Groot>Britaoni& Eene proclamatie van generaal Roberts belooft amnestie aan allen, die weerstand boden, toen de Engelsche troepen Kaboel naderden, behalve aan de medeplichtigen van den aanval op het gezant schap, die als rebellen zullen behandeld worden. Rusland. De „Agence russe" spreekt het bericht tegen, als zou de Engelsche regeering haren ambassadeur te St.-Petersburg hebben gelast, een ontwerp voor een modus vivendi betreffende Afghanistan aan het oordeel der Russische regeering te onderwerpen. Turbye. De Montenegrijnsche rejecting heeft een ulti matum gezonden aan de Albaneezen, waarbij de onmiddellijke ontruiming van Gusinje geëischt wordt. De Albaneezen beloofden de stad te zullen ontruimen tegen vergoeding van hunne vaste bezit tingen te dier plaatse. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur, De pers is de koningin der aarde en haar grootsch doel is het publiek voor te lichten. Beleefd verzoek ik dus een gevoelen van zooveel duizenden publiek te mogen maken, naar aanlei ding en tot geruststelling van den schrijver van het ingezonden stuk van ,Een waarschuwende stem", in uw geacht blad van Woensdag 29 Oct. liet gevoelen dat ik bloot wenschte te leggen is dat der sociaal-democraten, dat wil mijns inziens zeg gen der voorstanders van waarachtigen vooruitgang en beschaving. Het woord is misschien genoeg om een mensch een schrik om het hart te jagen. Een dief, een roover, een moordenaar dat is erg, maar erger nog is het in sommiger oogen een sociaal-democraat te zijn. Vraag aan velen, wat iseens.-d.? Zij moeten het antwoord schuldig blijven, maar dat het iets heel ergs of slechts is, weten en gevoelen zij. Leest slechts de dagbladen, ze vinden de s.-d. vereenigingen een dwaasheid, maar vraagt men naar een waarom, men blijft verlegen om een antwoord te geven dat naar iets gelijkt. Nu, het is eene uitgemaakte zaak dat schelden gemakkelijk is, het schelden is vrijwel een kwfijongens-argument, maar begrijpen en weer leggen moeielijker. Zou het nu niet heter zijn, indien men trachtte een juist begrip te verkrijgen van hetgeen de s.-d. willen, dau dat men groote onkunde verraadt, door te veroordeelen wat men niet weet. En nu kom ik terug op den schrij ver van genoemd ingezonden stuk, waar hij vraagt, of de kapitalisten het zich kunnen voorstellen hoe communisten, nihilisten, en ik zal er bijvoegen socialisten, in de wereld komen. Maar juist nu wil ik trachten te bewijzen dat de heeren kapitalisten het communisme in toepassing brengen, want wat is het communisme of socia lisme? Het beginsel van gemeenschappelijke be langen. Ik wil gelooven dat schrijver, en andere particulieren, er voor 't oogenblik veel schade bij hebben, met deze veranderingen op 't gebied van vooruitgang, maar ik geloof ook dat hij niet is vrij te pleiten van kortzichtigheid, want bij eenig doordenken is dit juist het beginsel van 't com- nunisme of socialisme. Maar nu komt de strijd tusschen kapi taal en arbeid. Het kapitaal zegt: ik ben onont beerlijk voor u, arbeid, en daarom maak ik aan spraak op het grootste deel van de opbrengst. De arbeid zegt: gij kapitaal zijt door mij in het leven geroepen, gij zijt mijn eigen product, maar als gij aan mij wilt bestrijden de opbrengst van hetgeen ik nieuw te voorschijn breng, bedenk dan dat ik u geheel en al kan opeischen. Op de vraag: wat is eigendom? moet men dus niet al leen zeggen, dat eigendom is datgene wat iemand bezit, maar men moet vragen, aan wien als ei gendom toekomt al hetgeen dagelijks door de arbeidende menschheid wordtvoort- gebracht. Tegenwoordig neemt het doode bezit daarvan de grootste helft weg. Daartegenover vragen wij: waaruit blijkt het eigendomsrecht opdeopbrengst van den arbeid van anderen? Waardoor onder scheidt het zich van het eigendomsrecht der slaven houders op den arbeid der slaven of van het recht der middeleeuwsche leenheeren op den ar beid zijner lijfeigenen? Dat verschilt wel in vorm maar niet in wezen. De slavernij was een onrecht, de lijfeigenschap was een onrecht, maar het kapi talistische eigendomsrecht op de opbrengst van den arbeid van anderen is ook een onrecht. En evcDgoed