N°. 6051.
Vrijdag 7 November.
A0. 1879.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COÜRASTt
Voor Leiden per 8 maanden.1.10.
Franco per post.0 1.40.
AIzon4eri§ke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 18 regel»1.08.
Iedere regel meer5.. 0.17J.
Grootere letten nur plaatsruimte.
LEIDEN, 6 November,
Heden is aan de hoogeschool alhier de heer
J. H. M. Verheyen, geb. te Nijmegen, bevorderd
tot doctor in de rechtswetenschap met academisch
proefschrift, get.„Over de beteekenis van récolte
(oogst) in den Code Pénal."
Door de geneeskundige staatscommissie te
Amsterdam is tot arts bevorderd de heer B. E.
Scheltema, doctorandus te Leiden.
In de volgende week komt de heer Widiam,
als directeur van reizende Fransche tooneelgczel-
schappen door meer dan één bezoek reeds gunstig
bekend, weder in ons land. Te Leiden zal dit den
14den November plaats hebben. Op zijn programma
staat ,,L' Etincelle", het keurig stukje van Pailleron,
dat in het Théatre Francais zooveel opgang maakte,
en „Des 30 millions de Gladiateur", een klucht
van Labiche, welke opnieuw opgevoerd, voor de
tweede maal avond op avond den schouwburg vulde.
Naar wij vernemen, beeft de heer Widiam gezorgd
voor een goed gezelschap.
De laatste voorstelling op hare kunstreis
hier ie lande zal. Agar te dezer stede geven, en
wel den 19den November a. s. Den volgenden dag
zal zij reeds te Brussel optreden.
Het verslag over den toestand der Kweek
school voor Zeevaart te Leiden gedurende de jaren
1877 en 1878, uitgebracht in de Algemeene Ver
gadering van den 3den October 11., is thaus ook
in druk verschenen.
Voor de vrouwelijke handwerken werden
gisteren in Den Haag 13 candidaten geëxamineerd
8 toegelaten, waaronder mej.M. Loeber en Th.
G. M. Van Wensen uit Leiden, beiden voor nut;
voor de wiskunde 1. o. waren 2 vrouwelijke can
didaten, 1 werd afgewezen en 1 toegelaten, mej.
De Blaauw uit 's-Hage. Voor m. o. is voor lagere
wiskunde toegelaten P. Kisjes, van Amsterdam
voor boekhouden M. J. A. K. Horstink, van
Bussumvoorts M. Van Westrienen, van Apel
doorn, voor Ned. laai- en letterkunde; E. Lan-
geveld, van Tessel, voor Eng. taal- en letterkunde,
en A Dubois, van Locbem, voor Fr. taal- en
letterkunde.
Voor de te Botterdam gehouden aanbeste
ding van het maken eener overdekte standplaats
op de Veemarkt aldaar zijn 19 inschrijvers, waar
van de hoogste II. Dalhuisen te Kampen voor
28.479, de laagste A. Gennisse te Botterdam voor
/'21,S00. De firma Schretlen en Co. alhier heeft
voor f 22,290 ingeschreven.
Met opzicht tot vereeniging en splitsing
van gemeenten behoorde, naar het oordeel van vele
leden in de afdeelingen der Kamer, grooter in
vloed toegekend te worden aan het rijksgezag.
Waar in dat opzicht verbetering wordt vereischt,
stuit men te dikwijls op den onwil van gemeente
besturen en schijnt de invloed van Gedep. Staten
tot het overwinnen van dieit tegenstand niet al
tijd voldoende. Intusschen hebben vele grootere
gemeenten behoefte aan uitbreiding harer grenzen.
Na de afschaffing der gemeente-accijnzen is daar
omtrent een geheel andere toestand dan vroeger
gehoren. Vroeger waren de gemeenten genoodzaakt
hare grenzen zooveel mogelijk te beperken om op
de invordering dér accijnzen te kunnen toezien.
