Woensdag 26 November. N°. 6067. A0. 1879. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZEB COURANT: Voor Leiden per 8 Kamden.f L10. Franco per post.a 1.40. Aizonderigke Nommers0.03. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Yaa 16 regelsLOK. Iedere regel meer0.17i Groot ere letter» nur plaatvrnhnto. Morgen zal een aanvang gemaakt wor den met het innen der abonnementsgelden over het kwartaal Sept.November. Met het oog op het groote aantal abonné's zal het den uitgever aangenaam zijn, indien de quitanties zooveel mogelijk op vertoon worden voldaan. STADS-RERICHTEN. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag 27 November 1S79, des namiddags te twee uren. Punten ter behandeling 1°. Benoeming van een ambtenaar voor de belasting op de hon den (244). 2°. Verzoeken van T. M. Cornelisaen en Dr. J. C. Drabbe, betrekkelijk deQ afstand van grond aan de Scheepmakera- steeg. (134 en 243). 3°. Voordracht tot verhoogiög der jaarwedde van den onder wijzer 2de klasse 1. Verwey dc Winter. (240 en 251). 4°. Verzoek van W. F. LamaD, betrekkelijk de bewoniDg van den kelder in de Choorlammersteag. (245). 5°. Voordracht betrekkelijk de vaststelling van het Raadsbesluit regelende de hefliog van Collegegeld op de gemeente-inrichting voor de opleiding van O.-I. ambtenaren. (246). 6°. Idem tot belooning voor het geven van onderwijs inde gym nastiek tijdens de vacature. (247). 7°. Supplctoirc staat van begrooting, dienst 1879. (24S eQ 251). 8°. Concept-verordeningen op de helling en invordering van rechten wegens de verrichtingen van den ambtenaar van den Burgerlijken Stand. (249). 9°. Verzoek van C. Van Swietcn, om ontslag als onderwijzer 2de klasse aan de jongensschool der 2de klasse. (250). 10°. Concept-verordening op de verdeeliog der gemeente in wijken en gebuurten en op het bestuur van deze. (252). 11°. Verzoeken van D. A. E. Pompe, wed. Dr. C. W. H. Van Kaat- hoven, lot verplaatsing van eene brug en tot het leggen van eene stoep. (254). 12°. Idem van het Bestuur der Lcidsche Bouwvereeniging om eene spoelstoep te leggen. (254). 13®. Idem van Mej. M. Koopal, om ontslag als onderwijzeres 2de klasse aan dc school n°. 2 voor minvermogenden. (255). LEIDEN, 35 November. Burg. en Weth. hebben aan den gemeenteraad overgelegd een rapport van commissarissen der stedelijke gasfabriek omtrent bet gasverbruik door de Leidsche broodfabriek en bet H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, naar aanleiding van de door de besturen dier inrichtingen daarover ingediende missives. Ter benoeming van een leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde aan de hoogere burgerschool wordt de volgende aanbevelingslijst aangeboden L. P. H. Eykman, J. U. Pruim en J. H. Van der Voort. Burg. en Weth. raden gunstig op de verzoeken van mevr. de wed. dr. C. W. H. Van Kaathoveu geb. Pompe, om een bruggetje te doen verleggen en een boom te doen wegnemen voor baar nieuw gebouwd buis aan den Witten Singel, en van de Leidsche Bouwvereeniging, om een spoelstoep te mogen doen maken in den Rijnsburger Singel voor de woningen dier Vereeniging. Zij raden wijders, aan mej. M. Koopal, op haar verzoek, tegen 1 Januari 1880 eervol ont slag te verkenen als onderwijzeres 2de kl. aan de school n". 2 voor minvermogenden. De commissie van financiën heeft geen bezwaar tegen de voordracht van Burg. en Weth. tot het toekennen eener belooning voor het geven van ouderwijs in de gymnastiek, tijdens de vacature ontstaan door bet verleend eervol ontslag aan den onderwijzer H. J. B. Biekart, en evenmin tegen de voordracht betrekkelijk de vaststelling van het raadsbesluit regelende de heffing van collegegeld op de gemeente-inrichting voor de opleiding van O.