der wet; gezien Artt. 5 en 10 der wet op het
patentrecht, alsmede de tabellen I en IV bij
die wet gevoegd: besluiten den aanslag te
vernietigen en ontheffing te verleenen ten bedrage
van 21.76 in hoofdsom en opcenten."
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 6886 volwas
sen personen en van 9—18 kinderen.
Thans is het programma verschenen van de
tentoonstelling, die vermoedelijk in Aug. en Sept.
a. s. onder beschermheerschap van den Koning in
Den Haag zal worden gehouden van voorwerpen,
betrekking hebbende op het stamhuis Oranje-Nassau
en op de wapen-, geslacht- en zegelkunde in het
algemeen. De inzendingen zullen in drie hoofd-
afdeelingen worden verdeeld1*. Alles, wat de ge
schiedenis en oudheidkunde van het stamhuis Oranje-
Nassau betreft. 2®. De wapen-, geslacht- en zegel
kunde. 3*. De wapenkunde, toegepast op kunst en
industrie. De eerste afdeeling is gesplitst in de vol
gende seriën: 1. Documenten. 2. Schilderijen en
portretten in olieverf, pastel, enz., alsmede gravuren,
platen, enz. 3. Munten, penningen en zegels. 4.
Boeken en handschriften. 5. Voorwerpen van ver
schillenden aard, zooals huisraad, kleeding, beelden,
monumenten, enz. De tweede afdeeling bestaat uit
de groepenwapenkunde, geslachtkunde, zegelkunde
en ridderlijke lichamen, orden en andere corpo
ration. De derde afdeeling omvat wapens in en
op metaal, op steen en aardewerk, in en op hout,
op glas, in en op paarlemoer, ivoor, been, hoorn,
enz., op leder, in borduurwerk en weefsels, op
papier en photographie.
De overeenkomst tusschen den Staat en prins
Frederik, houdende regeling der afdoening van
schuldvorderingen tot goedkeuring waarvan
dezer dagen een wetsontwerp is ingediend
beoogt 1*. den Staat te ontheffen van zijne ver
plichting tot uitkeering eener som van 37,053.50
hetwelk de Staat reeds in 1850 aan den prins
had moeten doen vóór de overgave aan den Staat
van een partij heidegronden, en die thans door
Z. K. H. wordt toegevoegd aan de domeingoederen
door de belegging er van op het Grootboek 2
pet. N. S. onderhet hoofd „Domeinen"2°. Z. K. H.
te ontslaan van de verplichting tot betaling van
f 80,000, die Z. K. H. schuldig zal zijn wanneer
de Staat de gebouwen, die voor de kon. milit.
academie te Breda gebruikt worden, niet langer
tot dat einde in gebruik verlangt te houden,
terwijl de Staat er evenzeer van afziet die som
terug te vorderen van 's prinsen erfgenamen wan
neer de goederen omschreven in de wet van 25
Mei 1816 (Stbl. N°. 25) na zijn overlijden bij
den Staat terugkeeren.
Het Vad. verneemt dat de minister van
oorlog voornemens is het aantal militaire afdee-
lingeni datjjhans vijf bedraagt, 4erug te brengen
tot op drie. De 4de afdeeling,'standplaats Rotter
dam, alsmede de 5de, standplaats Helder, zouden
namelijk worden opgeheven. Te Rotterdam, waar
de plaats van afdeelingscommandant vacant is,
wordt deze betrekking niet weder vervuld, terwijl
de commandant te Helder, de kolonel der genie
J. E. Van Ilanswijk, zou worden overgeplaatst
naar Utrecht, waar eveneens een vacature bestaat.
De kapiteins der artillerie A. Harrebomée en II.
H. P. De Wit, adjudanten der afdeelingscomman-
danten respectievelijk te Rotterdam en te Helder,
hebben officiêele aanschrijving ontvangen, dat zij
tot een anderen werkkring geroepen zullen worden.
Een en ander zou geschieden met 1 Mei a. s.
Op de gisternamiddag bij de heeren C. Van
Doorn Zoon gehouden verkooping van gedreven
koperwerken, tin, antieke meubelen enz., waarmede
de auctie van oudheden en kunstvoortbrengselen
uit de nalatenschap van baron Van Heemstra is
afgeloopen, werden voor verschillende voorwerpen
hooge prijzen besteed. Een ebbenhouten kast met
altaarkastje en op de binnenzijde der deuren en
op de laden 13 schilderstukjes uit de school van
Rubens en Brenghel f 400een ebbenhouten kast
met rood schildpad, met zilver gemonteerd en met
altaarkastje f 2100twee hoekbuffetten van rozen-
en satijnhout f 455; een salontafel (Mosaïque
italienne), Louis XIV, 200; en 4 gewone en 2
armstoelen, bekleed met gobelin, Louis XIV, ƒ850.
