Het netto cijfer der te Botterdam inge
zamelde gelden voor de tweede expeditie naar bet
Noorden bedraagt f 1020, die aan het hoofdbe
stuur te 's-Hage zijn overgemaakt.
Het Staatsblad n'. 107 bevat het kon. besluit
van den lsten Juni 1879, tot wijziging van re
glement III, zijnde het reglement van orde en dis
cipline voor de advocaten en procureurs, vastge
steld bij koninklijk besluit van 14 September
1838, alsmede tot intrekking van het kon. besluit
van 12 September 1839, benevens van bepalin
gen van de kon. besluiten van 8 April 1839 en
van 7 April 1842.
De groothertogin van Saksen Weimar
Eisenach, prinses Sophia der Nederlanden, heeft het
eere-lidmaatschap der vereeniging „Arbeid adelt",
Baar namens de algemeene vergadering aangeboden,
aanvaard.
Wijlen jhr. mr. P. B. J. Vegelin van
Claerbergen heeft aan de weduwen- en weezen-
beurs voor onderwijzers in Friesland 1000 ver
maakt, vrij van successierechten.
De heer Vorsterman van Oyen te Maastricht,
bekend wegens zijne nasporingen op het gebied
der geslachtswapenkunde, zal, naar men verneemt,
worden werkzaam gesteld aan de bibliotheek van
het departement vau oorlog.
Het 17de Noord- en Zuid-Nederlandsch
aal- en letterkundig congres zal naar men ver
neemt dit jaar te Mechelen worden gehouden van
24 tot 27 Augustus.
Ook het Delftsche studentencorps heeft voor
den tijd van zes weken den rouw aangenomen
wegens het overlijden van den Prins van Oranje.
Aan de Provinciale Staten van Zuid-Holland
zijn toegezonden de onderwerpen ter behandeling
in de zomervergadering der Staten van 1879, zoo
mede de ontwerpen provinciale begrootingen voor
het dienstjaar 1880. De begrooting der kosten
van het provinciaal bestuur voor zooveel het
rijksbestuur is, wordt in ontvangst en uit
gaaf geraamd op een bedrag van f 76,790.
Op die begrooting zijn o. a. wederom gebracht
het subsidie van f 150 aan de nijverheidsafdee-
ling Noordwijk ten behoeve van de ambachts-
teekenschool aldaar; van 100 aan de Nutsaf-
deeling Alfen-Oudshoorn ten behoeve van de
ambachtsschool te Aarlanderveenvan f 1000
aan het genootschap Mathesis Sientiarum Geni-
trix te Leiden', van 500 ten behoeve der
Kweekschool van bewaarschoolonderwijzeressen al
daar. Onder de verdere bij de vergadering
ingekomen bescheiden behooren o. a. een
voorstel tot het verkenen eener bijdrage in de
verbetering van het vaarwater den Ouden Rijn door
het verwijden der bruggen te Zwammerdara, Bo
degraven en Nieuwerbrug, en adressen om tege
moetkoming of verhooging in de kosten van lager
onderwijs van de gemeenten Benthuizen, Mole
naarsgraaf en Woubrugge.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft in
zijne heden gehouden civiele terechtzitting be
vestigd het vonnis der Leidsche rechtbank, ge
wezen in de bekende zaak van de firma Villefort
en Co. tegen den heer Slootweg, ontvanger der
gemeente Katwijk.
Z. M. de Koning wordt Woensdag 25 Juni
in Den Haag verwacht.
Volgens bijzondere berichten uit Parijs zal
het stoffelijk overschot van den Prins van Oranje
den 25sten dezer naar Nederland worden vervoerd,
ten einde den volgenden dag op plechtige wijze
te Delft te kunnen worden ter aarde besteld.
Verscheiden van de zich te Parijs bevindende
Nederlanders zijn in de groote, geheel met zwart
behangen zaal van het gezantschap toegelaten, waar
het lijk van den vorst is tentoongesteld.
De audiënties van de ministers van financiën,
oorlog en waterstaat op Donderdag en van den
minister van marine op Vrijdag zullen niet plaats
hebben.
Het stoomschip „Madure", van Amsterdam
naar Java, is Zaterdag-ochtend .te vijf uren van
Snez vertrokken; de „Schiedam" vertrok dien
dag van Rotterdam naar Nieuw-York.
Z. M. heeft aan H. Van Koolwijk',- op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als burgen:- van
de gemeente Ewijk; mr. J. G. De Witt Hamer .be
noemd tot burgemeester der gemeente Goes, met
machtiging om nevens deze betrekking ook die
van procureur te beüeeden:
Gemengd Nieuws.
