Dinsdag lO Juni.
N0. 5923.
A0. 1879.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURAJST:
Voor Leiden per 3 maanden.f 1.1(K
Franco per post1-iO»
AfeenderLtfke Nommers*.m.0.05.
Deze Courant wordt dageJjjks, met aitzonderiag
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PBUS D£B ADYEKTESTIEüi
Van 1O regel».1.03.
Iedere regel meera 0.17$*
Grootere letton naar plaatsruimte.
STADS-BERICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Wet van 2 Juni 1875
Staatsblad n°. 95), tot regeling van het toezicht bij hel
oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder
kunnen veroorzaken
Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat door hen op
h»den vergunning is verleend aan de navolgende perso
nen en hunne rechtverkrijgenden, als:
1°. aan B. J. OLEFF, metaalgieter alhier, om in het pand
aan het Levendaal n°. 5, uitgang hebbende in de Pakhuis
straat n°. 6, eene bestaande stoommachine in werking te
brengen en dat pand in te richten tot metaalsmelterij
2°. aan VERVOOREN en BENSCHOP, wijnhandelaars
alhier, om het pakhuis op de Hoogewoerd n°. 12 in te rich
ten tot likeurstokerij
3°. aan J. SCHILTHUYSEN, smid alhier, orn het pand
in de Groenesteeg n°. 14 in te richten tot smederij.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, V. d. BRANDELER, Burgemeester.
9 Juni 1879. E. KIST, Secretaris.
LEIDEN, 9 Juni.
Zaterdag hield de gewestelijke afdeeliug van
het Nederlandsch Onderwijzers-genootschap hare
vergadering op Zomerzorg onder presidium van
den voorzitter, den heer Van Dijk. Van de 12
punten op de agenda vermeld werden er behalve
de mededeelingen slechts vijf behandeld, die ech
ter stof genoeg gaven tot een levendig debat. Het
eerste punt, betreflende het taalonderwijs op de
lagere school, werd ingeleid door den heer Van der
Hout, van Schiedam, die bet genoegen mocht sma
ken, dat verscheidene sprekers bij een schijnbaar
verschil van opvatting het in hoofdzaak met hem
eens waren omtrent den weg, dien men bij het
onderwijs in de moedertaal op de tegenwoordige
lagere scholen volgt.
Het tweede punt bepaalde zich tot het mede-
deelen van een zestal stellingen betreffende het
onderwijs in handenarbeid op de lagere school.
Deze stellingen, door den Rotterdamschen afge
vaardigde den heer A. Jansen mondeling voorge
dragen, zullen door hem in de onderwijsbladen
geplaatst worden.
Na de pauze, waarin als plaats voor de vol
gende vergadering Delft werd aangewezen, besprak
de heer J. Wuyster alhier het herhalingsouder-
wijs in een korte kernachtige rede, waarvan de
slotsom was dat spreker zijne gedachten resumeerde
in de volgende 3 stellingen 1°. Tot het herha-
lingsonderwijs worden toegelaten zulke leerlin
gen, die in het bezit zijn van een testimonium
van den onderwijzer bij wien zij voldoend
onderwijs genoten hebben in de vakken van
het lager onderwijs. 2°. Met het herhalingson-
derwijs worden belast onderwijzers, die daarvoor
een billijk salaris genieten. 3'. Onderwijzers met
het herhaliugsouderwijs belast moeten zijn perso
nen van zekeren leeftijd en ervaring, om vol
doende pressie op hunne leerlingen te kunnen
uitoefenen. Betreffende het vierde punt, namelijk
het samenstellen van een catalogus voor een
schoolbibliotheek, werd besloten zich met het
hoofdbestuur nader in rapport te stellen. Wegens
het vergevorderde uur moest het vijfde punt,
over het onderwijs in de Transvaal, door den
schoolopziener den heer W. J. Van Gorkom zeer
bekort worden. Evenwel waren deze korte mede
deelingen voor het aantal hoorders belangrijk
genoeg om met ingenomenheid te worden aan
gehoord. Het betrof zaken en personen, zoo ge
heel verschillend met den toestand van het onder
wijs hier te lande, dat het ieders opmerkzaamheid
moest gaande maken. Met blijdschap vernam de
vergadering dat de spreker op een nader te be
palen tijdstip meer uitvoerig deze zaken nog eens
zal mededeelen. Met een kort woord van dank
sloot de voorzitter de vergadering.
