DAGBLAD. Woensdag 9 Juli. X°. 5948. A0. 1879. „Aan de groote klok hangen." LEIDSCH PRIJS DEZER COURUSTt Voor Leiden per 8 maanden.l.KK FraDvo per post.1.4Ö. AlzeudeiGjke Nommers 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met nitzondering ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven. F RUS DER ADYEBTEHTXEUl Van 1S regel*..LO». Iedere regel meer...............,.......' 0.17%. Grootnre lettere Diar ptuuroimte. (Ingezonden.) „Spreekwoorden zijn de wijsheid der natiën", zeide Baconen stellig is geen spreekwoord zoo toepasselijk op onze natie als het bovenstaande. Men hangt in Nederland alles aan de „groote klok"en als er geene groote klokken meer zijn, aan de kleine klokjes. Men heeft van dit Boeddhistische-godsdienst-muziekin- strumer.t eene plaag gemaakt voor gansch de wereld. Niet alléén dat men de openbare uurwerken met klok kenspellen voorzien heeft, die een geheel jaar lang denzelfden vervelenden dreun tjingelen, waarvan boven dien, door de hoogte waarop zij geplaatst zijn, de halve tonen wegvallen, en de melodie dus geheel ver minkt wordt; neen! ook alle kerken zijn met klok ken behangen geworden, en bimbammen op kerkelijke feestdagen tot vervelens toe hun eentonig geklep, niet bedenkende dat zij zich daardoor prostitueeren, even als eene vrouw die zich opzichtig gedraagt. „Die Frauen sollen sein wie die Kirchen sohehr [und rein Und wiederum nicht wie die Kirchen sie sollen [nicht mit allen Glocken zur Anbetung einladen" zeide eens een Duitsch dichter; en het klokgelui op Zon- en andere feestdagen heeft op mij altijd den indruk gemaakt van het slaan op de Turksche trom voor eene kermistent door den bontgejakten hans worst die de „Burgers, Boeren en Buitenlui" met alle geweld noodigt binnen te treden. Die naar de Kerk wil, behoeft niet er heen gelokt te worden door een heidensch klokgelui, evenmin als dat zij die naar Opera, Concert of Komedie gaan willen noodig vinden dat dit door klokgelui worde aangekondigd. In Haarlem is men dan ook reeds zoo verstandig geworden het aangaan der kerken niet meer door klokgebimmel aan te kondigenalhoewel men daar toch nog altijd des avonds een half uur lang verveeld wordt door het gezanik der zoogenaamde „damiaatjes," die men, daar de echte toch reeds lang verdwenen zijn, gerust in den tinkroes wer pen konde. Het grootste en hinderlijkste misbruik echter dat van de klokken hier te lande gemaakt wordt, is dat bij gelegenheid van „Brand", waarbij men degeheele burgerij eener stad gedurende een uur uit hare nacht rust stoort door het kleppen der zoogenaamde brand klok. En niet alléén voor één uur néén! voor zenuwachtige menschen of voor zieken is dat „akelige brandgelui" eene stoornis voor de geheele verdere nacht rust. Het excuus, dat men daarmede de schutterij moet wekken, is géén excuus. Het is onbillijk dat, zooals in Leiden, eene bevolking van in de 40,000 inwoners wakker geschrikt worde ten behoeve van één piket dienstdoende schutterij. Er was een tijd, in mijne jeugd, dat een brand binnen Leiden zulk eene zeldzaamheid was, dat den enkelen keer (als ik mij wel herinner, eens in de twee of drie jaar) dat een brand plaats had, het wel de moeite waard was, om er eens zijne nacht rust aan op te offeren. Maar sinds onze vaderstad het voorbeeld van „groote steden" volgen gaat, en er thans tusschen de 12 en 18 branden 's jaars plaats hebben, dient zij ook ten opzichte der brand- blussching het voorbeeld dier groote steden te vol gen, en dus: 1°. eene vaste brandweer op te richten, en 2°. de schutterij te ontheffen van de verplichting der brandwacht, en die aan het garnizoen op te dragen. Eene vaste brandweer is allernoodzakelijkst; want gewoonlijk verschijnt de stoombrandspuit eerst als