N°. 6164
Maandag 222 Maart.
A°. 1880.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN.
Eerste Blad.
LEIDSOH
DAGBLAD!
PRIJS DEZER COURAST:
Voor Leiden per S Kaanden.1.10.
Franco per post.a 1.40.
Abonderijjke Remmen0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Vaa 16 regel*1.05.
Iedere regel meer. 0.17J.
Groeten letten naar plaatsruimte.
STADS-H IdRICHT EN.
BURGEMEESTER sk WETHOUDERS tan LEIDEN;
Herinneren bij deze den belanghebbenden dat, ingevolge de
verordening van den 9den Jannari 1868 (gemeenteblad N'. 1)
de Beestenmarkt in plaats van Vrijdag den 26sten Maart e. k.
zal worden gekonden op Woensdag den 24sten Maart
te voren.
Burgemeester en Wethondera voornoemd,
Leiden, V. d. BRAN DELER, Burgemeester.
11 Maart 1880. E. KIST, Secretari».
LEIBEN, 20 Maart.
Heden is aan de hoogeschool alhier de heer W. L.
P. A. Molengraaff, geb. te Nijmegen, bevorderd
tot doctor in de rechtswetenschap, met academisch
proefschrift„Internationale avarij-grosse regeling".
Ter vervulling van de vacature ontstaan 'j
door het vertrek van ds. Baart de la Paille is
door het kiescollege der Ned.-Hervormde gemeente
alhier het volgende drietal van predikanten opge
maakt: dd. E. E. Gewin te Renkum, A. Renier
te Bergambacht en E. A. Lazonder te Zegveld.
Maandag, Dinsdag en Woensdag a. des
avonds van zes tot tien uren, zullen in het ge
bouw op de Pieterskerkgracht de overgangs
examens plaats hebben van de leerlingen der scho
len van het genootschap „Mathesis Scientiarum
Genitrix." Tijd en plaats van de tentoonstelling
der teekeningen en werkstukken zullen eerst later
bekend gemaakt worden. Wij vestigen op deze
examens de aandacht. Ze kunnen door belangstel
lenden worden bijgewoond.
De minister van waterstaat heeft akn Yan
Leeuwen en Swerver-te Alkmaar, voor het tijdvak
van 26 Maart tot en met 7 Mei a. s., vergunning
verleend voor een stoombootdienst tot vervoer van
vee tnsschen Vijfhuizen en Leiden en tusschen-
gelegen plaatsen.
Van goed onderrichte zijde zegt de Dordr.
Courant te vernemen dat het door sommige dag
bladen medegedeelde bericht, alsof te Leiden
en te Middelburg de leerlingen van de moderne
predikanten, die belijdenis hebben afgelegd in
bijzijn van oud-ouderlingen, en die dus niet van
wege den kerkeraad kouden zijn gemachtigd, toch
in het lidmatenboek zijn ingeschreven, geheel be
zijden de waarheid is.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 6077 volwas
sen personen en van 810 kinderen.
