N°. 6146.
Maandag 1 Maart.
A*. 1880
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Weledele Heer!
LEIDSCH
DAGBLAD.
iittllfrwrfr'ii
PKIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per posta 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.0S.
PRIJS DER ADVERTENTIE»:
Van 18 rt(«ll....n»
Iedere regel meer
Grootere letten naar plaatsruimte.
1.0B.
0.17f
Gemengd Nieuws,
Probatum est: Een jonge Eransche
graaf, die geëngageerd was met de dochter eener
uiterst conservatieve en aristocratische familie,
wilde zijn engagement verbreken. Op zekeren
avond kwam hij in het salon van zijne aanstaande
schoonouders, ging voor de piano zitten en speelde
de Marseillaise. De markiezin kreeg een beroerte, de
bruid een flauwte en de markies wees den graaf voor
altijd de deur.
Te Tours-sur-Marne heeft een jong-
mensch van 17 jaar, die eene som van bijna honderd
franken had verloren aan een persoon van 45-jarigen
leeftijd, dezen bij gelegenheid dat zij weder een
„partijtje" maakten, met een pistool doodgeschoten.
Te Vauxhall waren verschillende per
sonen, de meesten van het vrouwelijk geslacht,
bezig met houtzagen in een houtzaagmolen, toen
de zwaar belaste zoldering instortte. Vijf personen
werden gedood en tien zwaar gewond.
Volgens de „Temps" heeftmej. Heil
bron, thans aan de groote opera te Parijs verbon
den, aldaar eene woning gekocht ter waarde van
438,000 fr.
De heer Pavre, lid van den grooten
raad in het Zwitsersch kanton Waadtland, is met
vier andere personen in hechtenis genomen, be
schuldigd van i een complot tot het verduisteren
van gelden. Een ander lid van dien raad is juist
tot 18 maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens
oplichterij.
Een negentienjarig meisje, bij het
Eransche dorp Are Senans wonende, stond dezer
dagen zich bij den haard het haar uit te kammen.
De kam latende vallen, bukte zij zich om die op
te rapen, het haar raakte in brand en in een oogen-
blik stond zij in volle vlam. De schedel, het ge
laat, de ooren werden verkoold. Men wanhoopt
aan haar behoud.
Uit Carcassonne wordt gemeld dat
een rijke boer in de gemeente Saissac in een
vlaag van woedenden waanzin zijne vrouw en twee
kinderen met een bijl in stukken heeft gehakt. Een
uur daarna stortte hij heete tranen en zeide zich niets
te herinneren.
Men moethet van zijne vrienden maar
hebbenDe echtelieden P. te Parijs hadden een
vriend die veel bij hen aan huis kwam, een uit
stekend mensch die maar één gebrek had, n. 1.
dat hij van tijd tot tijd wel eens wat al te rijke
lijke offers aan Bachus bracht. Hij hield vooral
veel van hun eenigste spruit, een lief kind van
drie jaren, en had de gewoonte, wanneer hij uit
ging, het op zijn arm mede te nemen. Onlangs
was dit ook weer het geval, toen de ouders ver
namen dat hun goede vriend op zijne wandeling
door de politie opgepakt was. Wat was er ge
beurd? De verzoeking geen weerstand kunnende
bieden was hij, altijd met het kind op den arm,
een koffiehuis binnengetreden, had zich daar duch
tig te goed gedaan en was, wederom op straat
gekomen, zoo vroolijk geworden dat hij het kind van
tijd tot tijd hoog in de lucht wierp en dan in zijne
uitgebreide armen opving. Ongelukkig gelukte
hem die „tour d' adresse" niet altijd, zoodat de
kleine van tijd tot tijd met geweld op de straat
terechtkwam. De dronkaard raapte dan met de
uiterste bedaardheid zijn „speelbal" weder op, en
zette zijn spel voort totdat daaraan door eenige
toegeschoten politie-agenten een einde gemaakt
werd. Het kind is met gebroken ledematen in het
gasthuis opgenomen en verkeert in levensgevaar.
BUITENLAND.
Duitschland.
De „Nordd. Alg. Zeitung" behelsde dezer
dagen een brief, waarin, met het oog op het
door genoemd blad openbaar gemaakt artikel over
het versterken van Kowno, wordt opgemerkt dat
uit het versterken van eigene grenzen niet nood
zakelijk eene vijandige gezindheid tegen den nabuur
blijkt, maar slechts de objectieve behoefte om de
eigene veiligheid door eigene middelen te waarborgen.
Het vroegere artikel heeft in Berlijnsche politieke
kringen ook veel opzien gebaard wegens den daarin
voorkomenden directen aanval op Gortschakoff en
omdat Nederland er in genoemd wordt. Ook de
„National-Zeitung" schrijft: „Als de Eranschen
ooit Brussel overmeesteren, dan zouden zij ook
Nederland naar welgevallen kunnen doortrekken
en zeer spoedig de begeerige hand daarnaar uit
steken." Het „Berliner Tageblatt" antwoordt met
betrekking tot den uitval tegen Nederland: „De
„Norddeutsche" is op den verkeerden weg. In
plaats van hunne sympathieën te verwerven, stoot
het orgaan van Bismarck de Nederlanders daar
mede voor het hoofd".
Groot-Brltannlë.
