Maandag 14- Juni.
N°. 6232.
A0. 1880.
Den Courant wordt dagelijks, met uitsondering
▼an Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Nogmaals de Gasquaestie.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER OOUBAKT:
foor Leiden per 8 maandenif 1.16.
franco per post.7r??77Tr.X a 1.40.
Afzonderlijke Nootman.;V.r.'.Tis 0.05.
PRIJS DER ADTERTEHTIEJf:
winTTiTnrn:;
fan 1—4
Mare regel maar.
Grooure latten naar pUaUraicata.
1.05.
0.17$.
Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN.
STADSBERICHTEN.
Vergadering Tan den Gemeenteraad ran Leiden,
op Maandag 14 Juni 1880, des namiddags te drie turen.
Installatie van den heer L. M. De Laat de Kanter als Bur
gemeester.
Kostelooze Vaccinatie.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS see Gemeente
LEIDEN herinneren bjj deze den ingezetenen, dat de gelegenheid
tot kostelooze Vaccinatie en Reraecinatie voor onver-
mogenden, in het lokaal der Stadswaag, hij voortduring is open
gesteld, en wel op Zaterdag 19 Jtmi, Maandag 28 Juni, Dins
dag 6 Juli, Woensdag 14 Jnli, Donderdag 22 Jnli, Zaterdag 31
Juli en zoo vervolgens met eene tnsschenrnimte van acht of, als
die dag op een Zondag of Vrijdag valt, van negen dagen, 's namid
dags te één unr.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE FREMERY, Weth., fd. Burgem.
12 Juni 1880. E. KIST, Secretaris.
Dezer dagen verscheen het „Verslag van den
toestand en de werking der stedelijke gasfabriek
alhier gedurende het jaar 1879". Bij het door
bladeren van dat boekske vonden wij daarin aan
leiding tot het neerschrijven van de hier volgende
opmerkingen, aanleiding tevens om, wat sommige
punten betreft, terug te komen op de belangrijke
discussie in de bekende gemeenteraadszitting van
20 Mei 11., waarin de gasquaestie in haar toen
malige phase, rakende de lichtsterkte en den prijs,
werd behandeld.
Vooral trekt onze aandacht de zinsnede op pag.
5„Behalve nogal veelvuldig voorgekomen kleine
reparatiën in het Voorjaar, werd het buizennet in
het najaar vrij aanzienlijk uitgebreid en moesten
vele oude pijpen door nieuwe worden vervangen".
Het laatste is zeker niet te verwonderen, wanneer
men op de volgende bladzijde geconstateerd vindt,
dat op de zuidzijde der Langegracht de geheele
leiding van 147 M. moest worden vervangen om
te voorkomen, dat twee industriëelen (de heeren
J. J. Krantz Zoon en P. Clos Leembruggen)
door slechte verlichting aan stagnatie in hun bedrijf
werden blootgesteld. Bij de ontgraving bleek dat
in dien slappen bodem, doorkruist met pijpen en
afvoerkanalen der fabrieken, door de ontgraving,
in het vorige jaar voor de kanalisatie der water
leiding geschied, de gasbuizen elk# willekeurige
richting hadden gekregen, waardoor lekkage was
ontstaan.
Met zulke verklaringen zwart op wit voor zich
is men geneigd geheel in te stemmen met de
woorden door den heer Driessen in de raadszitting
.van 20 Mei gesproken„Ik wensch op te merken,
dat in de gevallen, die ik heb kannen nagahn,
het slechte licht niet aan de qualiteit van het gas,
maar aan de gebrekkige aanbrenging van de pijpen
moet geweten worden." Met waardeering namen
wij dan ook kennis van hetgeen de commissie voor
de gasfabriek in haar verslag constateert, dat tot
verbetering van het buizennet in het afgeloopen
jaar werd verricht, maar tevens vinden wij in het
feit dat op sommige punten de toestand der bui-
zenleiding zoo hoogst gebrekkig is, gereede aan
leiding om op een grondig en algemeen onderzoek
in deze aan te dringen.