Thans, nu de poorten en wallen van de voormalige
steden verdwenen en de afstanden door de betere
middelen van vervoer als weggevallen zijn, bestaat
voor vele ingezetenen van groote gemeenten, en
dat wel juist voor de meergegoeden, geen belang
meer om binnen de grenzen dier gemeenten te
wonen. Zij verhuizen niet zelden naar eene aan
grenzende kleine gemeente, waar de gemeentelas
ten minder drukkend zijn en maken niettemin van
alle inrichtingen der groote gemeente gebruik.
Nog op andere wijze worden soms de belangen
eener grootere gemeente door de nabijheid van eene
andere kleine benadeeld. Zoo wordt bij voorbeeld
Haarlem in het verkrijgen van eene behoorlijke
tramway-verbindjug door het naburige Heemstede
verhinderd. Uitbreiding van de grenzen van ver
schillende grootere gemeenten wordt dientengevolge
door de billijkheid geboden en kan soms het eenige
middel zijn om botsingen te voorkomen. In dien
geest is in de vorige zitting der Staten-Generaal
tot de nieuwe grensregeling van Goor en Delden,
van Stad- en Ambt-Almeloo besloten. Elders echter
blijft de verkeerde toestand voortduren. Men wees
daarbij op Amsterdam tegenover Sloten en Nieu-
wer-Amstel, op Botterdam tegenover Kralingen en
Delftshaven, op Delft tegenover Hof van Delft,
op Leiden tegenover meer dan ééne omliggende
gemeente enz.
Niet minder is de onderlinge vereeniging van
kleine plattelandsgemeenten aan te bevelen. Die
kleine gemeenten zijn meestal te onvermogend om
behoorlijk in de kosten harer huishouding, in die
van onderwijs, politie enz. te voorzien. Heeft er
vereeniging plaats, dan is er meer kans om voor
de vereenigde gemeente een geschikt burgemeester
te vinden. Eenige leden echter waarschuwden tegen
overdrijving in dit opzicht. Men moest geen ver
eeniging van al te heterogene bestanddeelen beproe
ven, en aan de plattelandsgemeenten niet zoodanige
uitbreiding geven, dat de afstand van het raadhuis
al te groot werd.
Verder werd door verscheidene leden beweerd,
dat., behoudens de handhaving van het verbod van
heffing van accijnzen, de gemeentewet omtrent de
plaatselijke belastingen aan de gemeentebesturen
meer vrijheid moest, laten dan bij de artt. 240
en volgg. is toegestaan. Zij achtten voorts wijzi
ging van art. 245 ten aanzien van den aanslag
in hoofdelijke omslagen of andere plaatselijke directe
belastingen noodzakelijk.
Ten slotte wees men op bet thans nog bij de
Kamer aanhangig vraagstuk betrekkelijk de ware
beteekenis van de bepaling van art. 26'4, omtrent
het voor een ieder ter visie leggen van de kohieren
der hoofdelijke omslagen. Dat vraagstuk zal op
eene of andere wijze moeten worden opgelost.
Bij hooger onderwijs kwam opnieuw in ver
scheidene afdeelingen der Tweede Kamer de wen-
schelijkheid en mogelijkheid van de opheffing van
een of twee der rijks-universiteiten ter sprake.
Aan de eene zijde werd weder met klem betoogd
dat het getal van vier universiteiten voor ons
kleine land veel te groot is, zoowel met het oog
op onze financiëele krachten, als op het behoorlijk
bezetten der leerstoelen, terwijl aan den anderen
kant een groot aantal leden zich niet geneigd
toonde den aandrang tot opheffing van een of twee
rijks-universiteiten te ondersteunen. Met nadruk
werd echter gewaarschuwd tegen opdrijving der
kosten van het hooger onderwijs.
Er heerschte groot verschil van gevoelen over
de uitlegging van art. 116 jnncto art. 118 der
wet ten aanzien van de vraag of zij, die in Juli
1S81 de bewijzen zullen verkrijgen, vermeld in
het kon. besluit van 1883, steeds tot de examens
der nieuwe wet kunnen worden toegelaten, mits
vooraf het examen afleggende omschreven in art.
