leden de heer F. J. J. A. Junius, theol. doctor en predikant, oud voorzitter der synode. Hij schreef derschillende werken, waarvan drie met goud wer ven bekroond. Te Utrecht werd heden onder voorzitterschap van dr. J. E. De Vrij de vierde algemeene ver gadering gehouden van de Yereeniging voor lijk verbranding. De afgevaardigden van Botterdam. Den Haag en Leiden zullen de rekening over 1878 en de begrooting voor 1880 onderzoeken. Er werd besloten het overschot van 1878, dat 1195,42 zal bedragen, te storten in het fonds voor lijk- ovens. De afdeeling Den Haag bood voor dat doel f 40 aan. Het hoofdbestuur is gemachtigd tot aan koop en verspreiding van geschriften voor de lijk verbranding. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal Dinsdag niet plaats hebben. Blijkens van onzen minister-resident te Yoko hama ontvangen bericht, dd. 11 Juli jl., had de Japansche regeering, met het oog op het uitbre ken der cholera in Kobe en Osaka, bepaald, dat alle schepen uit een dier districten komende, op de reede van Nagoera aan eene quarantaine van 10 dagen zouden zijn onderworpen. De schepen even wel, aan boord waarvan gedurende de reis geen cholera geheerscht had, werden van dien maat regel vrijgesteld, zoodra zeven dagen verloopen waren sedert zij eene door de epidemie besmette haven hadden verlaten. Verder was voorgeschreven, dat personen, die zich over land naar Tokio be gaven, in de omliggende plaatsen vijf dagen zou den moeten verblijven alvorens hunne reis naar de hoofdstad te mogen voorzetten. Over het ver spreiden der bedoelde epidemie wordt voorts mede gedeeld, dat zij, na den 25sten Mei jl. te Osaka te zijn uitgebroken, tot en met 13 Juni d. a. v. 53 personen had aangetast, waarvan 38 bezweken van 13 tot 30 Juni deden zich te gemelder plaatse 4661 nieuwe gevallen voor, waarvan 3080 met doodelijken afloop. Nadat de cholera zich met groote snelheid over de districten Kioto en Kobe had verspreid, had zij zich ook in verschei dene andere provinciën vertoond. Te Yokohama en Tokio waren nog slechts enkele sporadische geval len voorgekomen. Het stoomschip „Conrad", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde te Aden 5 Sept.het zou de lagedruk-krukas aldaar tegen de aan boord zijnde waarlooze verwisselen en binnen een paar dagen de reis voortzetten. Z. M. heeft den 2den iuit. P. C. N. Bras- pot, van het 8ste reg. infanterie, in zijn rang en ouderdom in dien rang overgeplaatst bij de infan terie in Ned.-Indië. Gemengd Nieuws. Yan Amsterdam is gevankelijk naar het huis van militaire detentie alhier overgebracht de vroegere matroos 3de kl. P. J. M., om er drie jaar kruiwagenstraf te ondergaan, waartoe hij door een zeekrijgsraad aan boord van het stoom schip „Samarang" in Ned.-Indië wegens insubor dinatie was veroordeeld. De spoorwegmaatschappij Parijs-Lyon- Middellandsche Zee, is naar de „Debats" verneemt, bezig de laatste hand te leggen aan een regeling van zulke sneltreinen welke de reizigers in 12 uren van Parijs naar Marseille zullen brengen. Half October zal de dienst beginnen. Bijzonder krachtige locomotieven zullen de treinen trekken, die slechts viermaal zullen ophouden, 's Morgens van Amsterdam gaande, is men 's avonds te Parijs, wanneer om 8.30 de trein vertrekt, die in staat stelt, 24 uur nadat men Amsterdam verlaten heeft, aan de Middellandsche Zee te ontbijten. Van Leiden af zal men er dus nog minder tijd voor noodig hebben. De trein van 8.30 uit Amsterdam vertrekt van hier om 10.4. De bloemstengel van de honderd- jarige aloë in den hortus te Amsterdam heeft eene hoogte van ongeveer zes meter bereikt en is thans in bloei. De victoria regia aldaar opent haren eersten bloemknop. Tusschen de standplaats van de tram wagens der lijn OvertoomAmstelveenscheweg en het politiebureel op het Leidscheplein te Am sterdam is slechts een nauwe doorgang. De koet siers en conducteurs dier lijn wachten gewoonlijk den tijd van vertrek af op een bankje, dat tegen het politiebureel is geplaatst. Sommige „sleepers" echter schijnen er bijzonder op gesteld te zijn, hun voertuigen juist door den nauwen doorgang te rijden. Schoon