K°. 6180. Maandag 12 April. A°. 1880. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Mijnheer de Redacteur, Waarde Heer Redacteur, LEIDSOH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Gemengd Nieuws. De struikrooverij, zoo wordt uit Ma drid geschreven, wel verre van te verminderen, schijnt in Spanje toenemende te zijn. In Asturië doorloopt eene bende van dertig bandieten dorpen in het gebergte en brandschat er de boeren. In Alava hebben eenige uit het bagno ontsnapte boeven te Salvatierra, aan den spoorweg gelegen, gepoogd hetzelfde te doen, maar de burgergarde maakte spoedig een einde aan hunne heldendaden. In Toledo en Ciudad-Eeal vervolgen tachtig man der burgergarde en soldaten eeDige booswichten in het gebergte en de bosschen. De krijgsraad van Ciudad-Eeal heeft nog altijd geene uitspraak ge daan over de aanranders van een trein bij Alcazar iu Februari 11. Bijna overal, vervolgt de bericht gever, wordt het gerecht verlamd door plaatselijke invloeden, ten gevolge van berekeningen met het oog op verkiezingen enz., in die mate dat zelfs hooggeplaatste personen de bandieten in bescher ming nemen. Ook in andere provinciën hebben herhaaldelijk gewapenderhand ondernomen aanran dingen plaats en worden rijke lieden opgelicht, die liever losgeld betalen dan op de beschermiug der buret rgarde te rekenen. Onlangs werd op ongeveer drie m ij len afstand van de Eoerderij be'noorende bij het krank zinnigengesticht „Labite" te Clermont, dep. Oise, het deerlijk mishandelde lijk van een aldaar ver pleegde gevonden. Het misdrijf moet zich op de volgende wijze hebben toegedragen. De vermoorde, Appert genaamd, onder strcDg toezicht op die boerderij werkzaam, had zich op een keer tegen een der oppassers verzet, die daarop zijn beklag bij den hoofdopzichter Estoret indiende. Deze beval daarop dat de weerspannige naar de badkamer gebracht en hem daar een stort bad zou toegediend worden, terwijl hij in afwach ting den armen krankzinnige een duchtig pak slaag toediende, en eindelijk een wandelstok op zijn hoofd stuk sloeg. Toen nu Appert een schop greep en zijn wreeden meester duchtig te lijf ging, zoodat er twee knechts noodig waren om dezen te ver lossen, kende de woede van den opzichter geene grenzen meer en, na uit een schuur een steel van een mestvork gekregen te hebben, ging hij Appert daarmede te lijf, totdat deze overdekt met wonden, en met den linkerarm op twee plaatsen gebroken, bewusteloos neerviel. Vijf dagen bracht de ongelukkige zonder hulp in een deerniswaardigen toestand door, totdat een van de oppassers Estoret in bedenking gaf hem naar de ziekenzaal van het gesticht over te bren gen. Estoret veinsde aan dien raad gevolg te willen geven en beval zijn eigen rijtuig in te spannen en daarin Appert, meer dood dau levend, vast te binden. Na eeu uur keerde hij alléén terug en vertelde nu dat hij onderweg even het rijtuig verlaten had om een glas bier te drinken, en uit de herberg komende ontdekt had, dat zijn ge vangene verdwenen was. Het vinden van het lijk met toegesnoerden hals en de omstandigheid dat twee spoorwegwerkers Estoret met een schop op een eenzame plaats hadden zien graven, weerspraken dit verhaal echter geheel. De justitie bemoeide zich dan ook weldra met de zaak, en, vóórdat Estoret het vermoedde, verschenen twee gendarmes op de boerderij. Ongelukkig schijnen deze geen bevel tot arrestatie gehad te hebben, want toen Estoret hun vroeg of ze hèm moesten hebben, antwoordden zij: „Wij weten het nietde heeren van het gerecht zullen straks hier komen". Estoret liet zich dit geen tweemaal zeggen; in een oog wenk had hij het beste paard uit den stal beste gen, en reed met de woorden„wacht, dan ga ik hen te gemoet", uit de oogen der verblufte gen darmes. Toen de heeren dan ook kwamen, was de vogel gevlogen. Naar alle waarschijnlijkheid is hij te Compiègne op den trein gegaan en reeds lang over de grenzen gevlucht. Te Neurenberg was men na lang zoe ken eindelijk een beruchten inbreker op het spoor gekomen. De man werd ook verdacht van moord en voorloopig naar de gevangenis gebracht, waar uit hij dezer dageu echter weer ontvlucht is door eeu gat dat hij in deu zolder vau zijn cel ge zaagd had, waardoor hij langs het dak en een goot in de gracht terecht kwam en zich ongemerkt uit de voeten maakte. Wat deze vlucht bijzonder opmerkelijk maakt, is, dat de man niet alléén in zijn cel was. Men had hem, daar de gevan genis vol was, eeu plaats bij een anderen mis dadiger aangewezen, doch dezen had hij door bedreigingen zooveel schrik weten aan te jageu, dat de man geen woord van de voorbereidingen tot die vlucht aan de bewakers mededeelde. Zelf echter b'eef hij rustig in zijn cel. Te Dundee, in Engeland, zijn proeven genomen, om door middel van de telephoon ge meenschap te oefenen met een duiker, die, van een geschikten toestel voorzien, zich te water begeven hebbende, zeer goed verstond wat tot hem