Een geval, dat tot een internatio
naal geschil aanleiding kan geven, heeft zich te
Vlissingen voorgedaan. Een tachtigtal personen,
meest werklieden, zijn, naar de Midd. Crt. be
richt, daar scheepgegaan aan boord van de van
Antwerpen komende naar Port Breton bestemde
Eransche bark „Chandernagor." Men zegt dat
het hun om de eene of andere reden verboden
was zich te Antwerpen in te schepen, doch dit
daargelaten, schijnt de inscheping te Vlissingen
eene schending te zijn van ons tractaat met Bel
gië, waarbij bepaald is, dat schepen, die zich van
België naar zee en vice versa begeven, geene ge
meenschap met de oevers mogen hebben, dan in
geval van nood, en dat geene koopmansgoederen
of passagiers mogen scheepgenomen of ontscheept
worden.
Vr ij dag-avond bij een der laatsten
ritten van de Stichtsche tramway stootte de wagen
in de nabijheid van het bij Utrecht gelegen fort
zoodanig tegen een stuk hout, dat op de rails lag,
dat de wagen derailleerde en belangrijke schade
bekwam. Er wordt aan kwaadwilligheid gedacht.
Men meldt uit Meppel: Pas heeft de
Drentsche stoombootmaatschappij den geregelden
dienst begonnen, of reeds heeft zij een ongeval te
betreuren, te betreurenswaardiger, nu de zaak zoo
flink geregeld was en reeds zoo goed opnam. De
„Meppel II" kreeg namelijk op ongeveer een half
uur afstand van deze gemeente op hare reis naar
Amsterdam een lek, waardoor het water zoo ge
weldig naar binnen drong, dat het spoedig drie
voet hoog in het vaartuig stond. Behalve een vijftig
tal passagiers was een groote lading koopmans
goederen aan boord. De passagiers zijn er goed
afgekomen, en zij, die plaats hadden genomen naar
Amsterdam, vervolgden hunne reis per spoor. De
lading, hoewel dadelijk gelost in twee beurtschepen,
kwam er niet geheel zonder schade af en werd
Zaterdag-middag met de van Amsterdam terug-
keerende boot „Meppel I" direct naar haar be
stemming verzonden. Den geheelen dag is men
bezig geweest het water met brandspuiten uit
te pompen, terwijl men hoopte gisteren de boot
weder vlot te krijgen. Naar men verneemt moet
het ongeval veroorzaakt zijn door een gebrek aan
de schroef en de schade aan het vaartuig zelf niet
groot zijn.
De kapitein van het in de Terschel-
linger gronden gestrande Engelsche fregat „Mont
gomeryshire" heeft met inbegrip van alles 20 pet.
aan de bergers geboden, wat echter geweigerd is.
Men heeft 600 laaien paddie buiten boord gewor
pen. De stoomboot „Adsistent", de reddingboot
en bergers zijn gisteravond teruggekomen. Het
schip zal echter vermoedelijk weg zijn.
Van de door den krijgsraad van
Odessa veroordeelden is Tschoubaroti' 33 jaar;
Lizogob, een man van goeden huize, 29 jaar oud
Davidenko, zoon van een openbaar ambtenaar, 28
Vitenburg, uit den burgerstand, 26 en de matroos
Dogavenko 36de tot deportatie naar Siberië
veroordeelde mej. Goukofskaja is eerst 15 jaren
oud. Zes beschuldigden zijn veroordeeld tot 10
jaren, acht tot 15 jaren en twee tot 20 jaren
zwaren arbeid in de mijnen. Vier anderen zijn
veroordeeld tot zwaren arbeid voor onbepaalden
tijd. Deze personen zijn van 18 tot 33 jaren oud,
en onder hen bevinden zich verscheiden studenten
en zoons van kooplieden. Twee lieden uit den
fatsoenlijken stand zijn veroordeeld tot vijftien
jaren zwaren arbeid aan de gouvernementswerken.
Generaal Totleben veranderde het vonnis van een
der vrouwelijke veroordeelden van vijftien in vier
jaren zwaren arbeid en dat van twee mannelijke
veroordeelden van vijftien in acht jaren zwaren
arbeid in de mijnen. De andere vonnissen werden
bekrachtigd.
Uit Rome wordt gemeld: De droogte
en verschroeiende hitte der twee laatste maanden
zijn even nadeelig voor den landbouw als de zware
regens die ze voorafgingen. Uit alle streken van
het schiereiland worden bedroevende berichten
vernomen. Tarwe en gras staan in Latium (Cam-
pagna-di-Roma) en Piemont goed, maar elders
hebben beiden zoo zeer van het ongestadige weder
geleden, dat de tarwe op sommige plaatsen bene
den de helft eener gewone opbrengst zal blijven
en de voorraad hooi nauwelijks toereikend zal zijn
om den winter rond te komen. Dezelfde oorzaken
hebben nadeelig op maïs gewerktindien de voor
uitzichten zich verwezenlijken, zal dit artikel, een
van de voorname voedingsmiddelen der boeren,
geheel mislukken. Met den wijnoogst is het wat
beter gesteld. De zijdeoogst in het Venetiaansche
is zeer gering en te Sividale alleen zijn 300 vrou
wen en meisjes in verschillende zijdefabrieken be
dankt, uit gebrek aan werk.
