BURGERLIJKE STAND VAN LELDEN. Wederom is een student „in de Medaceinen", zegt de dagvaarding als wonende op den singel even buiten de Morscbpoort dienst plichtig bij de Oegstgeestsche brandweer verklaard. Den 14den Juni zal hij voor het kantongerecht alhier moeten verschijnen, omdat hij den 21sten Mei, 's avonds te halfzeven, „bij de daartoe aange wezen tijd en plaats niet is tegenwoordig geweest bij de vooraf behoorlijk aangekondigde proefne ming met de brandspuit der gemeente". Die aan kondiging bestaat uit het aanplakken op de bor den in de gemeente. De student is meestal in Leiden. Aan belanghebbende studenten onder Zoeterwoude woonachtig wordt herinnerd dat de proefneming van spuit N#. 3 morgenmiddag om één uur zal plaats hebben. Gistermorgen hebben even dezomer- wagens van de Leidsche Tramwaymaatschappij gereden; met het oog op het weder vond men bet echter raadzamer, de nieuwe wagens maar weer te doen vervangen door de gewone gesloten rijtui gen. In den namiddag hadden er op de Bees tenmarkt nabij den wissel een tweetal déraille menten plaats; de wagens werden weder spoedig op de rails gebracht en konden hun weg vervolgen. Op de Uiterstegracht geraakte gis termorgen een vijfjarig knaapje al spelende te water en zonk bijna onmiddellijk. Het werd echter door eenige wandelaars langs den Nieuwen Rijn opgemerkt, aan wie het bij den tamelijk lagen waterstand gelukte den knaap te redden en aan den inmiddels toesnellenden vader terug te geven. De beruchte Duitsche negotie-vrouw is gisteravond omstreeks 9 uren weder onder be geleiding van een joelende menigte, wegens verre gaande dronkenschap, naar het politiebureel gebracht. Zaterdag-avond is omstreeks half- acht zekere K., die zich in verregaanden staat van dronkenschap bevond, driemalen in de Middelste gracht gesprongenmen mocht er ook voor de derde maal in slagen hem op het droge te brengen. Om kwart over negenen is heden morgen, door een toeval bevangen, in den Nieuwen Rijn geraakt de persoon van S. R., oud 24 jaar, doch door twee mannen, genaamd J. B. en J. R., spoedig op het droge gebracht en vervolgens naar hare woning vervoerd. In de woning van ds. Oosterzee, ge legen in Lonneker op de grensscheiding van En- schedee, is Vrijdag-nacht op een zeer brutale wijze ingebroken; al het aanwezige zilverwerk en eenig geld is medegenomen, alle kamers zijn door de inbrekers doorzocht, buitendeuren en ramen geopend bevonden, zonder dat de bewoners iets gemerkt hebben. De politie stelt alle pogingen in het werk om de daders op te sporen. Een knecht van den landbouwer D. Fonkert, te Oud-Beierland, die met een hengst een boerenerf wilde opgaan, kreeg van het paard zulk een hevigen slag tegen het been, dat dit brak. De man verkeert in zorgwekkenden toestand. De hengst schrikte van een hondenkar. Voor de betrekking van directeur der gasfabriek te Bolsward hebben zich 31 sollici tanten aangemeld. Te Burgsteinfurt, in Westfalen, is onlangs een bijna tweejarig kind, door de ouders voor een half uur slapende alleen gelaten, door ratten overvallen en zoo deerlijk gebeten, dat het eenige uren later overleed. In een der kelders onder de woning van zekeren heer Enriquez in Harley-Street te Londen is Donderdag in eene houten kist een half vergaan lijk, waarschijnlijk van eene vrouw, gevonden. De kelder was langen tijd niet anders dan tot berging van vodden gebruikt. De politie doet ijverig onderzoek. Rochefort is weder per telegram tot «en duel uitgedaagd door een redacteur der „Gau- lois", Meyer, naar aanleiding van eene uitdaging door zijn zeventienjarigen zoon aan een vroegeren medewerker van dat blad wegens een artikel over het met hem voorgevallene gezonden. De heer Meyer vreest zich belachelijk te maken door een duel met dit „kind". Te Minesota hebben 18 jonge meisjes gezworen niemand te trouwen die rookt, en 18 heeren dat zij geen vrouw zullen nemen die valsch haar draagt. Een visscher van Suresnes, die Don derdag-morgen dicht bij Parijs