Zaterdag-avond om negen uren ont
stond alhier, terwijl men het gaslicht aanstak,
brand in een der winkelkasten van den heer San
ders op de Haarlemmerstraat. De vlam was echter
spoedig gebluscht, zoodat de aankomende spuit
geen dienst behoefde te doen. Op de
St.-Jacobsgracht had gistermiddag omstreeks vijf
uren een hevige twist plaats tusschen twee vrou
wen, waarbij het tot eeue formeele vechtpartij
kwam en de een de ander de muts van 't hoofd
rukte. Door lusschenkomst van eenige personen wer-
deu de vechtenden ten slotte tot bedaren gebracht.
Te Noordwijkerhout is Donderdag
middag te vijf uren door G. Van Stijn opgenomen
een bont blauwe postduif, de slagvederen met blauwe
letters en nummers en een slêmpel, én een der
vederen met roode letters en nummer er op gedrukt.
De eigenaar kan haar terugbekomen.
Uit Amsterdam wordt ons nader ge
meld dat de heeren Ledeboer en De Wit, in
wier vervolging het gerechtshof Woensdag uit
spraak zal doen, zich hedenochtend nog daar ter
stede bevonden.
Door den sneltrein, die Zaterdag te
9.42 uit Zutfen te Amsterdam aankomt, is bij
de Muidervaart een man overreden. De ongeluk
kige was onmiddellijk dood. Men schijnt hier aan
roekeloosheid te moeien denken, daar de man nog
gewaarschuwd was door den machinist van een
even te voren voorbijgaanden zandtrein.
Een verpleegde in het Brentauo-ge-
sticht op de Heerengracbt te Amsterdam heeft
zich met een scheermes een gevaarlijke wonde
aan den hals toegebracht. Hij is zwaar verwond
naar het gasthuis gebracht en men vreest voor
zijn leven. Zwaarmoedigheid moet aanleiding tot
die daad zijn geweest.
Uit Stettin wordt gemeld dat kort
vóór het vertrek van het stoomschip „Orpheus"
naar Koningsbergen, de ketel is gesprongen. Reeds
zijn tien lijken te voorschijn gehaald.
De „In dép. beige" behelst thanseen
verbeterd bericht omtrent het gebeurde op de
Nederlandsche stoomboot „Pollux", te Marseille.
De dood van den stoker is namelijk niet toe te
schrijven aan den val, veroorzaakt door den stoot,
dien Cornelis Ubel hem had toegebracht. Uit het
geneeskundig onderzoek is gebleken, dat de sto
ker gestorven is ten gevolge van een aandrang
van bloed naar de hersenen, die ontstaan is door
eene inwendige oorzaak, waaraan de vechtpartij
op het dek van het schip vreemd was.
Op den Great-Western-spoorweg, niet
ver van Churchill, sprong Woensdag een persoon,
die naar de gevangenis werd vervoerd, behendig
uit het raam van zijn wagen. Hij schijnt den
grond ongedeerd bereikt te hebben. Het is nog
niet gelukt hem te vinden.
BUITENLAND.
Franhrijlt.
In den Senaat is Zaterdag de discussie ge
opend over het voorstel-Peyrat om den zetel der
Kamers naar Parijs over te brengen. De minister
Waddington zeide dat het wetsontwerp betrekke
lijk de locale quaestie gereed was om in beraad
slaging te worden gebracht na de bijeenkomst van
het congres. Die beraadslaging zal volstrekt be
perkt blijven tot de quaestie van den terugkeer
naar Parijs. Hij las het besluit voor, dat aan het
congres zal worden onderworpen, en constateerde,
dat de gemoederen tot rust zijn gekomen. De
Pransche democratie, zeide hij, is de crisis van
1877 doorgekomen, zonder dat een druppel bloed
is vergotenzij heeft dus aanspraak op het ver
trouwen der regeering. De linkerzijde juichte deze
woorden toe. De Senaat nam daarop het eenig
artikel aan met 149 tegen 130 stemmen.
Italië.
De Kamer heeft met 1S5 tegen 115 stemmen
het wetsontwerp, waarbij aan de stad Florence
eene som van 49 millioen lire wordt toegekend,
pangenomen.
Oostcnr.-Hoiig;. Monarchie.