118. De commissie vau rapporteurs vestigt de
aandacht op het bezwaar ontwikkeld in bet adres
van den rector van het gymnasium te 's-Hage en
noodigt den minister uit zijne zienswijze deswege
te doen kennen.
Algemeen wenschte me» nadere inlichtingen te
ontvangen omtrent het bedrag, dat de uitvoering
van art. 45 en van de wet op het lager onder
wijs in het algemeen vermoedelijk ieder jaar aan
het rijk zal kosten en met welk cijfer dus ook
de uitgaven der gemeenten voor het onderwijs
zullen worden verhoogd. Nog eenmaal deed de
meerderheid uitkomen, dat bij de invoering der
nieuwe wet groote baast is en dat bet zeer te
bejammeren zou zijn, indien het grootste deel van
het jaar 1880 verliep zonder dat de hoofdbe
palingen der wet in werking traden. Ook werd
gevraagd, hoe het stond met de voorbereidende
maatregelen tot. invoering der wet bij de aftreding
van het vorig ministerie.
Bij kunsten en wetenschappen werden be
schouwingen geleverd over het al of niet wensche-
lijke van de weder-instelling der commissie van
rijks-adviseurs en van de ondersteuning van het
Woordenboek. Over het eerste waren de gevoelens
verdeeld, terwijl de voortzetting der uitgave van
het Woordenboek door vele leden met warmte werd
voorgestaan. Voorts werd gesproken over de van
regeeringswege zoo kennelijk begunstigde architec
tuur, waarbij eenzijdigheid niet viel te miskennen,
en verklaarde men de bestemming van den post
voor het onderhoud van de historische monumenten
afhankelijk te maken van afdoende inlichtingen
omtrent het daarvan te maken gebruik.
De afdeeling Hillegom der Maatschappij tot
Nut van 't algemeen heeft, naar men ons meldt,
hare bibliotheek voor de wintermaanden gratis
beschikbaar gesteld tot beschaving en veredeling
van den werkman.
De Eper Crt, meldt: Den 12den November
a. s. zal het 30 jaar geleden zijn, dat onze oudste
gemeente-geneesheer H. J. Van Hengel te Oene,
aan de Leidsche hoogeschool op stellingen tot
chir. doctor promoveerde. Den 4den Maart en den
13den Juni 1847 werd hij aan dezelfde hoogeschool
tot med. en art. obst. doctor bevorderd, na verde
diging van een acad. proefschrift en van stellingen.
Neemt men met de commissie der Tweede
Kamer aan, dat er te Harmeien geen geldige
kiezerslijst bestaat en dat dus de 88 burgers uit
Harmclen ten onrechte hebben meegestemd, dan
moet men, zegt het Vad., rok bij de beoordeeling
of de heer Bastert de meerderheid heeft, de moge
lijkheid aannemen, dat al de Harmelensche stem
men op Bastert zijn uitgebracht, en dus van de
1186 stemmen, die door het stembureau als voor
den heer Bastert zijn opgeteekend, 83 aftrekken.
In dit geval zou de heer Bastert de volstrekte
meerderheid niet hebben. Indien dezelfde commissie
over de geloofsbrieven en toelating van den heer
Bastert verslag zal uitbrengen, is het te verwachten,
dat zij ook thans niet terstond tot toelating van
den heer Bastert zal concludeeren. Daarmede is
echter niet zeker te voorspellen, hoe de meerder
heid in de Kamer thaus zal beslissen; omdat eenig&
leden wei vóór de conclusie der commissie stem
den, maar daarbij uitdrukkelijk deden uitkomen,,
dat zij zich met de motieven niet vereenigden.
Men staat dus opnieuw voor een netelige quaestie,
waarvan men den uitslag met belangstelling te ge-
moet ziel.
In eene vergadering van belangstellenden in
de instandhouding der Duitscbe opera te Botter
dam, is bij acclamatie besloten de zaak voor drie
jaren te vestigen, door alle risico door coupon-
inteekening en garantie bij voorbaat te dekken.