hiertegen geen bepaald verbod bestaat, gaf het meermalen aanleiding tot onaan genaamheden. Zoo ook weer Donderdag. Een „sleeper" kwam met zijn vigilante van buiten en reed als naar gewoonte in vollen draf tusschen den stilstaanden wagen en het politiebureel door de stad in. De daar wachtende koetsier en conducteur van den tram konden zich niet ganw genoeg bergen, waarvan het gevolg was, dat de koetsier het rijtuig over de voeten kreeg en de conducteur zijn been bezeerde. Toen de „sleeper" onraad bespeurde, reed hij in vliegende vaart voort, hopende verder ongemoeid te blijven. De heer Yan Lennep uit Nieuweramstel evenwel, die de dolle onbesuisdheid van den sleeper had op gemerkt, volgde hem in allen haast en had het geluk even vóór den Dam het rijtuig in te halen. Hij verzocht toen den sleeper, hem onmiddellijk en ten spoedigste naar het Leidscheplein te brengen. De „sleeper", geen kwaad vermoedende en gaarne wat willende verdienen, nam gretig ,,'t vrachtje" aan. Maar het eind droeg den last. Op het Leid scheplein vóór het politiebureel stapte mijnheer uit en had nu de beste gelegenheid om den slee per in handen der politie te stellen, wat gebeurde. De ballon „la ville de Cherbourg", van den luchtreiziger Duruof, deze week aldaar opgestegen, is in de zee verongelukt. De heer Duruof zou op deze reis een toestel beproeven, dat volgens den uitvinder geschikt zou zijn om per luchtballon over zee te gaan, en bestond in een grooten kegel van ruw linnen, welke op een gegeven oogenblik in zee geworpen, juist zooveel gewicht water in zich opnam als noodig was om den ballon en het schuitje laag te houden en boven den waterspiegel te doen voortdrijven. De opstijging werd door kalm weder, bij eene lichte koelte, begunstigd. In het schuitje was, behalve de heer Duruof, een journalist uit Cherbourg, de heer Salomon, gezeten. Duruof was voornemens boven de haven neder te dalen en dan de deug delijkheid van den toestel te beproeven. De haven meester had twee vaartuigen van den staat ter beschikking gesteld, de „Haleur" en een sloep, om den ballon in zee te volgen, eu de passagiers, als de proef volbracht was, aan boord te nemen. Bovendien volgde de loodskotter op zee de richting van den ballon in de lucht. Aan boord daarvan be vonden zich mevrouw Duruof, verscheidene leden van een comité en eenige vrienden van den heer Salomon. Een groote volksmenigte bevond zich aan het hoofd om den ballon na te oogen, die in de richting van Touleville boven de haven zweefde. Eensklaps daalde hij, en wel zoo snel, dat men hem langs de opper vlakte der zee zag scheren. Toen stuitte hij weer op, verhief zich om nogmaals neer te storten, en stuitte weder op. Duruof besloot voorgoed te dalen. Hij meende naar zijne berekening boven de „Haleur" te zijn, en riep den opvarenden toe, maar zijn geschreeuw werd niet gehoord. De „Haleur" verwijderde zich integendeel. De ballon was reeds het grootste deel van zijn ballast en zijn gas kwijt, en er viel dus niet meer aan manoeu vreeren te denken. Gelukkig vischte de sloep, die de „Haleur" volgde, de lijn op, die Duruof had uitgeworpen, en sleepte nu den ballon, nog even boven water gehouden, naar den vasten wal. De luchtreizigers hadden zich in het netwerk vastge klemd. Zij waren door en door nat. Middeler wijl kwam ook de loodskotter bij en wierp hun een touw toe, dat zij grepen en waarlangs zij, niet zonder gevaar, het boord bereikten. De sloep bleef den ballon sleepen, die op 6 a 7 kilometer van de haven, en zonder dat de nieuwe toestel beproefd had kunnen worden, in kracht te kort geschoten was. Nog vóór de vaartuigen in behouden haven waren, stak de wind op, vergezeld van zware regens. De ballon werd na veel slingeringen van- eengescheurd, en de proeftocht liep ongelukkig voor uitvinder en ondernemer, maar althans zonder menschenlevens gekost te hebben, af. Uit Tunis luiden de berichten zeer ongunstig. De hongersnood aldaar, vooral in het binnenland, is verschrikkelijk. Ten gevolge van den slechten oogst verkeert het gewest in eene onbeschrijfelijke ellende. Bij troepen trekt de bevol king naar de kuststreken, en