als het onrecht der slavernij en lijfei genschap zijn weggevallen, evenzoo zal laatstge noemd onrecht ook verdwijuen, en in de plaats daarvan zal treden het natuurlijke en daarom heilige eigendomsrecht van het arbei dende volk op de opbrengst van zijn eigen arbeid. Een ieder, die niet ziek of gebrekkig is, kan, en moet ook werken. En wie niet wil werken, heeft daarom nog geen recht zich te verheugen in hetgeen andere, vlijtige menschen hebben voort gebracht. Nu zegt menja, maar het kapitaal heeft zijn risico en mag daarop grooler aandeel vorderen. Heeft dan het arbeidende volk geen risico, als het werk slecht gaat, als de looneu dalen? Staat niet tegenover het risico van het kapitaal, dat het geld betreft, het veel grooter risico van den arbeid, om er het leven bij in te schieten. Daarop wordt in het geheel niet gelet, terwijl de risico van het kapitaal dubbel en dwars wordt gerekend. Maar, hoe nu die toestanden te ver anderen Dat gaat niet plotseling. Die toestanden zijn ook niet plotseling ontstaan, maar langzamer hand en even noodzakelijk als zij waren in hun ontstaan, even noodzakelijk moeten ze verdwijnen. Een langzame geleidelijke ontwikkeling zal daartoe brengen. Hoe stellen zich de s.-d. die voor? Vroeger vormde de middelstand den grondslag voor staat en maatschappijdoor de uitvinding van machines is de middelstand van de baan gedron gen, zoudat de nijverheid en de landbouw, op groote schaal beoefend, alleen staHd kunnen houden. De middelstand werd onteigend, hij verloor eigendom en bestaan, en nog steeds heeft die onteigening plaats, hetgeen de schrijver van „een waarschuwende stem" ook heeft ondervonden, waardoor, zooals hij terecht aanmerkt, het volk wordt gedeeld in r ij k e n en armen. Het getal rijken wordt steeds kleiner, maar de rijkdommen zelf steeds grooter in die enkele handen. Als dit zijn toppunt heeft bereikt, dan wordt de tegenstelling door de meerderheid sterk gevoeld. Men wil het kwaad verhelpen. Daartoe gaat men den arbeid organiseeren, en daar voor dit doel het gebruik van alle goederen, van grond en bodem, van fabrieken en machines enz. noodig is, daarom gaat men over tot onteigening. Erkennen de weinige rijken de noodzakelijkheid van die handelwijze in het algemeen belang, dan ontvangen zij schade loosstelling, maar verzetten zij zich, steunende op de machtmiddelen waarover zij kunnen beschikken, dan gaan zij in dien strijd te gronde. De grondslag van dit ideaal der toekomst is het communisme in de eigendomsverhoudingen. De sociaal-democratie is dus van meening, dat er een tijd zal komen waarin het arbeidende volk zijn recht op de opbrengst van zijn eigen arbeid zal laten gelden. Tan opheffen van 't eigen dom dus geen sprake, maar eenvoudig van ontwikkeling van eigendomsbegrippen. Die begrippen zijn reeds gewijzigd. Denk aan de tijden der lijfeigenschap en slavernij. Zou men nu blij ven staan bij de heerschende begrippen? Zou de ontwikkeling haar hoogste punt hebben bereikt, haar laatste woord hebben gesproken? Het grenst aan waanzin, zoo iets te meenen. Men zegt: de s.-d. willen deelen. Maar zij zijn in beginsel juist de grootste tegenstanders van het deelen; zij willen juist een dam opwerpen tegen de „deelers", dat zijn de kapitalisten. De kapitalist heeft den arbeider noodig en kan zonder hem niet bestaan, de arbeider heeft den kapitalist niet noo dig en zou zonder hem zeer goed, ja veel beter kunnen bestaan. Het kapitaal is noodzakelijk, maar niet de kapitalist, ziedaar wat de s.-d. zeer goed begrijpen. Maar zijn ze dan geen communisten? Worden de bezitters dan niet bedreigd in hun eigendom? Maar wat is communisme? Dat de menschen bij gebrek aan gronden ter weerlegging gaarne de toevlucht nemen tot schelden en spotten, is een bekende zaak, en wie de lachers aan zijn zijde heeft, heeft gewonnen spel. Maar spot ternij is geen weerlegging. Alle nietsdoeners, die de beschikking hebben over rijkdommen en daardoor vele machtmiddelen kunnen aanwenden, hebben in hun eigenbelang tal van onwaarheden verbreid van hetgeen communisme is. Daardoor komt het, dat velen zich onder communist zoo veel als een schelm voorstellen. Men