Het lijk zal rechtstreeks van Parijs naar Delft
worden overgebracht.
Nader wordt uit Parijs gemeld, dat de lijk
dienst en de openbare tentoonstelling van het lijk
op een praalbed in het als „chapelle ardente"
ingerichte vertrek van den Nederlandschen gezant
te Parijs, niet znllen geschieden, omdat de Prins
incognito te Parijs verwijlde en officiè'el eerbetoon
daardoor verboden wordt.
De proefneming met de halte Zoeterwoude
van den spoorweg LeidenWoerden zal worden
voortgezet. Tijdig voor het vaststellen der volgende
winterdienstregeling verwacht de minister van water
staat van den raad van toezicht op de spoorweg
diensten een voorstel omtrent het al of niet voorgoed
vestigen dier halt.
Prins Prederik wordt morgenmiddag te één
uur uit Berlijn in Den Haag terugverwacht.
De jaarlijksche algemeene vergadering van
het Prov. Utrechtsch genootschap van kunsten
en wetenschappen zal gehouden worden Dinsdag
24 Juni e. k., in het gebouw voor kunsten en
wetenschappen. De afdeeliugsvergaderingen zullen
den vorigen avond aanvangen.
Aan de Utrechtsche hoogeschool is heden
de heer G. J. Legebeke, geb. te Kampen,
bevorderd tot doctor in de wis- en natuurkunde,
na verdediging van een academisch proefschrift,
get.: „De functie van Green."
Het 32ste Nederlandsch landhuishoudknn-
dig congres, dat van 22 tot 26 Juni a. s. te
's-IIertogenbosch zou worden gehouden, is met
de daaraan verbonden tentoonstelling, harddraverij
en verdere feestelijkheden, ten gevolge van het
overlijden van den Kroonprins, tot nadere aankon
diging verdaagd.
Mrs. C. W. Vollgraff en L. G. E. Gertsen
hebben in de heden gehouden zitting van den
hoogen raad de gevorderde eedeu als advocaat af
gelegd.
Men verzekert aan „EAmi du Limb." dat
de onderhandelingen tusschen de Nederlandscbe
en Belgische regeering ter zake van het Kanaal
van Terneuzen zoover gevorderd zijn, dat nog in
deze maand het sluiten van een tractaat over deze
aangelegenheid kan worden te gemoet gezien.
Het Staatsblad n°. 104 behelst het kon.
besluit van den 28sten Mei jl., tot regeling der
wijze waarop de vergelijkende examens, bedoeld
in art. 28 der wet van 17 Augustus 1878 (Staats
blad n°. 127), worden afgenomen. Voorts dat van
denzelfden datum tol vaststelling der regelen voor
de rijkskweekscholen voor de ouderwijzers en
onderwijzeressen, bedoeld in art. 24 der wet van
17 Augustus 1878 (Staatsblad n°. 127), en het
kon. besluit tot regeling van den omvang van het
examen, bedoeld in art. 63 der wet van 17
Augustus 1S78 (Staatsblad n°. 127), van de wijze
van afneming en van hetgeen verder tot dit examen
betrekking heeft.
G. W. Thesingh en J. Van Ommen zijn ge-
gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal
van Ned.-Indië, om te worden benoemd tot derden
stuurman bij de gouvernements-marinedaarte lande.
M. T. Van Lith en H. P. W. Smit zijn
met 1 Juli benoemd tot 2den klerk bij het dep.
van koloniën.
Bij koninklijk besluit is bepaald, dat de
officieren, die op non-activiteit worden gesteld, de
fouragegelden zullen genieten tot en met den 92sten
dag hunner absentie.
De audiëntie van den minister van binnenl.
zaken op Zaterdag en die van den minister van
justitie op Dinsdag zullen niet plaats hebben.
Het stoomschip „Gelderland", kapt. G. J.
Boon, 1 Mei van Batavia naar Rotterdam ver
trokken, is gisteren te Maassluis aangekomen
de „Conrad", van Amsterdam naar Batavia, pas
seerde gisteren Ouessant.
Z. M. heeft tot lid der algemeene reken
kamer van Ned.-Indië benoemd M. J. P. Struick,
secretaris bij het dep. der burg. openbare werken
daar te lande; den lsten luit. jhr. O. H. Trip,
van het reg. grenadiers en jagers, op pensioen
gesteld, en het bedrag op 1020 bepaald; den
kapt. jhr. A. W. Van Reigersberg Versluys, van
het reg. gren. en jagers, op zijn aanvrage op
pensioen gesteld en het bedrag bepaald op f 743
benoemdtot burgem. van Berkenwoude M. Bron,
van Stolwijk J. C. Kroon,, van Grauw P. Ver
hagen, van Zaamslag L. Van Dixboorn.
