INT0. 6034. Zaterdag 18 October. A0. 1879. LEIDSCH sɧ& DAGBLAD. PBIJS DEZEB COUBANT Voor Leiden per 8 moonden.1.10. Franco per post.1-80. AIionderi(}ke Nommera0.05. Dose Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DEB ADYERTENTIENj Van 10 regel»f 1.05. Iedere regel meer0.174. Grootere letten naar plaatsruimte. LEIDEN, 17 October. Betreffende de bestrating werd bij het onderzoek der gemeentebegrooting door verscheidene leden opgemerkt dat die in het algemeen zeer slecht is. Enkele straten of grachten munten uit door slechte bestrating. Steeds wordt dezelfde som op de be grooting uitgetrokken en altijd blijft de toestand verre van voldoende. Verbetering in dat opzicht is hoogst wenschelijk. Des noodig moeten meer gelden beschikbaar worden gesteld, indien men daardoor tot eene meer bevredigende uitkomst kon geraken. Vroeger was Leiden beroemd om zijne goede bestrating, doch sedert eenige jaren heeft het in dat opzicht zijn roem overleefd. Een lid wees op plaatselijke oorzakenhier en daar slechte ondergrond, elders vernieuwing van gas leiding of aanleg van duinwaterleiding. Een ander lid wenschte, dat invalgaten behoorlijk nagezien en geregeld hersteld werden, ter voorkoming van ongelukkeu. In eene andere sectie meende een lid een gedeelte der stad ten zeerste in de aan dacht van het dagelijksch bestuur te moeten aan bevelen, nl. de Geeregracht en bijgelegen straten welke naar het Plantsoen voeren. De toestand der bestrating toch is daar ellendig en eischt dringend verbetering. Een ander lid achtte het wenschelijk de stoepen aan de Hoogewoerd te maken tot trot toirs, daar waar de passage door het rijden van den tram in de toch reeds enge straat zeer be- moeielijkt zal worden. Een der leden beweerde dat de stoepen privaateigendom zijn en men de bewoners niet kan noodzaken ze vrij te maken voor de passage. In andere gemeenten beeft zich dezelfde quaestie voorgedaan en is dit in rechten uitgewezen. Nog werd door een lid de vraag gedaan of het Pieterskerkplein niet kon worden bestemd tot het oprichten van een of ander openbaar gebouw, in plaats van, volgens het voorstel van burgemeester cu wethouders, te worden bestraat en beplant. Weder in eene andere sectie was de klacht over den slechten, onbegaan- en onberijdbaren toestand der straten bijna algemeen en gaf zij aanleiding tot langdurige bespreking. Enkele straten, zooals de Breestraat en de Janvossensteeg, werden daarbij met name genoemd. Ook vond in die sectie de wijze van werken der straalmakers sterk" afkeuring. Er werd niet met den vereiscbten spoed ge werkt. Het scheen ook dat de kunst van goed straatmaken verloren was gegaan. Een der leden deelde daarop mede dat er inderdaad hier groot gebrek was aan bekwame straatmakers, zoodat men die van elders had moeten ontbieden. Niet ieder werkman toch kon als straatmaker in dienst wor den gesteld. Eenige leden dier sectie verklaarden zich tegen de uitvoering van werken in eigen beheer en gaven den wer.sch te kennen dat, bij de indiening der begrooting voor 1881, door het dagelijksch be stuur voorstellen tot verandering en verbetering in den bestaanden toestand zouden worden gedaan. Algemeen was men in die sectie tegen de verfraaiing van het Pieterskerkplein, zooals die wordt voor gesteld niet tegen eene eenvoudige en doeltref fende verbetering van bet plein, zoodat de aan grenzende bewoners geen last meer zouden onder vinden, gelijk thans bet geval is, van bet water dat in hunne huizen doordringt. Aan het examen voor tandheelkunde bij de rijks universiteit te Utrecht is met gunstigen uitslag deel genomen door de hoeren J. Starck en C. Mulié, en aan bet eerste natuurkundig examen door den heer A. Gorter. Gedurende het derde kwartaal van 1879 werden aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende voor het buitenland bestemde brieven, die door onbekendheid der adressanten niet besteld konden worden Naar BelgiëMevr. G. Rappard te Antwer pen, mej. De Vlieger te Baarl, mevr. Chaufouraux te Brussel en E. Lecocq te Gent; naar Duitsch- landMetsinger te Andernach, R. C. Baum- garten te Berlijn en J. Petrich te Essen. Het stoomgemaal voor de waterloozing van den Vier-ambachtspolder, bij het dorp Wonbrugge, nadert, zijne voltooiing. De machinerieën uit de fabriek „de Prins van Oranje", te 's-Hage, zijn uitstekend en netjes afgewerkt. Men is van oordeel dat de proefmaling in het begin van December as. zal plaats hebben. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned.-Indië door middel van bet stoomschip „Torrington", waarvan de laatste buslichting aan het postkantoor te Rotterdam is bepaald op 22 October a. s., des avonds te halfzeven. Ingevolge het koninklijk besluit van 10 Oc tober 11., waarbij alle postzegels en briefkaarten van vroegere uitgiften buiten omloop werden ge steld, kunnen, te rekenen van 1 November a. s., geene andere dan de laatstelijk ingevoerde, op dit oogenblik in gebruik zijnde postzegels en brief kaarten, worden toegelaten. De brieven, de gedrukte stukken en de mon sters van koopwaren, voorzien van buiten omloop gestelde postzegels, zoo mede niet geldige brief kaarten, welke na 31 October a. s. ter post komen, worden als ongefrankeerde stukken met port belast. De buiten omloop gestelde postzegels en brief kaarten, mits zij zich in ongeschonden staat be vinden, kunnen na 31 October a. s. nog gedu rende 3 maanden, en alzoo uiterlijk op 31 Jan. 1880, op de postkantoren worden ingewisseld tegen geld of tegen gangbare zegels of briefkaarten. In een bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouv.