legd om hetzelfde nog eens te herhalen, waarbij twee personen in een tilbury gezeten zijn, van welke één het paard bestuurt, terwijl de ander met een puntigen stok in een ring tracht te steken die midden boven de baan hangt. Het materieel daartoe was door het bestuur der Maatschappij van landbouw te Voorschoten welwillend ter leen gegeven. De prijzen, bestaande uit een stel van twaalf messen met zilveren heften, een voorsnijmes en vork met zil ver gemonteerd en een lucifersstandaard, waren zeer naar genoegen van de wiuners. Het glanspunt van de kermis was echter de dag van gisteren, waarop 's morgens eene harddraverij van paarden uit de gemeente werd gehouden, waaraan 9 paarden deelnamen. De prijs, een gouden remontoir-horloge, werd behaald door de bruine merrie van C. Klein berijder A. De Boer; de premie, een zilveren dito, door de bles merrie van A. Onderwater berijder A. Onderwater Jr. Bij de namiddag-harddraverij, waaraan 14 paarden deelnamen, werd de prijs, een zilveren inktkoker met twee vazen met zilver gemonteerd, behaald door de zwarte merrie Jaapje" van A. C. Van den Akker te Hazerswoude be reden door den eigenaar, en de premie, kristallen beschuittrommels en suikervaas met zilver, door de bruine merrie „Lietse" van J. Oosthoek te Spijkenisse, berijder P. Van Santen. Aan een particulieren brief uit Aden dd. 19 Augustus van een aan boord der „Over ijsel" geweest zijnden sergeant van het Indische leger ontleenen wij het volgendeZoo even alhier aangekomen zijnde, haast ik mij u het een en ander van mij te doen hooren. In stede van den 12den Juli ben ik den 28sten Juni met het stoomschip „Overijsel" van Batavia vertrokken en alles ging goed totdat wij in den nacht van 14 op 15 Juli om halfdrie schipbreuk leden. Na voor het meerendeei aan het grootste gevaar ontsnapt te zijn, landden wij op de oostkust van Afrika en wel ter hoogte van kaap Guardafui. Acht van ons verdronken en de overigen waren wel aan land, maar welk een land? Stel u voor een woestijn, waar men niet anders ziet dan zand en rotsen van graniet, zonder water en bij een hitte van minstens 120 graden en eene bevolking zoo hebzuchtig, zoo diefachtig als een mensch zich met mogelijkheid voorstellen kan, en ge hebt er nog pas een flauw denkbeeld van. Op de plaats waar wij aan wal gekomen waren, bestond wegens de hevige branding geene moge lijkheid om te embarkeeren, zoodat wij naar Hal- loeloe moesten gaan, waar het stoomschip voor anker lag en dat ongeveer 60 Eng. mijlen van ons verblijf was. Door tusschenkomst van de Engel- schen kregen wij 25 kameelen voor de vrouwen, kin deren en zieken en begaven wij ons op marsch, maar al leef ik nog duizend jaar, nimmer zal ik dien marsch langs het strand in het mulle zaud ver geten; doch al was het ook onder eene verschrik kelijke hitte, het ging eerst nog al, hoewel de vrouwen en kinderen veel te lijden hadden. Erger werd het toen wij kolossale rotsen moesten be klimmen en ieder loopen moest, daar het door de steilte onmogelijk was om op de kameelen te blij ven. Meest allen hadden geen schoenen en moes ten dus op dat scherpe graniet barrevoets gaan en wel twee dagen en nachten lang bij een ver zengende hitte en onder het uitstaan van den ver- schrikkelijksten dorst. De kinderen moesten dan gedragen worden door mannen en dat was zeer gevaarlijk, daar het meestal langs duizelingwek kende afgronden ging, waar de minste misstap genoeg was, om duizenden voeten lager op weer andere rotsen verpletterd te worden. Wij waren 93 Europeanen sterk, waaronder 14 kinderen en 5 vrouwen. Den 21sten Juli werd er een kind geboren. Het liep gelukkig goed af, hoewel er geen geneeskundige hulp was, noch medicijnen, geen kleeding voor moeder of kind, geen dekking of huisvesting, ja bijna geen water, daar er dagen geweest zijn dat wij f 2,50 voor een flesch slecht water moesten betalen. Onze voeding bestond dagelijks uit een weinig stinkende gekookte rijst dat wij voor heel veel geld van die zwarte dui vels kochten; dat leven heeft zoo dagelijks ge- dnurd tot 9 Augustus, toen er twee reddende engelen kwamen in de gedaante van twee Engel- sche officieren