van belanghebbenden, dat, met ingang van Sep tember a. s., tot cadet bij de kon. milit. acade mie zullen worden benoemdVoor de infanterie hier te lande: W. L. Overduyn, H. B. Pothoff, C. Van 't Sant, W. F. Hartman, J. G. Kist, H. L. Van Hooff, H. Van Breen, C. H. Tiele- nius Kruythofi', H. S. Hordijk, jbr. G. A. A. Alting van Geusau, J. D. Enderle, J. A. L. Eoeloffs, C. H. Van Winsen, C. M. Phafl, H. Croockewit, P. A. C. Buysch, W. J. Van der Stuyt en J. C. H. Verschoor. Voor de cavalerie hier te landeE. W. baron Van der Cappellen en A. B. F. Feickens. Voor de artillerie hier te lande: A. C. M. Alewijn, J. W. Van Visvliet, J. I. Van Nahuys, V. Noest, C. E. Baud, F. De Fremery, J. C. F. Van Deventer, H. G. De Bruyne, C. Tromp, C. C. Van Altena, D. A. M. G. Planken en D. G. Van der Voort Maar schalk. Voor de genie hier te lande: J. E. Ver- brugh, J. S. Bax en P. Keese. Voor de infanterie in Oost-Indië: P. Bodetneyer, M. A. Van Hee keren, E. M. Uhlenbeck, J. Adama van Schel- tema, C. W. M. Beugel, W. Van Kooten, C. Exel, A. Kisjes, E. G. H. A. Vorsterman van Oyen, P. Methorst, J. T. F. Bloem, P. J. Wijers, J. Peelen, J. Hildering, P. W. Scheflelaar Klots, H. T. Van IJsseldijk, J. J. A. Gaade, J. L. A. De Grave en P. C. Hompe. Voor de artil lerie in Oost-Indië: J. B. Zon, A. A. Hosang, L. De Vries, C. C. Le Grand, C. W. E. Happé, G. C. E. Van Daalen, C. Nijenhuis, H. A. Van der Ven en C. Wafelbakker. Voor de genie in Oost-IndiëH. W. Fischer, W. E. De Greve, G. F. Steinbuch, A. C. Burgdorfl'er, L. J. E. Geene en F. C. Proper. De cadetten, bestemd voor den dienst bier te lande, moeten zich op Woens dag 3 Sept., en zij die bestemd zijn voor den dienst in Oost-Indië, op Donderdag 4 Sept. e. k. des voormiddags vóór tien uren aan het gebouw der academie te Breda bevinden. Te Voorschoten, met een bevolking van 2200 zielen, heeft sedert 25 Mei geen sterfgeval plaats gehad, terwijl het geheele aantal sterfgevallen tot heden dit jaar bedraagt 17, tegen 52 geboorten. In Den Haag zal de eerste viering van den geboortedag van 's Konings gade in haar nieuw vaderland morgen door het uitsteken van vlaggen in herinnering worden gebracht. Bij de Tweede Kamer is ingekomen eene memorie van beantwoording omtrent het wets ontwerp houdende bepalingen omtrent de uit gifte van schatkistpromessen. Het komt den minister onraadzaam voor de bevoegdheid tot uitgifte van schatkistbiljetten volgens de wet van 1870 te doen vervallen. Het stoomschip „Prins Hendrik", van Am sterdam naar Batavia, is gisteren te Napels aan gekomen en weder vertrokkende „P. Caland" vertrok Woensdag van Nieuw-Tork naar Botter dam de „Maas", van Nieuw-York naar Botterdam, passeerde gistervoormiddag bij Lezardde „Gel derland", van Botterdam naar Batavia, is gisteren te Southampton aangekomen. Gemengd Nieuws. Op een stuk bouwland te Nieuwveen is een massief gouden penning gevonden, welke nog vrij onbeschadigd was. Bij onderzoek is ge bleken dat ze een Engelsche munt is, een gouden Angelot van Hendrik VIII (15091547). Het munt- en penningkabinet te Leiden bezit er twee exemplaren van. Gedurende de maand Juli zijn door de Nederlandsche Eijnspoorwegmaatschappij met den stoomtram van Den Haag naar Scheveningen en terug vervoerd: in de eerste week 12,835, in de tweede 19,565, in de derde 23,965 en in de vierde 37,325 personen, te zamen 93,690 pas sagiers. De hooge raad heeft hedenmiddag arrest gewezen ten aanzien van het bekende cas satieberoep, ingesteld door A. I. De Jongh uit Botterdam, tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het arrest van het gerechtshof werd vernietigd en de zaak verwezen naar het ge rechtshof te Amsterdam. Gisternacht is de kantoorlooper II., van een der cargadoorskantoren aan de Scheep makershaven te Botterdam, na het sluiten van het kantoor, van de vrij hooge trap gevallen, zoodat hij met het hoofd in het steenen portaal terecht kwam en aldaar liggen bleef, in welken toestand hij te kwart voor eenen door surveilleerende agen ten van politie badende in zijn bloed, dat uit eene belangrijke hoofdwonde had