Maandag April.
N°. 6180.
A". 1880.
Deie Courant wordt dagelijks, met uitzondering
?an Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S menden.1.10.
1.40.
Fnaco per post.
ACsooderivke Kommer*...r.-..-r.-..a 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
fm 1—r«fsts....
Mere rogel moer...
Grooters letten naar
1.05.
0.17$.
LEIDEN, ÏO April.
Omtrent het ontwerp tot heffiug eener rente
belasting is van de Tweede Kamer een zeer uit
voerig voorloopig verslag verschenen. Er blijkt uit
dat in drie der afdeelingen door een deel der ledea
werd vooropgezet dat eene zoo belangrijke wets-
voordracht door een nieuwe Kieswet had moeten
voorafgegaan zijn, daar deze Kamer niet kon ge
acht worden de stemming der natie volkomen uit
te drukken. Bovendien zou de vermeerdering der
staatsinkomsten moeten dienen om de uitvoering
der Schoolwet mogelijk te maken, waartegen bij
honderdduizenden gemoedsbezwaren bestaan, en
zou men door aanneming medewerken tot de
uitvoering eener onbillijke wet. Door de groote
meerderheid werden deze bedenkingen echter be
streden. Men eindigde met een ondubbelzinnige,
openhartige verklaring omtrent het laatste punt
noodzakelijk te achten.
De meeste leden waren van oordeel dat de wet
te laat is ingediend, daar de openbare meening
nu geen gelegenheid gehad heeft zich over dit
diep ingrijpend belastingplan te aiten, terwijl de
vertraagde indiening geenszins ten gevolge had
gehad dat de minister de opportuniteit zijner voor
dracht door nadere cijfers had gestaafd of zijne
hervormingsplannen had uitgewerkt en daarom
trent bepaalde mededeelingen had gedaan.
Bij de vraag omtrent de noodzakelijkheid der
versterking van 's rijks middelen kwamen voor- en
tegenstanders overeen dat het noodig is het ge
voelen der regeering te kennen in hoeverre ter
bestrijding der uitgaven voor het moederland mag
gelet worden op bijdragen uit den Indischen dienst.
Opnieuw werd gedebatteerd over den voorkeur
van directe of indirecte belastingen. Verschillende
indirecte vonden verdedigers; wederinvoering van
het zegelrecht op dagbladen en advertentiën zeer
enkelen. Tabaksbelasting werd sterk aangeprezen,
die op koffie als zeer impopulair afgekeurd.
Uitvoerig werd de noodzakelijkheid betoogd om
het belastingstelsel der regeering meer in bijzonder
heden te kennen.
De tegenstanders der rentebelasting voerden
aan dat men de inkomsten niet behoorlijk kon
treffen wegens de verplaatsbaarheid van het roerend
vermogen, het bezwaar van de openlegging der
fortuinen, enz. Van de andere zijde wees men op
het stuitende privilegie dat zes milliarden van het
nationale vermogen van zoodanige speciale belas
ting voortdurend bevrijd zouden blijven.
Velen wenschten voor de lagere klassen b. v.
tot aan 2200 of 2500 altijd den aftrek van
600 toe te laten. Sommige voorstanders vonden
de heffing van 2 pet. te hoog. Door velen einde
lijk werd de vrees geuit dat de minister zich aan
groote misrekening blootstelt door een opbrengst
van 4 millioen aan te nemen. Hij had niet ge
noegzaam gerekend op ontduiking der belasting
en op het niet aan de belasting onderwerpen van
de renten van het bedrijfskapitaal van kooplieden.
De zaken van de „Germania", levensver
zekering-maatschappij te Stettin, hebben, volgens
de thans vastgestelde rekening over het 22ste
jaar, ook in 1879 weder zeer gunstige resulta
ten opgeleverd en zich aanmerkelijk uitgebreid. In
dat jaar werden voor 12,865,289 nieuwe verze
keringen gesloten op het leven van 7523 personen.
