrijker, was Paul I geen Rus of zijn de Saksen-Coburgs, die mettertijd in Engeland zullen heerschen, geen Engelschen? Niemand zal dat beweren. De teleurstelling is dus ongegrond en de wensch dat het prinsesje, op hare wijze en zooals de om standigheden het mogen meebrengen, mee zal werken om de banden tusschen Nederland en Oranje te versterken, behoeft geen ijdele te zijn. Laten wij haar dus bij hare geboorte met een glimlach en zoete woordjes inhalen en haar een leven wenschen zoo gelukkig slechts mogelijk, want ook dat meisje is een sprnit van het Vorstenhuis, waarmede Nederland geworden is wat het is en in lief en leed steeds verbonden was. LEIDEN, 6 September. Burg. en Ws. leggen aan den Raad over de stukken der sollicitanten naar de betrekking van ijker van het botervaatwerk, vacant geworden ten gevolge van het overlijden van den heer C. Struyk Bevel. Na een ingesteld onderzoek komt het hun voor, dat voor eene benoeming in de eerste plaats in aanmerking komt de heer II. J. Van Nou- huys alhier, zoodat die sollicant door hen voor gemelde betrekking wordt aanbevolen. Bij de gisteravond gehouden stemming voor een predikant bij de Christ.-Ger. gem. alhier (Hooi gracht) is het tot geene keuze gekomen, daar er eene herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren Duursema te Arum, in Friesland, en L. Van der Valk te Delft. In de Protestantsche kerken zijn gisteren gebeden tot deu Allerhoogste opgezonden, naar aanleiding der bevalling van de Koningin. Zoowel in de Roomsch-Ivatholieke als in de Israëlietische kerken had die bidstond de vorige dagen plaats gehad. Er is nog een stadgenoot, die binnenkort de 25-jarige vervulling zijner betrekking zal her denken, nl. de heer J. J. Taffijn, die den lsten October a. s. een kwart eeuw geleden als custos van 's Rijks Herbarium werd aangesteld. In dat tijds verloop hebben drie directeuren gelegenheid gehad zich van zijne geschiktheid voor die betrekking te kunnen overtuigen. Ieder kan zich in zijn maat- schappelijken werkkring verdienstelijk maken. De afdeeliag Rotlerdam, Schiedam en om streken van de Hollandsche Maatschappij voor Landbouw, voor zooveel de zuivel aangaat, en voor zooveel planten, bloemen enz. betreft de afdeeling Rotterdam van de Nederlandsche Maat schappij voor Tuinbouw en Plantkunde, hebben in het verkooplokaal (Oostsiugel) eene gemeen- schappeliike tentoonstelling opgericht. Daarop zijn o. a. bekroond gewordenDe „Leidsche Melk inrichting", 3de prijs voor 1 /8 vat versche Rijn- landsche boter; Abraham Hoogedoorn te Zwam- merdam 1ste, G. De Ruiter te Bodegraven (Meije) 2de, en H. Egberts te Nieuwkoop 3de prijs voor 3 st. Goudsche Derbykaas in 1880 gemaakt; H. Beekman, tuinbaas bij de dames Cock te Oegst- geest, 1ste pr. voor 10 verschillende bloeiende gloxynia's, id. voor 5 bont- of gekleurdbladerige polyphermium's, id. 2de prijs voor 24 schoon gekweekte bloeiende, dubbele pelargonium's; C. A. Maarsse en Zonen te Aalsmeer, 2de pr. voor 10 verschillende blad-begonia's; K. Van Nes en Zonen, boomkweekers te Boskoop, bestuursprijs, voor 30 verschillende conifeeren voor den vollen grond, id. zilveren medaille voor 100 of meer conifeeren in potten, id. 1ste pr. voor 26 ver schillende conifeeren voor den kouden grond W. C. Boer, boomkweeker te Boskoop, 2de pr. voor 20 hulsten in de grootste verscheidenheid. Naar Sieboldia verneemt, heeft prinses Hen drik der Nederlanden onzen vroegeren stadgenoot den heer A. H. Valk Jr., firma Valk Co. te Utrecht, benoemd tot hofleverancier, met vergun ning H. D. koninklijk wapen te voeren. Hij heeft deze onderscheiding te danken aan de correcte uitvoering eener bestelling van tuin- en landbouw werktuigen voor het vorstelijk paleis te Soestdijk. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes van partijen van 1Q0, 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 45.00, f 22.50, f 4.40 en f 2.20de laagste f 43.00, f 22.50, f 4.30 en f 2.15. Gisteren was het de laatste maal dat de heer A. H. Wessels, predikant bij de Christelijk- Gereformeerde gemeente te Rijnsburg, voor zijne gemeente als zoodanig optrad; Naar aanleiding van Markus 16 vers 16 hield hij - zoo schrijft men ons - een roerend afscheidswoord na 32-jari- gen arbeid aan deze plaats. In dien tijd had hij 930 kinderen gedoopt en zag hij de gemeente, bij den aanvang slechts een klein kuddeke, lang zamerhand tot een bloeiend gezelschap aanwassen. Moge de rust hem door de gemeente in Psalm 122 vs. 3 toegezongen, nog lang door hem ge noten worden. Naar de Ned.-Herv. gemeente te Koudekerk aan den Rijn is beroepen ds. W. Klercq, predikant te Hijkersmilde en Kloosterveen. Op het zestal voor pred. bij de Herv. gem.' te Kampen staat N#. 1 ds. Chr. Knap te RijnsburgJ Door ds. T. F. Westrik te Ter Aar is bedankt voor het beroep als predikant naar de Hervormde gemeente te Meliskerke, en voor dat naar Zuidzijpe door ds. W. H. Luttenberg te Waddingsveen. Het bulletin omtrent den toestand van de Koningin luidt heden: „H. M. de Koningin en de jonggeboren Prinses zijn welvarend." De 1ste luitenant R. G. Moerbeek, van het 4de reg. inf., thans gedetacheerd bij de krijgs school, is benoemd tot lsten luit.-adjudant bij het lste bataljon van dat regiment, te Delft in gar nizoen, ter vervanging van den lsten luit.-adjudant Van Wijk, die als kapitein bij het lste reg. inf. is geplaatst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1