gestroomd, werd gevonden. De toen zoo spoedig mogelijk verstrekte heelkundige hulp mocht niet baten, daar het bleek dat H. reeds overleden was. De ongelukkige was niet gehuwd. De gisteren vermelde diefstalin den winkel van den goud- en zilverkasthouder Van Loon aan de Gedempte Botersloot, hoek Kipstraat, te Botterdam is zeer belangrijk en beslaat volgens het Eott. Nwbl. uit de volgende voorwerpen: diamanten oorbellen, knopjes, brillanten knopjes, diamanten en brillanten broches, diamanten medail lons, matgouden medaillons met diamant, zwarte onyx medaillons met diamant, diamanten en bril lanten ringen, brillanten riBgen met andere edel gesteenten, als safier, robijn, en andere matgou den parures, gouden parures met camée, gouden fantaisie-ringen, matgouden medaillons, waaronder met amathyst camées etc., een partij gouden heeren medaillons, gouden Eugenies, ter gezamenlijke waarde vau ongeveer f 100,000. Men heeft zich door het luik in het trottoir toegang tot den kelder ver schaft. In den kelder zijnde heeft men een zolde ring moeten doorzagen en vervolgens twee plinten van de winkelkast moeten verbreken om in den winkel te komen, waar de gestolen voorwerpen in kasten, waarop de sleutels staken, geborgen waren. De ledige étuis beeft men in den winkel achtergelaten. De politie doet al het mogelijke om de daders op te sporen en noodigt iedereen uit tot het geven van inlichtingen, die tot de ontdekking van de daders zouden kunnen leiden, zijnde voor de terugbrenging der gestolen voor werpen eene aanzienlijke premie uitgeloofd. Daar de diefstal is gepleegd in de onmiddellijke nabij heid van het hoofdbureel van politie, in het hartje van de stad en van het verkeer, draagt hij een zeer ernstig karakter. De N. E. Crt. zegt dat de daders het zoo voorzichtig hebben aangelegd, dat eerst 's ochtends bij het openen der afsluitingen van de ramen iets van den diefstal kon worden ontdekt. Als een be wijs dat zij met de localiteit goed bekend en dus op alle moeilijkheden verdacht zijn geweest, vond men in het kelderruim en de overige door hen be zochte ruimte eenige verschillende soorten van zaagjes (nieuwe Engelsche van vreemd model) en boren. Zelfs zijn zij zoo voorzichtig geweest, dat zij eenige groote kristallen vazen en andere voor werpen, die in de kasten stonden, op de tafels hebben gezet, vermoedelijk uit vrees dat die din gen konden omvallen en daardoor geraas zouden veroorzaken. Een opmerkelijk feit is, dat een der door hen gemaakte openingen zoo nauw is, dat slechts iemand van eenigszins tengere gestalte, en dan toch nog alleen met moeite, er doorbeen kon. Aan het Vaderland wordt gemeld, dat het schijnt, dat toen de dieven aan het werk waren, een vigilante voor of op zijde van den winkel heeft stilgehouden en dat terwijl een paar der schuldigen vóór het rijtuig aan de zijde van het politiebureel de wacht hielden, anderen het luik van den kelder hebben weten te openen, enz. Daags te voren hadden vreemde personen het maga zijn bezocht en verschillende juweelen ringen ge past. Men beweert dat die personen bijzonder naar het een of ander odeur roken en dat die zelfde lucht in den kelder en aan de werktuigen is op gemerkt. Dat deze inbraak het onderwerp van schier alle gesprekken uitmaakt, behoeft niet ge zegd te worden. Naast en boven het bestolen magazijn sliepen verschillende personen. Winkel en magazijn worden niet bewoond. De heer Van Loon woont in een ander gedeelte der stad en zijn zoon woont in een huis naast het winkelhuis. Des avonds werd natuurlijk alles zeer zorgvuldig gesloten. Tot goed verstand der zaak, meldt het U. D., dat het kelderluik, dat men heeft weten open te krijgen, een plat luik in het trottoir is, een luik waarover dus wordt geloopen. Bij gevolg kon dit luik niet open blijven staan en moet de onderneming, om dit luik te openen, er door naar beneden te gaan, het dicht te doen, maar vooral om er, beladen met den rijken buit, uit te voorschijn te komen, als een der stoutmoe digste op dievengebied worden beschouwd. Maar voor de politie is deze diefstal iets dat, zooals