Zaterdag 12 Juli.
N°. 5951.
A*. 1879.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COUBAAT:
Voor Leidea p«r 8 mttudon......El(k
Friooo ftt port.'-*0*
AüonilorUJIw Nommera;n0-05.
Deze Courant wordt dagelijks, met tnteonderag
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES i
Vtt 1—8 rejeU1.0».
led.ra regel meer.....<117^.
Groeier, lellen uer ptuisroimU.
STADS-DERICHTEN.
De Bargemeeater, hoofd van het Geraeentebeatnur van Leiden,
doet te weten dat aan den ontvanger der directe belastingen
alhier is ter hand gesteld het op den lOden Jali invorderbaar
verklaard kohier van het patentrecht van de wijken 1, II en III
over het dienstjaar 1879/80, zijnde een ieder verplicht zijnen aanslag
op den bij do Wet bepaalden voet te voldoen.
Leiden, De Bargemeester voornoemd,
11 Juli 1879. V. d. BRAN DELER.
Een belangwekkende tentoonstelling.
Ia een der talrijke opstellen over de wereld
tentoonstelling te Parijs, die het vorige jaar in
het Handelsblad verschenen, van de hand van
den heer Henri Havard, zegt die kundige en
onderhoudende schrijver, die door zijn geschriften
zooveel beeft bijgedragen om ons land in den
vreemde jnister te doen beoordeelen, sprekende
van het voortreffelijke Pransche behangselpapier,
o. a. het volgende: „Maar wat, veel meer dan
al die mechanische volmaaktheid, kunstenaars en
hen, die hun werk maken van kunst, toegepast
op nijverheid, treft, is de merkwaardig breede
opvatting, de strenge nauwkeurigheid, de uitne
mende eigenschappen, die men in al de teeke-
ningeu aantreft, zelfs in die van goedkoop papier,
welke onder de eenvoudigste kunnen gerekend
worden. Om het geheim dezer grootere bekwaam
heid te doorgronden, moet men niet bloot «en
blik slaan op de vitrines der fabrikanten van
behangselpapier; het is beter een onder
zoek in te stellen bij de tentoonstel
ling van de scholen der stad Parijs.
Dan zult ge onder de cartons der leerlingen
prachtige teekeningen aantreffen, door eenvoudige
kinderen vervaardigd, bloemen, met een bewon
derenswaardige maestria uit de hand geteekend
lofwerk, gegroepeerd, uitgelegd, vereenvoudigd,
tot zijn decoratieve lijnen teruggebracht, met
bijzondere kennisteekeningen voor een plan van
versiering, met bepaalde vormen, met groote
massa's schaduw en licht. En deze teekeningen
zouden veel verklaren. Zij zouden ons openbaren,
waar de meesten dier eenvoudige vervaardigers
van behangselpapier oog en hand oefenen, waar
hun brein stoffeerendan valt hun grootere be
kwaamheid licht te vatten, want als zij de kunst
nijverheid gaan uitoefenen, zijn zij reeds ware
kunstenaars."
Die veelbeteekenende woorden kwamen ons voor
den geest, toen wij kennis namen van een plan,
dat dezer dagen tot uitvoering werd gebracht
door het bestuur van het Museum van Kunst
nijverheid te Haarlem, dat, zooals men weet,
door de Maatschappij van Nijverheid aldaar werd
in het leven geroepen bij gelegenheid der viering
van haar eeuwfeest in 1877 het plan nl. om
naast den wedstrijd van kunstnijverheid, in Gel
derlands hoofdstad te houden tijdens de nijver
heidstentoonstelling aldaar, tevens een tentoonstel
ling te organiseeren van proeven van het teeken-
onderwijs in Nederland.
Verblijdend inderdaad mag een der voornaamste
beweegredenen heeten, die er de commissie ad
hoe toe leidde aan dat prijzenswaardige voorne
men uitvoering te geven. Zij had nl. opgemerkt,
dat niet overal in ons land het teekenonderwijs
zoozeer ten achteren is als wel eens werd beweerd.
