N°. CISC. A". 1880. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. if r~~\ r^a^fa itófeiotó ba LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZES COURANT J Voor Leiden per S maanden.1.10. Franco per posta 1.40. Afzonderlijke Nommersa 0.05. PRIJS DEE ADVERTENTIES Van 16 regelsL05. Iedere regel meera0.17$. Grootere letten naar pUatsmhnte. 8TADS-BERICHTEN. BURGEMEESTER en WETHODERS van LEIDEN; Herinneren bij deze den belanghebbenden dat, ingevolge de verordening van den 9den Januari 1868 (gemeenteblad N°. 1) de Beestenmarkt in plaats van Vrijdag den 2Gsten Maart e. k. zal worden gehouden op Woensdag den 24sten Maart te voren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, V. d. BRANDELER, Burgemeester. 11 Maart 1880. E. KIST, Secretaris. JACHT EA VI8SCHERIJ. De Burgemeester van Leiden herinnert aan hen, die zich voor het aanstaande seizoen 1880/81 in het bezit wenschen te zien van Jacht- of Yiscbakten, of wel van eene kosteloozc ver gunning tot uitoefening der Visscherijdat de blanco verzoek schriften ter bekoming daarvan gratis verkrijgbaar zijn ter ge meentesecretarie, alwaar zij, behoorlijk ingevuld en onderteekend, vóór den 15den April dezes jaars moeten terugbezorgd zijn, ten einde aan den Commissaris des Koninga in deze provincie te worden ingezonden. Tevens wordt aan belanghebbenden herinnerd, dat blanco ver zoekschriften tot het bekomen van buitengewone machtiging tot het verdrijven van schadelijk gevogelte met pistoolschoten, het schieten van konijnen en ander schadelijk gedierte en het vis- schen als het toaler met ijs hedekt is, mede gratis ter gemeente- seeretarie ter invulling verkrijgbaar zijn gesteld. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 11 Maart 1880. V. d. BRANDELER. LEIDEN, 11 Maart. Heden is aan de hoogeschool alhier de heer H. R. Goudsmit, geb. te Leiden, bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met academisch proefschrift, get.: „Hel volgbriefje". „Waar mag al dat water wel gebleven zijn?" •vroeg men in de vorige week, tijdens den storm. „Als de opwaaiing ginds zoo sterk is als de af waaiing hier, dan moet men ginds wel verdrinken of is er eene opening waardoor het opgejaagde water de volle zee bereikt?" Men heeft echter niet gehoord dat er lieden in Rijnland zijn verdron ken, en al kan het water gevaarlijk worden, men heeft het toch noodigmen kan het niet laten wegloopen. Waar is het dan gebleven? Van den 2den op den 8den dezer was de wind Let sterkst. Hij woei uit het Z.-W., en dreef het water naar tegenovergestelde richting, d. i. naar hei N.-O. Het boezemwater had den laagsten stand te Katwijk, 98 c. M. onder Amsterdamsch peil; van daar werd het gedreven door de Maan- dagsche watering naar de trekvaart op Haarlem en, door het Oegstgeester kanaal en de Leede heen, maar de Zijl en zoo naar de Ringvaart van den Haarlemmermeerpolder. Het water uit den Rijn werd door de Mare, de Zijl, de Does en de Heimanswetering mede naar de Ringvaart gedreven. Te Leiden wees de peilschaal op den 3den 92 c. M. onder A. P., een verschil met den tegen- woordigen stand van ongeveer een halven meter. Het is dan ook zeldzaam dat de wind den bodem onzer grachten zoo ver, als nu het geval was, blootlegt en de industrie zelfs om water roept. Dat de Ringvaart goeden aanvoer kreeg, wees de peilschaal aanzij teekende aan den noordhoek der Oude Wetering slechts 53 c. M. onder A. P., dat is 45 c. M. hooger dan te Katwijk en 39 M. hooger dan te Leiden. Aan de Oude