Zaterdag 24 S°. G19 I. A". 1880, Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Een wenschelijke gezondheidsmaatregel. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.L10. Franco per post.1.40. Afzonderlijke Nommers0.-08. PRIJS DES ADVERTENTIES Van 1—0 re fel*1.01. Iedere regel meer0.17fc Grootera letten naar plaatsruimte. Op hygiënisch gebied heeft de stad onzer in woning in den laatsteu tijd eene treurige vermaard heid verkregen; van de grootere steden in ons land was 't is genoeg bekend het sterfte cijfer te Leiden percentsgewijze het hoogst. Yoor dat ongunstig verschijnsel bestond een bijzondere reden in de gevreesde ziekte, die hier maanden lang heerschtehet roodvonk, dat in alle wijken der stad zijue treurige verwoestingen aan richtte ten spijt der krachtens wettelijk voorschrift toegepaste maatregelen tot bestrijding, als open baarheid, ontsmetting enz. Men heeft gezocht naar de redenen, waarom onze stad in vergelijking van andere gemeenten, zooals de naburige residentie, waar eveneens die ziekte zich voordeed, zoo uitermate zwaar werd geteisterd, en een dier oorzaken meenen te vinden in de stegen en sloppen onzer achterbuurten, als brandpunten van besmetting. Wij zullen ons in deze geen oordeel aanmatigen, maar willen toch eene ernstige waarschuwing doen hooren tegen eene niet te verdedigen zorgeloosheid, die, al behoort de buitengewone ziektetoestand gelukkig tot het verledene, nieuwe gevaren van dien aard over onze stad kan brengen, gevaren, waartegen de meest verlichte medische faculteit, de kundigste geneesheeren niets vermogen, maar die ons gemeentebestuur kan voorkomen. En die gevaren bedreigen ons wederom in de eerste plaats uit die buurten, waar voor het meerendeel de mingegoeden onder onze ingezetenen hun verblijf houden. In die buurten vinden de voor consumptie ongeschikte, soms reeds aan bederf onderhevige voedingsmiddelen, die dagelijks in vrij aanzienlijke hoeveelheden binnen onze goede stad worden gebracht, gereeden aftrek. Daarheen verdween wij konden er ons met eigen oogen van overtuigen nog zeer kort geleden de inhoud van een achttal manden zoogenaamde bokking, tegen 60 cents per mand van ongeveer 200 stuks, door den persoon, die ze invoerde, van de hand gedaan. Behoeven wij na de opgave van zulk een koopprijs nog eene beschrijving te geven van den onooglijken toestand, waarin dat zoogenaamde voedingsmiddel zich bevond? Niet anders is het gesteld met een gedeelte van het vleesch, dat hier ter stede wordt verbruikt. Waar blijven de karrevrachten onooglijke, soms afzichtelijke vleeschmassa's van geslacht of, waar schijnlijker nog, uit nood afgemaakt vee, die schier dagelijks op de meest onverholen wijze binnen onze stad worden gebracht? Of wie staat de ingezetenen borg voor het goede gehalte van het vleesch der runderen enz., die binnen de gemeente worden geslacht? Onze lezers zullen zich waarschijnlijk herinneren de ingezonden stuk ken, het vorige jaar in ons blad opgenomen naar aanleiding van het feit dat hier ter stede in con sumptie werd gebracht het vleesch, afkomstig van een rand, dat bij onderzoek bleek geleden te hebben aan parelziekte, een ziekte, waardoor volgens het oordeel van bevoegde deskundigen het vleesch ten hoogste schadelijk wordt voor de verbruikers. En bij zulke feiten moet de politie lijdelijk toezien. Slechts wanneer het de besmettelijke vee ziekten geldt, opgenoemd in de wet van 4 December 1872, is zij bij machte tot bekeuring en inbe slagneming over te gaan. In alle andere gevallen kan zij niets uitrichten, omdat zij niet wordt gerugsteund door eene plaatselijke verordening, waarbij de invoer en het te koop stellen van voor het verbruik ongeschikt vleesch en visch worden strafbaar gesteld. Dergelijke verordeningen bestaan te Amsterdam, Rotterdam, Haarlem en in andere gemeenten, en hare bepalingen worden gehandhaafd op het gezag van daartoe aangestelde keurmeesters, op sommige plaatsen ook voor andere levensmiddelen, zooals fruit enz. Geen wonder, dat onder die omstan digheden gewetenlooze handelaars en kooplieden in onze goede stad een welkom débouché zoeken voor die waren, welke zij elders niet kunnen afzetten. Maar is dat voor Leidens ingezetenen een reden om zich tevreden te stellen met hetgeen andere gemeenten weren als schadelijk voor de gezond heid? Het is niet voldoende dat bij sommige winkeliers of kooplieden goed vleesch of goede visch te bekomen is, er moet een waarborg zijn dat niemand hunner ondeugdelijke voedings middelen van dien aard te koop stelt. Dien waar borg kan ons alleen eene plaatselijke verordening op dit stuk schenken, en die verordening, gehand haafd op gezag van aan te stellen keurmeesters, vragen wij van den gemeenteraad. Het warme jaargetijde staat voor de deur, het jaargetijde, waarin vele besmettelijke ziekten zich sneller nog verbreiden dan anders. Laat ons, eer het te laat is, alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen om cholera en typhus buiten ouze veste te houden. De rioleering is of wordt verbeterd, aan een frisschen dronk waters ontbreekt het ons niet langer; waarom zouden wij aan die twee onmisbare voorwaarden voor een