Onder de inrichtingen, die daarvan het gelukkig
bewijs leverden, noemt zij o. a. de openbare tus-
schenschool van den heer Enderlé te Utrecht.
Van hoe groot belang het is voor de bevorde
ring van goed teekenonderwijs, dat op de werk
stukken, vervaardigd aan inrichtingen, die in dat
opzicht boven andere uitmunten, de aandacht
wordt gevestigd, zal wel geen nader betoog ver-
eischen. In de eerste plaats vinden de hoofden
van die inrichtingen daarin een erkenning van
hun verdienstelijke pogingen en dus een spoor
slag om voort te gaan op den ingeslagen weg.
Ten tweede zullen de bestuurders van andere
leerinstellingen, die zich tot dusver, wat het tee-
onderwijs betreft, minder gunstig onderscheidden,
door die goede voorbeelden van elders op de bij
hen bestSande leemte worden opmerkzaam ge
maakt, die zij dan zeker in het belang van hun in
richtingen zullen, trachten aan te vulleu.
Langs dien weg, erkenning van verdienste en
opwekking tot navolging, zal meer samenwerking
in het leven worden geroepen en zal het teeken
onderwijs in ons geheele land eerlang een tot
dusver ongekende hoogte bereiken, zeer ten voor-
deele in de eerste plaats der bij ons nog zoo achter
lijke kunstnijverheid.
Het lag dan ook geheel op den weg van het
Museum van Kunstnijverheid te Haarlem het ini
tiatief tot zulk een eenvoudige, maar veelbetee
kenende tentoonstelling te Demen, en dat juist
mag ongetwijfeld worden beschouwd als een waar
borg dat het doel, met die expositie beoogd, zal
worden bereikt. Aan deelneming heeft het trouwens
niet ontbroken; de zaak vond zooveel bijval, dat
de beschikbare ruimte schier te klein was.
Eerst dan echter zal de tentoonstelling der
proeven van teekenwerk uitstekende vruchten dra
gen, waarneer men zich niet bepaalt tot het toe
kennen van bekroningen, maar ook, waar dat noo-
dig mocht zijn, die enkele leerlingen, welke men
dat waardig acht, daadwerkelijk te hulp komt om
de goede verwachtingen, waartoe zij grond geven,
te verwezenlijken. Immers om tot de boven
aangehaalde woorden van den heer Havard terug
te keeren om te weten te komen, welke leer
lingen op het gebied van kunst en kunstnijver
heid voor de toekomst iets goeds beloven, moet
men een onderzoek instellen op de tentoonstelling
der scholen.
Enkele leerlingen, zeiden wij, en met opzet,
want het getal dergenen, die blijk geven van een
genialen aanleg, zal betrekkelijk steeds gering
zijnmaar daardoor wordt dan ook de kans des
te grooter om hen, waar dat pas geeft, tegemoet
te komen.
In een klein land als het onze hebben wij waar
lijk alle reden om het bezit van die weinigen,
wier aanleg een schoone toekomst belooft, op prijs
te stellen. MaDnen van talent zijn zeldzaam ook
bij een groote natie; hoeveel te meer dan bij een
klein volk als het onze. Toch mag men als zeker
aannemen, dat in elk land menig genie verloren
gaat, omdat het niet wordt opgemerkt en geen
gelegenheid heeft zich te ontwikkelen.
Reden te meer voorzeker om een zoo schoone
kans als thans door de tentoonstelling der proe
ven van teekenwerk wordt aangeboden om op te
merken wat iets goeds voor de toekomst belooft,
niet ongebruikt te laten voorbijgaan.
LEIDEN, 11 Juli.
Heden zijn aan de hoogeschool alhier bevorderd
tot doctoren in de rechtswetenschap de heer G.
Kortenbout van der Sluys, geb. te Vollenhove,
met academisch proefschrift, get.„Aanteekenin-
gen op art. 1685 van het Burgerlijk Wetboek",
en de heer A. Ellerman, geb. te Rotterdam, met
academisch proefschrift, get.„Locus regit actum".