in de Seine zijne netten uitwierp, zag een schijnbaar ledige boot met het getij de rivier afdrijven. Hij maakte dadelijk zijn schuitje van den wal los, en had, hard roeiende, het vaartuig spoedig geënterd. Men kan zich de verbazing van den man voorstellen, toen hij, na een wit laken opgelicht te hebben, twee kleine wiegjes op den bodem zag staan, in ieder waar van een aardig kind gerust lag te sluimeren. Het ééne was een jongetje van ongeveer twee en een half jaar, het andere een meisje vermoedelijk 15 maanden oud. De visscher haastte zich den ge vonden schat naar het politie-bureel over te bren gen, waar men een nauwkeuriger onderzoek in stelde. De kindertjes, die fatsoenlijk gekleed waren, hadden blijkbaar korten tijd in hun verlaten toe stand doorgebracht. In een van de wiegen vond men een met potlood geschreven briefje van den volgenden inhoud: „Ik verlaat u omdat ik niet de middelen bezit u op te voeden, en ik ga den dood in het water zoeken omdat ik niet zonder u leven kan. Uw vader is dood, mogen dus zij die er toe in staat zijn, u redden en voor u zorg dragen." De kinderen zijn naar het „hospice des Enfants-Assistés" overgebracht, waar zich reeds verscheidene lieden aangemeld hebben, die de aan vallige kleinen tot zich willen nemen. China heeft Oostenrijk zijne klandi- zie gegund. Bij eene groote Oostenrijksche wapen fabriek is met het oog op den mogelijken oorlog met Rusland een aanzienlijk aantal karabijnen voor het Chineesche leger besteld. Ongeveer twintig jaren geleden ver liet zekere Blavier te Parijs op trouwelooze wijze zijn vrouw en achtjarig zoontje. In haar hulpe- loozen toestand spande de moeder alle krachten in om haar kind, het eenige wat haar nog aan de wereld hechtte, met eere groot te brengen. Dat gelukte haar volkomen, en de eerbied en liefde, waarmede haar zoon, tot de mannelijke jaren op gegroeid, haar omringde, waren haar een schooue zelfvoldoening. Daar openbaarden zich bij den jonkman de sporen van een borstziekte, waartegen geen geneesmiddelen iets vermochten. Langzaam zag zij hem uitteren, tot hij dezer dagen in hare armen den geest gaf. Voor zulk een verlies had de arme moeder geen tranen, had ze slechts wan hoop. Nadat zij het lijk van haar zoon had afge legd, trok zij zelve haar beste gewaad aan en schreef en verzond aan een tante een brief, waarin zij deze verzocht den volgenden morgen bij haar te komen. Daarop ledigde zij een flescbje laudanum, dat zij in haar bezit had, en legde zich zoo naast het lijk van haar kind neder. Toen men den volgen den morgen het vertrek binnentrad, vertoonde het lichaam der bewustelooze vrouw de laatste stuip trekkingen. De onmiddellijk ontboden geneesheer kon slechts de aanwezigheid van een tweede lijk constateeren. Volgens het schriftelijk uitgedrukt verlangen der vrouw werden moeder en zoon te gelijk begraven en in hetzelfde graf bijgezet. BUITENLAND. Frankrijk. Terwijl men te Lyon Blanqui voor de Kamer candidaat stelt, schijnt men te Parijs voor den gemeenteraad op den bekenden communard Trinquet te zullen stemmen, die niet alleen, zooals Blan qui, wegens het verlies zijner burgerrechten niet verkiesbaar is, maar, tot altoosdurenden dwangarbeid veroordeeld, zich op dit oogenblik nog in Nieuw- Caledonië bevindt. Deze „burger" Trinquet zou den heer Quentin moeten vervangen, onlangs tot directeur van den openbaren onderstand benoemd. Voor eenige dagen nu is eene door ongeveer dui zend personen bijgewoonde vergadering gehouden om een verkiezings-comité samen te stellen. De acht „burgers", tot leden daarvan benoemd, traden achtereenvolgens op om eene soort van politieke geloofsbelijdenis af te leggen, waarbij de middel stand en het opportunisme niet weinig gehavend werden. Een der sprekers gaf als zijne meening te kennen dat de heer Trinquet, vroeger vertegen woordiger van het arrondissement, nooit opgehou den had deze waardigheid te bekleeden. Wat de bajonetten verwoest hebben, zeide hij, blijft bestaan. Een