N° 5984. Donderdag 21 Augustus. A°. 1879. PRIJS DEZER COÜBAST: Voor Leiden per 8 maanden.1-10. Franco per postIA®- Afzonderlijke Nommers".05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTEHTIEN Van 16 regels1.05. Iedere regel meerB 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. Octrooien of niet? De octrooiwetten ziedaar het onderwerp van de rede, waarmee de voorzitter van de Vereeni- giug ter bevordering van fabriek- en hamlwerksnij- verheid in Nederland, dr. J. Th. Mouton, de 28ste algemeene vergadering te Tiel opende. Zoo ooit, dan mag hier sprake zijn van een quaestie, die aan de orde van den dag is en de gemoederen van alle belanghebbenden in gespannen ver pach ting houdt, en dat te meer, dewijl er in deze gewichtige zaak heel wat verschil van inzicht bestaat. Nog slechts korten tijd geleden, op het te Arn hem gehouden nijverheidscongres, verklaarde de oud-minister mr. J. Heemskerk Azn. zich èn voor zichzelf, èn met het oog op het oordeel der Haag- sche Kamer van koophandel voor het herstel van het beginsel van het octrooieeren van uitvindin gen door de wet; in boven bedoelde rede daar entegen betoogde de heer Mouton het wenschelijke der handhaving van het beginsel, krachtens het welk de octrooien in 1869 werden afgeschaft. De argumenten van voor- en tegenstanders der octrooien hier tegenover elkander te stellen 't zou bij onze beperkte ruimte een onbegonnen werk zijn en, voegen wij er bij, een overbodig werk. Die bewijsgronden toch zijn reeds zoo dik wijls te berde gebracht, dat zij het bekoorlijke der nieuwheid reeds niet meer bezitten. De be schouwingen over de octrooiwetten, gelijk dat trou wens met alle dikwijls besproken onderwerpen van den dag het geval is, leveren dan ook weinig of geen nieuwe gezichtspunten meer op. Wellicht dat wij in staat zijn er een enkel aan toe te voe gen, dat vooral in een academiestad weerklank zal vinden. Bij het bespreken der octrooien haalt men veelal hoog op van de tijden der gilden, toen het een gewoon verschijnsel was, dat vorsten aan bepaalde corporation, niet zelden tegen grof geld, de ver- gunuiug verleenden zich, met uitsluiting van ande ren, met de vervaardiging van aangewezen voor werpen bezig te houden, en men doet dat op gevaar af van voorbij te zien, dat dergelijke ver gunningen lang niet altijd gelijk waren te stel len met de tegenwoordige octrooien van uitvinding. Doch ook nog in een ander opzicht bestaat er een hemelsbreed verschil tusschen toen en thans. Zoo mag men met recht vragen, of in onze dagen van meerdere wetenschappelijke ontwikke ling en vooral van snelle en gemakkelijke verbrei ding der uitkomsten van wetenschappelijke onder zoekingen, het constateeren van een uitvinding, bet aanwijzen van den uitvinder niet uiterst moei lijk wordt. Hoeveel verschillende methoden van electrische verlichting bestaan er niet reeds naast de Jablokoff kaarsen En moet nu voor die alle op aanvrage gelijkelijk octrooi worden verleend? Op die wijze zou het bezit van een octrooi een vrij onbeteekenende zaak worden, te meer dewijl de mannen der wetenschap zich ernstig bezig houden met het zoeken naar nieuwe verbeteringen waardoor men een voldoende en tevens goedkoope electrische verlichting zal verkrijgen. Schier met eiken dag wordt dat belangrijke waagstuk een schrede nader tot zijn oplossing gebracht en einde lijk zal, dank zij zooveel volharding, de man opstaan, die ons een lichtstof zal verschaffen, be stemd om het gaslicht voorgoed op den achter grond te dringen. Nu zal men, eenmaal het octrooistelsel huldi gende, ook aan den laatste geen octrooi kunnen weigeren. De maatschappij doet haar aanspraken gelden op ziju begeerde verbetering en men mag haar die kostbare vrucht van een volhardend on derzoek niet onthouden. Intusschen begaat men een onbillijkheid tegenover hen, die het eerst de richting aangaven, waarin moest worden onder zocht, maar wier eigen octrooi na de door ande ren aangebrachte verbeteringen der uitvinding alle waarde heeft verloren. Wie is nu de uitvinder? Inderdaad, in onze dagen werpt de in alle deelen der wereld door volhardende mannen be oefende wetenschap zich te snel op elk nieuw denkbeeld om dat te verwerken en in zijn toe passing te verbeteren, dan dat men haar heilzame werking door een bekrompen octrooiwet aaD banden zou mogen leggen. Maar de wetenschap doet meer. Door het licht dat zij allerwegen verspreidt, effent zij den weg voor alle uitvindingen. Dank zij haar machtigen steun, bouwt het volgende geslacht voort op de grondslagen, door het voorgeslacht gelegd. Zonder Watt geen Stephenson, zonder Stephenson geen locomotief. Daarom verraadt het een bekrompen blik, een uitvinding toe te schrijven uitsluitend aan den persoon, die er zijn naam aan verbindt. Elke uitvinding is ten uitvloeisel van de gelei delijke ontwikkeling van den gedachtengang, ge schraagd door oen door de wetenschap verlichte omgeving. Die wetenschap nu is gemeengoed. Daarom ook belast zich de staat met de zorg voor en de be kostiging van het hooger onderwijs, waartoe alle belastingbetalenden bijdragen. Zou het nu te