Het verslag omtrent het sectie-onderzoek
van de conventie betrekkelijk het kanaal van Gent
naar Terneuzen en het naasten van den spoorweg
AntwerpenHollandsch Diep is verschenen. Na
eenige voorafgaande opmerkingen ten aanzien van
het tijdstip van indiening en enkele bedenkingen
tegen den vorm van het wetsontwerp ging men
tot de beoordeeling van den hoofdinhoud der con
ventie over en vestigde daarbij in de eerste plaats
de aandacht op het belang van Terneazen. Naar
het oordeel van eenige leden zou die gemeente,
indien het kanaal naar Gent ook voor grootere zee
schepen bevaarbaar werd gemaakt, een aanmerkelijk
verlies lijden. De groote meerderheid echter meende
dat wanneer dit verlies voor Terneuzen van eene
soort van stapelrecht het eenige bezwaar was, de
conventie daarop zeer zeker geen schipbreuk zou
mogen lijden. Is het kanaal verbeterd en knnnen
de zeeschepen met ongebroken last doorvaren, dan
zal ook de scheepvaart naar Gent aanmerkelijk
toenemen en zal Ternenzen daardoor waarschijnlijk
grooter voordeden trekken dan het door het niet-
overladen zou derven. Verder werd opgemerkt dat
bij de thans gesloten conventie niets hoegenaamd
omtrent de spoorwegtarieven bepaald wordt. Van
de zijde van tegenstanders van de tegenwoordige
conventie werd die wijze van handelen der Neder -
landsche regeering streng gegispt. Naar veler
meening telde men het bezwaar te licht, dat eene
Belgische maatschappij in het bezit blijft van
spoorweglijnen op Nederlandsch gebied en hel
daardoor in hare macht heeft, om op dat gebied
het vervoer, niet alleen naar België en Erankrijk,
maar ook naar Engeland en niet minder van Enge
land, via Vlissingen en VchIoo, naar Duitschland
te belemmeren. Het financiëel bezwaar, in den
aankoop voor 7 a 8 millioen gelegen, werd van
deze zijde volmondig erkend, en ook deze leden
wenschten daarom van de regeering inlichtingen
omtrent het vermoedelijk aandeel van de schatkist
in de opbrengst der lijnen.
Dit jaar zullen o. a. in werkelijken dienst
worden opgeroepenvan 14 Aug. tot 18 Sept.
de milicien-verlofgangers der lichting van 1877
van het regiment grenadiers en jagers en van
de acht regimenten infanterie; van 24 Juli tot
28 Aug. die der lichting van 1877 van het 1ste
reg. en van 14 Aug. tot 18 Sept. van het 2de,
3de en 4de reg. huzaren; 2de reg. veld-artil
lerie: van 14 Juli tot 14 Aug. de verlofgangers
der lichting van 1877 van de 2de, 5de en 6de
batterijvan 23 Aug. tot 25 Sept. die van de
4 ste, 8de en 4de batterijvan de compagnie
artillerie-transporttrein en van de compagnie trans
porttrein bestemd voor den administratieven dienst.
In de gisteren gehouden vergadering van
aandeelhouders der Amsterdamsche Kanaalmaat
schappij is, na discussie, met algemeene stemmen
eene motie van den heer Mouthaan aangenomen,
in hoofdzaak strekkende om aan het bestuur in
overweging te geven de reeds bekend geworden
of nog in te dienen voorstellen aan een nauw
keurig onderzoek te onderwerpen en naar aanlei
ding daarvan, met of zonder overleg met de regee
ring, nadere voorstellen te formuleereD, om deze
in eene daartoe te beleggen vergadering aan het
oordeel van aandeelhouders te onderwerpen.
Wegens de invallende Paaschvacantie werd
de dies natalis der Utrechtsche hoogeschool reeds
gisteren, een week vroeger dan andere jaren, fees
telijk herdacht. De driekleur woei van den Dom
toren en van openbare en bijzondere gebouwen.
De rector magnificus dr. E. Mulder sprak in het
groot auditorium der universiteit eene redevoering
uit in de Nederlandsche taal over „analyse en
synthese in de natuurwetenschappen". Een talrijk
publiek woonde die plechtigheid bij. Des middags
hielden de studenten een rijpartij met een vijftigtal
rijtuigen en 's avonds werd door het studenten
corps eene serenade gebracht aan de professoren,
die zich aan een diner, ten huize van den heer
Smit in de Maliebaan, waarbij curatoren en eenige
autoriteiten waren genoodigd, vereenigd hadden.
Naar men verneemt, heeft het provinciaal
kerkbestuur van Zuid-Holland het besluit van het
klassikaal bestuur van Dordrecht als zouden er
bij de gemeente aldaar geen ouderlingen ontbreken,
omdat het klassikaal bestuur beweert dat het vonnis
van Gelderland, waarbij de ouderlingen zijn ge
schorst, geen vonnis is, vernietigd. Het provinciaal
kerkbestuur verklaart dat het klassikaal bestuur
met zulk een besluit zijne bevoegdheid is te buiten
gegaan; het stelt dat bestuur aansprakelijk voor
de gevolgen van dit even onberaden als onwettig
besluit, en draagt aan dat bestuur op om, bij de
tijdelijke ontstentenis van ouderlingen te Dordrecht,
de belangen der gemeente met de meeste nauw
gezetheid te behartigen.
