baron Yan Ileeckeren, sedert 25 jaren alge meen secretaris der Geldersche Maatschappij van Landbouw. Z. M. heeft, met ingang van 1 Juli 1880, aan den commies der posterijen van de 1ste kl. J. W. J. IJssel De Schepper, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit die betrekking, met vrijlating om zijne aanspraak op pensioen te doen geldenverleend de volgende pensioeneH, als aan A. Van Moorse!, comm. 1ste kl. bij 's Rijks belas tingen, f 616; W. J. Dieterich, idem 2de kl., f 440A. C. Van Rhijn, comm. bij het dep. van fin. ƒ812; D. L. Heinsius, ontv. der dir. bel., f 941; G. Huitsing, zich ook noemende en schrij vende Huitsingh, douairière van jhr. J. Hora Siccama Van de Harkstede, in leven inspecteur van het kadaster, f 738; G. R. Abegg, comm. 8de kl. bij 's Rijks bel., f 240. Luidens het verslag omtrent het nieuwe straf wetboek heeft do minister zelf, naar aanleiding van een overleg met de commissie, onderscheidene nieuwe bepalingen voorgesteld, als o. a.De poging tot overtreding is niet strafbaar. De medeplich tigheid aan overtreding is niet strafbaar. Het brengen in bewusteloosheid of onmacht wordt ge lijkgesteld met plegen van geweld; verder strafbedrei gingen tegen deelneming aan de verkiezing onder valschen naam of voornaam; tegen vernieling, onbruikbaarmaking of beschadiging van eenig werk dienende voor openbaar verkeer; tegen ont- doening van voorwerpen aan ijk onderworpen van het daarop geplaatste afkeuringsmerktegen het aangaan van een huwelijk ondanks een wettig beletsel; tegen aannemers, bouwmeesters enz., die bedrieglijke handelingen plegen met bouwmate rialen alsmede tegen bedriegerijen bij leverantiën voor leger en vloot. De commissie was het met het stelsel der regeering eens, behoudens verschilpunten omtrent de toepassing. Zij is van oordeel dat wel mis drijven, niet overtredingen, in dit wetboek opneming behoeven. De tweeledige onderscheiding tusschen misdrijven en overtredingen wordt door de com missie beaamd. Het stelsel der regeering ten op zichte van strafbare feiten, gepleegd buiten het rijk in Europa, vond in de afdeelingen weinige voorstanders; ook door cle commissie wordt het afgekeurd. De commissie wil niet terugkomen op het stelsel van onteerende en niet-onteerende straffen; even min op de afschaffing der doodstraf, ofschoon in de afdeelingen de onmisbaarheid van die straf werd betoogd of weersproken. De wederinvoering der lijfstraffen vond in de afdeelingen warme voorstanders, maar de commissie beaamde de aangevoerde redenen niet. Na rijp overleg adviseert de commissie de deportatie niet op te nemen. De meerderheid der commissie wil geene levenslange gevangenisstraf; ook in de afdee lingen telde die straf vóór- en tegenstanders. Aan den wensch der commissie om het minimum der gevangenisstraf tot op één dag te verminderen, heeft de minister voldaan, maar de verhooging van het maximum boven 15 jaar bleef hij onraadzaam achten. Toegevende aan het verlangen der commissie stelt hij vijf in plaats van drie jaren yoor als maximum der celstraf. Qemeng<i Nieuw» Hedenmiddag om kwart voor tweeën zou men een wagen met hooi lossen in den stal van den heer T. op de Derde Binnenvestgracht; de wagen zou men vlak tegenover de staldeuren plaatsen om het hooi des te gemakkelijker naar boven te kunnen steken, maar in plaats dat de wagen vóór de deuren kwam te staan, reed hij achteruit in de gracht en nam nog een tweeden wagen mede. Het hooi werd gedeeltelijk op den wal gelegd en het natte in schuiten geladen om wederom te drogen. De wagen was aan het voorste gedeelte erg beschadigd. De bewoners derYliersteegte 's-Hage werden verschrikt door een geweldigen slag. Wel dra bleek het dat bij den heer Spoelder, schoen en laarzenmaker aldaar, een gasontploffing had plaats gehad, waarbij alle ramen en ruiten waren stukgeslagen en verdere schade was aangericht geworden. Er was een lek in de gasleiding ont staan en door de vermenging van het gas met de lucht had zich knalgas gevormd, dat juist toen de eigenaar zijn gas wilde