welke door hun gouvernement te Aden met het stoomschip „Dagmar" uitgezonden waren om ons in de woestijn op te zoeken, daar het vergaan van de „Overijsel"' aldaar door een ander schip gerapporteerd was. Die het eerst vertrokken waren, zijn Óen 14den des avonds aan boord gekomen en de laatsten, waaronder ook ik, den 16den des morgens, waarop wij dadelijk onder stoom zijn gegaan. Van mijn detachement soldaten heb ik er een in de woestijn moeten achterlaten, daar die arme drommel zoo ziek was, dat hij niet vervoerd kon worden. Hoe het met hem zal afloopen weet ik niet, maar ik vrees het ergste. Heden wordt te Botterdam een roei- wedstrijd gehouden door de roei- en zeil-vereeui- ging „de Maas." Aan den wedstrijd, die om half- twee zou aanvangen, wordt deelgenomen door de vereenigingen „Njord" te Leiden, „de Amstel" en „de Hoop" te Amsterdam en „de Maas" te Rotterdam. Met den pleiziertrein der Rijnspoor wegmaatschappij werden gisteren uit Den Haag en tusschenliggende plaatsen naar Arnhem 1200 reizigers vervoerd. Een schuit van den reeder J. Vroolijk, te Scheveuingen, die Dinsdag-avond te zes uren zou afvaren, kreeg, toen de bemanning aan boord was, een lek door het stooten op een anker. Het duurde niet lang of de schuit liep vol en de be manning, hoewel op korten afstand van het strand, verkeerde in gevaar. Omstreeks zeven uren, toen men steeds op de aankomst van de reddingboot wachtte, beproefden drie wakkere mannen, in een gewone boot gezeten, de schuit te naderen, en het gelukte hun den stuurman en de acht matrozen op te nemen, maar de boot bleek tegen haar last en den zwaren golfslag niet bestandzij sloeg om en mtn kan zich de angstkreten der toeschouwers voorstellen, toen twaalf menschen verdwenen, ge lukkig voor korte oogenblikken; sommigen zwom men naar het strand, anderen spoelden aan. Geen menschenleven is te betreuren, ofschoon enkelen door den schrik en het zeewater het bewustzijn hadden verloren. Men haalde den inventaris uit de schuit en met laag water hoopte men het lek te kunnen herstellen. De reddingboot, die bij deze gelegenheid uitstekende diensten had kunnen be wijzen, kwam weer te laat en men vraagt zich af, of zij niet een doelmatiger plaats, meer in de nabij heid van het strand zou kunnen erlangen, om haar, zoo noodig, dadelijk te kunnen gebruiken. Aan het établissement „Feienoord" te Rotterdam zijn wegens slapte in de werkzaam heden weder een 20-tal werklieden ontslagen. De reden van den 1 aten afloop van het concours te Loosduinen op Woensdag was wel voor een deel aan de grootere deelneming te wijten, maar toch ook aan een gerezen „verschil", dat door de commissie van regeling eerst na lange beraadslagingen werd uit den weg geruimd, en wel op de volgende wijze, die aan Salomo's recht spraak doet denken. De quaestie was deze: een der leden van het Ilaagsche schietgezelschap der officieren van de dd. schutterij had een schot gelost, waarvoor de observatie-poslwachter een liuksche 7 op de schijf aanwees. De schutter, een man met een geoefend oog, twijfelde aan de juist heid dezer aanwijzing en verzocht onderzoek door een lid der commissie. Bij dat onderzoek bleek, dat de beide schijven op de baan ter linkerzijde op de als 7 aangewezen plek ongeschonden waren het schieten van een linksche 7 was dus onmoge lijk geweest en het lid der commissie bepaalde daarom, in overleg met den baaucommandant, dat het twijfelachtig schot niet zou gelden. De schutter loste nu een ander schot en 'twas een 10 zijn corporatie kwam daardoor in 't bezit van den 3den prijs. Daartegen werd van de zijde der Rutter- damsche schutterij geprotesteerd. Immers, indien de 10 onwettig werd verklaard en de 7 als geldig aangenomen, dan zou het schietgezelschap niet den 3den prijs verkrijgen, maar zelfs voor geen der vijf corpsprijzen in aanmerking komen. Het bestuur nam een beslissing, die allen moest be vredigen. Het wees den 3den prijs toe aan het officieren-schietgezelschap, maar óók aan die ver eenigingen, die, voor het geval de 7 geldig ware geweest, voor een prijs in aanmerking zouden zijn gekomen. Gisterochtend is een jas gestolen, be- hoorende aan een