In de maand Mei zijn binnen deze ge
meente geboren 120 kinderen, als: 65 zoons en
55 dochters, waaronder is begrepen 1 tweelingge
boorte; overleden 108 personen, als: 14 mannen, 27
vrouwen, 29 zoons en 38 dochtersdaarenboven
als levenloos aangegeven 3; gehuwd 55 paren.
Ook in ons land is een rozententoonstelling
in het verschiet. Naar Sieboldia verneemt beslaat
bij de beide afdeelingen Leiden en omstreken en
Boskoop het plan in den loop van den zomer ge
zamenlijk zulk een tentoonstelling te Leiden te
organiseeren.
Tot hoofdonderwijzer aan de openbare school
in de buurtschap Blaakscheu dijk, gemeente Heinen-
oord, is benoemd de heer A. Van der Steen alhier.
Bij de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes van partijen van 100, 50, 10 en
5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 37.00,
f 18.00, f 3.70 en f 1.85; de laagste 37.00,
f 18.00, 3.40 en f 1.S0.
In het verslag der Leidsche Duinwater
maatschappij, voorkomende in het L. D. van
Maandag 9 Juni, is een vergissing ingeslopen die
zeker door onze lezers wel zal zijn opgemerkt. Er
staat dat dagelijks ongeveer 2.70 meter naar de
gemeente Leiden door de pijpen gevoerd werd,
dit moet natuurlijk zijn 270 meter.
Bij de verkiezing van heemraden ter vervul
ling van twee vacaturen in het bestuur van den
polder Zevenhoven, gelegen onder de gemeenten
Nieuwveen, Zevenhoven en Mijdrecht, ontstaan
door periodieke aftreding, zijn opnieuw benoemd
de heeren W. Van Leeuwen te Nieuwveen en
J. J. Koeleman te Zevenhoven, de eerste met
algemeene (835), de laatste met 798 stemmen.
Door den heer Knol, in leven kerkelijk
ontvanger der Ned. Herv. gemeente te Haarlem
mermeer, is aan de kerk dier gemeente 250,
vrij van successie-recht, vermaakt.
De Nederlandsch-Westfaalsche spoorweg
maatschappij heeft het voornemen een leening van
f 4,000,000 nominaal uit te geven, ter bestrijding
van de kosten der nog uit te voeren werken voor
den spoorweg Zutfen-GelsenkircheD en van de zijlijn
Winterswijk-Bocholt. Aanvankelijk wordt een be
drag van 3 millioen uitgegeven in obligatiën van
f 1000, tegen den koers van 92 pet. De aflossing
der leening heeft plaats bij uitloting, te beginnen
na 1881. De eerste tien jaren worden dan 5000
'sjaars afgelost, in 1892 f 35,000 en in de vol
gende jaren een steeds klimmend cijfer. Tot zeker
heid voor de betaling van renten en aflossiDg dezer
leening en van de in 1876 gesloten obligatieleening
van f 500,000 strekken behalve de reeds uitge
voerde en nog uit te voeren werken en verkregen
gronden alle opbrengsten, welke de maatschappij ge
durende het bestaan der leening zal te vorderen
hebben van de Hollandsche IJzeren en van de
Bergisch-Markische spoorwegmaatschappij, krach
tens de met deze beide maatschappijen gesloten
overeenkomsten. Het baanvak ZutfenWinterswijk
werd in Juli 1878 in exploitatie gebracht; men
rekent, dat de geheele hoofdlijn in de eerste helft
van 1880 voor de exploitatie zal gereedkomen.