-I. ambtenaren. De beer P. A. Van der Lith las in het Vad. het bericht over een onderwijzer aan de kweekschool voor onderwijzeressen te L., die bij zijn onder richt zich op alleszins onbehoorlijke wijze over een der meest teedere geloofspunten zou hebben uit gelaten. Met bevreemding, omdat een blad, dat een dergelijk bericht voor het eerst verspreidt (in dit geval „De. Hollander"), zich niet had mogen tevreden stellen met een losse opgave, maar duidelijk had behooreu op te geven, waar dit feit heeft plaats gegrepen. Nu is het onmogelijk het bericht te controleeren. Met den meesten ernst-moet ik, zegt de heer v. d. L., ook als bewoner van- en lid der plaatselijke schoolcommissie in een stad, wier naam met L. begint, er op aandringen, dat „De Hollander" mededeelt, in welke plaats en op welke scliool dit feit zou hebben plaats gegrepen. Tot auditeur bij den schuttersraad in Zuid- Holland, 4de bat,., is benoemd mr. A. II. Brandt. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika door middel van het stoomschip „Maas", waarvan de laatste buslichting aan het postkantoor te Rotterdam is bepaald op 29 dezer des ochtends te halfzes. De schrijver der Haagsche kroniek in de N. Gr. Crt. verneemt, dat de Prins van Oranje slechts eenige, weken in Den Haag vertoeven zal daarna begeeft hij zich weder gedurende de winter maanden naar zoeler luchtstreek. Wat hij in Den Haag kwam doen? Zijn bezoek aan Den Haag, zegt de schr., is een bedevaartde Prins heeft den grafkelder te Delft bezocht. De bibliotheek van wijlen Prins Hendrik zal weldra onder den hamer komen maar dit wordt niet publiek aange kondigd. De verkcoping zal plaats hebben zonder dat de herkomst der kostbare boekenverzameling wordt vermeld. De nalatenschap van den Prins schijnt geregeld te zijn ofschoon het testament, waarover zooveel is gesproken, nimmer is gevonden. Op de geldleening van f 160,000 voor het gebouw voor kunsten en wetenschappen te's-Hage is, naar men verneemt, voor bijna ƒ80,000 ge- teekend. Zondag overleed te Amsterdam op 80-jari- gen leeftijd mevrouw de weduwe W. De Clercq, geb. Boissevain. Zij was, meldt het Hbl., de weduwe vau den eersten president der Neder- landsche Handelmaatschappij, van den grooten improvisator, den boezemvriend van Da Costa, die door Bilderdijk werd bemind en geëerd en op wiens merkwaardige bezieling als dichter en letterkundige herhaaldelijk door Potgieter de aan dacht werd gevestigd. Mevrouw De Clercq overleefde bareu echtgenoot meer dan dertig jaren. In het volle bezit van haar geestvermogens beleefde ze een schoonen ouderdom en met- een achterklein zoon, die den naam van Willem De Clercq draagt, aan hare zijde, vierde ze haar tachtigsleu ver jaardag. Het was een voorrecht om haar te hooren vertellen van dien schoonen bloeitijd onzer let teren, toen Bilderdijk en Da Costa het middel punt waren van een grooten kring rijk begaafde en innig overtuigde mannen. Later was het huis van mevrouw De Clercq weder de plek, waar dichters en letterkundigen zich gaarne vereeuig- den. De Génestet was de boezemvriend van hare zonen, van welke de oudste, Gerrit De Cler. q, een der eerste redacteurs vau „de Gids" was. De liefelijke vrouw, die in het „Haantje van den toreu" door De Génestet werd bezongen, was haar schoondochter. Den avond voordat ze zacbtkens en onmerkzaam ontsliep, liet mevr. De Clercq zich nog de Génestet's „Daar is een tijd van komen, daar is een tijd van