de brand reeds half gedaan is. Want voordat de paarden uit hunne stallen gehaald zijn, stoom opgemaakt, de brandmanschap opgezeten en de spuit ter plaatse is, verloopt meer dan een half uur, een verlies van tijd dat de vlammen meesterlijk weten te gebruiken. Door eene vaste brandweer zoude de kwaadwillige brandstichting grootendeels gefnuikt worden. Thans komt de brandweer gewoonlijk zóó laat, dat zij zich er alleen toe bepalen kan den voortgang van den brand te stuiten, zoodat de sporen van het misdrijf (bijaldien het mocht gepleegd zijn) onherroepelijk uit gevaagd zijn. De kwaadwillige kan zich dus hierop verlaten, en dit vergemakkelijkt zijn opzet. Stonden de spuiten geladen en bemand op hunne posten, zoo zoude de brand wezenlijk kunnen „gebluscht" worden, eer nog de oorzaak van den brand mede ver brand was. In de tweede plaats is het onbillijk de burgers die schutterplichtig zijn, na hun vermoeiend dagwerk nog te dwingen den geheelen nacht te staan schilderen in eene brandstraat zonder dat zij daarom ont heven worden van de verplichting den volgenden dag weder aan hun dagwerk te gaan. Voor zulke diensten zijn militairen de aangewezen wacht, opdat zij ten minste iets retourneeren voor de zware opofferingen die de burgerij zich moet laten welgevallen om eene kostbare legermacht te onderhouden. Deze zouden die wacht ook veel sneller, beter en doelmatiger vervui ler, daar zij bijeen gehuisvest zijn, niet eerst naar hunne uniform behoeven te zoeken en van vrouw en kroost afscheid te nemen. Hiermede zou dan het „brandklokgelui" kunnen afgeschaft worden. Het is vroeger reeds bewezen, dat de torenwachter nog nooit het eersteen brand ont dekt heeft, en een zeer aanprijzenswaardig voorstel tot invoering van electrische brandsignalen is reeds vroeger in deze courant gedaan. Een signaal naar de kazerne zoude in veel korter tijd dan dit nu bij de „klokkenluiders" het geval is, een piket wachtsoldaten naar de plaats des onheils brengen de brandweer die op hare posten staat, kan ook on middellijk verschijnen, en zoo wordt het gevaar voor uitbreiding verminderd, en de ramp spoediger gekeerd, zonder dat het noodig is een veertigduizendtal vreed zame burgers van hunne welverdiende nachtrust te berooven. Een brand gaat slechts hun aan die er bij betrok ken zijn: dus hem bij wien de brand woedt, en hun die den brand blusschen moeten, benevens de onmid dellijke buren. Deze laatsten hebben geen brandklok noodighet geratel der spuiten, de vuurgloed en het schreeuwen op straat zullen hen eerder wekken dan de brandklok, waaronder velen hunner ongestoord door slapen. Een electrisch signaal wekt de brandweer, de politie en het garnizoen, en zoo zal men er ook ein delijk toe kunnen geraken dat niet elk brandje „aan de groote klok gehangen" behoeft te worden en dui zenden wien de brand niets aangaat wakker te kleppen. Ik merk op dat ik gceoe „oratio pro domo" hoad, daar ik de jaren van schatter- en brandweerdienst reeds lang te boven ben. LEIDEN, Juli. Door de geneeskundige staatscommissie alhier is heden het getuigschrift uitgereikt aan den heer M. Van de Stempel, doctorandus, en daarmede de zitting gesloten. De faculteit van rechtsgeleerdheid aan de Leidsche hoogeschool heeft de ingezonden prijs verhandeling „over de verschillende wijzen waarop naar het Romeinsche en het hedeudaagsche recht bezit door derden verkregen en verloren wordt" met goud bekroond. Bij opening van het naam briefje bleek schrijver te zijn de heer H. L. Drucker, candidaat in de rechten te Leiden. Niet onopgemerkt mag blijven, dat dit binnen weinig jaren de derde jongeling uit Voorschoten is, wiens antwoord met goud of zilver bekroond werd. Allen genoten hunne eerste opleiding aan de openbare