De toestand van prins Alexander moet vol
gens een residenliebrief in het Z. D. in den laat-
sten tijd niet te best wezen. De Prins moet veel
bedlegerig zijn en onthoudt zich bijna geheel van
het genot van de buitenlucht. Men spreekt er dan
ook van dat de Prins, tot herstel zijner gezond
heid, weder eene reis naar het buitenland zou onder
nemen. Dat lijden van den jeugdigen Vorst zou
dan ook de reden zijn, waarom hij op den jaar
dag zijns koninklijken vaders niet ten paleize ver
scheen. De zittingen van den Raad van State
woont hij ook niet meer bij, waaruit wel kan wor
den afgeleid dat hij zich nog niet iu staat gevoelt
om eenige werkzaamheid te verrichten.
De Kamer van koophandel en fabrieken te
Rotterdam heeft besloten, naar aanleiding van de
jongste ongunstige berichten omtrent den toestand
van den Rotterdamschen waterweg, nogmaals een
adres aan den minister van waterstaat te zenden,
waarin wordt aangedrongen op spoedige en krachtige
maatregelen tot verruiming van dien waterweg.
Van dit adres zal een afschrift gezonden worden
aan de leden der Tweede Kamer.
Naar aanleiding van het proces Pincoffs-
Kerdijk, dezer dagen door den hoogen raad behan
deld, zegt de schrijver van den „Haagschen Kout"
in de Pr. Gron. Crt. o. a. dat in den aanvang
de leelijke zaal met hare ontelbare bogen vol
was, maar van lieverlede de stroom van bezoe
kers verminderde. Hetgeen hem in dit getuigen
verhoor opnieuw getroffen en gehinderd heeft, is
de lange, vormlooze manier, waarop de getuigen
door den voorzitter worden toegesproken. Het
gaat niet aan dat een rechter, hij moge een
simpel kantonrechter of een voorzitter van den
hoogen raad zijn, een getuige toespreekt, alsof deze
zijn oppasser of schoenpoetser was. In plaats van
op bijna onverstaanbare wijze, met de hand voor
den mond hetgeen Demosthenes toch nooit
geleerd heeft kort en bits te vragen: „Je
naam?... ouderdom?" enz., zou men, onver
schillig of de getuige een lid der Tweede Kamer
of een kantoorlooper is, de goede vormen in acht
kunnen nemen. Af- en toesnauwen behoort op
de Vischmarkt, niet in den Hoogen Raad thuis.
De schrijver herinnert zich hieromtrent een
voorval, dat jaren geleden aan de arrondissements
rechtbank te 's-Hage plaats had. Een apotheker
aldaar, een zeer fatsoenlijk, achtenswaardig man,
die zich veel met het verkoopen van geheime
middelen, zooals het buitenland die van alle zij
den toezendt, bezig hield, werd voor de rechtbank
ter verantwoording geroepen. De voorzitter sprak
hem toe en zeide o. a.„Nu moest jij maar eens
vertellen hoe dat in jou winkel gaat met die
geheime middelen" enz. De apotheker ant
woordde: „Ik kan jou dat dadelijk vertellen, al3
jij er niets op tegen hebt.„Weet je wel tot
wien je spreekt?" vraagt de voorzitter. „Zeker
weet ik dat", luidt het antwoord; „maar als men
mij met jij en jou toespreekt, wensch ik voor
den president niet onder te doen." De voorzitter
begreep den wenk en zette het verhoor in een meer
gepasten vorm voort.
Opmerkelijk blijft het intusschen, dat juist in
ons land, waar het gevoel voor vrijheid en onaf
hankelijkheid zoo groot is, de toon der rechters,
ontvangers en ambtenaren tegenover den burger,
met wien zij in aanraking komen, zoo barsch en
aanmatigend kan zijn.