Te Rotterdam is overleden dokter L. Levié,
een der oudste geneeskundigen. Hij was den 21sten
September 1807 te Montjoie, bij Aken, geboren.
Zijn gymnasiaal onderwijs genoot bij te Bonn, waar
hij vervolgens aan de universiteit zijne geneeskun
dige studie volbracht en in 1831 tot doctor werd
gepromoveerd. Kort daarna kwam hij hier te lande,
vertoefde aanvankelijk te 's-Hage, vervolgens te
's-Hertogenbosch en kwam in 1840 te Rotterdam.
Te Roermond is op 27-jarigen leeftijd over
leden jhr. F. Michiels van Verduynen, secretaris
van legatie bij het Nederl. gezantschap te Londen.
Door den minister van binnenlandsche zaken
is de heer E. D. Van Cappelle, te Utrecht, voor-
loopig voor den tijd van drie jaren benoemd tot
leeraar in de Nederlandsche taal- en letterkunde
en de geschiedenis aan dc Twentsche industrie-
en handelsschool te Enschedee.
Het Noorder Tooneelgezelschap, van welks
oprichting eenigen tijd geleden melding werd ge
maakt, heeft Zondag de eerste voorstelling gegeven.
Het trad op in den Skating-rink te Leeuwarden
en speelde het drama „De huurkoetsier."
Het stoomschip „Wyberton" arriveerde gis
teren van Batavia, laatst van Marseille, te Maassluis.
Z. M. heeft agreatie verleend der door het
Kapittel der Duitsche Orde, Balije van Utrecht,
gedane admissie van den edel-expectant Eriedrich
Wilhelm Otto Richard Eortunato Albrecht graaf
Von Bernstorff, tot ridder-expectant van gemelde
Orde, met vergunning tot het dragen van het kleine
kruis der Orde; den off. van adm. 3de kl. E. D.
Van Genderen, op zijn verzoek, met den laatsten
dezer eervol uit den zeedienst ontslagen, en met
1 Eebr. aanst. bevorderd tot off. van adm. 3de kl.
den scheepskl. H. J. Verveen.
Gemengd Nleuw&
Wij vestigen de aandacht van belang
hebbenden op de in dit nommer voorkomende
kennisgeving omtrent de loting voor de nationale
militie.
Onder de gemeente Zoeterwoude is
hedennacht nabij de Wouterenbrug van zekeren
K., die een half dozijn biggen mest, er een ont
vreemd, welke ook naar het schijnt terzelfder plaatse
is afgemaakt, want men vond er sporen van bloed.
De stoomboot „Adèle", zoo meldt
men ons uit Woubrugge, Maandag-avond door de
Woudwatering varende, met bestemming naar Rot
terdam, werd de bemanning met steenen en andere
harde voorwerpen gegooid, hetgeen zoo hevig toe
ging dat er een opstootje plaats had en de bur
gemeester last gaf om de boot door den gemeente
veldwachter, omdat aldaar geen rijkspolitie meer ge
vestigd is, te doen begeleiden tot de grensscheiding
van Woubrugge en Oudshoorn. Hierdoor bedaar
den de gemoederen eenigermafe, doch er waren
helaas nog vele menschen, die niet wilden begrij
pen dat eene stoombootdirectie haar onderboorigen
last kan geven om te varen en dat de bemanning
dit dan moet doen, daar toch de handel en scheep
vaart niet door kwaadwilligen, „quasi om schaatsen
te rijden", kan en mag gestremd worden.
De grenadiers en jagers maakten heden
van uit Den Haag een militairen marsch naar De
Vink, bij Leiden.
In een blik- en koperslagers werk
plaats te Amsterdam zijn een vijftal werklieden
gevangengenomen, die sedert lang gezamenlijk de
werkplaats bestalen. Zij eigenden zich geregeld een
hoeveelheid metaal toe, die zij dan bij een oud
roest verkochten. Een hunner verschrikte door de
ontdekking, dat hij terecht zou moeten staan wegens
diefstal, zoodanig, dat de man een zenuwtoeval
kreeg en halfwaanzinnig naar het buitengasthuis
ter verpleging moest gebracht worden.
Dezer dagen is onverwachts een der
matrozen van de „Pallas" te Amsterdam aange
komen. Bij het vertrek van de stoomboot uit Reval
moest hij wegens ziekte aldaar achterblijven, en
ontkwam zoodoende aan de ramp, die de overige
bemanning van het schip getroffen heeft.
In het dorp Huizum zijn een 12 - en
een 9-jarige knaap, broeders, door het ijs gezakt
en verdronken. De oudste had zich, in weerwil
der waarschuwing van den jongste, te ver ge
waagd. Toen hij er doorheen viel, snelde de
jongere hem te hulp, doch het mocht hem niet
baten: hij verdronk, evenals zijn oudere broeder.