dagelijks ontstaan bloedige conflicten tusschen de uitgehongerde vluch telingen en de grondeigenaars, wier graan zij wil len wegnemen. Velen begeven zich naar de goed voorziene Algerijnsche markten, maar het aantal Tuneesers, die de middelen hebben om graan te koopen, is zeer klein; de meesten gaan bede len bij de Algerijnsche stammen. De regeering van Tunis heeft bovendien met geldgebrek te kampen en is genoodzaakt particuliere leeningen te sluiten, om in de behoefte van de civiele lijst te kunnen voorzien. Vermoedelijk is die ongeluk kige toestand des lands de reden waarom de bey heeft afgezien van zijn voornemen Bona te bezoe ken, ter gelegenheid van de onthulling van een standbeeld van Thiers. De Russische politie heeft nagenoeg al het geld in handen gekregen, dat de nihilisten uit de keizerlijke thesaurie te Cherson hadden gestolen. Bij de ontdekking van den diefstal vond men een onderaardsche gang, uitkomende in een aan het gebouw belendend huis, waaruit de be woonster, die zich altijd het voorkomen eener fatsoenlijke dame had weten te geven, plotseling verdwenen was. Bij onderzoek bleek dat zij het hnis slechts had gehuurd om de nihilisten in staat te stellen tot het aanleggen van de verborgen gang. Bij verdere nasporing kreeg de politie den ingenieur in handen, die het werk had bestuurd. Deze wist na zijne arrestatie een agent voor eene aanzienlijke som om te koopen en daardoor te ontsnappen. Naderhand is die agent in hechtenis genomen en is dientengevolge het gestolen geld teruggevonden. Het lag begraven op de binnen plaats van het genoemde huis, van waar de ingenieur had gehoopt het later ongemerkt te kunnen vervoeren. Telegrammen. NIEUW-YORK, 5 September. Een geweldige storm heeft groote schade veroorzaakt aan de ka toen- en suikerplantages in Louisiana en Texas. Verscheidene schepen zijn vergaan. BELGRADO, 5 September. Naar men verze kert zou de regeering besloten hebben om het parlement, dat zich met het vraagstuk der Joden- emancipatie zou bezighouden, niet bijeen te roe pen. Deze mededeeling heeft in diplomatieke kringen een ongunstigen indruk gemaakt, dewijl men vreest dat, hoe langer de regeling dezer aange legenheden wordt uitgesteld, des te grooter de spanning zal worden en het des te moeilijker zal vallen een voorstel daarover door de wetgevende macht te doen goedkeuren. PARIJS, 5 September. Prins Jérome Napoleon zal als candidaat voor de Kamer der afgevaardig den in het departement der Zee-Alpen optreden, waar een zetel vrij wordt door de aftreding van den heer Borriglione, die tot betaalmeester-gene raal der schatkist benoemd is. De aanhangers van den prins rekenen er op, dat de separatisten van het departement den prins, als bloedverwant van het Italiaansche koninklijke huis, hunne stem niet zullen weigeren. ALEXANDRIE, 5 September. Riaz-pacha, die uit zijn verbanningsoord is teruggeroepen, is hier aangekomen. ATHENE, 5 September. Volgens hier ontvangen bericht is de toestand op het eiland Candia nog steeds van verontrustenden aard, vooral in de provin cie Sedina. ST.-PETERSBURG, 6 September. De ambas sadeur te Konstantinopel, prins Labanoff, is tot ambassadeur te Londen benoemd. Hij wordt te Konstantinopel vervangen door Saburoff, thans ge zant te Athene. SIMLA, 6 September. De Engelsche ambassade te Kaboel werd den 3den dezer aangevallen door opgestane Afghaansche regimenten, die betaling der achterstallige soldij vroegen en door de bevol king der stad werden ondersteund. De emir trachtte den opstand tot bedaren te brengen, doch de me nigte was onhandelbaar. Hij zelf werd door de oproer lingen belegerd en de aanval op hel hotel van het Engelsche gezantschap den geheelen Woensdag voort gezet. Des avonds ontstond er brand. Hetlot van ma joor Cavagnari en hel personeel van het gezantschap is tot dusver onbekend. Aan de Engelsehe troepen is bevel gegeven onmiddellijk naar Kaboel op te rukken. Eene algemeene bijeentrekking van troepen in de richting van het grondgebied van Afghanistan is tevens gelast. Zie vervolg van het Nieuws in het Tweede Blad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2