lagere school aldaar en waren later leerlingen van de hoogere burgerschool te Leiden. Het eerste gedeelte van liet notarieel examen is met gunstig gevolg afgelegd door den heer J. C. Van Bergeyk te Leiden. De 1ste luit. J. M. Brants, van de zesde afdeeling vesting-artillerie te Helder, is overge plaatst naar het 2de reg. veld-artillerie en inge deeld bij een der batterijen te Leiden. Uit het hedenmiddag ontvangen verslag van den toestand der gemeente over 1878 blijkt, dat de werkelijke bevolking op 31 December 11. be stond uit 19,528 mannelijke en 21,712 vrouwe lijke, te zamen 41,241 personen, daar gedurende den loop van het jaar de bevolking eene vermeer dering onderging van 118 m. en 146 vr., te zamen 264 personen. Onder het totaal der bevolking zijn ook begrepen 334 m. en 46 vr. behoorende tot de landmacht. Het getal geborenen, levende, be droeg 741 van het mannelijk en 725 van het vrouwe lijk geslacht, samen 1466 en dat der levenloos aan- gegevenen samen 78. De sterfte in de gemeente, zonder levenloos aangegeven, na aftrek van de elders woonplaats hebbenden (91) en met inbegrip van de alhier woonachtigen in andere gemeenten overleden (21) bedroeg 561 m. en 556 vr., samen 1117. Er werden 333 huwelijken gesloten. Het getal overledenen in het academisch ziekenhuis bedroeg 147, waarvan er 77 woonachtig waren in andere gemeenten. De verdeeling der bevolking naar de onder scheidene godsdienstige gezindten (wettige be volking) is als volgt: Ned. Hervormden 12,818 m. en 13,842 vr., samen 26,660Fransche of Waalsche Hervormden 412 m. en 432 vr. :844; Evang. Lutherschen 484 m. en 502 vr.: 986; Hersteld Evang. Luth. 8 m. en 18 vr.26; Doopsgezinden of Mennonieten 108 m. en 129 vr.237Remonstranten 95 m. en 136 v. 231Christelijk afgescheidenen 599 m. en 606 vr.1205; Roomsch-Katholieken 4719 m. en 5716 vr.10435; oud-Roomschen of van de bis schoppelijke clerezy 20 m. en 36 vr.56Neder- duitsche Israëlieten 236 m. en 281 vr.517; tot geene der genoemde en nog acht andere ge zindten die hier geen vertegenwoordigers tellen be- hooren 29 m. en 15 vr., samen 44. - De verkiezing voor de Tweede Kamer door het overlijden van jhr. J. L. Cremer Van den Berch van Heemstede, in het hoofdkiesdistrict Leiden zal plaats hebben op Dinsdag 29 Juli. e. k. en zoo herstemming noodzakelijk is, zal die ge schieden op Dinsdag 12 Augustus daaraanvolgende. De kiesvereeniging te Woubrngge heeft als caudidaten gesteld voor de verkiezing van drie raadsleden, op den 15den Juli e. k., de aftredende leden, de heerenW. Den Hertog, P. De Ridder en M. Kroes. In het verkeer met Frankrijk kan i* het ver volg mede gebruik worden gemaakt van brief kaarten met betaald antwoord. Het port van een vooraf betaald antwoord is hetzelfde als dat van de briefkaart zelve, namelijk 5 cent. Met den lsten October e. k. zullen bij het departement van oorlog, na vergelijkend examen, één of twee tweede klerken worden aangesteld op eene jaarwedde van f 400. Het examen zal plaats hebben in September. De aanvragen tot toelating daartoe behooren door de ouders of voogden van de adspiranten bij op zegel gesteld request uiter lijk op den 6den September bij bet. departement- van oorlog zijn ingediend en moeten vergezeld zijn van de noodige bewijsstukken. Uit Nenwied is gisteravond de tijding ont vangen dat prinses Vou Wied voorspoedig is be vallen van eene dochter, die evenwel kort na de geboorte overleed. De prinses bevindt zich, volgens heden nader ontvangen bericht, redelijk wel. Voor de tentoonstelling van pluimgedierte, die 13, 14 en 15 September op het terrein van het zoölogisch genootschap 's-Ilage zal gebonden worden, en waarbij S gouden, 15 verguld zilvereD,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1