afsluiten, ontplofte. Niettegenstaande de heer S. zelf deerlijk gebrand werd, had hij de tegenwoordigheid van geest nog den gasmeter af te sluiten en daardoor verdere on gelukken te voorkomen. De stoelen verhuurder in het Haag- scbe Bosch kreeg het onder de laatste muziekuit voering te kwaad met eenige jongelieden, die zijn heen en weer geloop hinderlijk vonden. Yan woorden kwam het tot daden, eenige stoelen werden stuk geslagen en de verhuurder mishandeld. Te Haarl em is weder een soldaatvan het vierde regiment met een briefje van ontslag uit den dienst weggejaagd. De hulponderwijzer S., te Eerbeek, loste Dinsdag-avond op de dochter van den tuin man S. aldaar vier schoten met een revolver, schoot daarna zich zeiven in de zijde en sprong vervolgens in het nabijgelegen kanaal. Hoewel men hem daaruit redde, is hij denzelfden avond, na hevige pijnen doorgestaan te hebben, over leden. De dochter van den tuinman S., die in den rug getroffen werd, verkeert nog niet bui ten gevaar. De redenen tot een en ander zijn niet bekend. Te Harlingen had eergisterochtend een treffend ongeluk plaats. Een der metse laars aan de in aanbouw zijnde katholieke kerk werkzaam, had het ongeluk door een misstap van den steiger, die rondom den hoogen toren is ge plaatst, neder te storten en van een hoogte van ruim 150 voet te vallen. Met gebroken armen en beenen en zwaar aan het hoofd gekwetst werd de ongelukkige, een braaf, oppassend jonkman, per draagbaar naar het stedelijk ziekenhuis vervoerd, waar hem door den aldaar aanwezigen geneesheer alle bijstand werd verleend, doch er bestaat weinig hoop op zijn behoud. Naar de Midd. Crt. verneemt, is aan boord van Zr. Ms. stoomschip „Pontianak", ter wijl op de reede van Gigieng (Atjeh) op visschers- vaartuigen gevuurd werd, het sluitstuk uil een der achterlaad-kanonnen gesprongen. Bij dit ongeval werd aan een konstabel de arm van het lichaam gescheurd en de luitenant ter zee B. aan het been verwond. Omtrent laatstgenoemde meldt men dat hij naar Groot-Atjeh en van daar per extra- trein naar het hospitaal te Kotta-Radja vervoerd is, waar de geneesheeren hem volkomen hopen te genezen. Door het hof van assises van de Seine is Woensdag ter dood veroordeeld Louis Yictor Oblin wegens moord door hem in de maand Maart op zekeren Lemeunier bedreven. Na eerst dien persoon op een duisteren avond beschonken gemaakt te hebben, had hij hem van een som van 100 franken beroofd en vervolgens met het hoofd juist in het wagenspoor gelegd, zoodat een voorbijko mende wagen den beschonkene, die rustig zijn roes lag uit te slapen, den hersenpan verbrijzelde. Oblin bereikte echter het doel, dat hij zich met die gruweldaad voorstelde, niet; uit allerlei om standigheden werd zijn schuld zonneklaar bewezen. Eenige personen waren den weg gepasseerd en hadden een man, met het hoofd door den kiel dien hij droeg bedekt, in die gevaarlijke houding vinden liggen. Toen zij hem aan den kant van den weg wilden sleepen, was een duistere gestalte te voorschijn gekomen en had hun gezegd„Laat hem maar stilletjes liggen, ik ben er immers bij." Zij waren daarop hunsweegs gegaan. Op de terecht zitting verklaarden zij dat de gestalte van dien onbekende geheel met die van den beschuldigde overeenkwam. Tot aan het einde der zitting ont kende Oblin alle schuld; op de vraag van den president echter of hij nog iets te zeggen had, antwoordde hij door het inroepen van een genadig vonnis. Toen hij daarop aandachtig gemaakt werd dat zulk een verzoek alleen in den mond van een schuldige paste, boog de moordenaar het hoofd en zweeg. Te Breuil (Calvados) is de 66-jarige heer Lerebour, die van een bezoek bij zijn zoon, notaris te Lisieux, terugkeerde, bij het instappen van een reeds in beweging zijnden trein gestrui keld en onder de wielen geraakt. Armen en beenen werden hem geheel afgesneden. Te Caïro is een man van 120 jaren aan de gevolgen van een val overleden. Te Leuven heeft zich het ongehoorde feit vöorgedaan dat een meisje van 18 jaren, met oogmerk om te stelen, een