Gemengd Nieuws.
Dat de koning der goochelaars, de
heer Buatier De Kolta, hier vroeger een bijzonder
succes behaald heeft, bleek gisteravond opnieaw
uit de vrij talrijke opkomst bij zijne eerste voor
stelling van de reeks welke hij weder hier in de
Stadszaal denkt te geven. Zijne toeren, met een
paar nieuwe vermeerderd, wekken immer, en terecht,
bij velen de grootste verwondering op. Menigmaal
gaven toejuichingen of verschillende uitroepingen
daarvan het bewijs. Zijne werkzaamheden werden
afgewisseld door het optreden in nette kostumes
van de dames Daisy en Beatrice De Kolta, die
met hun zang en dans eveneens bijval ondervon
den. Het programma, dat de eerste echter aankon
digde „in hare onnavolgbare scheppingen en be-
tooveringen" en de tweede „in hare gedaante-
verwisselende roos," had iets heel zeldzaams doen
verwachten. Het verband tusschen het een en het
ander is vrij zonderling. Yelen waren daarom
teleurgesteld, evenals zij ook op meer andere toe
ren van den heer De Kolta gerekend hadden.
Wij zonden hem dan ook wel in herinnering
willen brengen, dat hij alléén door iets nieuws
en goeds voor zijne tweede serie representaties de
aandacht der Leidenaars zal kunnen bezig houden.
Wanneer men, al zijn het de verbazingwekkendste
toeren, deze te veel moet zien, gaat er bet. mooie
en interessante aan ontbreken, en daarmede ook
de belangstelling.
De heer De Kolta is door den Koning uitge-
noodigd op het Loo de volgende week een of
meer voorstellingen te komen geven.
Bij den winkelier S. op de Hooge woerd
alhier is Dinsdag-avond eene rol blauw baai ont
vreemd, welke bij onderzoek bleek uit den winkel
weggenomen te zijn door twee onbekende mannen,
die zich hoogst waarschijnlijk buiten deze gemeente
begeven hadden. Gisteren werd door de Haagsche
politie aan de politie alhier medegedeeld dat twee
personen, verdacht van dien diefstal, in Den Haag
waren aangehouden, die hedenmorgen herwaarts
•vergebracht werkelijk de daders bleken te zijn.
Zij zullen aan de justitie overgeleverd worden.
Op den Zuidsingel alhier is heden
morgen een zesjarige jongen te water geraakt, die
waarschijnlijk zou verdronken zijn, indien J. Ver-
bruggen zich niet te water had begeven, die het
kind behouden op het droge bracht.
Ook op de verdere verklaringen der
gisteren voor het gerechtshof te 's-Hage gehoorde
getuigen gaf besch. F. H. J. L. telkens ontwij
kende antwoorden. Het bleek intusschen dat tijdens
de valschheden waren gepleegd en van de stukken
was gebruik gemaakt, besch. een tapperijtje deed aan
den Ouden Rijn te Leiden, maar dat hij overigens
niet werkte, een lui leven leidde en soms wel
beschonken thuis kwam. Niettegenstaande dat was
er geen armoede in het gezin te bespeuren, het
geen wel daaraan kan worden toegeschreven dat
de vrouw nogal goed geld verdiende met het ver
richten van naaiwerk. Wat de valsche postwissels
aangaat, ontkende hij drie er van het onder
zoek omtrent de overige was nog niet zoover
gevorderd te Kampen, 's-Hage en Amersfoort
te hebban aangeboden. Zelfs was besch. nooit in
Amersfoort geweest, hoewel een ambtenaar daar ter
plaatse hem als een ontslagen brievenbesteller uit
Amsterdam had herkend.
De president bracht een ambtenaar van het post
kantoor te 's-Hage onder de aandaoht de omstan
digheid, dat, wanneer in des regel niet werd af
geweken van een der voorschriften, voorkomende
in de instructie der ambtenaren, om bij het ont
vangen van postwissels op het kantoor voor qui-
tautie te laten teekenen, deze zaak zeker veel
minder van omvang zou zijn geweest.
Bij de heden voortgezette behandeling liep het
onderzoek hoofdzakelijk over de vraag of de
besch. den 9den April 1878 te Kampen een
echten wissel onderschept, vervalscbt en den vol
genden dag niet een verhaogd bedrag ontvangen
kon hebben en daardoor een som van f 800 on
wettig verkregen; en 2°. daarover, of de persoon
die den 16den Juli van dat jaar in het hotel „Tui-
nenburg" te 's-Hage brieven en een postwissel
van f 1.70 heeft in ontvangst genomen, dezelfde
persoon is, die drie dagen later als tapper aan den
Ouden Rijn te Leiden door een Haagschen politie
agent met behulp van een Leidschen is gearresteerd.