gezegd werd en zich op zijne beurt ook zeer verstaanbaar deed hooren. INGEZONDEN. De ondergeteekenden wenschen donr uwe tus- schenkomst tot heeren commissarissen der Leidsclie Zangvereenigiug Caecilia het verzoek te richten om er voor te willen zorgen dat de Siadszaal Dinsdag a. s. bij gelegenheid der repetitie ver warmd zij. Hun zal het toch evenmin onbekend zijn dat de koude niet van gunstigen invloed op de stemorganen is en bovendien is de dag voor de dames reeds vermoeiend genoeg om ze 's morgens nog kou te laten lijden. Eindelijk komt het ons gewenscht voor dat er vanwege de Vereeniging zelve naar de kachel worde gekeken, want de heer Dujser doet het niet. Eenige Leden der L. Z. C. gehouden met het uur van aankomst der treinen' hetgeen toch de plicht is van elke ouderneming van dien aard. Tweemaal, kort na elkander, ondervond ik dat zulks niet wordt gedaan. Maandag, tweeden Paaschdag, was de laatste trein die van Amsterdam komt, ruim eeu half uur te laat. Dat is op zulke feestdagen een algemeen voor komend verschijnsel: wij kunnen het betreuren, maar het is wel te verklaren, aangezien de toevloed van reizigers dan buitengewoon groot is. Toen ik het station verliet, hoorde ik vaD alle kanten zeg gen„Geen Tram?" Neen, het bekende licht was nergens te bespeuren. De belanghebbenden, ver langende zoo spoedig mogelijk thuis te zijn, kon den te voet hun weg vervolgen. Waarom wordt er op die vertraagde aankomst niet een weinig gerekend Laat de toestand van het materiëel niet toe bij zulke, gelegenheden steeds voor beide rich tingen een wagen gereed te hebben, te meer als men dan met zekerheid kan rekenen dat er druk gebruik van gemaakt zal worden? Zondag daarop kwam ik te 4 uren 1 min., juist op den bepaalden tijd, met den sneltrein van Amsterdam aan. Met mijn gezelschap we waren met ons vijven wilde ik per tram naar de Haven gaan. Gezocht tevergeefs. Wel stond er 1 een klaar voor de Plantage. Van deu conducteur vernam ik dat, de andere wagen precies twee mi nuten vóór de aankomst van den trein was weg gereden, nagenoeg leeg zooals mij naderhand werd gezegd. Was dat niet te dol om los te loo- pen? Daar we geen lust hadden om een kwartier te wachten, namen we de beenen op: toen we bij den wissel op de Haarlemmerstraat bij de Donker- steeg waren gekomen, stond daar de terugkeerende tram doodbedaard uit te blazen. Zie, Heer Eedacteur, in de eerste periode van een nieuwen dienst kunnen we niet eischen dat alles precies in de puntjes is geregeld. Maar eene erva ring van ruim vijf maanden moet de directie toch wel geleerd hebben hoe de belangen van het pu bliek en die van de Maatschappij in overeenstem ming gebracht moeten worden. Ik meen daarom aan beiden een dienst te bewijzen door op een bestaande leemte te wijzen. Misschien kan het wat helpen. Leiden, Iemand, die niet louter voor 7 April. zijn pleizier tramt. Vreesde ik niet eene indiscretie te zullen be gaan, dan had ik wel lust u te vragen of u ooit van iets wonderlijkers hebt gehoord dan van de regeling der vertrekuren van den Leidschen tram. Ik spreek nu niet van het verkeer op de lijn Station-Plantage: passagiers in de richting van Leidens lust-warande schijnen minder reden tot klagen te hebben dan zij die van het nieuwe ver voermiddel gebruik willen maken om zich Haven- waarts te begeven. Nu geloof ik gaarne dat <le lijn Station-Haven een schadepost is op de rekening der Tramway- maatschappij, ten minste, maar al te dikwijls zie ik op de Haarlemmerstraat de wagens leeg heen en weer rijden; maar de lijn ligt er eenmaal en hare richtiue exploitatie maakt zeer stellig eeu deel uit vau de voorwaarden waarop de concessie is verleend. Iu elk geval komt het mij voor dat de opbrengst op deze route meer aan de verwach ting zou beantwoorden, indien meer rekening werd Waarom geene afdoende maatregelen? Sinds verscheideue nachten is het in sommige buurten onzer stad alsof alle duivelen der hel waren losgebroken. Heirlegers van honden, hui lende, blafl'ende en tjankende, rennen door en over elkander, terwijl agenten van politie er langs wan delen alsof er geen zweem van stoornis der voor zoo velen noodige nachtelijke stilte plaats heeft. Wanneer zal toch eindelijk het moment zijn aangebroken dat die wakker zijnde mannen er bepaald voor moeten zorgen dat de ingezetenen niet langer gefolterd worden door die schandalig geraasmakende hondeDtooneelen Voor gezonden, is zulks niet uit te staan, hoe moeten dan de zieken niet daaronder lijden X. [Het bovenstaande kan zeer zeker dienen als een staaltje van opgewonden stijl. Alleen ddérom wordt er dan ook slechts plaats aan gegeven. Wij toch moeten verklaren 's nachts geen last van hondengeblaf te hebben. De inzender is dus met zijn klacht te algemeen. Hij zal met eenige plaatsaanduiding zijn doel beter bereiken. Hoe wil men anders afdoende maatregelen r.emen Eed.]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1