N°. 6132. Maandag 8 Maart. A°. 1S80. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE BLADEN, Eerste Blad. Iets over de Schutterij. LEIDSCH DAGBLAD. urtrii'Mrwa PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.03. PRIJS DER ADVERTENTIE??; Van 16 regelB.... Iedere regel meer. Grootere letters naar plaatsruimte. 1.05. - O.I7f STADS-BE KICHTEN. Eerste zitting van den Militieraad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat de eerste zitting van den Militieraad, voor deze gemeente, overeenkomstig art. 86 der Wet van den 19den Aogustns 1861 Staatsblad n°. 72), wordt gehouden: op Maandag den 8sten Maart 1880, des voormiddags te elf uren, voor de lotelingen die de nommer9 getrokken hebben van 1 tot 100, en des namiddags te één nnr, voor hen die getrok ken hebben van n°. 101 tot n°. 150; op Dinsdag den 9den Maart 1880, des namiddags te één uur, voor hen die getrokken hebben van n°. 151 tot n°. 200; op Woensdag den lOden Maart 1880, des namiddags te half een, voor hen die getrokken hebben van n°. 201 tot n°. 250 op Donderdag den llden Maart 1880, des voormiddags te half- ttoaalf, voor hen die getrokken hebben van n°. 251 tot n°. 301 en zulks in een der vertrekken van het Raadhnis dezer gemeente. Zij herinneren voorts dat in gemelde zitting voor den Militie raad moeten verschijnen: 1°. de vrijwilligers voor de Militie 2". de lotelingen, die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte; dat de lotelingen, die voor dien Raad niet zijn verschenen, gehouden worden geene redenen tot vrijstelling te hebben en voor den dienst worden aangewezen, terwijl het niet ontvangen van een oproepingsbiljet niet ontheft van de verplichting tot het ver schijnen voor den Militieraad of tot het indienen van de tot staving der redenen van vrijstelling gevorderde bewijsstukken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, V. d. BRANDELER, Burgemeester. 2-7 Februari 1880. E. KIST, Secretaris. De BURGEMEESTER van Leiden, Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad N'. 134), Brengt ter kennis van da ingezetenen dat gedurende de week van 29 Fehrnari tot en met 6 Maart zijn aangegeven als doer roodvonk aangetast 1 persoon; als aan die ziekte overleden geen. Leiden, Da Burgemeester voornoemd, 6 Maart 1880. V. d. BRANDELER. „Met het „schutteren" moet het voorgoed ge daan zijn. De woorden schutter en schutterij kunnen blijven, omdat zij een historisch recht hebben, maar overigens moet alles verdwijnen, wat den schutter thans onbruikbaar en tot den hoofdpersoon van eene voor straatslijpers en straat jongens vermakelijke vertooning maakt." Die woorden lezen wij in eene belangrijke bro chure, dezer dagen verschenen bij Gebrs. Belin- fante te 's-Gravenhage, en de pen, waaruit die woorden vloeiden, geeft er eene meer dan gewone beteekenis aandie zinsnede werd neergeschreven door een man, die het kan weten, door den majoor-commandant eener dienstdoende schutterij, der schutterij van Leiden. Maar ook zonder de uitspraak van een zoo bevoegd deskundige weten wij het immers allen hoe het groote publiek denkt over de schutterij. En hoe zou het ook anders kunnen Immers een lichaam, en vooral een lichaam van militairen aard, dat nog steeds voortbestaat onder vigueur eener wet, welke dagteekent van het jaar 1827, kan onmogelijk aan het doel beantwoorden. Ook de schrijver stemt dat toe, maar wijst er tevens met ernst en nadruk op dat het er met onze schutterij in het algemeen en de Leidsche in het bijzonder toch heel wat beter zon uitzien, wanneer die gewraakte wet slechts stipt werd nageleefd. Dan zou de schutterij, ondanks alle leemten dier wet, toch in hoofdzaak kunnen vol doen aan den haar door de Grondwet gestelden eisch als deel der algemeene defensiemacht van den Staat om van hare geheel andere be stemming „tot behoud der inwendige rust" niet te spreken. Thans echter allerwege ontduiking; vandaar dat in 1870, toen eene mobilisatie voor de deur stond, de Leidsche schutterij slechts l'/2 ten hon derd van de bevolking sterk bleek te zijn, in plaats van de vereischte 2°/0, en dat de com mandant niet behoorlijk kon voldoen aan 's Konings last om ook de reserve op te roepen, om de een- voudige reden dat hem niet bekend was wie er al of niet toe behoorden. De wet van 1827, toont de schrijver aan, wordt niet nageleefd; vandaar: I onnauwkeurige splitsing van bans en categorieën een talrijk en weinig bruikbaar kader in verhou- j ding tot de werkelijke sterkte; inlijving en indee- ling der schutters, die geloot hebben, lang na den bepaalden tijdgemis van gelijkheid of overeen- j stemming ten aanzien der wijze van oefenen der dd. schutterij, gebrek ook aan hulpmiddelen voor de oefeningenonvoldoende vervulling der belang rijke betrekking van luitenant-adjudant, zoo moge lijk te bekleeden door een officier der infanterie; ontoereikende bekwaamheid en dieustkennis bij het kader, deels een gevolg van het voordragen van officieren en onderofficieren zonder de onont beerlijke bekwaamheid; eene rustende schutterij, die niet overal ook zelfs maar op het papier is ge bracht en in stand wordt gehouden. Op al de bovengenoemde punten laat de nale ving der wet van 1827 veel te wenschen over. Werden daarentegen hare bepalingen