Wat het eerste betreft geven de aanwijzingen door
getuigen verkregen er wel aanleiding toe; terwijl
wat het tweede punt aangaat de getuigen wel veel
overeenkomst in den persoon hebben gevonden,
maar niet onder eede durven bevestigen dat het
dezelfde persoon is. Besch. bleef tot het laatst
bij zijne ontkentewis volharden en hield vol, niet
tegenstaande de president op het onmogelijke er
van wees, dat hij op zekeren dag in April 1878
's morgens uit Leiden is vertrokken en reeds 's mid
dags te 3 uren 13 min. te Veenwoude gearriveerd.
Voor A m s t e r d a m sche rekening is
wederom per West-Indische mail van Suriname
ruim f 114,000 aan stofgoud uit de delverijen
aldaar, aangebracht.
Aan de Vondelskade onder Amster
dam heeft men zich gisternacht door het uitsnijden
van een deurpaneel bij een wijnhandelaar toegang
verschaft en vervolgens een aanzienlijke geldsom
en papieren van waarde ontvreemd. Die papieren
zijn echter op de straat teruggevonden, te gelijk
met eenig gereedschap, dat bij de inbraak was
gebruikt en, naar men hoopt, tot de ontdekking
zal leiden.
Naar men verneemt moet in een later
gesaisisseerden koffer van den voor eenigen tijd
te Arnhem in Musis Sacrum als verdacht van
zakkenrollerij aangehouden Eugelschman een gou
den horloge gevonden zijn, hetwelk vermoed wordt
eveneens te zijn ontrold. Mocht dus aan iemand
in de laatste dagen van Augustus te Arnhem of
omstreken een dergelijk voorwerp ontvreemd zijn,
dan zou het van groot belang wezen dat daarvan
alsnog ten spoedigste aan den officier van justitie
aldaar kennis werd gegeven, met een nauwkeurige
beschrijving van het verloren voorwerp.
De gezagvoerder van het Noordsche
schip „Columbia", te Nieuw-York aangebracht
door het stoomschip „P. Caland", van Rotterdam,
rapporteert dat zijn schip gezonken is door in
aanraking te komen met een of ander zeemonster,
vermoedelijk een walvisch.
In het „Nieuws- en Advertentieblad
van Celebes en onderhoorigheden" leest men het
volgende, gedateerd Bonthain, 29 JuliGister
middag omstreeks halfdrie werd de ass.-res. alhier,
de heer J. F. Schenkhnizen, onzacht uit zijn
sluimering gewekt. Een persoon, hier onbekend,
kwam, met een parang gewapend, zijn slaapver
trek binnen. De heer Schenkhuizen richtte zich
op en kreeg onmiddellijk een diepen houw op het
voorhoofd. Hij viel neer en de moordenaar gaf
den ass.-res. verder twee diepe houwen, een in
den rug en een op het rechter-achterhoofd, be
halve nog een twintigtal kleinere wonden en kneu
zingen. De moordenaar liep daarna door de kamer
en zag zijn eigen beeld in den toiletspiegel. Dien
man in den spiegel moest hij dadelijk dooden en
nu verbrijzelde hij den spiegel en het marmeren
blad en gaf daarna nog drie slagen in den muur.
Nu ging hij naar buitenjuist kwam daar de
heer Th. Schenkhuizen,' een neef van den ass.-
res., aan met een geladen geweer. Hij vroeg:
„ben jij de amokmaker?" en kreeg tot antwoord
„die ben ik en zal jou ook wel krijgen." Daarop
sprong de moordenaar op den heer Th. Schenk
huizen toe; deze gaf vuur en de moordenaar
stortte voorover en was onmiddellijk dood. De
kogel was door het kakebeen in de hersens ge
drongen. Ofschoon de ass.-res. zwaar gewond is,
bestaat er geen vrees voor zijn leven. Het „Mak.
Handelsbl." zegt, dat de moordaanslag uit wraak
zucht is gepleegd, daar de broeder van den moor
denaar eenige dagen te voren politioneel gestraft
was geworden.
KOLONIËN.
BATAVIA, 19 Augustus.
In de Bataviasche loge is de 25-jarige werk
zaamheid in die loge gevierd van den tegenwoor-
digen grootmeester mr. Th. Der Kinderen, wien
bij deze gelegenheid als aandenken door de leden
der loge een prachtig pièce de milieu uit de fabriek
van Van Kempen te Voorschoten werd vereerd,
voorstellende een beeld der waarheid, rustende op
den in wolken drijvenden aardbol.