men onlangs in den raad zeide, „naar een klap in het gezicht" lijkt. Toen de diefstal 's morgens bekend werd, was men aan het hoofdbureel, 70 stappen van de plaats des misdrijfs, letterlijk zonder eenige aanwijzing. De politie heeft onmiddellijk getracht uit te vorschen of een rijtuig uit Bot terdam 's nachts aldaar tusschen halftwee en half- drie gereden heeft. Op dit oogenblik is dit echter nog niet zeker. De heer Van Loon heeft f 3000 uitgeloofd voor de aanhouding der dieven en onmiddellijk naar alle oorden bericht gezonden, opdat de gestolen voorwerpen niet aan den man kunpen worden gebracht. Groot is echter de vrees dat de schur ken de edelgesteenten uit de gouden voorwerpen zullen breken en deze kostbare steenen afzon derlijk zullen te gelde maken. Daartegen is weinig te doen. De eerste prijs van de Haarlemsche paardenlotcrij, een landauer, bespannen met twee schimmel ruinpaarden, is gevallen op het nummer in bezit van drie kaaskoopersknechts te Alkmaar. Men waarschuwt tegen een zooge naamde aardigheid, die te Amsterdam door een vluggen Franschman geëxploiteerd wordt. Deze verkoopt fleschjes vocht, om inkt weg te maken, die een waarde van enkele centen bezitten, voor f 1, en geeft op den koop toe reepjes van een stof die, met water gemengd, vuur geven. De „inktwegmaker" is een met zoutzuur aangemengde verdunde chloorkalk-oplossing; de „vuurmakers11 bestaan uit natiiummetaal en kunnen in handen van kinderen of onbedreven personen aanleiding tot brand, ontploffingen en brandwonden geven. Daar de man misschien het voornemen heeft ook andere steden des lands met een bezoek te ver eeren, wordt er bij voorbaat de aandacht op ge vestigd. De Amst. Crt. verneemt dat Kerdijk, op wiens eenige malen herhaald verzoek om invrij heidstelling afwijzend is beschikt, uitgeleverd zal worden znodra voldaan zal zijn aan de laatste formaliteiten, welke in acht zijn te nemen. Zijn advocaten hebben nl. afgezien van hun voornemen om bij bet hof van cassatie in beroep te komen van het advies van het hof van appèl. Het lijk van den hulpbesteller van het rijkstelegraafkantoor te Delft, H. J. V., is gistermorgen vroeg opgehaald uit de vaart te Wateringen op ongeveer dertig passen afstands van het huis waar hij Zondag-avond het telegram had afgegeven. De ongelukkige jonkman, die naar men verneemt aan kortzichtigheid leed, is dus hoogst waarschijnlijk door de duisternis misleid in het water geloopen zonder dat het door iemand in het nachtelijk uur werd opgemerkt. Hij was onge huwd en 29 jaar oud. Uit Ingen wordt gemeld: In het pand, bewoond door zekeren v. D., te Lienden, ontstond binnen een tijdsverloop van acht dagen 10- a 12-maal brand; nu eens in een belen dend schuurtje, dan weer in het kippenhok, van daag op den zolder, morgen onder de bedstede doch telkens werd de brand spoedig gebiuscht. De oorzaak van den brand was nooit te ontdekken. De politie houdt nacht en dag een wakend oog. De bewoner heeft het nogal bouwvallig perceel in huur, en zijn inboedel is, naar men zegt, vrij hoog tegen brandschade verzekerd. Het meisje, dat Zaterdag-nacht te Utrecht door haar gewezen minnaar is mishandeld, heeft reeds Woensdag het ziekenhuis weer kunnen verlaten. Omtrent den eergisteren vermelden diefstal wordt thans nader gemeld dat deze Dinsdag nacht op het buitentje van den heer S. te Baarn, die zich tijdelijk te Zandvoort bevindt en zijne woning gesloten had, plaats had en wel onder de volgende merkwaardige omstandigheden. Door onder het kelderraam te graven en eenige ijzeren staven door te breken, zijn de inbrekers eerst in den kelder gekomen, waar zij zich aan den voorhanden wijn daDig te goed hebben gedaan. Van daar zijn zij in de keuken aangeland, waar de een den in vloed van den wijn derwijze begon te gevoelen, dat hij al spoedig languit op den grond viel en bleef liggen. De ander is, gewapend met een koe voet, verder gaan zoeken en kwam weldra voor eene gesloten deur, die hij met veel moeite van onderen oplichtte. Nu wilde echter het geval, dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2