Gemengd Nieuws.
Gistermiddag omstreeks vijf nren
had het zoontje van v. W. op de Korte Lange-
gracht alhier het ongeluk van een bovenkamer op
den grond te vallen, waardoor zijn voorhoofd ge
heel werd gescalpeerd. Heelkundige hulp werd
ingeroepen, en door dr. Kimmel verleend, die de
wonden gehecht heeft.
Woensdag-avond trachtte te's-Hage
een juffrouw aan de Sterkmanèlaan door verdrin
king een einde aan haar leven te maken. Een
heer, die 't geplas in 't water opmerkte, snelde
er heen, redde de drenkeling en bracht haar per
rijtuig naar hare woning terug.
Gisteravond omstreeks zes uur viel
op Kattenburg te Amsterdam een veertienjarige
knaap te water. Twee uur daarna werd hij dood
opgehaald.
Ongeveer veertien dagen geleden
werd uit het IJ te Amsterdam het lijk opgehaald
van den jeugdigen S. V., milicien bij het 7de
reg. infanterie. Zijne moeder meende aan kwaad
willigheid te moeten gelooven en om tot de ont
dekking te komen begaf zij zich met een paar
buurvrouwen naar eene kaartlegster. De uitspraak
van deze luidde, dat haar zoon bij eene vechtpartij
te water was geraakt en verdronken eu zij gaf eene
beschrijving van zijne tegenpartij, waarin de bijge-
loovige moeder terstond haren schoonzoon herkende,
dien zij thans rondweg als den dader beschuldigt.
Een nauwkeurig onderzoek vanwege de rechterlijke
zoowel als militaire autoriteiten heeft hoegenaamd
geen grond opgeleverd voor ernstig vermoeden,
doch leidde tevens tot de opsporing van de kaart
legster, zekere Steintje Boersma, die nu ter zake
van het uitoefenen van haar schandelijk bedrijf
voor den strafrechter zal terechtstaan.
Het driejarig kind van een veehou
der te Helvoirt, een oogenblik alleen gelaten bij
een ketel gekookt voeder voor het vee, heeft, door
dien het bij ongeluk tegen den ketel stootte, den
inhoud daarvan over het lichaam gekregen. Het
kind bekwam zulke hevige brandwonden, dat het
aan de gevolgen is overleden.
Aan de „Echo du Parlement" worden
de volgende bijzonderheden geschreven over de
aankomst van Pincoffs te Nieuw-York. Vóór zijn
vertrek uit Liverpool had hij aan twee bekende
Amerikaansche advocaten geseind, met verzoek
hem bij zijne aankomst in Nieuw-York aan boord
te bezoeken, daar hij een onderhoud wenschte
vóór het schip te verlaten. In de haven gekomen,
weigerde Pincoffs met de andere passagiers in een
der booten plaats te nemen. Hij zeide den kapi
tein, dat hij op de brug van de stoomboot blijven
zou tot hij de twee personen, die hij wachtte,
gesproken had. Zoodra dezen aan boord waren,
deelden zij den vluchteling mede, dat zijn weige
ring om van boord te gaan hem gered had. Indien
hij in een der booten, die gereed lagen, was ge
gaan, zou hij aangehouden en teruggezonden zijn.
De Ned. consul had nl. zekere instructie ontvan
gen, waaraan hij zich gehaast had uitvoering te
geven. Hij had twee booten gehuurd. In de eene
had hij zelf, in de andere zijn kanselier plaats
genomen. Beiden waren vergezeld van een aantal
politiebeambten in burgerkleeding. De bestuurders
der twee booten hadden aan de familie Pincoffs
evenals aan de andere passagiers voorgesteld; ze
naar wal te brengen. Indien de vluchteling en de
zijnen in de boot waren gestapt, zouden zij onmid
dellijk aan boord van een gereedliggend Neder
landsch schip zijn getransporteerd en geen voet
op Amerikaanschen bodem hebben gezet. Eenmaal
aan boord, was men op Nederlandsch terrein en
kon men ze arresteeren, er behoefde geen uitleve
ring te worden gevraagd, geen formaliteiten waren
noodig, men had ze eenvoudig naar het vaderland
teruggezonden. Hoe goed ook overlegd, stuitte
het plan af op de voorzorgsmaatregelen van Pin
coffs. Op advies van de twee rechtsgeleerden na
men de vluchtelingen plaats in een sloep, die
de Amerikaansche vlag voerde. Aan wal gekomen,
begaven zij zich naar het voor hen gereed gehou
den hotel. Pincoffs heeft mede den raad gekregen
tot geen prijs een huis, welk ook, binnen te tre-*
den, ten einde zich voor verrassingen te vrijwaren.