Dat voor een liefdadig doel hier te
lande steeds veler hand geopend is, blijkt hieruit dat
van het IJsnommer 'van „Eigen Haard", vóór de
uitgaaf, reeds meer dan zeven duizend exemplaren
werden besteld. Gelijk men weet is dit blad a 50 ets.
afzonderlijk verkrijgbaar gesteld ten voordeele der
noodlijdenden door den watersnood, zoodat van dit
nommer van „Eigen Haard" thans reeds het voor
ons land zeker niet onaanzienlijke cijfer van ruim
twintig duizend exemplaren is gedrukt. Voorden
inhoud en de uitvoering kan men niets dan lof
hebben. De zaak is uitstekend gelukt. De titel
met de afbeelding van een ijsschuit, van een narre-
slede op het ijs, van een „galant ridder" en van
de wijze waarop het ijs op de rivier wordt gebro
ken, heeft Cremers gedichtje „Het ijs" tot motto.
Daarna volgt een gedicht van J. J. L. Ten Kate,
„De meeste van deze is de liefde"; een novelle
van W. P. Wolters, „Op glad ijs"eene teekening
van P. A. Schipperus, „Ijsvermaak op de Maas
en de Kralingsche plas te Rotterdam" (December
1879); „De Narresleden", beschreven door D. Van
der Keilen Jr., met eene afbeelding van de slede
uit het museum de Ciuny ie Parijs en van die,
volgens overlevering voor prins Maurits vervaar
digd. Daarna een gedicht „Aan Nederland" van
dr. Schaepman; het portret van Menno Alberts
Buiskool, den nestor der schaatsenrijders uit het
Noorden des lands, met zijne levensbeschrijving;
„Twintig graden onder nul" van Jo. De Vries,
en „Ijsvermaak in Friesland" door Waling Dijk
stra, waarop eene plaat volgt, met voorstellingen
uit eene hardrijderij van mannen en vrouwen bij
paren te Leeuwarden, door G. H. Breitner getee-
kend; het portret van den hardrijder Okke Van
den Berg van Rijperkerk, bij het stuk van den
heer Dijkstra behoorende, noemen wij in verband
met deze plaat. Vervolgens eene plaat: „De rei
zende muzikant," met een kort bijschrift„Een
schrale broodwinning"; een schetsje, „Drie Win
ters" van dr. H. C. Rogge en een gedichtje van
Nicolaas Beets; een interessant stuk, „Iets over
het ijs", door dr. A. Van Ilennekeler, en ten slotte:
„een heraldieke plaat" met een studie van den heer
A. A. Vorsterman van Oyen: „De winter in de
Heraldiek".
Omtrent den ambtenaar, die op het
ministerie van oorlog te Parijs een einde aan zijn
leven maakte, verneemt men nader dat hij Eournier
heette en officier van het Legioen van Eer was.
Hij was kassier en moest alle betalingen doen,
waar haast bij was. Hij was in 1841 bij het minis
terie gekomen en was rijk getrouwd, zoodat hij
een inkomen had van 40- a 50-duizend fr. De
nieuwbenoemde directeur van de controle bij het
ministerie, Panafieu, afgaande op minder gunstige
geruchten aangaande Eournier, deed een onderzoek
en vond inderdaad onregelmatighedendit bracht
Eournier tot zelfmoord. Hij was zeer bemind op
het ministerie.
In de gemeente Quimper hebben Zon
dag, terwijl iedereen naar de kerk was, eenige
dieven in een pachthoeve ingebroken en den be
diende, die daar de wacht hield, vermoord. Men
vond den ongelukkige met de tong bijna geheel uit
den mond gerukt en met vijf gaten in het verhemelte.
TePerpignan vond men vier personen,
man, vrouw en twee jonge kinderen, in hunne slaap
kamer gestikt door kolendamp.
Zooals reeds gemeld werd, is het ver
trek der keizerin van Rusland uit Cannes tot
Zaterdag uitgesteld. De keizerlijke trein was reeds
verleden Zondag aangekomen, bestaande uit twaalf
waggons, vijf goederenwagens en twee locomotieven.
De waggons zijn door geplooid leder verbonden,
zoodat men van den eenen in den anderen stap
pen kan zonder met de buitenlucht in aanraking
te komen. In den geheelen trein woTdt door twee
stoommachines eene bestendige warmte van 18 gr.
C. onderhouden. De keizerin zal in een besloten
stoel uit hare villa in den trein worden overgebracht.