Door den aanhoudenden regenenden
hoogen waterstand is de groote jaarmarkt van
Nischni-Nowgorod, een pendant van de Leipziger
Messe, dit jaar niet geslaagd. De hoofdplaatsen
voor de ijzerwaren-marst staan geheel onder water
en vele goederen kon men niet ontschepen, terwijl
zelfs een deel van het ontscheepte weder moest worden
ingeladen. In andere artikelen gaat het iets beter.
De kaviaar heeft zeer hooge prijzen opgebracht en
manufacturen vinden nogal aftrek, in 't bijzonder
voor Azië. Misschien zal men de schade, die door
het ongunstig weer is veroorzaakt, trachten te dek
ken door de markt langer dan gewoonlijk te laten
duren.
In de stad Warrington in Engeland
zijn twee olifanten van den circus Mijers door het
blaffen van een hond woedend geworden, losge
broken en de straten doorgehold. Het geheele per
soneel van den circus en een aantal politiedienaren
liep uit om ze te vangen. Twee personen zijn door
hen vertrapt en de kornak heeft bij eene stoute
poging om hen meester te worden het leven ver
loren. Men heeft zich echter eindelijk weder van
hen meester gemaakt.
Het is dezer dagen bij een concert in
het Palais Royal te Parijs voorgekomen, dat eenige
jongelieden de „Marseillaise", die niet op het
programma stond, verlangden te hooren en, toen
de orkest-directeur daaraan niet voldeed, opschud
ding maakten, den tuin doortrokken ouder het
zingen van dat lied, enz. Het is nog niet uitge
maakt, of de orkest-directeur uit eigen beweging
weigerde dan op het bevel van den ondernemer
van het concert. Republikeiusehe bladen nemen
uit het gebeurde aanleiding om te betoogen, dat
het in het belang der republiek is, dat haar volks
lied niet belachelijk worde gemaakt of tot een
baualen volksdeun verlaagd. Een ander geval, mede
te Parijs gebeurd, maar van geheel anderen aard,
beeft niet minder opzien gewekt. Twee Roomsche
priesters, die zich naar het spoorwegstation begaven
om naar Lyon te vertrekken, zijn in de Keiler-
straat (elfde arrondissement) door eenige jongens
tegengehouden, die hen beschimpten, en daarop
waren zij al spoedig op het Bastilieplein door eene
volksmenigte omringd, die hen in het water dreigde
te werpen. Wellicht was het inderdaad zoo ver
gekomen, indien niet eerst een onderofficier der
linietroepen en later een viertal politie-agenten de
geestelijken in bescherming genomen en de menigte
tegengehouden hadden, totdat afdoende hulp kwam
opdagen, die het mogelijk maakte, dat de twee
bedreigde personen den trein nog ongedeerd be
reikten. Sommige bladen wijzen op het ongehoorde,
dat zoo iets gebeuren kon op klaarlichten dag,
in eene der volkrijkste wijken van Parijs.
Een „gewichtig" vraagstuk is door
de „National-Ztg." opgelost. Vorst Bismarck
„weegt" thans 247 pond. Hij heeft door de kuur
te Kissingen 3 pond verloren. De zwaarste bad
gast, die dit jaar te Kissingen vertoeft, weegt
285 pond.
Te Cognac is de ex-koopman Mous-
nier overleden; hij laat aan die stad 1,200,000
fr. na, om daarvan een oudemannenhuis op te
richten, 75,000 fr. voor liefdadigheidsinstellingen
en eene jaarlijksche rente van 2000 fr. als prijs
voor het deugdzaamste en oppassendste meisje der
stad. Voor de neefjes blijft er nog ongeveer
2,000,000 fr. te verdeelen.
In de Land bouw-Courant werdt op
eene nieuwe manier van maaien bij nat weder,
door een Pransch blad aanbevolen, gewezen. Zij
bestaat hierin dat men het gras, in plaats van
het tot op den grond af te doen, een twaalftal
centimeters boven den bodem maait. Het afgemaaide,
niet meer op den grond rustende, maar op de
stoppeleinden, waaronder en waarboven de lucht
vrij kan doorgaan, droogt beter uit en ook in min
der tijd als het nat geweest is. Wanneer de regens
het werk van den oogst belemmeren, kan men,
aldus te werk gaande, het graan in goeden staat
binnenhalen. Een groot Eransch landbouwer is er
verleden jaar in geslaagd op deze wijze al zijn
haver binnen te krijgen, terwijl die van zijne buren
op het veld lag te schieten. Deze handelwijze zou
dus veel schade, door nat weder veroorzaakt, kun
nen voorkomen.