Er is nu door het Ned, gouvernement uitlevering
gevraagd, maar daar zal wel niet van komen. Ook
de uitlevering van Langrand-Dnmonceau werd
indertijd door de Engelsclie regeering gevraagd,
maar geweigerd. Hier is een gelijk geval.
Men heeft de vrees wel eens uitge
sproken dat in de tentoonstellingsgebouwen te
Arnhem brand zou knnnën ontstaan, ja zelfs de
mogelijkheid daarvan als een argument tegen de
onderneming aangevoerdde huizen aan de Singels
toch zouden dan zooveel lijden. Gevaar voor brand,,
het moge dan niet groot zijn, bestaat ook daarv
maar er zijn middelen om brand te blusschen,
en, dank zij de heeren Crans en C®. te 's-Graven-
hage, zijn die ook op de tentoonstelling aanwezig
in eene hoeveelheid en van een gehalte, dat het
gevaar voor eeuig belangrijk onheil bijna geheel
is weggenomen. Door genoemde heeren is, als
agenten van de' firma Merryweather and Sons te
Londen, aan het bestuur der tentoonstelling het
aanbod gedaan, om ter beveiliging van het terrein
en de gebouwen en tevens tot opluistering, de
tentoonstelling te voorzien van eene complete
stoombrandspuit met toebehooren, benevens ver
scheidene andere handbrandspuiten, handpompen,
extincteurs enz., alles zoo ingericht, dat het, in
geval van nood, dadelijk dienst kan doen. Dit.
voorstel werd door het bestuur gaarne aanvaard
en de stoombrandspuit, die reeds te Rotterdam is
aangekomen, zal binnen enkele dagen te Arnhem
geplaatst worden.
Een spoortrein werd onlangs in de
nabijheid van Reno (Amerika) in zijn vaart
gestuit, doordat eene overgroote menigte sprink
hanen zich op de baan bevonden en het vet
der gedoode dieren de wrijving aan de wielen
wegnam. De beambten waren genoodzaakt de
baan door middel van bezems, op een afstand
van drie mijlen, van de lastige gasten te bevrijden.
Den 21sten Mei is zekere Harmon
Peer, voorzien van een zwemgordel, met sponsen
voor mond, neus en ooren en sterke gomelastieke
banden tot het bijeenhouden der beenen, van de
kettingbrug over den waterval der Niagara ge
sprongen. Het was eene diepte van 192 voet. In
vier seconden tijds bereikte hij het water, zonk
omtrent elf voet diep, werd 50 voet ver meege
sleept, kwam twee seconden later weer boven en
werd in eene gereed gehouden boot opgenomen.
Den 4den Juli denkt hij het waagstuk te herhalen.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De commissie, belast met het onderzoek der
suikerindustrie, kwam gisteren te Parijs bijeen
onder voorzitting van Ritchie. De commissie hoorde
den raffineur Martineau, die constateerde dat na
1864 de Eransche en Hollandsche suikers op de
markten in de plaats treden van de Engelsche. Yan
dertig raffinaderijeu, die in Engeland bestonden in
het jaar 1864, is alleen die van Martineau zelf
over. Martineau sprak de stellige overtuiging uit,
dat het Eransche premie-stelsel de suikerindustrie
van Nederland vernietigt, evenals die van Engeland.
De commissie verdaagde de zitting.
Yolgens bericht uit Algiers van Woensdag
avond, scheen het dat de opstandelingen naar Tnnis
wilden vluchten. Zij waren sterk 800 man te voeten
100 te paard. Vele Arabische ruiters en Goums
voegen zich bij de Eransche troepen.
Volgens de „Eigaro" ontving Blanqui tijding
van zijne gratie te tien uren 's avonds, toen hij
zich reeds te slapen had gelegd. De directeur der
gevangenis gaf hem te kennen, dat hij ten spoe
digste moest vertrekken. Aldus luidde het bevel
der regeering. Blanqui stond das op, kleedde zich
en vertrok met den nachttrein. De directeur der
gevangenis en de secretaris-generaal der prefectuur
vergezelden hem in een rijtuig naar het spoorweg
station. Woensdag-ochtend is Blanqui, in gezelschap
van zijne zuster, te Parijs aangekomen. Niemand
verwachtte hem, zoodat geen zijner vrienden aan
den trein was.
Gi-ooi-lïi-itaiiziit;.
Uit Bombay wordt bericht, dat de brandstich
ter» te Poonah beambten waren van de regeering.
Het doel van hnn misdrijf Was de bewijzen te
vernietigen van de door hen gepleegde diefstallen.