De netto opbrengst van het weldadigheids-
concert, door de koninklijke militaire kapel ten
behoeve der slachtoffers van den watersnood ge
geven, bedraagt de belangrijke som van ƒ1904.75.
Ook prins Erederik heeft een brief van dank
betuiging gezonden aan den heer De Bergh voor
de toezending der brochure„Het wapen des Konings
en des Rijks thans gevoerd, is in strijd met
de Wet."
Het voornemen bestaat om ter gelegenheid
van de feesten te Brussel tot viering van België's
50-jarige onafhankelijkheid, retourbiljetten der
waarts uit te geven tegen de vracht voor enkele
reis, voor den tijd van zes dagen, gedurende de maan
den Juni tot en met September a. s.
Naar de N. R. Crt. verneemt, heeft de
minister van binnenlandsche zaken beslist dat aan
leerlingen van een gymnasium, dat vóór 1 October
1881 in een met zesjarigen cursus is hervormd,
zoo zij den vijfjarigen cursus ten einde toe met
vrucht hebben volbracht, nog door curatoren het
getuigschrift, bedoeld in art. 1 van het koninklijk
besluit van 4 Augustus 1853 (Staatsblad N#. 31),
kan worden uitgereikt.
Door wijlen den heer Joseph Cahen is aan
het Nederl.-Israël. Ambestuur te Amsterdam de
som van 5000 vermaakt.
Volgens het Handelsblad heeft zich te Am
sterdam een curieus geval voorgedaan met een tot
luitenant benoemden schutter. Bij koninklijk be
sluit werd ,de heer J. Hienfeld, schutter, tot officier
bevorderd. Vóór zijne benoeming had hij echter
te kennen gegeven liever niet tot die waardigheid
te worden verheven, doch officiëel bleek daarvan
na de benoeming niet. Toen de heer Hienfeld nu
in December jl. bij den burgemeester werd ont
boden, om in handen van het hoofd der gemeente
den eed van trouw aan den Koning af te leggen,
verklaarde hij bezwaren te hebben om dezen eed
te doen. Van die weigering werd kennis gegeven
aan den krijgsraad. Nu zegt de wet, dat een officier
den eed zal afleggen, zonder echter te bepalen bin
nen welk tijdsverloop na de benoeming dit moet
geschieden. De heer Hienfeld is door het feit der
benoeming zelve officier, maar zoolang hij den eed
niet heeft afgelegd, kan hij niet geacht worden
als zoodanig in dienst te zijn getreden. Is men
wel ingelicht, dan heeft de krijgsraad zich onbe
voegd verklaard van de zaak kennis te nemen;
men is tevens van oordeel dat de heer Hienfeld
zich in geen geval aan eenige bij de wet straf
baar gestelde overtreding heeft schuldig gemaakt.
Het zal later moeten blijken of de heer H. niet
zal worden geroepen zijne verplichtingen als officier
te vervullen.
De gedenksteen voor den tooneelkunstenaar
F. P. Kistemaker, te plaatsen op zijn graf te Am
sterdam, is thans gereed. Het is een eenvoudige
deksteen, waarin in half verheven arbeid een kruis
op sierlijk gehouwen voet en daaronder het op
schrift: „Aan P. P. Kistemaker van zijne vrien
den." Aan den voet van het ornament van den
steen prijken de letters R. I. P.
De minister van binnenlandsche zaken brengt
ter kennis dat bij zijn departement welhaast een
vergelijkend onderzoek zal gehouden worden van
hen die tot tweeden klerk wenschen te worden
benoemd. Twee tweede klerken zullen aangesteld
worden op eene jaarwedde aanvankelijk van ƒ400
voor ieder, die spoedig tot ƒ500 wordt verhoogd.
Tot dit onderzoek worden alleen toegelaten zij,
wier aanvragen, wegens uitmuntend handschrift,
bijzondere aandacht verdienen. Belanghebbenden
moeten niet ouder zijn dan 23 jaren.
De werkzaamheden in de Gothische Zaal
ter voorbereiding van de tentoonstelling der alge-
meene verloting, onder bescherming van den Koning
en de Koningin ten voordeele der watersnood
lijdenden te houden, zijn aangevangen. De inzending
van prijs voorwerpen duurt op gewenschte wijze voort.
Behoudens aanspraak op pensioen is eervol
ontslag verleend aan H. L. Staal als landmeter
van de 1ste kl. bij het kadaster, en op zijn ver
zoek aan W. Daans als landmeter van de 1ste kl.
bij het kadaster. Benoemd zijn tot landmeter van
de 1ste kl. bij het kadaster: T. Schavier, J. T.
Hessels, M. J. Van Erkel, L. P. De Croon, A.
Borrenbergen, C. W. Soutendijk, C. J. T. Van
der Hoeft, thans allen landmeters van de 2de kl
tot landmeter van de 2de kl. bij het kadasterJ.