Een loodgieter te Dambury, in En
geland, had een nieuwen knecht uit Nieuw-York
gekregen en zond hem om een gebrek in eene
pijp van eene waterleiding bij een der inwoners
van het stadje te herstellen. De nieuweling zag
den bewoner van het bedoelde huis in den winkel
staan, vroeg hem terstond naar de plaats en den
aard van het te herstellen gebrek en ging toen
met zijn gereedschap de deur uit, om zijn werk
te gaan doen. Daar kwam zijn baas juist aan.
„Goede hemel!" riep deze: „gij gaat die goot
toch niet herstellen zonder er eerst naar gekeken
te hebben „Ik zal er naar kijken als ik er bij
ben", antwoordde de nieuweling in zijne onnoo-
zelheid. „Maar begrijp dan toch!" riep zijn baas,
„dat, als ieder werkman zoo deed, mijne zaak
spoedig op de flesch zou gaan. Zie! gij gaat eerst
zonder uw gereedschap kijken, neemt het geheele
huis en de ligging der waterleiding daarin grondig
op, bekijkt alles van alle kanten en klimt dan
van het dak en haalt bedachtzaam uw gereedschap,
intusschen nauwkeurig aanteekening houdende van
den tijd, dien ge voor dat alles noodig hebt. Het
zou eene schande voor het ambacht zijn, zoo gij
in één gang de zaak beredderdet. Begrepen?"
De „Mémorial de la Loire" verhaalt
het volgende zeldzame geval. De heer en mevr.
D. te St.-Paul en-Cornillon lagen evenals hun ge
heele gezin ter ruste, toen de vrouw des huizes
wakker werd door een dichten rook welke haar
vertrek vervulde. Uit het bed te springen en het
raam open te stooten was het werk van een
oogenblik en eenige emmers water doofden den
brand uit, welke door een ongemeen grooten
nachtvlinder bleek gesticht te zijn. Dit dier, om
het nachtlicht fladderende, was namelijk in vlam
geraakt en op het bed gevallen, zoodat de gor
dijnen enz. werden aangestoken. Nog eenige oogen-
blikken en althans eenige der huisgenooten zonden
door den rook verstikt geworden zijn.
Strousberg, de voormalige „spoor
wegkoning", kondigt aan, dat hij te Berlijn een
nieuw dagblad zal uitgeven, onder den naam van
„Das kleine Blatt." Het zal uiterlijk in het begin
van September verschijnen, en voor slechts 5 pf.
op straat verkocht worden. De onderneming is
geheel berekend op den verkoop in massa. De
debitanten van dagbladen zullen slechts l'/j pf.
te betalen hebben en dus een groot voordeel ge
nieten. Advertentiën worden er niet in opgeno
men. De winst moet derhalve alleen uit een bui
tengewoon groote oplage voortspruiten. Het zal
alle mogelijke nieuwsberichten, maar slechts in
den kortsten vorm bevatten.
Volgens berichten uit Port-au-Prince
was president Boisrond-Canal, na afstand gedaan
te hebben van zijue waardigheid, met zijne echt-
genoote en twee ministers, in het volle daglicht
te voet uit het presidentsgebouw naar de landings
plaats gegaan en had hij zich vervolgens ingescheept,
ten einde het land te verlaten. Hij werd daarbij
gevolgd door eene menigte volks, militairen, de
consuls enz., van allen bewijzen van hoogachting en
toegenegenheid ontvangende. Daarop kwamen de
twee vijandige partijen in de stad afzonderlijk
bijeen en legden daarbij eene zoodauige stemming
aan den dag, dat men voor een nieuw gevecht
beducht werd. Gelukkig echter behielden de gema
tigden de overhander kwam toenadering, en een
comité ter handhaving der orde werd benoemd,
dat bestaat uit genooten van beide partijen en
een manifest heeft openbaar gemaakt, waarin het
als zijne taak op den voorgrond stelt, de rust te
handhaven, tot vereenigingspunt te dienen voor
de verschillende locale comité's en eene reorganisa
tie der staatsregeling voor te bereiden.
Onlangs had te Parijs een zonder
linge wedloop plaats. Een joBgmensch van twin
tigjarigen leeftijd, die aan vlagen van verstands
verbijstering leed, had zich op het dak van zijn
woning in de roe Saint-Antoine begeven, waar
hij de zonderlingste bewegingen maakte, zoodat
er op de straat een samenscholing van nieuws
gierigen ontstond. Eerst na een gevaarvollen