Een Engelsche dame, die zich veelin
het buitenland ophield, trok ieders aandacht door
een gouden kruis van bijzonder groote afmetingen,
dat zij steeds aan een gouden keten om den hals
droeg. Herhaaldelijk had men haar dat voorwerp
aan den mond zien brengen. Geen wonder! Ein
delijk kwam men achter het geheim. Het kruis
was hol en werd, naargelang de tijd van den dag
dat meebracht, gevuld met madera, malaga of
zelfs cognac.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Er heeft aan de Belgische grenzen een twee
gevecht plaats gehad tusschen de heeren Bergès
en Henri Waddington, zoon van den vorigen
minister-president, naar aanleiding van een dag
bladartikel, waardoor laatstgenoemde in het harnas
gejaagd was. Geen der beide kampioenen schijnt
gewond te zijn.
Dezer dagen zijn de hoogste klassen van
het Lyceum te Montpellier in opstand gekomen,
zoodat de hulp der politie moest worden ingeroepen
om de orde te herstellen. Een zestigtal knapen
zijn, de meesteu tijdelijk, naar huis gezonden. Het
voorgevallene wordt toegeschreven aan overdreven
gestrengheid van een der onderwijzers.
Duitschland.
Bij het laatst voorgekomen feest ten Hove te
Berlijn droeg de erfprinses van Saksen-Meiningen,
dochter van prins Friedrich Carl, een zeer fraaien
witten, rijk met gouden palmen bestikten sleep.
Dat kleedingstuk was indertijd vervaardigd voor
de zuster van koning Friedrich Wilhelm III, ge
malin van den erfstadhouder, later eersten koning
der Nederlanden. Het was echter nooit gedragen
en werd als een kostbaar familiestuk bewaard.
Prinses Marie van Saksen-Meiningen ontving het
van hare grootmoeder ten geschenke en vereerde
het onlangs aan hare schoonzuster, de genoemde
erfprinses, die het nu, omstreeks 80 jaren nadat
het te Berlijn vervaardigd was, voor het eerst aan
zijne bestemming deed beantwoorden.
Oostenr.-Hong. Monarchie.
De Oostenrijksche delegatie heeft gisteren on
veranderd de begrootingen van buitenlandsche zaken
en financiën aangenomen. Alle redenaars verklaar
den het eens te zijn met de tot dusver gevolgde
buitenlandsche politiek. De heer Hübner wees in
eene opzienbarende rede op den toestand van
Frankrijk en op den nog steeds niet op orde
gebrachten toestand in het Oosten als de don
kere stippen aan den horizon. De heer Haymerle
verklaarde de bezorgdheid van dien spreker om
trent Frankrijk niet te deelen. Daar is eveneens
dringende behoefte aan vrede. Ook is Frankrijk
door herhaalde verzekeringen gerustgesteld dat
het door de toenadering tusschen Duitschland en
Oostenrijk geenszins wordt bedreigd. Wat den
regeeringsvorm in Frankrijk betrof, deze deed
tot oorlog of vrede niets af. Door het tractaat
van Berlijn was een gemeenschappelijke grondslag
gevonden tot behandeling van de Oostersche aan
gelegenheden zonder gevaar voor den vrede. In
dat tractaat, zoo eindigde de spreker, lag ook het
middel om Oostenrijks verhouding tot Rusland,
die hoogst vriendschappelijk is, voor storing te
behoeden.
In het Volkshuis heeft de minister-president
een voorstel bestreden, strekkende om eene parle
mentaire enquête in te stellen naar de onlangs
plaats gehad hebbende oploopen te Pest. De minister
deed officiëele mededeelingen dienaangaande. Hij
verzette zich tegen een voorstel om de voor deze
mededeelingen gebruikte bescheiden te doen druk
ken en verklaarde hiervan eene kabinetsquaestie
te maken. Het Huis besloot de beraadslaging
te verdagen, na het laatstvermelde voorstel met
146 tegen 105 stemmen verworpen te hebben.
Telegrammen.
LISSABON, 27 Januari. Uit Valparaiso wordt
gemeld dat 300 personen het leven hebben ver
loren bij de omwenteling, welke den 22sten Dec.
aldaar uitbrak en de optreding van Pierola als
dictator van Peru ten gevolge had.
ALEXANDRIE, 27 Januari. De „Moniteur
égyptien" bevat eene verordening van den minister
van financiën, waarbij de betaling van de ach
terstallige jaarwedden en pensioenen wordt aan
gekondigd.
BERN, 27 Januari. De nieuwe grondwettige
bepalingen betreffende de volksvertegenwoordiging
in den Grooten Raad van Tessino zijn met eene
meerderheid van ongeveer 5000 stemmen goed
gekeurd.
BERLIJN, 27 Januari. Naar aanleiding der
terugkomst alhier van Von Bismarck uit Varzin