Uit Kaapstad wordt bericht dat Secocoeni
nog altijd te Pretoria in arrest is, dat het lijk
van Moirosi vreeselijk verminkt werd en dat dien
aangaande eene officiëele enquête zal worden in
gesteld dat er eene epidemie is uitgebroken onder
de struisvogels en eene ziekte onder de wijnstokken
dat de „premier" van de Kaap, Spriggs, van plan
was een bezoek te brengen aan zijne kiezers te East
Londondat er sprake is van een kanaal te gra
ven van de Vaal naar Kimberley, hetgeen 360,000
pd. st. zou kosten; dat in den Vrijstaat een hoos
viel, die groote schade berokkende en o. a. aan
een kudde geiten het leven kosttedat te Grahams-
town een brand heeft gewoed, die 50,000 pd. st.
schade veroorzaakte.
De Iersche Oranje-mannnen hebben weer
eens van zich doen hooren. Te Portadown deden
zij Woensdag, met muziek aan het hoofd, een
aanval op eene vergadering van pachters, die be
zig waren hunne grieven te luchten tegen het
Iersche landstelsel. Deze lieden, rebellen in de
oogen van de Engelschgezinde Oranje-mannen,
werden met knuppelslagen van de plaats gedreven.
Verscheidene gekwetsten bleven op het slagveld
achter. Natuurlijk kan men zich nu voorbereid
houden op wraakoefening van den kant der pachters.
Rualand.
Sedert een paar dagen zijn te St.-Petersburg
geruchten in omloop, zegt een aldaar verschij
nende courant, dat Vera Sassoulitsch alhier in
de woning van eene vriendin is in hechtenis ge
nomen. De Zwitsersche politie had vroeger de
Russische politie verwittigd dat Vera naar St.-Pe
tersburg was getrokken.
Het regeeringsblad behelst eene oproeping
van generaal Loris Melikoff, aan de bewoners der
hoofdstad gericht, waarin het volgende gezegd wordt
Onder verwijzing naar de verontwaardiging, die door
een ongehoorden, misdadigen aanslag zoowel bij het
Russische volk als in geheel Europa is teweeg
gebracht, wordt bekend gemaakt dat de regeering
zich genoodzaakt heeft gezien doortastende maat
regelen te nemen tot onderdrukking van het sociale,
de algemeene orde bedreigende kwaad. De chef van
de uitvoerende commissie is zich wel bewust van
de moeielijkheid der hem wachtende taak. Hij wil
geene overdrevene verwachtingen op dadelijke resul
taten opwekken, doch zal niet schromen tot de
strenge maatregelen ter bestraffing van misdadige
handelingen over te gaan, terwijl hij bereid zal zijn
de wettige belangen der goedgezinden te bescher
men. Bij zijn handelen hoopt hij de ondersteuning
van alle rechtschapen lieden te zullen ondervinden.
De maatschappij zelve dient de regeering te onder
steunen bij het herstellen van den regelmatigen
gang van het staatsleven. Aan de bewoners der
hoofdstad wordt het dringend verzoek gericht, de
toekomst kalm te gemoet te zien en zich niet door
kwaadwillige geruchten te laten misleiden.
INGEZONDEN.
Met een vriendelijk maar zeer dringend verzoek
kom ik tot uniet als persoonlijk belanghebbende,
maar als oprecht belangstellende in het lot der
brievenbestellers, van wier drukken dienst ik in
den laatsten tijd kennis heb gekregen.
Afgezien van de vraag in hoeverre de heiliging
van den rustdag in uwe eigene schatting een genot
is geworden, dankbaar door u als een van God
u geschonken voorrecht gewaardeerd, om de week,
die u weder drukken arbeid zal brengen, te mogen
aanvangen met een dag van rust en ontspanning;
afgezien van die vraag, zeg ik, houd ik mij toch
overtuigd dat u met mij gaarne een dag van rust
en verademing aan anderen zult gunnen, aan hen
niet het minst die, vooral in groote steden, van
den vroegen morgen tot den laten avond, onze
straten moeten doorkruisen.
Het eenige dat een iegelijk onzer doen kan
om daartoe mee te werken, is, dunkt mij, dat een
ieder zich toelegge om de brievenbestellingen op
den Zondag te doen verminderen en zorg drage
om althans niet-spoedeischende brieven nooit des
Zaterdags of des Zondags te verzenden.
En als ik dan telkens hoor dat velen, ook de
boekhandelaars, juist den Zaterdag schijnen uit te
kiezen om hunne boeken, catalogussen en andere
gedrukte stukken te verzenden, dan voel ik mij
gedrongen om waar ik kan met bescheidenheid,
maar zeer dringend, u te vragen: Weledele Heer!
is het niet mogelijk dat deze verzendingen
tot Maandag blijven liggen?
Wellicht gaat het u als mij, dat deze zaak nimmer
uwe aandacht trok, totdat iemand er mij op wees,
en van dat oogenblik af heb ik nimmermeer dan
bij uitzondering in zeer dringende gevallen des
Zaterdags Dh 10 uur of des Zondags brieven
verzonden.
Ik herhaal hetniet als persoonlijk belangheb
bende, maar als belangstellende in het lot der brie
venbestellers, aan wie ik op den Zondag zoo gaarne
wat meer rust zag gegeven, breng ik dit verzoek tot u.
Intusschen vraag ik den fleer dat Hij uw hart
neige om allereerst voor uzelven den zegen te ge
nieten, aan de heiliging van den rustdag verbonden,
maar ook te doen wat in uw vermogen is om
aan anderen die rust te bezorgen, gedachtig aan
Jesaja 56 vs. 27, Jesaja 58 vs. 13 en 14 en.
Romeinen 14 vs. 6a en 7.
Een voorstanster van de Zondagsrust»
[Ofschoon deze brief niet direct aan de Re
dactie gericht was, meenen we toch in den geest
der schrijfster te handelen door er in ons blad. publi
citeit aan te geven. Red.]