goeden gezond heidstoestand niet een heel wat minder kostbaren voorzorgsmaatregel toevoegen: de invoering van eene plaatselijke verordening legen het invoeren en ten verkoop stellen van voor de gezondheid schadelijke levensmiddelen, met name vleesch en visch, gepaard met de aanstelling van de noodige keurmeesters LEIDEN, 33 April. In de gisteravond gehouden vergadering van het Nuts-departement werden tot leden van het bestuur benoemd de heeren H. W. F. Bakker en P. L. H. M. B. D. Kraal. De secretaris, ds. A. M. L. Rümke, die aan de beurt van aftreding was, werd her kozen. Verder hadden de volgende benoemingen plaatstot leden van de commissie voor de Spaar bank, de heeren P. Van der Velden Erdbrink, mr. W. D. Bosch, H. P. Van Boneval Faure en G. P. De Neve; tot leden van de commissie voor de Leesbibliotheek, de heeren dr. W. Palmer Van den Broek, B. R. Damsté en J. Plemp; tot lid van de commissie voor de Burgerzangschool, de heer ds. R. Koopmans Van Boekeren; tot idem van de Volkszangschool, de heer J. Wuyster; van de Bewaarschool, de heer J. Plemp; van de Spaar kas de heeren P. Marks en B. Van Driel, en eindelijk tot leden van de commissie voor de Volksbijeen komsten, de heeren H. W. F. Bakker, C. H. Dee en J. W. Schaap. Tot leden van de commissie voor het nazien der boeken en effecten van de Spaarbank werden benoemd de heeren mr. <J. A. F. Coebergh en S. C. Van Doesburgh, waaraan uit het bestuur werd toegevoegd de heer dr. P. Van Geer. Een voorstel van de commissie voor de Leesbibliotheek om den bibliothecaris terstond herkiesbaar te stellen, werd aangenomen. Twee voorstellen tot wetsverandering voor de commissie voor de Volksbijeenkomsten en van de Burger zangschool zullen, overeenkomstig het reglement, eerst in eene volgende vergadering in stemming worden gebracht. Een voorstel van het bestanr om ook te dezer stede een proef te nemen met schoolspaarbanken gaf tot belangrijke discussie aanleiding. Ook hierover zal in eene volgende ver gadering beslist worden. Een vijftigtal belangstellenden in de zaal en misschien tweemaal zooveel op de galerij, dat was de geheele opkomst, waarin de directie van de Groningsche opera zich gisteravond mocht ver heugen. Het mag evenwel sterk betwijfeld worden of ze zich heeft verheugd. Voor eene leege zaal op te treden is even ontmoedigend voor de ver schillende medewerkers, als schadelijk voer een directeur. Men schijnt hier ter stede niet veel vertrouwen te hebben gehad in de operisten uit het Noorden. Toch is dat voor beide partijen jammer. Want al ontbrak ook aan de scènerie alles en kreeg men volstrekt de geheele „Figaro" niet te hooren, wat er gegeven werd was inderdaad het aanhooren wel waard. Zelfs werden b. v. de aria der gravin„Und Susanna kommt nicht" door mej. Matzenauer en vooral de aria van Susanna „Endlich nah't sich die Stunde" door mej. Led- winka uitstekend gezongen. Over het geheel scheen ons het gezelschap, het orkest daargelaten, niet onverdienstelijk toe. Wanneer het in den schouw burg in plaats van in de Stadszaal was opgetreden en wat meer belangstelling ondervonden had, zou den zeker vele onzer stadgenooten, die waarlijk op het punt van Duitsche opera ook niet verwend worden, zich aangespoord hebben gezien, er kennis mede te maken. En ze zouden zich die kennis making niet hebben beklaagd. Uit het kiescollege der Hervormde gemeente alhier heeft zich eene commissie samengesteld, die zich belast met het bijeenbrengen van jaarlijksche vrijwillige bijdragen ter verbetering van het trak tement voor de orthodoxe predikanten. Voor de moderne predikanten werd reeds op dezelfde wijze door gemeenteleden gezorgd. De gemeente-commissie der Nederl.-Herv. kerk alhier heeft besloten een beroep te doen op de belangstelling der gemeenteleden tot verbetering van het inwendige der Hooglandsche kerk. Naar het studentenweekblad „Vox Studio- sorum" meldt is door de Leidsche studenten der theologische faculteit besloten dat de leden zich bij de commissie van oud-leerlingen zullen aan sluiten, om aan den hoogleeraar J. H. Scholten een huldeblijk aan te bieden. Volgens een in Den Haag loopend gerucht, lijdt prins Alexander, onze kroonprins, aan eene leverziekte. Sedert November heeft hij zijne woning niet verlaten. Voor de akte als hoofdonderwijzer waren gisteren 9 candidaten1 trok zich terug, 4 werden afgewezen en 4 toegelaten: P. J. Fehmers en J. M. A, Korvers, beiden uit Rotterdam, T. A. Van Schuilenburgh uit Charlois, G. Van der Swan uit Rotterdamvoor de Engelsche taal 8 candidaten, 5 afgewezen en 8 toegelatenB. J. Groene veld uit Sliedrecht, N. J. W. M. Nuyen uit 's-Hage en G. Walch uit Leiden. De directeur van justitie in Nederl.-Iudië heeft voor het volgend jaar 28 meesters in de rechten in het belang der rechterlijke macht aldaar uit Nederland aangevraagd. Tot onderwijzeres te Alphen aan den Rijn aan de openbare school voor uitgebreid lager on derwijs is benoemd, op eene jaarwedde van f 800, mejuffrouw A. J. Lettink, van Harderwijk. Met de benoemde stonden op de voordracht de dames R. J. Almerood te Amersfoort en L. G. E. Loge man te Den Ham.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1