schildersknecht, uit een der gangen van het hoofdbureel van politie te Amsterdam. De luchtreizigster Fanny Godard is gistermiddag te vier uren uit den tuin van het paleis voor volksvlijt te Amsterdam met haar ballon opge stegen. De heer Kehrer maakte de reis als passagier mede. De ballon dreef in noordoostelijke richting af. Noch bij den heer Godard, noch bij de directie van het paleis voor volksvlijt was hedenmorgen om twaalf uren bericht ontvangen. Wel berichtte een briefkaart uit Hoorn, dat de ballon gisteravond nabij die stad zou zijn neergekomen, doch daar men gerust mag aannemen dat de betrokken per sonen wel van het welslagen hunner reis telegraphisch zouden hebben kennis gegeven, schijnt deze tijding geen geloof te verdienen. Op de tentoonstelling der Holl. Maatschappij van landbouw, 27 Sept. tot 1 Oct., te Haarlem zal door de firma Boeke Huide koper, van Groningen, eene stoomkuiperij in wer king vertoond worden. Omtrent de bewerking, die de botervaatjes daarbij ondergaan, meldt de „Agricultural Gazette" in haar verslag over de tentoonstelling te Kilburn, alwaar dezelfde stoom kuiperij vertoond werd„De duigen worden in eene machine pasgeschaafd en in eene. volgende in ijzeren hoepels gekuipt. Het vaatje wordt dan in de kroosmachine gezet, waar het op de juiste lengte afgezaagd» aan beide einden schuin bijge werkt en van eene sponning voor bodem en dek sel voorzien wordt. Deze laatsten worden in eene andere machine gevoegd en geboord om de pennen te ontvangen, als zij uit twee stukken moeten be staan, en weder door eene andere machine rond- gezaagd en bijgewerkt, om ze in dé vaten te kun nen plaatsen. Bodems en vat worden dan aan een kuiper overhandigd, die de hoepels er om en de bodems er in plaatst. Een man met vjjf jongens maken ongeveer 1600 vaatjes per week." Woensdag-avond is vanwege het ge meentebestuur te Utrecht op de Neude een proef genomen met een nieuw model gaslantaarn, die uitstekend voldeed. De lantaarn, tweemaal zoo groot als een gewone, heeft een grooten ronden brander met een glas en is van boven gedekt met por seleinen kap. Het licht, dat er door verspreid werd, was zoo sterk, dat een groot gedeelte van het plein er door verlicht werd en de overige lantaarns er als gloeiende spijkers bij afstaken. Van de schroefstoomboot Dordrecht N°. 2" is Woensdag, bij het aanleggen te Wage- ningen, door het werpen van een touw een man der equipage, Ph. Droogendijk genaamd, over boord gevallen en door den stroom medegevoerd en gezonken. Bij de manoeuvres in Noord-Brabant is aan de voorposten Woensdag een droevig on geluk gebeurd. Een soldaat van de 4de comp. van het 1ste bat. op post staande, had vergeten de patroon uit het geweer te nemen. Door een on voorzien toeval ging het geweer af en ontving hij de lading in den schouder, waar zij een groote wond maakte. Het sleutelbeen is verhrjizeld en vermoedelijk zijn de longen aangedaan, 's Middags is de lijder per ziekenwagen naar Eindhoven geëvacueerd en aldaar in het burgerlijk gasthuis opgenomen. Gistermiddag te halfeen kwam te Deventer een gezadeld huzarenpaard de stad bin nen. Het had bij de militaire oefeningen op de Gorselsche heide zijn ruiter verloren en begaf zich terug naar den stal, van waar het 's morgens ge komen was en waar het na een loop van twee uren zonder hindernis aankwam. In de fabriek van den heer H. Dal- hnisen te Kampen is onlangs een hooiberg met luchtkoker van ijZer-constructie vervaardigd. De inrichting van dezen hooiberg wordt veel doel matiger geacht dan die der gewone met bergroeden. De gymnastiekvereniging „Friedrich Ludwig Jahn" te Leeuwarden heeft besloten een gedeelte van den oefeningstijd te besteden aan het kegelspel, en daarbij den linkerarm te gebruiken tot het. werpen van den bal. Deze oefening is een krachtige poging om het verloren evenwicht tns- schen het gebruik van den linker- en rechterarm te herstellen. De schade, veroorzaakt door den boschbrand bij Bona in Algerië, wordt op 420,000 fr. geschat. Men heeft twee inboorlingen gearres teerd, die men verdenkt van den brand te hebben aangestoken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2