Als waarborg van renten en aflossing dienen
nu de pachtsommen, door de Holl. IJzeren-
Spoorwegmaatschappij voor het baanvak Zutfen
Winterswijk, door de Bergische-Markische spoorweg
maatschappij voor de overige lijnen van Winters
wijk af te betalen. Dat die waarborg ruim voldoende
is, blijkt uit de bijdragen dier pachtsommen. Deze
worden begroot gedurende de eerste tien jaar op
f 262,000 's jaars. Aan rente en aflossing zal ver
schuldigd zijn 210,000, gerekend over de ge
heele leening ad 4 millioen. Neemt men in aan
merking, dat, als de 3 millioen der eerste uitgifte
voor de voltooiing der door de Bergisch-Markische
Maatschappij gepachte lijnen niet voldoende zal
zijn en het laatste millioen der leening ook daar
aan zal moeten besteed worden, dan ook het be
drag van de jaarlijksche pachtsom zal vermeerderen
en dat na tienjarige exploitatie door de beide ge
noemde Maatschappijen een verhooging van 25 pet.
der huur moet worden opgebracht dan is er
meer dan voldoende waarbog ook voor de hoogere
aflossingen van de latere jaren.
Met kracht wordt thans aan den Nederl.-
Westfaalschen spoorweg op Pruisisch gebied
doorgewerkt. Gemiddeld zijn per dag werkzaam
670 personen met vier locomotieven, 130 waggons,
17 kleine rolwagens en 160 kruiwagens.
De heer N. J. W. Sluyter, laatstelijk
directeur van het feestgebouw te Rotterdam en
die aldaar de eerste schaatsenbaan heeft geëxploi
teerd, is door den koning van België voor een
nieuw systeem rolschaatsen en de heer D. Puls
voor een schaatsenbaan gebreveteerd.
Alle schuldeischers der Rotlerdamsche Han-
delsvereeniging hebben met de door haar voorge
stelde regeling hunner vorderingen genoegen ge
nomen.
Te Amsterdam is voldoend examen afgelegd
door II. O. Weyler, stuurman ter koopvaardij en
tjdelijk verblijf houdende in het Zeemanshuis te
Rotterdam, voor de betrekking van derdea stuur
man bij de gouvernements-marine in Ned.-Indië.
Zaterdag werd te Utrecht door eenige leden
der uit de ambtenaren van de Maatschappij tot
exploitatie van staatsspoorwegen gekozen commis
sie voor het aan den aftredenden directeur-gene
raal den heer 's Jacob aan te bieden huldeblijk,
de teekening daarvan aangeboden. Het zal bestaan
uit twee groote zilveren candelabres, van aanzien
lijke waarde, waarbij gevoegd wordt een blauw
fluweelen met zilver gemonteerd album, in alpha-
betische orde de namen vermeldende van hen, die
hebben bijgedragen.
Naar de Arah. Crt. verneemt zijn reeds
vanwege het departement van oorlog bij sommige
regimenten infanterie 25 paar vet- en 25 paar
kalfslederen schoenen, fabriekmatig vervaardigd,
in beproeving gegeven. Valt deze proef naar
wensch uit, dan is het te voorzien dat het ge
bruik van zulke schoenen in het leger algemeen
zal worden ingevoerd, zoo tot voordeel van den sol
daat als van het rijk.
De Indische instelling te Delft heeft ten
geschenke ontvangen van den heer mr. J. Souten-
dam eenige naturaliën, waaronder een zeer groote
rinoceroshoorn. Verder werden haar door tusschen-
komst van den heer M. J. A. Masthoff' aldaar
door den heer J. B. A. Masthoff', officier van ge
zondheid bij het N.-I. leger, thans te Palembang,
eenige merkwaardige zaken toegezonden, alseen
Boegineesch handschrift, zijnde een heldendicht
op den beruchten opstandeling op Celebes, Kraèug
Bonto-Bontoeen Maleische brief, uit Atjeh af
komstig, van Toengkoe Laksamana van Boong-
(XXVI Moekim) aan Toengkoe Lampaseh over de
komst van den Arabier Ilabib Abdoerrabman, onzen
bekenden tegenstander in den daar gevoerde» oor
log; een boekje met gebeden, spreuken en recep
ten, benevens eenige amuletten. Deze voorwerpen
van Atjeh zijn, blijkens zijne mededeelingen, door