Wete ring trok het water echter maar voorbij; waar bleef het? In het noorden werd de ringvaart ont last door de sluizen te Spaarndam en te Halfweg maar de massa, door de Zijl, de Does, de Heimans wetering en het Brasemermeer op de Ringvaart aangevoerd, moest geborgen worden op de West- plassen van Aalsmeer. De Ringvaart vóór die plassen, ondervond op den korten afstand van Oude Wetering reeds eene ontlasting van 15 c. M. De Westpiassen, met eene oppervlakte van 895 hectaren, doen voor Rijnland uitstekend dienst als gaarbak bij langdurigen regen of, zooals nn, bij opwaaiing. Daór werd het water gedurende den laatsten storm als tot een berg opgestuwd. Het is jammer, dat er in de Westpiassen geen peilschaal is aangebracht; dan zou men met juist heid kunnen aangeven tot hoe hoog haar water vlakte werd opgezet. Zoodra de wind bedaarde, zocht het water, niet meer opgehouden, weer zijn Datuurlijk niveau, kwam van de reis terug en vnlde weer kanalen en stadsgrachten. Het verlies van boezemwater door de sluizen te Spaarndam en te Halfweg werd ten deele aan gevuld door inlating van IJselwater te Gouda. Met het stoomschip van de Maatschappij „Nederland", hetwelk Zaterdag a. s. uit Amster dam vertrekt, zal rechtstreeks uit Amsterdam eene brievenmail worden verzonden naar Atjeh. Toorts zal op Dinsdag 23 Maart a. s. met den trein van 7.15 's morgens uit Amsterdam naar Emmerik, in aan sluiting op het vertrek van het bedoelde stoom schip uit Napels, mede eene verzending naar Atjeh geschieden. Naar het Utr. Dgbl. verneemt, zal er op grond van den minder gunstigen gezondheids toestand van den hoogleeraar Koster te Utrecht, en om dezen zijn taak te verlichten, weldra aan de hoogeschool aldaar een lector voor de ontleed kunde worden aangesteld. Dr. Lamping, tot nu toe als assistent bij prof. Koster werkzaam, zou dan zijne betrekking neerleggen, daar hij die uitge breidere werkzaamheden in geen geval met zijne toenemende praktijk zou kunnen vereenigen. Men schrijft nit GroningenEvenals Ame land door een dijk aan den vasten wal van Friesland is verbonden eD, als de aanslibbing geregeld voortgaat, met eenige jaren geheel bij Eriesland zal kunnen worden ingepolderd, hoopt men ook Schiermonnikoog aan het vasteland te hechten. De eigenaar van dit eiland, mr. J. E. Banck te 's-Hage, heeft zich met vele grond bezitters aan de zeekust van Groningen ter vol voering van dit plan in betrekking gesteld. Een deel der voorbereidende werkzaamheden op Schier monnikoog is den vorigen herfst reeds aangevan gen de verdere opneming van het terrein zal in deze. maand plaats hebben. Het plan is, een dijk door het Groninger Wad te leggen, van de oos telijke punt van het eiland in de richting van Hornhuizen. Deze dam zal door ondiep water komen te liggen, doch eene lengte hebben van ongeveer twee uren gaans. Men verzoekt der N. R. Crt. te berichten dat tusschen de firma weduwe B. Polak Com pagnie en al hare crediteuren eene regeling is tot stand gekomen, waarbij o. a. haar eenige firmant, de heer M. Engers, is gedechargeerd. Het stoomschip „Wyberton", van Rotter dam naar Batavia, arriveerde Dinsdag te Port Said de „Hampton", van Batavia naar Rotterdam, vertrok dien dag van Malta; de „P. Caland" vertrok gisteren van Ealmonth naar Tlissingen, met assistentie van twee sleepbootende „Rotter dam" is gisterochtend te Nieuw-York gearriveerd. By beschikking van den minister van ko loniën van 9 Maart, is de beschikking van 7 Oct. 1879, waarbij mej. A. E. Tan Epen is gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van N.