ver dedigen zijn, dat de staat door het verleenen van octrooien van uitvinding de vruchten van het onderwijs waut dat zijn de uitvindingen, ge lijk wij zagen, althans indirect ontegenzeglijk onttrok aan hen, die door het bekostigen van het onderwijs den weg voor die uitvindingen effen den, of dat het ten minste de verbreiding daar van belemmerde? Dat ware èn inconsequent èn onbillijk. Op grond van dat alles komen wij tot de ge volgtrekking dat de wederinvoering der octrooien ongewenscht is, eensdeels omdat men veelal in onzekerheid zal verkeeren of het octrooi wordt verleend aan hem, die er de meeste aanspraak op kan doen gelden, anderdeels omdat het verleenen van octrooien zou zijn een belemmering van ver lichting en beschaving, tot wier bevordering alle belasting betalende burgers ruimschoots bijdragen door de aanzienlijke sommen, die uit de staats kas worden verstrekt ter bekostiging van het onderwijs. Een uitvindiüg moet uit dieu hoofde dan ook veeleer worden beschouwd als gemeengoed dan als het bijzonder eigendom van hem, wien men er het vaderschap van toeschrijft. LEIDEH, 20 Augustus. De commissie van financiën heeft geen be zwaar tegen de inwilliging van het verzoek van mejuffrouw C. M. Dozy, tot het in eigendom be komen van een perceel gemeentegrond aan het St.-Jansgrachtje. Zij raadt derhalve dien grond af te staan tegen een koopprijs van f 5 per cen tiare en onder de door de commissie van fabricage voorgestelde voorwaarden. Burg. en Weth. hebben geeue bedenking tegen het verzoek van J. C. Rijk, om een zerkje te mogen leggen voor zijn huis aan den Ouden Rijn N°. 59 en zulks ter breedte van 75 centimeters, mits het gelijk met de straat worde gelegd. Zij geven mitsdien in overweging, onder die voor waarde de gevraagde vergunning te verleenen. De commissie van financiën heeft onderzocht de verantwoording van Burg. en Welh. van de inkomsten en uitgaven der gemeente dienst 1878, benevens de daarbij overgelegde rekening van den gemeente-ontvanger. Zij heeft daarop geene aan merkingen en raadt derhalve de rekening voor- loopig vast te stellen. De najaars-examens tot het verkrijgen van akten van bekwaamheid tot het geven van lager school- en huisonderwijs zullen gehouden worden op Woensdag 1 October. Zij, die een dezer examens wenschen af te leggen, behooren zich uiterlijk vóór 3 September aan te melden. Door de zorg van het departement van oorlog is in druk verkrijgbaar gesteld een rapport van groot gewicht voor het leger en niet zonder belang voor industriëelen, namelijk een „Verslag van den kapitein W. G. F. Snijders en den lsten luitenant F. W. Horstmann, omtrent hun deta cheering te Leiden, voor de vervaardiging en het onderzoek van militaire lakens, in de fabriek van de heeren Krantz en Zoon." Zal het beginsel der vrije concureutie, wordt in dit uitgebreid verslag gezegd, dat vele technische bijzonderheden be vat, in overeenstemming zijn met de regelen eener gezonde economie, dan is het zeker slechts op voorwaarde, dat bij de toepassing alle nutte- looze uitgaven worden vermedendat de Staat in de aan hem geleverde goederen niet bedrogen worde, er méér voor bet ale dan de waarde, of slechte fabrikaten ontvange tegen goeden prijs. En daar juist de aanleiding, om in deze opzichten te worden benadeeld, bij het stelsel der openbare aanbestedingen zoo lichtelijk ontstaat, vereischt een oordeelkundige uitvoering dezer wijze van aanschaffingdat er bepa ,1de eischen zijn vastge steld, waaraan de deugdelijkheid der sloffen met stiptheid zal worden getoetst; dat het onderzoek, de keuring, op voldoende wijze plaats hebbe, ora vervalschingen op te sporen, bedrog te ontmas keren, en geen andere dan alleszins bruikbare goederen te doen aannemen. De wijze waarop de keuring moet geschieden, wordt in het verslag zeer uitvoerig en bepaald aangegeven. De Staatscourant van heden deelt de kon. besluiten mede, waarbij eervol ontslag verleend wordt aan het vorige ministerie en benoemd wor den tot nieuwe ministers zij, wier namen gisteren werden medegedeeld. Een bij het departement van koloniën ont vangen telegram van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië, dd. 18 dezer, bevat de volgende tijdin gen uit AtjehDen 14den dezer is eene kolonne uit Indrapoeri over Gliëng naar Selimoen gemar cheerd. Zij werd alleen uit het gebergte door de bende van Tongkoe di Tirou (de leider der aan vallen op onzen post te Segli in April en Mei 1878j beschoten, doch ondervond in de kampongs geen tegenstand. Benige voorname hoofden, waar onder Toekoe Ajer Alang, broeder van Panglima Polim, hebben zich ouderworpen. De kolonne be trok in Selimoen een bivouac. In het gebergte van de XXVI Moekim werden vele vluchtelingen gevat en wapenen buit gemaakt. Omtrent het verongelukte stoomschip „Over- ijsel" is nader het volgende telegram ontvangen De „Overijsel" is 15 Juli op Guardafui vergaan, waarbij de derde stuurman, een matroos en drie pelgrims het leven verlorende equipage en de Europeesche passagiers zijn met het Engelsche gouvemements- LEIDSCH DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1