Men verneemt dat het legerbestuur alhier
een voorstel aan de regeering heeft ingediend om
aan het hoofd van ieder wapen een generaal te
«•QprrrvTi -swvvNraaittssfevra ef0am*m«ii—fnnrwiw i inwaai.
benoemen. Bij de militaire administratie zou reeds
als zoodanig zijn aanbevolen de tegenwoordige
hoofdintendant.
Volgens een telegram aan het Alg. Dagbl.
hebben op enkele uitzonderingen na de groothande
laren te Samarang geweigerd den tweeden termijn
der patentbelasting te betalen en laten zij zich
executeeren.
BUITENLAND.
Friuilirijk.
Eene parlementaire commissie, samengesteld
uit 32 senatoren en afgevaardigden, is naar Algerië
vertrokken, om zich ter plaatse bekend te maken
met den toestand en de behoeften der kolonie.
Blauqui, die, zooals men weet, naar Marseille
zou gaan, om daar aan een socialistisch banket
deel te nemen, heeft weinig wil van de reis ge
had. Den 21sten, op den verjaardag van de afkon
diging der eerste republiek, was hem eerst te
Bordeaux een feestmaal aangeboden, waar hij met
zijne zuster en twee duizend gasten aanzat. Een
twaalfjarig knaapje, in eene blauwe broek, witte
sjerp en rood buis gedost, trad op hem toe en
stelde hem een krans ter hand met de woorden
„Geen vaarwel zeggen u de kiezers van Bordeaux,
maar eentot wederzien
Den volgenden dag begaf Blanqni zich naar
Marseille, waar de geestdrift voor den „ouden
held", zooals zijne geestverwanten, of voor den
„ouden samenzweerder", zooals zijne vijanden hem
noemen, min of meer overweldigend schijnt geweest
te zijn. Hij werd door den hoofdredacteur der
„Marseillaise" ontvangen en door afgevaardigden
van de radicale „Onafhankelijkheids-Club", met
afbeeldsels van de phrygische muts aan het knoops
gat getooid. Een overgroote volksmenigte golfde
onder het geroep van „Leve BlanquiLeve de
amnestie 1" en onder het zingen van de Marseillaise
om zijn rijtuig. Van het balkon der Club richtte
hij eenige woorden tot het volk. Aan het banket
zaten omstreeks 800 personen aan, die aan het
dessert zulk een vervaarlijk rumoer maakten, dat
Blanqui tevergeefs pogingen aanwendde om eene
rede te houden en in wanhoop met den boven
bedoelden hoofdredacteur heenging. „Het banket",
zeggen de berichten, „werd niettemin voortgezet."
Eenige vrouwen met roode strikken op de borst
namen er aan deel en een van baar was zelfs ge
heel in het rood gekleed. De burgeres Delorme,
wie het rumoer wat hoog liep, vermaande tot
kalmte en eensgezindheid. Een geweldig geschreew
en getier viel baar in de rede en zij werd met
eenige andere „opportunisten" de zaal uitgezet.
Onder hen, die er voorts in slaagden zich ver
staanbaar te maken, was de heer Clovis Hugues,
volgens wien Blanqui lid der Kamer worden zou
„zoodra Marseille verkoos."
Groot-Britannlë.
Uit Simla wordt gemeld, dat Bakers colonne
Woensdag te Kushi is aangekomen. Een gezant
van den emir heeft aan generaal Roberts brieven
overhandigd, waarin de emir zijne ingenomenheid
met Engelands bondgenootschap en zijne trouw
aan het tractaat uitspreekt. Volgens geruchten
zou onder de regimenten te Kaboel opnieuw een
oproer zijn uitgebroken, maar door het uitbetalen
van geld gestild zijn.
Telcgrannneii.
BERLIJN, 25 September. Von Bismarck is
hedenmiddag hier aangekomen.
ROME, 25 September. De vernieling van Pom
pei', aehttien eeuwen geleden, door de uitbarsting
van den Vesuvius, is heden herdacht met rede
voeringen van de overheden en van afgevaardigden
van geleerde genootschappen. De ruïnen werden
bezocht. De toevloed van belangstellenden is groot
en er zijn meer dan 10,000 vreemdelingen aanwezig.
Weinige der passagiers met de laatste In
dische mail van Brindisi zijn bekend met het ge
vaar, dat zij bij Foggia liepen. Naar het schijnt
trachtten een paar boosdoeners in het huisje van
den spoorwacbter binnen te dringen, doch werden
zij door dezen, met behulp van een makker, op
de vlucht gejaagd. Bij onderzoek bleek dat de
spoorlijn op verschillende afstanden met hoopen
steenen was belegd, met het doel om den trein te
doen ontsporen. Het gelukte de lijn vrij te maken