Op het einde er van waren 127,835 polissen van
kracht, loopende over 136,078,806 kapitaal en
79,376.67 jaarlijksche rente. Hieronder zijn
51,131,442 tegen een jaarlijksch premiebedrag van
1,935,481 op bet leven van 18,401 personen
met recht op aandeel in de winst verzekerd. Deze
verzekeringen met winstaandeel werden in 1879
vermeerderd met 3894 personen tot een verzekerd
bedrag van 10,376,022, terwijl de netto aanwinst
sedert het vorige jaar 2802 personen bedraagt met
7,498,562 verzekerd kapitaal.
De totale premie-ontvangst steeg met 319,570
op f 4,729,189, de ontvangst aan renten van uit
gezette kapitalen met 81,089 tot 1,032,854,
de jaarlijksche inkomsten aan premiën en renten
te zamen met 400,660 op 5,762,043. Voor
de in 1879 vervallen verzekerde kapitalen werd
2,078,846 uitbetaald of gereserveerd. De sterfte
onder de verzekerden was voor de Maatschappij
gunstig.
Voor het premie-reservefonds werd nit de ont
vangsten van het jaar 1879 de som van ƒ1,848,885
(tegen 1,513,122 in 1878) afgezonderd, waar
door dit fonds steeg tot 20,583,710, zijnde 15.1
percent van het verzekerd kapitaal. Na dekking
van alle afschrijvingen, uitgaven en verplichtingen,
blijft er voor het jaar 1879 een netto-winst van
748,634. Nadat de kapitaalreserve, ingevolge
de statuten door bijschrijving van 74,864 (10
pet. van de zuivere winst) tot een bedrag van
498,611 is verhoogd, ontvangen de aandeelhou
ders 13i/3 percent en de met winst-aandeel ver
zekerden 28 percent van hunne in 1879 betaalde
premie (tegen 27 percent over het vorige jaar)
met 541,935 als dividend, dat hun in 1881
door verrekening met de alsdan te betalen premie
wordt vergoed.
De gezamenlijke activa der „Germania" bereikten
een bedrag van 27,964,558 tegen ƒ26,090,908
aan bet einde van het vorige jaar.
Reeds meermalen is door ons gewezen op
de hoogst verdienstelijke uitgave van den heer
P. Gouda Quint te Arnhem van de gezamenlijke
werken van onzen beroemden landgenoot Alexander
Ver Huell. Nu het zesde deel, bevattende twee
en vijftig platen, geheel compleet is, vestigen wij
er opnieuw de aandacht op. Ook van deze bundel
kan niet dan met groofen lof melding gemaakt
worden. De geestige teekenaar en de puntige schrijver
heeft hierin weder beelden naar het leven geschetst,
die de werkelijkheid zoo getrouw mogelijk terug
geven. Behalve twintig platen, naar eene geheel
nieuwe verzameling teekeningen, onder den titel:
„Luim en Waarheid", bevat dit deel de vroegere
bundels: „Op het ijs", „Is 't waar of niet"? en
„In den rook des tijds".'t Is eene zeer aangename
en nuttige uitspanning die platen te beschouwen,
welke zoo waar en zoo schoon voor oogen stellen
wat de wereld te aanschouwen geeft. Deel VII
verschijnt nog dit jaar en zal wederom eene serie
platen naar geheel nieuwe teekeningen bevatten.
De bundel: „Zyn er zoo?", op weinige exem
plaren na uitverkocht, is in prijs verhoogd en ge
steld op 50, gebonden in twee prachtbanden,
waarvoor dit werk aan de eerstaanvragenden zal
worden afgeleverd. Wie het dus nog wenscht te
bezitten, dient het ten spoedigste te bestellen. Na
den geheelen uitverkoop zullen geene exemplaren
meer verkrijgbaar zijn, daar de steenen werden
afgeslepen en een herdruk onmogelijk is. De overige
bundels worden voorloopig nog tegen de gewone
prijzen verkocht. Voor het thans complete deel is
mede een prachtige linnen stempelband verkrijgbaar
gesteld.