Toorts schijnen bij bet toenemend verbruik van
gas de afmetingen der buizen op vele punten
niet meer voldoende te zijn, terwijl eindelijk door
bet raadslid den heer Van Iterson in "meergemelde
zitting werd gewezen op eene vernauwing der bui
zen als een gevolg van het neerslaan der zware
koolwaterstofsoorten, die in het eigenaardig samen
gestelde gas hier ter stede praedomineeren en de
eigenschap hebben dat daardoor het gas snel in
lichtkracht vermindert.
Zonder ons in. het minst een aanmatigend af
dingen te willen veroorloven op die zienswijze van
het geachte raadslid, aan wiens meening in deze
te recht zooveel gewicht werd gehecht in de zit
ting van 20 Mei 11., willen wij toch herinneren
aan ons artikel „de Gasquaestie", waarin wij op
vrij goede gronden meenen te hebben aangetoond,
dat het aanzienlijk verlies in lichtvermogen, blij
kende nit een resultaat van 14.4 kaarsen aan de
Zonneveldsteeg tegen 18.4 aan de gasfabriek,
tamelijk wel in de verbeelding bestond en klaar
blijkelijk het gevolg was van het bezigen van
geheel ongelijksoortige werktuigen en vergelijkings
middelen op beide verschillende punten van de
waarneming.
Voor het gevaar van het bezigen van zulk een
minder juisten maatstaf zullen wij voor het ver
volg echter gewaarborgd zijn, zoo slechts stiptelijk
uitvoering wordt gegeven aan het door den raad
aangenomen voorstel van den heer Van Iterson
om de lichtsterkte op een afstand van p. m. 1100 M.
van de fabriek op 16 standaardkaarsen te bepalen,
echter onder dit beding dat men daarbij aanneme
den eenigen juisten maatstaf van 141.5 liter gas
en 7.775 gram spermacetie per nur.
Nu wij toch weder tot de belangrijke quaestie
der lichtsterkte zijn afgedwaald, willen wij tevens
een onnauwkenrigheid van wel eenige beteekenis
releveeren, in de meergenoemde raadszitting van
20 Mei begaan. Het door den heer Van Iterson
als de gemiddelde lichtsterkte te 's-Gravenhage
opgegeven cijfer van 15.99, ook door ons vermeld,
werd door den geachten voorzitter minder juist
genoemd en door hem opgegeven 15.1 voor de
maand April van dat jaar. Voor ons ligt het des
betreffende staatje, voorkomende in het wel degelijk
officieel verslag over de Haagsche gasfabrieken in
1879, en daarin staat aan den voet der kolom de
gemiddelde sterkte over de twaalf maanden van
dat jaar opgegeven als 15.99. Dat is dus de ware
gemiddeldede som van de uitkomsten der twaalf
maanden, door 12 gedeeld, en geeft beter maat
staf aan dan wanneer men het resultaat van een
enkele maand neemt, gelijk in de raadszitting
van 20 Mei geschiedde, toen voor de maand April
te 's-Gravenhage 15.1 kaarsen werd aangegeven.
Doch volgen wij voor een oogenblik die minder
aanbevelenswaardige wijze van vergelijking, dan
vinden wij op het officiëele staatje voor de maand
April een geheel ander cijfer, nl. 17.1, een cijfer
dus dat tot heel wat ongunstiger gevolgtrekking voor
Leiden aanleiding geeft.
Wij herinnerden boven aan hetgeen gezegd
werd over de aanwezigheid der zoo nadeelige kóol-
waterstofsoorten in het Leidsche gas. Vanwaar
i dat verschijnsel? Of is het een gevolg van het ge
bruik van harst, een methode, die, naar Wij meenen,
door zeer weinige fabrieken gevolgd wordt? Be
hartiging verdient in dat geval ongetwijfeld het
aanwenden, in plaats van harst, van Cannell-kolen,
gelijk door het raadslid den heer Cock werd aan
bevolen. Welk uitstekend licht het uit Cannell-
kolen bereide gas levert, kan blijken uit het door
den hoogleeraar Rijkë in zijn rapport opgenomen
vergelijkend staatje der lichtsterkte, op de ver
schillende stations der Gaslight- Coke-Com
pany 'te Londen verkregen. Het station Milbank-
street gaf met enkel Cannell-kolen gemiddeld 21.4,
de andere stations met gewone kolen gemiddeld
17 kaarsen.