J. Van Dullemen, C. G. Van Hattum, A. Grif
fijn, A. S. Keurschot, E. G. Stucki, P. Sillevis,
J. E. II. Meyer, E. P. M. Baetens, C. J. D. Van
Eek, P. J. Hogenhuis, thans allen landmeters van
de 3de kl.
Het stoomschip „Schiedam", van Nieuw-
York naar Rotterdam, passeerde gistervoormiddag
bij Dover; de „Torrington", van Batavia naar
Rotterdam, passeerde gistermiddag te twaalf uren
het eiland Wight; de „Drente", van Rotterdam
naar Java, is hedenmorgen van Aden vertrokken.
Z. M. heeft aan J. W. E. Van Hoorn,
gew. hoofdcommies bij het departement van kolo
niën, met 1 Januari 1880 een pensioen verleend
van f 1667 'sjaars; M. Tamson, gew. comm. bij
hetzelfde dep., een van 1887 'sjaars; J. Jung,
gew. eersten klerk bij hetzelfde dep., een van
f 575 'sjaars.
BUITENLAND,
Rusland.
's Keizers winterpaleis wordt thans bewaakt als
een vesting in vijandelijk land. Een aaneenge
sloten militair cordon is op 200 schreden afstand
om het paleis gestrekt. De soldaten ioopen met
geladen geweer.
Voor den czaar, die de gewoonte had, zonder
gevolg, alleen door de stad te wandelen, gerust
en veilig als een vader te midden zijner kinderen,,
is het ontzettend, dus als een gevangene bewaakt
te moeten worden, zonder dat hij zelf eenige
schuld heeft aan den wilden haat der samenzweer
ders, die hem en de zijnen vermoorden willen.
Het vreemde toch van de moordaanslagen is, dat
ze gericht zijn op den besten souverein, dien
Rusland sinds langen tijd gehad heeft, op een
man, die den Russen meerder vrijheid gegeven
heeft dan ze ooit kenden.
Zijn vader regeerde met een ijzeren knoet,
doch de tegenwoordige czaar wordt, als een tweede
Bodewijk XVI, het slachtoffer van de wreedheid
en slechtheid zijner voorgangers en van het regee-
ringsstelsel, dat eeuwen vóór zijn geboorte be
stond. De wilde haat en woeste opwinding, van
welke de herhaalde aanvallen bewijzen geven,
welke slechts mogelijk zijn als tal van medeplichti
gen het geheim bewaren en hun leven in de
waagschaal stellen, zou doen denken dat er in
Rusland eene geweldige omwenteling aanstaande
was, in navolging van die van 1792 in Frankrijk.
Onder de papieren, welke men bij de ontdekking
der geheime drukkerij op Wassili-Östrow in beslag
nam, bevond zich een cijfertelegram, dat in de
derde afdeeling der keizerlijke kanselarij slechts
met moeite kon worden gelezen. Daaruit bleek dat
een groot aantal officieren van de linie-troepen, ja
zelfs van de keizerlijke wacht benevens eenige hooge
dignitarissen, waaronder sommige uil ie onmiddel
lijke omgeving des keizers, met de nihilisten in
verbinding waren getreden, om den keizer eindelijk
te dwingen aan het land een constitutie en aan leger,
pers en onderwijs nog meer vrijheid tc schenken»
Toen men den keizer den inhoud van dat telegram
mededeelde, liet hij dadelijk Schuwalotf tot zich
komen, met wien hij zich geruimeu tijd onder
hield. Later had hij ook een onderhoud met den
kroonprinshet liep, naar men zegt, over een zeer
hooggeplaatst persoon, die in de nihilistische
papieren werd aangeduid en die ontevreden zou
zijn, omdat zijne verdiensten in den jougsten oor
log z. i. niet genoeg gewaardeerd en beloond waren
geworden.
De Parijsche „Lanterne" bericht het volgende
In de eerste dagen van Februari werden te St.-
Petersburg twee als schoorsteenvegers verkleede
lieden gearresteerd, die in het winterpaleis waren
binnengeslopen, om in de schoursteenen van de
keizerlijke woonvertrekken kruit te leggen. Een paai
dagen later reed een wagen het paleis binnende
koetsier verliet zijne paarden en vertrok. Een be
diende vond den wagen verdacht, men deed onder
zoek en vond eene groote hoeveelheid kruit, dynamiet
en eene brandende lontweinige oogenblikken later
en het winterpaleis zou geheel zijn vernield.
Kort te voren was een man 's avonds gearres
teerd, die als boer gekleed in de buurt van het
paleis op en neer liep; in een zak, dien hij op
den rug droeg, vond men vijf flesschen met nitro
glycerine; waarschijnlijk ging hij met bet plan om,
deze onder de vensters des keizers te leggen. Bij
het verhoor hield hij zich alsof hij niet wist
wat er in de flesschen stak en dat hij alleen door
een onbekende was gelast ze naar de straat Wassili-
Ostrow te brengen.
Een dagorder van generaal Gourkho deelt mede