-Indië om te worden benoemd tot hulponder wijzeres voor den dienst daar te lande, op haar verzoek ingetrokken. De gewone audiëntie van den minister van marine zal Trijdag a. s. niet plaats hebben. Z. M. heeft aan den Oost-Ind. ambtenaar D. J. C. Tan Batenburg, laatstelijk hulponderwijzer aan de op. lag. school te Blitar (Kediri), en aan den Oost-Ind. ambtenaar J. H. Muller, laatstelijk opz. 1ste kl. bij den waterstaat enz. in N.-Indië, beiden thans met verlof hier te lande, op hun verzoek, met ingang van 1 April, eervol ontslag verleend uit 's lands dienst; aan den Oost-Ind. ambtenaar mr. C. H. Prins, gewezen subst.-off. van justitie bij den raad van just, te Soerabaya, laatstelijk met verlof hier te lande, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend uit 's lands dienst met ingang van 1 April a. s. den luit.-kol. bij het corps mariniers I. Gautier, ter zake van lang durigen dienst, op pensioen gesteld; bij voor schreven corps bevorderdtot luit.-kol., den kapt. lste kl. M. C. Koning; tot kapt. lste kl., den kapt. 2de kl. P. Dibbetz; tot kapt. 2de kl., den lsten luit. H. B. Stenfert. Gemengd Nienw» Naar aanleiding van het desbetreffende en evenals door vele andere bladen, ook door ons overgenomen bericht, schrijft mr. Jac. Tan Gigch aan het Tad.„Met de uiterste bevreemding las ik in uw nummer van heden, dat de veroordeelde H. Kerdijk gratie zou hebben gevraagd en de be voegde autoriteiten daarop, naar „men" zegt, ongunstig zouden hebben beschikt. Er is niets van waar. Over het vragen van gratie is niet ge dacht. Ik zou er ten sterkste tegen hebben gead viseerd. Ook springt de onjuistheid van het bericht in het oog. Jongstleden Zaterdag toch (den 6den) is het arrest door den Hoogen Raad gewezen. Neem nu eens aan, dat men werkelijk gratie had gevraagd, dan moest het request worden op gesteld, ingediend, verzonden aan den Hoogen Raad; deze moet, na den procureur-generaal te hebben gehoord, volgens art. 66 Grondwet advi- seerendaarop moet het request mèt advies terug naar den minister van justitie enz. En gisteren hadden we den 9den. Terplicht met de plaatsing dezer regelen, enz." Hoezeer de Duitschers het opkomende Tlissingen, zij het dan ook op commercieel gebied, als hun territoir beschouwen, blijkt zonneklaar uit hetgeen de bekende marine-officier H. Tan Broekhuyzen, Dinsdag-avond, te Amsterdam in zijne voordracht over de Noordpool-expedities mededeelde. Op de Duitsche kaarten nl. wordt het Tlissinger- hoofd eenvoudig aangeduid als „kaap Bismarck!" De 16-jarige kantoorbediende, die voor eenigen tijd uit een trommel in de brandkast van zijn patroon vier bankbiljetten van f 1000 ontvreemde en een deel daarvan in slecht gezel schap verbraste, is door de Amsterdamsche recht bank veroordeeld tot eene celstraf van 18 maanden zoomede J. Tan Smirren en zijne huisvrouw H. Teerman, die in de vorige week terechtstonden wegens het houden van een huis van hazardspelen in hunne woning op het Rembrandtsplein, de eerste tot 1 maand, de tweede tot 15 dagen celstraf. Ook M. De Kraker, de pachter der afgebrande hofstede in den Grooten Huiskens- polder te Zaamslag, is gearresteerd. Uit de vest te Weesp is het lijk op gehaald van een man, die zich vermoedelijk gis ternacht ten gevolge van huiselijke oneenigheden in het water heeft geworpen. De ongelukkige laat eene vrouw met zes kinderen na.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1