Ten slotte een ernstig woord. Wat wij in de
laatste dagen over de gasquaestie schreven, getuigt
naar onze meening te zeer van ernstig onderzoek
dan dat men daarin een afkeurenswaardige bedil
zucht zou mogen zoeken. Wij bespreken zaken, geen
personenons eenig streven wasvoorlichting in
het algemeen belang, het belang van allen. Uit
die overtuiging putten wij den moed om hier
andermaal neer te schrijven het advies, waarmee
wij een vorig artikel besloten
Men make op eene openbare, voor ieder toeganke
lijke plaats in het midden der stad een photometri-
sche inrichting, b. v. op het stadhuis, en belaste een
physicus of chemicus met het geregeld onderzoek,
daarbij tot grondslag nemende minstens 16 kaarsen
met een gebruik van 141.5 liter gas en 7.775 gram
spermacetie. Wanneer dan de uitkomsten van dat
onderzoek geregeld worden bekendgemaakt, zullen
de belanghebbenden weten wat zij voor hun geld
van de gasfabriek ontvangen, en eerst dan zal een
eventueele prijsverlaging, zoo daarop, wat wij hopen,
dan nog kans bestaat, door hen op prijs worden
gesteld.
LEIDEBT, IS Joni.
De plechtige installatie van den nieuwbenoemden
burgemeester alhier, den heer De Laat De Kanter,
zal Maandag-middag om drie nren plaats hebben.
Wij vernemen dat vele ingezetenen voornemens
zijn, als blijk van hunne ingenomenheid met de
benoeming, bij die gelegenheid de vlag van hunne
woningen te doen wapperen.
Het ledental der Leidsche afdeeling van de
Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde is in de gisteravond op Zomerzorg
gehouden vergadering wederom met twee ver
meerderd.
Van de vereeniging te Boskoop was een schrij
ven ontvangen dat zij de Leidsche leden hij hun
bezoek aan de kweekersen aldaar met genoegen
zal ontvangen, welk uitstapje voorloopig op een
nader vast te stellen datum in de maand Augustus
werd bepaald.
Op voorstel van den voorzitter werd, na kennis
neming van een verzoek uit Zeist tot deelneming
aan een aldaar door de afd. Wijk-bij-Duurstede
te honden tentoonstelling van kruiden en planten,
met openstelling der gelegenheid tot het schenken
ook van geldelijke bijdragen, met het oog op de
vele dergelijke inkomende verzoeken, overgegaan
tot de orde van den dag, en althans wat het laatste
betreft, voor kennisgeving aangenomen. Een zelfde
verzoek van een meer in de nabijheid gelegen
afdeeling, waarvan de vroegere voorzitter der Maat
schappij, de heer Viruly Terbrugge, aan het hoofd
staat, zal in nadere overweging worden genomen.
In deze vergadering werd ook overgegaan tot
de begrafenis van het Leesgezelschap der afdee
ling vroeger met zooveel vuur verdedigd, thans
door het bedanken van zoovele leden stervende.
Er was daarom besloten tot het verkoopen der
boeken, waarbij echter volgens het reglement, alleen
de leden mochten tegenwoordig zijn.
Tevens werden eenige mededeelingen gedaan om
trent den voorgenomen tocht door de duinen, en
had onder dankbetuigingen enz. van weerszijden
de uitreiking plaats van het huldeblijk^ waarvan
wij dezer dagen reeds melding maakten, aan de
heeren Obreen, Schretlen en Tan det'f Hoe.ff