In de maanden Mei en Juni a. s. zal blij
kens kennisgeving van den minister van binnen-
landscbe zaken gelegenheid worden gegeven tot het
leveren van voldoende bewijzen van genoegzame
voorbereiding tot de beoefening der Natuurkun
dige wetenschappen, om te kunnen worden toege
laten tot het eerste natuurkundige examen. Zij,
die tot het leveren dier bewijzen wenschen te
worden toegelaten, moeten daarvan vóór 15 Mei
a. s. schriftelijk kennis geven aan den voorzitter
der commissie, met het afnemen van het daartoe
gevorderde examen belast, dr. D. Van Lankeren
Matthes, te Amsterdam. Dag en plaats van dit
examen zullen nader worden bekend gemaakt.
In de maand Juni of Juli a. s., zal gelegenheid
worden gegeven tot het afleggen van de praktische
examens van apotheker. Dag en plaats dier examens
zullen ook nader worden bekend gemaakt Zij, die tot
deze examens wenschen te worden toegelaten, moe
ten daarvan vóór 1 Juni e. k. schriftelijk opgave
doen aan den voorzitter der commissie van examen,
den hoogleeraar dr. J. W. Gunning te Amsterdam,
met overlegging van het getuigschrift, waaruit
blijkt dat het theoretisch apothekers-examen met
goed gevolg door hen is afgelegd of dat zij aan
eene Nederlandsche universiteit den graad van doc
tor in de artsenij bereidkunde hebben verkregen of
tot de promotie in dit vak zijn toegelaten, alsmede
van eene verklaring van een hier te lande bevoegd
apotheker, dat zij gedurende minstens twee jaren
de uitoefening der artsenijbereidkunst onder de
leiding van zulk een bevoegde gevolgd hebben.
Z. M. heeft bevorderd tot luit. ter zee 2de kl.
den adelborst lste kl. W. Noorduyn, met bepa
ling dat hij zal rang nemen tusschen de luits.
ter zee 2de kl. P. Scholten en W. D. H. baron
Van Asbeck; den eervol ontslagen officier van
adm. 3de kl. bij de kon. Nederl. marine F. D.
Van Genderen benoemd lot 2den luit.-kwartier-
meester bij de militaire administratie van het leger
in N.-Indië.
Gemengd Nieuws.
Gisteravond omstreeks halftwaalf
had aan het Rapenburg bij de Houtstraat alhier
het volgende ongeluk plaats. Door een onbekende
oorzaak is een persoon, die later bleek te zijn de
koopman J. B., wonende te Woubrngge, in het
water geloopen. Alle pogingen om hem te redden
waren vruchteloos, zoodat, toen men hem eindelijk
op het droge had gebracht, de inmiddels ontboden
dokter, de heer Boursse Wils, niets anders dan
den dood kon constateeren. Door de zorg der politie
is hij naar de bewaarplaats van drenkelingen alhier
overgebracht.
In den afgeloopen nacht is door de
politie alhier onbeheerd op straat, gevonden een
hond (reu), zwart met grijs.
Heden is door de politie alhier naar de gevan
genis te 's-Hage overgebracht zekere G. P., die
eenige gereedschappen van zijn patroon had mede
genomen.
Hedenmorgen omstreeks elf uren is de wed. S.,
een emmer water willende scheppen, even buiten
de Koepoort in een sloot geraakt. Door tijdige
hulp van zekere T. en K. kon zij nog gered worden.
De Scheveningsche matroos Wout
Taal, varende voor den reeder C. Korving, is in
zee verdronken. Dicht bij de kust, toen zijne
makkers beneden waren, is hij op het dek gegaan en
daarna spoorloos verdwenen. Hij laat eene weduwe
met zes kinderen na.
Ten behoeve der politie en voor de
hrandsignalen zullen te Maastricht telephoon-
toestellen gebezigd worden,