Wij vernemen met genoegen dat het hoofdbe
stuur der Hollandsche Maatschappij van landbouw,
op voordracht van het bestuur harer afdeeling
Leiden en omstreken, aan mejuffrouw G. D. M.
Yan 't Haaff alhier, voor het behalen der aan-
teekening in de landbouwkunde, de gouden medaille
der Maatschappij of f 50 met een diploma heeft
toegekend.
Voor het feest, dat de Yereeniging tot be
vordering van geregeld schoolbezoek eeDigen leerlin
gen der lagere scholen die daarvoor in aanmerking
komen, wenscht te verschaffen, is van eenige hee-
ren officieren der dd. schutterij een bijdrage van
f 7.80 ontvangen. Moge dit voorbeeld, evenals
de andere reeds geschonken giften, nog door vele
gevolgd worlen.
Onder de geschenken, die blijkens het rap
port in de Staatscourant over den toestand van
het Ned. moseum voor geschiedenis en kunst,
gedurende het jaar 1878, aan hel museum werden
gedaan, behooren o. a. een fragment van een beeldje
in pijpaarde, voorstellende een genius, een draag
baar orgel bespelend, uit de 16de eeuw, onder aan
gevoerde aarde bij den aanleg van den spoorweg
LeidenWoerden door den heer C. H. Dee alhier
gevonden, en van den heer J. Earncombe Sanders
te Breda eene groene flesch waarop gegraveerd,
rondom den buik„Gaep terwijl men U pap bied".
Onder den bodem der flesch
„Die achtloos zijn getij verslaept,
„Op 't pap voorhouden niet en gaapt,
„Goën aangeboden dienst versmaad,
„Daar vaak om wenscht als 't is te laat".
Willem van Heemskerk, ae 70 A° 1683Leiden.
Deze flesch is hoog 0.27, middellijn 0.17 meter.
Niettegenstaande het weder nog niet al te
gunstig is, zal menigeen toch wel een bezoek aan
de tentoonstelling te Arnhem en daardoor ook
te gelijk aan die gemeente zelve willen brengen.
Voor velen echter is in gewone omstandigheden
de gelegenheid om van de schoone en zoo geroemde
omstreken van Gelderlands hoofdstad zoo niet ge
heel, dan toch gedeeltelijk met eigen oogen te
genieten, wel wat kostbaar. De Nederlandsche
Rijnspoorweg-Maatschappij biedt daartoe echter
thans een bijzondere gelegenheid aan. Ze zal na
melijk Dinsdag a. s. een goedkoopen trein laten
loopen van Leiden, Alfen en Bodegraven. Het ver
trek van hier is bepaald op 's morgens te zeven
uren, en de terugkomst 's avonds te kwart voor
twaalven. Een retonrbiljet derde klasse kost van
hier f 1.10. Zooals uit achterstaande advertentie
blijkt geven de biljetten nadere bijzonderheden aan-
Gisteren bezocht prins Ario Gondosiwoyo.
met zijn zoon de kon. Nederl. fabriek van de
heeren Van Kempen te Voorschoten en be
toonde groote belangstelling in de vervaardiging
van edele metalen op zoo groote schaal. Hij gaf
zijne bijzondere ingenomenheid te kennen, in de
gelegenheid te zijn, de ook in Indië beroemde
fabriek te bezichtigen, waar het standbeeld van
Jan Pieterszoon Koen vervaardigd is, en waaruit
ook zijn vader zoo menig product van Nederlandsche
kunstnijverheid reeds heeft ontvangen.
De verkiezing van vijf directeuren van de
Maatschappij van Nijverheid in de plaats van de
heeren prof. E. H. Von Baumhaner, J. W. L-
Van Oordt, F. A. T. Delprat, mr. C. J. Sickesa
en D. A. Thieme (de 8 eersten treden af, de vierde
heeft bedankt, de vijfde is overleden) had tot uit
slag, dat gekozen zijn de heeren J. F. W. Conrad,
hoofd-ingenieur van den waterstaat te Haarlem,
P. Smidt van Gelder te Amsterdam, jbr. F. Bac-