riep den be kenden Eerdinand Lasalle eens toe: gij zijt een socialist! Met dat woord was hij veroordeeld; nu behoeft men niet meer te weerleggen, men heeft als met een vogelvrije te doen, want alle maat schappelijke vooroordeelen zijn daardoor opgeroepen. Is het ons om waarheid te doen, dan vragen wij echter: wat is communisme? Als wij rondom ons zien in de maatschappij, dan vinden wij vele en nuttige inrichtingen, die door velen of door allen gemeenschappelijk in het leven zijn geroepen. Hier vereenigt men zich om schipbreu kelingen te redden daar bouwt een gemeente een school, of zorgt de staat voor een straatweg. In het dagelijksche leven denkt ieder aan zich zelf, maar in gevallen als daar even genoemd, ver eenigen zich de menschen tot bevordering van een gemeenschappelijk doel. En de ervaring heeft geleerd dat men daar wel bij staat. Hoeveel vereenigingen zijn er niet, die alleen bestaan voor de gemeenschappelijke belangen der burgers? Zijn daar niet de spoorwegen, de tele graaf? Wie zou gedacht hebben aan zulk een ontwikkeld postverkeer? Wie aan gasverlichting en waterleiding, en aan zulk een goedgeordende brandweer? En toch dat alles vindt zijn wortel in het communisme. Hoe smartelijk zouden wij het niet ondervinden, als plotseling de verzeke ringmaatschappijen niet meer bestonden, zoodat ieder zijn eigen schade moest dragen Dit alles is een stuk communisme of het beginsel van gemeenschappelijke belan gen. De gemeenschappelijke belangen hebben dit tot stand weten te brengen, soms in strijd met het naakte eigenbelang, maar soms ook uit eigen belang. Terwijl de menschen het communisme vervloeken, wandelen zij op de paden door het communisme geopend. Wie vijandig staat tegen over het c., is een vijand van de gemeenschap pelijke belangen, een vijand der menschheidEn wie het c. wil vernietigen, moet voor alle dingen straatwegen, schoolgebouwen en al de bovenge noemde zaken verwoesten, want daarin juist wordt het communisme vertegenwoordigd. Juist daarvoor werden beperkingen gemaakt voor die koude zelf zucht die heerscht. Als een speculant in granen geheele spoorlijnen pacht en daarop leege goederenwagens laat heen en weer gaan, om den toevoer van graan te be letten en de arme menschen duur moeien beta len of honger lijden, of wanneer de winkelier liever zijn waren laat bederven dan dat hij ze verkoopt tegen redelijke prijzen, dan is dat alles „in orde maar men begint nu in te zien dat dit schade lijk is voor het algemeen, en er zal een tijd komen, waarin aan dat egoïsme paal en perk wordt gesteld door de belangen van allen tegen over die van enkelen. Alleen zij, die nu, op kosten hunner medemenschen, „heerlijk en in vreugde" leven, zullen bij verandering verminderen; maar wat beteekenen zij tegenover de groote meerderheid? Een stem uit het volk door. Een sociaal-democraat. Ter markt te Lelden aangevoerd, 15 November. Wintertarwe 14 hectoliter /11.50 a ƒ12.50—Zomer- larwe 14 hectol. 10.a 10.50 Winterrogge 13 heet. 7.25 a f 7.75 Zomerrogge 13 hectol./6.75 a ƒ7. Zomergerst 13 hectol. 5.50 a/6.Chevalier-gerst 13 hectol. 7.25 a 7.75 Zware Haver 16 hectol. 4.75 a 5.25 Lichte Haver 16 hectol. f 4.a 4 25. Dui- venboonen 9 hectol. 8.76 a 9.26 Paardenboonen 9 hectol./ 7.50 a 8. Grasboter 6790 kilogr., 1ste qualit. vat 74.— a f78. Schei- 2de qualit. j vat 66 a 70.Grasboter 1ste qual. per kilogr. 1.85 a 1.96, Schei- 2de qnaliteit per kilogr. f 1.65 a 1.75. Lange Zwarte Turf 5000 dubb. hectol. 0.22s a f 0.27s. BURGERLIJKE STAND YAN NOORDWIJK. Van 1 tot 14 November 1879. Geboren: Cornelia, d. v. Franciscns Van den Berg en An nies Heemskerk. Maria Frederika, d. v. Hendrik Sara en Wilhelmina Antonia Herfkens. Jacob, z. v. Jacob Hazenoot en Maartje Doyvenbode. Adrianus Cornelia, z. v. Nicolaas Van der Weyden en Martina Keyzer. Ondertrouwd: Jobannea Heemskerk, 21 jaar, en Alida De Bruin, 22 jaar. Arie Slats, 29 j., en Petronella Minnée, 22 j. Pieter Vink, 21 j., en Petronella Van Kampen, 21 j. Johannes Willem Van Wijk, 30 j., en Johanna Catharina Wee- nink 36 j. Overleden: Floris Barnhoorn Pz. 9 m.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2