gaan" voorlezen. Vocpr haar was de tijd van gaan onmerkbaar, en met haar valt een der laatste schakels, die het tegenwoordig geslacht nog verbonden aan dat,' hetwelk in volle kracht was toen Bilderdijk zong en Da Costa de lier greep. Bilderdijk is nu 48 jaar dood eu Da Costa zou 81 zijn. In vroeger jaren bestond bij het leger eene categorie van cadetten, genaamd vrijwilligers, din gende naar den rang van officier. Door een be sluit van den minister van oorlog List werd, zon der voorafgaande waarschuwing, aan deze organi satie een einde gemaakt, zoodat eenige honderden jongelieden, van welke de meeste onderofficieren waren en vele bekwaam voor het examen van officier, naar huis werden gezonden. In 1880 zal het 40 jaar geleden zijn dat de laatste promotie dezer cadetten plaats vond, en, naar het N. v. d. D. meldt, bestaat het plan om een réunie te houden met de oud-kameraden, van welke velen aanzienlijke betrekkingen bekleeden of in O.-I. den rang van hoofdofficier verwierven. 23 dezer vrijwilligers volgden na hun gedwongen ontslag de lessen aan de kon. academie te Delft (later polytechnisohe school) en maakten bijna zonder onderscheid goede carrière. Bij gelegenheid der feesten tot viering van het 200-jarig bestaan der artillerie-inrichtingen te Delft vereenigden des namiddags te 5 uren oud officieren en officieren zich aan een gemeenschap pelijk diner in den Doelen, waar later concerten bal werd gegeven. Des avonds waren de constructie werkplaatsen en de Leeuwenhoeksingel electrisch verlicht en werd voor het Zuiderhek eene muziek uitvoering gegeven. De sterkte van het elec trisch licht was echter niet groot genoeg om de muziektent, die op eenigen afstand van het hek was geplaatst, voldoende licht te geven, zoodat de muzikanten genoodzaakt waren om hun tempel te verlaten en dichter bij het hek hun kwartier op te slaan. Om negen uren spoedde zich de menigte naar de markt, waardoor Maju nevelbeelden werden vertoond. Allen die zich naar het marktplein hadden begeven zullen zeker voldaan huiswaarts zijn ge keerd, want de verschillende landschappen, zee gezichten enz., die afwisselend op het doek, dat voor den grooten toren was gespannen, te zien waren, waren niet onaardig. In de vergadering van commissarissen der Rotterdamsche Tramwaymaatschappij zijn de direc teuren Van Maurik en Van Wijk als zoodanig geschorst. Men verneemt tevens dat, als de be stelde wagens intijds aankomen, de lijn Beurs Willemsplein nog vóór Januari a. s. zal worden geopend. In antwoord op eenige vragen en opmer kingen zegt de minister van oorlog dat hij het zeer betreurt, dat ondanks de vele maatregelen, die hiertegen bij voortduring genomen worden, het misbruik van sterken drank, waaraan ook militairen zich schuldig maken, niet geheel is uit te roeien. Maar dat misbruik is, helaas, een volkskwaal, en aan een nationaal leger gelijk het Nederlandsche is, zijn niet alleen al de deugden maar ook de ondeugden eigen van het volk, waartoe het behoort. Zoolang dus die verderfelijke kwaal onder ons volk heerschl, zal ook ons leger niet vrij daarvan zijn. Toch is er, dank zij de gestrengheid waarmede tegen dronkenschap van militairen wordt gewaakt, en het verwijderen uit de gelederen van die mili tairen welke zich als onverbeterbare dronkaards doen kennen, bij vergelijking met vroeger veel ver betering te bespeuren. De ergerlijke voorvallen die nu en dan nog wel eens voorkomen, mogen in geen geval het geheele leger verweten worden. Dit geldt ook het dragen van wapens buiten dienst, eene

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1