streng in acht genomen, dan zou, zoo betoogt de schrijver, vooral met medewerking der gemeentebesturen, de schutterij bruikbaar kunnen worden gemaakt en in staat om binnen acht dagen 16,000 a 20,000 geoefende schutters te leveren en 6000 a 7000, die goede voorbereidende oefening hebben gehad, de eersten met eigen kader. Wij betwijfelen geen oogenblik of velen, en niet het minst de mannen van het vak, zullen zich haasten die zienswijze te bestrijden, maar moeilijk zullen zij den schrijver kunnen weer leggen, waar hij zegt: „Als de tegenwoordige wet met al hare zwaarte op plaatselijke bestaren en op alle schutterplichtigen neerkomt en het met de schutterij ernst is geworden, als door straffe toepassing van regeeringswege bet niet meer mogelijk is van hare gebreken en leemten te profiteeren, maar zich de last en bet onaange name van den gebrekkigen wettelijken toestand zwaar doet gevoelen, dan zal de wensch naar een betere wettelijke regeling algemeen en levendig worden." Onder den tegenwoordigen toestand dat is zeker zijn èn het geld èn de tijd, door be lasting- en schutterplichtigen aan de schutterij ten koste gelegd, grootendeels weggeworpen. Moge de brochure „Iets over de Schutterij" tal van lezers vinden. Zij is met warmte geschre ven, gelijk dat te verwachten was van den ge- achten stadgenoot, die steeds heeft bewezen ook de debatten in onzen gemeenteraad kunnen er van getuigen het goede te willen en den moed zijner overtuiging te bezitten. LEIDEN, 6 Maart. In de maand December zijn binnen deze ge meente geboren 128 kinderen, als: 69 zoons en 59 dochters, waaronder zijn begrepen 2 tweeling geboorten overleden 105 personen, als25 mannen, 18 vrouwen, 33 zoons en 29 dochters; daaren boven als levenloos aangegeven 3gehuwd 28 paren. Heden is afkondiging geschied van het raads besluit tot heffing van rechten ter zake van huwe lijksvoltrekking op buitengewone tijden, en van de verordening op de invordering van de rechten ter zake van de huwelijksvoltrekking op buiten gewone tijden. In den schouwburg alhier zal Maandag het nieuwe oorspronkelijke tooneelspel „Vossenjacht" van den heer Gualtherus Kolff worden opgevoerd. Velen verkeeren in de meening dat dit onze ge achte stadgenoot is. Wij achten het niet ondien stig hen dienaangaande in te lichten en hun mede te deelen dat de schrijver een neef van onzen Kolff is. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 6779 volwas sen personen en van 612 kinderen. Bij het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer van eene voordracht tot kwijt schelding van eene den lande aankomende vorde ring werden door vele leden de in deze zaak aan het licht gekomen onregelmatigheden en nalatig heden zeer streng gegispt. De boedel van den vendumeester H. L. Backer Overbeek werd besto len tijdens de liquidatie. Hoe is het mogelijk, werd gevraagd, dat van gouvernementswege bij die liquidatie niet behoorlijk toezicht is gehouden, terwijl de schatkist eene vordering had van meer dan een ton gouds. Het gebleken gebrek aan zorg voor de belangen van het land maakte een pijnlijken indruk, en men vertrouwde dat de noo- dige maatregelen genomen waren of nog zouden genomen worden om deze verregaande nalatigheid niet ongestraft te doen blijven. Onder bevel van den kapitein der infanterie van het O.-I. leger E. H. II. Routs zal den 13den dezer van Harderwijk naar Amsterdam ver trekken een detachement suppletietroepen, sterk 63 man, waaronder 3 onderofficieren, bestemd om aan boord van het stoomschip „Voorwaarts" de reis Daar ïndië te aanvaarden. Tot medegeleide van dat transport zijn aangewezen: de 2de luits. der infanterie K. W. Amiot, W. J. Ising en J. W. H. Tuinenburg. Thans is definitief bepaald dat de interna tionale hondententoonstelling te Haarlem zal ge houden worden op 26, 27 en 28 Juni a. s. Door wijlen den heer P. A. L. Segers is aan de Ned.-Herv. Diaconie te Nijmegen f 1000 gelegateerd. Door het departement van financiën is uit- gegeven een zeer belangrijke statistiek van het „Grondwetkrediet in Nederland" over de jaren 1876, 1877 en 1878, welke statistiek naar bouw stoffen van de regeering bewerkt is door de „Ver- eeniging van de statistiek in Nederland." Uit die statistiek blijkt o. a. dat er in bedoelde jaren gemiddeld voor circa 100 millioen hypothecair inge schreven en voor 583/4 millioen afgeschreven is. Zoo als men weet, moeten in 1879 of 1880 alle hypothe caire inschrijvingen vernieuwd worden. Daardoor zal de gelegenheid worden geboren om in 1881 het totaalcijfer der hypothecaire schuld in Nederland zoo nauwkeurig mogelijk te constateeren. Het stoomschip „Hampton", van Batavia naar Rotterdam, vertrok Donderdag-ochtend van Port-Said; de „Koningin Emma" is gisteren te Napels aangekomen en heeft onmiddellijk de reis voortgezet. De koninklijke goedkeuring is verleend aan de statuten der kina-cultuurmaatschappij „Chin- chona", te Amsterdam, uitsluitend ten doel heb bende de kina-cultuur op Java. Het kapitaal der vennootschap bedraagt f 220,000, verdeeld in aandeelen van f 1000. Voor de eerste maal zijn tot directeuren benoemd de heeren K. W. Van Gorkofn, J. A. C. Van Leeuwenen, O, W. G.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1880 | | pagina 1