De „Pesti Naplo" hangt een zeer gunstig
tafereel van den tegeuwoordigen toestand der
Hongaarsche schatkist op. Het blad zegt dat de
inniug der belastingen zoo geregeld gaat, dat in
de schatkist de noodige gelden tot dekking van
het deficit voorhanden zijndat meer dan twee
derden der schatkistbiljetten reeds ingewisseld zijn,
en dat het overige gedeelte daarvan na den lsten
Aug. a. s. zal ingewisseld worden. Voorts is de
Hongaarsche regering voornemens, de rente der
kas-assignatiën van 5'/j op 5 pet. te verminderen.
INGEZONDEN.
Nog een woord oter den Grafelijken Grafkel
der in de Hofkapel te 's-Gravenhage.
Weinige dagen geleden heeft een onderzoek
plaats gehad naar den toestand van den Graf
kelder der Beiersche Graven in de Maria- of
Hofcapelle op het Binnenhof in Den Haag. Men
heeft bevonden, dat over 't algemeen de toestand
was, zooals die is beschreven door deu Advocaat
van Holland, mr. Jacobus Visser, in 1769, wiens
beschrijving in den Overijselschen Almanak voor
1844 werd afgedrukt, door de zorg van den
heer P. R. Feith.
Ik acht het niet ongepast thans mede te dee-
len, dat de oorspronkelijke afbeeldingen van de
toen gevondene grafmonumenten en oudheden
van de hand van den Haagschen schilder Albertus
Freese op de Universiteits-Bibliotheek berusten.
Daar kwamen die gekleurde afbeeldingen van de
looden doodkisten eu de daarin gevondene lijken
alsook van de stoffelijke overblijfsels van andere
personen, die in houten kisten waren bijgezet,
met de noodige aanteekeningen der ooggetuigen
opgehelderd, tegelijk met de nalatenschap van den
heer A. J. Royer.
Men schijnt in 1770 van plan geweest te zijn
die opgraving te beschrijven, want er ligt in die
portefeuille een daarvoor geteekend titelblad met
toepasselijke zinnebeelden, in 't midden waarvan
te lezen staat: „Oudheden en Overblijfselen in
de Fransche Kerk of Hofcapelle in 's-Hage ge
vonden in den jare 1769." Doch het is niet
tot een uitgaaf gekomenik vermoed om dezelfde
reden, waarom het onderzoek toen is gestaakt;
men werd wat huiverig om in die asch der
Vaderen te wroeten. Een der invloedrijkste hove
lingen had zich namelijk bij den Stadhouder
beklaagd, dat men eerlang haast zijnen grafkel
der zou naderen. De opmerking was niet onge-
groud, want men schijnt bij de lijken der lands
vorsten en vorstinnen ook eenige der edelen
te hebben bijgezet; Prins Willem V liet de
opgravingen eensklaps afbreken. Bovendien was
het geen zuiver oudheidkundig onderzoek; het
was bij toeval, dat men in de Hofkapel was gaan
graven. De Prinses van Oranje had namelijk in
die toenmalige Fransche kerk een verborgen bank;
Hare Hoogheid kon, als zij het wilde, zonder
gezien te worden uit het stadhouderlijk kwartier
daarheen gaan, en den dienst ongezien bijwonen.
Zoo gebeurde het, dat Hare Hoogheid bij gelegen
heid van een kleine ongesteldheid daar zat en
een buitengemeen geluid meende te hooren, dat
uit den grond oprees. Dientengevolge is een onder
zoek ingesteld naar de fondamenten van dat oude
gebouw. Het beheer der kerk stond onder de
Gecommitteerde Raden, en deze committeerden
den baron W. Van Lijnden tot Hemmen en ge
noemden Mr. Visser om de verdere nasporingen
te doen.
In den geographischen atlas van wijlen den heer
Bodel Nijenhuis, aan de Bibliotheek der Universi
teit vermaakt, is in een der portefeuilles van Den
Haag een stel gravures, één door Th. Koning en
de overige door Casper Philips Jacobsz. naar de
teekeningen van deze opgravingen door Freese
vervaardigd. Zij hebben in 1778 het licht gezien,
toen Freese zijne „Verzameling van Gedenkstuk
ken in Nederland" uitgaf, hetgeen een vertaling
was van Phileutherus Timareten's Collectio Mo-
numentorum rerumque maxime insignium Belgii
Foedorati, Amst. 1684, maar zeer vermeerderd
door bijvoeging der gedenkstukken uit de laatste
eeuwop bl. 219243 van deel II zijn die oud
heden beschreven, doch dit werk is met stuk 1