ander achtte het zich eene eer onder het keizer rijk aan Trinquets zijde gestreden te hebben. Een derde verkoos niet te onderhandelen met „devet- gemesten" en verklaarde voor Trinquet te zullen stemmen, „als protest tegen de sabelhouwen van den 23sten Mei." Anderen eindelijk wilden het zelfde, ten einde zich schrap te zetten „tegen de horde uit Versailles, welke ons regeert." „Een oorvijg aan het opportunisme" was volgens weder een ander redenaar het hoofddoel der ge- wenschte candidatnur en deze werd dan ook met nagenoeg algemeene stemmen geproclameerd. Vrijdag heeft er een duel plaats gehad tus- schen Laffitte, directeur van de „Voltaire", en Albert De Dion, die zich door een artikel van het blad beleedigd achtte. Laatstgenoemde heeft eene lichte wond in de rechterzij bekomen. Qroot-Britannlë. Met een meerderheid van negen stemmen heeft het Huis van afgevaardigden van de Kaapstad een motie van wantrouwen in het Kabinet-Sprigg verworpen. Verleden jaar werd een dergelijke motie met een meerderheid van 21 stemmen verworpen. De Basuto-quaestie is de voornaamste oorzaak van den afnemenden invloed van het ministerie; de Kaapsche oppositie is zoowel tegen de confederatie als tegen de annexatie van de Transvaal. Italië. Het ministerie zal Donderdag antwoorden op de interpellatie van den heer Crispi over beweerde inmenging van de regeering in de verkiezingen. De ontwerpen betreffende de buitengewone mili taire uitgaven zijn aangenomen. De te Rome verschijnende „Aurora" zegt in een artikel over de onderhandelingen tusschen de Curie en Duitschland dat die thans geheel zijn afgebroken en zij dus zonder terughouding kan spre ken. De schuld van dat afbreken der onderhandelin gen lag aan Von Bismarck, daar deze met allerlei slinksche streken met het Vaticaan gehandeld had. De kerk mocht niet anders dan eene dergelijke kleingeestige wijze van handelen ontraden; als Von Bismarck werkelijk een bondgenoot van het Vaticaan wilde worden, moest hij de rechten der Kerk erkennen. Turkije. De heer Layard heeft vóór zijn vertrek aan den sultan den raad gegeven zijn kabinet te veranderen. Er loopen tegenstrijdige geruchten omtrent Saïd- pacha. Sommigen zeggen dat hij het vertrouwen des sultans blijft genieten, anderen dat hij in de volgende week zal worden vervangen. JEgfypte. De consuls-generaal zijn vergaderd geweest, om te beraadslagen over de wijzigingen, in de inrich ting der internationale rechtbanken te brengen. Over de preliminairen is men het eens geworden, en daarna is de conferentie verdaagd, om de instruc- tiën der regeeringen af te wachten. Geveilde perceelen. Gehouden verkooping aan den Burg alhier, op Zaterdag 5 Juni, ten overstaan van den notaris mr. J. L. Klaverwijden. Een huis en erf aan de westzijde van de Maarsmanssteeg, N°. 11, Sectie G, N°. 154, kooper H. M. Taverne voor f 6500; een huis en erf aan de noordzijde van het Rapenburg tegenover den Vliet, N°. 96, Sectie G, N°. 638, kooper T. M. Cornelissen voor f 3100een huis en erf aan de westzijde van de Waardgracht, omtrent den Nieuwen Rijn, N°. 18, Sectie C, N°. 588, kooper A. Vilders voor f 1300. Ten overstaan van den notaris W. F. Kaiser. Een huis en erf ingericht tot logement en koffie huis aan de oostzijde van de Nieuwe Beesten markt (voorheen IJzerengracht), N°. 3, Sectie B, N°. 1172, kooper H. Choufour voor f 4300. Eerste Huwelijksafkondiging van Juni. Dr. F. L. De leeuw jm. 27 j. en C. B. Nuhont Van der Veen jd. 27 j. C. H. Baron Van Pallaadt wedr. 72 j. en C. A. Fraser wed. 65 j. J. H. Knotter- jm. 27 j. en J. J. Verbrugge jd. 24 j. J. M. Voorbroed wedr. 58 j. en M. Meyer wed. 52 j. J. Parmentier jm. 25 j. en M. J. Keule- mans jd. 26 j. J. Guley jm. 22 j. en S. M. Kikkert jd. 26 j. J. B. Mader jm. 22 j. en M. W. Int jd. 24 j. A. Franken jm. 24 j. en M. M. Van Zijp jd. 21 j. I; Olivier jm. 30 j. en J. Janssen jd. 28 j. Dr. H. Treub jm. 23 j, en A. Fabius jd. 24 j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 2