-gen. van Neder- landsch-Indië, van 16 dezer, wordt bericht dat in Atjeh de politieke toestand zeer gunstig is en zich in den laatsten tijd een groot, aantal voor name en mindere hoofden onderworpen hebbendat den 9den dezer de eerste steen werd gelegd van de Missigit Raja, onder den toevloed van onge veer 6000 inlanders en in de tegenwoordigheid van de hoofden der oost-, noord- en westkust en der drie Sagis, en dat den lOden dezer de nieuwe Radja van Pedir in Kotta-Radja bevestigd is. [Gisteren reeds in het kort medegedeeld.] Yoor de Engelscbe taal werden gisteren in Den Haag geëxamineerd 7 candidaten, waarvan er 3 werden afgewezen en toegelaten de heerenJ. Appeldoorn, uit Rotterdam; J. Yan der Boom, uit Rijswijk; J. R. G. Isbrücker, uit Scbeveningen, en J. Yalk, uit 's-Hage. Voor de hoofdonder wijzersakte werden 6 candidaten afgewezen en toe gelaten de heeren J. Van Andel, M. Berkel, P. Bontie en J. A. Scbellekens, allen uit Delft. Aan de rijksuniversiteit te Grouingen zijn voor den cursus 1879/80 tot heden ingeschreven 44 studenten, die voor het eerst de academische lessen bijwonen, welk cijfer drie meer is dan dat der op hetzelfde tijdstip voor bet eerst ingeschre venen in den curcus 1878/79; van deze 41 stu denten hebben zich laten inschrijven voor de studie der godgeleerdheid 7, voor die der rechtsgeleerd heid 9, voor die der geneeskunde 16, voor die der wis- en natuurkunde 7 en voor die der let teren en wijsbegeerte 5. Uit Beekbergen wordt gemeld dat de Koning gisteren aldaar een groote jacht gehouden heeft op hazen en patrijzen. Op de tentoonstelling van zuivelbereiding te Londen heeft bij den wedstrijd van de meest melkgevende koe een Hollandsche koe de over winning behaald. Het verschil bedroeg bijna an derhalve kan meer dan de daarop volgende kort- hoorn, Engelscb ras, leverde. Ook de kaas, inge zonden door den heer Hasting, te Rotterdam, werd zeer geroemd en bekroond. Opmerkelijk is, dat de Enge'sche kaas op verre na zoo goed niet werd bevonden als die van het vasteland. Een bal, waaraan door zeer velen werd deelgenomen, sloot Woensdag-avond de Arnbem- scbe tentoonstelling. De aangename stemming welke daar algemeen lieerschte, gaf beter den in druk weder der erkeuning van het vele goede, dat de tentoonstelling heeft opgeleverd, dan def tige toespraken en toosten. Wat in eene sluitings rede zou kunnen gezegd worden, beseft ieder voor zich zelven, zoodat de commissie geene officiëele plechtigheid van de sluiting maakte. Woensdag herdachten tegenwoordige en oud adelborsten van het instituut der marine te Den Helder feestelijk den dag waarop vóór 25 jaar de lessen aan boord van bet fregat „de Rijn" werden geopend. Met den trein van 12.36 kwa men de meeste réunisten aan. De Raad der ge meente, de tegenwoordige adelborsten en andere corporatiën wachtten de feestgenooten op, en ge zamenlijk trok men, begeleid door de muziek der schutterij, naar bet instituut, waar de stafmuziek der marine de1 andere muziek verving. Vanwege het gemeentebestuur was aan den ingang der ge meente een sierlijke eerepoort opgesteld, en vele ingezetenen legden door het uitsteken van vlag gen hunne belangstelling in het feest aan den dag. 's Avonds werd in Musis Sacrum, dat feestelijk versierd was, een diner gebonden. Bij gelegenheid van zijn 25-jarig leeraarschap in liet handteekenen bij het koninklijk instituut, bood de beer J. C. Leicb een door hem ver vaardigde schilderij in olieverf dit instituut aan. De schilderij stelt voor een Nederlandscb eska der, bestaande uit 3 fregatten, zeilende bij Noord Voorland. Het geschenk munt uit door nauw keurige bewerking en heeft reeds een plaats ge vonden in de amusementszaal der adelborsten. Toen alle réunist.en aanwezig waren om in Musis Sacrum te dineeren, werd door den luite nant ter zee 1ste klasse E. Simon Van der Aa, president der feestcommissie, eene openingsrede gehouden, die eindigde met een dronk op Vader land en Koning, van welken toost per telegram aan den Koning werd kennis gegeven, die kort daarna antwoordde met de feestvierende réunis- ten te bedanken voor den op hem uitgebrachten heildronk en zijne deelneming te kennen gaf in het feest. De vice-admiraal R. L. De Hues, als gast tegenwoordig, bracht een weispreken den toost uit op de toekomst der marine, en de oud-adelborst C. Van Woelderen, thans directeur der maatschappij „Zeeland", wijdde een dronk aan den oudsten vlagofficier van het corps, den vice-admiraal J. M. J. Brutel de la Rivière, fhans commandant der zeemacht in Oost-Indië en difr in vorige betrekkingen zooveel heeft bijgedragen tot den bloei van bet marine-onderwijs. Nog ver scheidene toosten werden achtereenvolgens gewijd aan afwezige en overleden kameraden. Met bet stoomschip van de Maatschappij „Nederland", hetwelk den 25sten dezer nit Am-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1