winkelierster vermoord heeft. Zij bracht haar slachtoffer 21 messteken toe en trachtte toen de winkellade met geweld te openen. In die bezigheid werd zij echter gestoord, zoodat zij in allerijl, onverrichter zake, de vlucht moest nemen. Reeds een uur na het bedrijven der gruweldaad was de jeugdige misdadigster in hare woning door de politie gearresteerd. Dr. Tanner schijnt nu eeneetproef te willen afleggen. Wat hij verslindt, is ongeloo- felijk en niets schijnt hem te deren, hoewel de geneesheeren hem allerlei slechte gevolgen voor spellen. Gedurende zijn vastentijd verloor hij 36 ponden aan gewicht, maar in de paar dagen, dat hij weer eten mag, is hij reeds aanmerkelijk zwaar der geworden; ook is zijn gelaat niet meer zoo afzichtelijk ingevallen en mager. Ook uit Posen komen berichten van zeer ernstige overstroomingen. De Posna is buiten hare oevers getreden en heeft den geheelen graan oogst vernield; ook de Warthe stijgt zorgwekkend. Het Dinsdag aan den sneltrein de „Flying Scotchman" bij Berwick, het eerste station na Edinburg, overkomen ongeluk de trein raakte uit het spoor en ging van den spoordijk heeft gelukkig niet zooveel menschenlevens gekost als men, met het oog op de groote snelheid waarmede deze trein rijdt, eerst vreesde dat het geval zou zijn. De waggons tuimelden over elkander heen, verscheidene er van werden stukgeslagen. De passagiers kwamen er vrij goed af; slechts één werd zwaar gewond, anderen bekwamen lichte wonden. Daarentegen werden de machinist, de stoker en vier spoorwegbeambten gedood en de conducteur werd zwaar gewond. Het schijnt dat de rails in slechten toestand verkeerden, en de stoker had het signaal niet gezien, dat op de ge vaarlijkste plaats was aangebracht. Gelukkig waren de voorste waggons van den trein niet bezet, anders zou de ramp meer slachtoffers hebben gekost. Te Cusano was een steenhouwer tot vier jaar gevangenisstraf veroordeeld; hij weigerde voedsel te gebruiken en na 30 dagen bezweek hij ten gevolge van zijn vrijwillig vasten. BUITENLAND. Frankrijk. Hubertine Auclerc, die geen belasting wil be talen en op wier meubels beslag was gelegd, ver scheen eergisteren voor den prefectoralen raad van de Seine. Zij hield daar een warm pleidooi voor de emancipatie der vrouw, maar de commissaris Thirriat liet zich daardoor niet vermurwen. Slecht of goed, de wet moest worden toegepast. Mej. Auclerc betaalde 550 fr. huur en moest dus 20 fr. 85 belasting betalen. De raad zal zich waarschijnlijk bij die uitspraak neerleggen. Het „Journal des Débafs" wijst in een artikel over de feesten te Cherbourg op hunne beteekenis. Zij waren in de eerste plaats eene hulde aan de marine. Het leger had zijn feest gehad bij de uitdeeling der nieuwe vaandels, ook de vloot mocht niet vergeten worden. Verder waren die dagen van gewicht omdat „zij niet anders geweest zijn dan ééne langdurige ovatie voor den eersten magistraat der Republiek". De eenvoudige, korte en kernachtige wijze van spreken van den president Grévy heeft hem alle harten doen winnen. Yan geheel anderen aard waren de redevoeringen van den heer Gambetta. Maar het genoemde blad is niettemin van oordeel dat ook de voorzitter der Kamer zeer gelukkig is geweest in de keus zijner woorden en onderwerpen en dat zijne uitstapjes op het gebied der politiek het bovenal maritime karakter der Cherbougerfeesten niet hebben kunnen veranderen. Geheel anders oordeelden de organen der rechterzijde. De „Fran cais" b. v. beweert dat de heer Gambette zich heeft willen wreken over het feit, dat hij niet de eerste in rang was bij de Cherbourgerfeesten, door den President der Republiek in de schaduw te stellen en zijne welsprekendheid te laten schit teren. Want al stak hij den President nog zoo in de hoogte, op de „Francais" maakte dat den in druk van ironie, en zij vindt het ongepast, dat hij niet zweeg; hij had niet te spreken zoolang hij de gast van den President was. En dan al zijne opmerkingen, misschien uit ,.een of ander

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2